Overig

Is uw borgstelling goed geregeld?

760

Bent u directeur-grootaandeelhouder (DGA) en heeft uw BV een lening bij de bank? Waarschijnlijk heeft de bank u dan gevraagd om persoonlijk borg te staan voor deze lening. In de praktijk komt dit steeds vaker voor. Deze borgstelling is een extra zekerheid voor de bank en kent ook verschillende fiscale gevolgen.

U en uw BV moeten fiscaal gezien altijd zakelijk met elkaar handelen. Dit geldt dus ook met betrekking tot borgstellingen. Dit betekent dat uw BV aan u een zakelijke vergoeding c.q. provisie moet betalen voor het risico dat u loopt. Als u borg zou staan voor een andere onderneming, dan  zou u daar namelijk ook een vergoeding voor willen ontvangen. Deze borgstellingsvergoeding wordt bij u voor de inkomstenbelasting belast in box 1 tegen een effectief tarief van maximaal 46% (afgerond). Daartegenover staat dat uw BV de borgstellingsvergoeding kan aftrekken van de winst.

Op het ongelukkige moment dat u wordt aangesproken voor de schulden van de BV, ontstaat er een vordering van u op uw BV ter hoogte van het bedrag waarvoor u bent aangesproken. Dit is de zogenoemde regresvordering. Als duidelijk is dat uw BV de regresvordering niet aan u terug kan betalen, ontstaat er voor u een verlies. Om het leed te verzachten kunt u dit verlies aftrekken in box 1 tegen opnieuw maximaal 46% (afgerond).

Het verlies is niet aftrekbaar als de borgstelling onzakelijk is. Het verlies wordt in dat geval gezien als een kapitaalstorting in uw BV en wordt toegevoegd aan de verkrijgingsprijs van de aandelen. Pas als u de aandelen van uw BV verkoopt of uw BV liquideert komt dit verlies tot uiting in box 2. De aftrek is dan slechts 25%. Voor u als DGA is het dus van groot fiscaal belang dat de borgstelling als zakelijk wordt aangemerkt.

Maar wanneer is de borgstelling zakelijk en wanneer niet? In een besluit van de staatssecretaris van Financiën wordt ingegaan op deze vraag. In dit besluit is door de staatssecretaris het standpunt ingenomen dat de borgstelling van de DGA zich in de regel in de kapitaalsfeer afspeelt. Hiermee wordt bedoeld dat de borgstelling in de regel onzakelijk is. Alhoewel de staatssecretaris hier erg kort door de bocht gaat blijk uit recente rechtspraak dat de Hoge Raad hem in bepaalde gevallen gelijk geeft.

Om een moeilijke discussie met de Belastingdienst zo veel mogelijk te voorkomen kunt u in ieder geval twee dingen doen. Allereerst kunt u de voorwaarden van de borgstellingen schriftelijk vastleggen in een overeenkomst met uw BV. Daarnaast kunt u een borgstellingsvergoeding vaststellen die zo veel mogelijk uw risico weerspiegelt. Het uitgangspunt voor een zakelijke vergoeding is volgens de Belastingdienst het verschil tussen de rente met en de rente zonder borgstelling.

Tot slot is het van belang dat u de borgstelling regelt wanneer de zaken goed gaan. Blijf niet wachten totdat het een keer tegenzit, want dan bent u eigenlijk al te laat. ‘Het fiscaal tijdig borgen voorkomt extra zorgen.’