Het hoger onderwijs krijgt er duizenden docenten bij, studenten krijgen meer ruimte om zelf hun studie vorm te geven en het accent bij universiteiten verschuift meer in de richting van het onderwijs. Dat schrijft minister Bussemaker in de Strategische Agenda waarin zij de lijnen uitzet voor het hoger onderwijs in het komende decennium.
De kwaliteit van het hoger onderwijs wordt de komende jaren de onbetwiste prioriteit. Een aanzienlijk deel van de opbrengsten van het studievoorschot (60%) is dan ook beschikbaar om het aantal docenten te vergroten. Hiermee worden de groepen kleiner, is er meer aandacht voor de individuele student en kan hij meer worden uitgedaagd.
“De meest inspirerende momenten in ons onderwijs vinden we in de ontmoetingen tussen student en docent,” schrijft minister Bussemaker. “Studenten leren het meest in kleinschalige leergemeenschappen die uitnodigen tot kritische discussie en reflectie. Die leergemeenschappen en een goede studiebegeleiding vergroten de binding en betrokkenheid van studenten en docenten onderling en met elkaar, wat ten goede komt aan de kwaliteit van het onderwijs.”
Er zijn oplopend tot 2025 middelen voor 2500 extra (fte) docenten in het HBO en 1400 extra (fte) docenten in het WO. Dat is bijna 15% meer dan nu. Daarnaast is er geld voor honderden meer (fte) docentonderzoekers, of universitair (hoofd)docenten met een gecombineerde onderzoeks- en onderwijstaak en honderden extra (fte) lectoren en promovendi met ook een onderwijstaak. Hiermee wordt het aantal lectoren per hbo-student bijna verdubbeld.