Overig

Luchtvaartondernemer Wondolleck verheugt zich op nieuwe toekomst

688

Hij werkt ruim de helft van zijn leven voor Rotterdam The Hague Airport, maar over een paar maanden komt  daar voor algemeen directeur én havenmeester Roland Wondolleck na 32 jaar een einde aan. Hét gezicht van de Rotterdamse luchthaven geeft per 1 februari het stokje over aan Ron Louwerse, die de afgelopen 7 jaar directeur Safety, Security & Environment op Schiphol was. Wondolleck wordt op zijn beurt – onder meer – adviseur bij de Raad van Bestuur van Schiphol Group.

Een gesprek over donkere wolken bij zijn aanstelling in 1984, een bijna uitzichtloze situatie omtoveren tot een succesverhaal, de regiofunctie van het vliegveld, de vanzelfsprekendheid en het belang van luchtvaart nu en in de toekomst, de afhankelijkheid van externe factoren bij de luchthavenexploitatie en uiteraard het overheersende gevoel met betrekking tot de naderende functiewisseling.

Bij zijn aantreden in 1984 werd de toen nog gemeentelijke luchthaven Rotterdam, in de volksmond Zestienhoven, met sluiting bedreigd. Het lukte Wondolleck om de luchthaven door een complexe, politieke situatie te loodsen en het door een hoge mate van strategische visie en persoonlijke inzet tot een succes te maken. Moeilijk verenigbare standpunten werden omgesmeed tot één positief nieuw perspectief voor de Rotterdamse luchthaven. Als een zendeling ging hij te werk om overal het belang van de regionale luchthaven op de kaart te krijgen. Soms met gestrekt been, maar veel vaker tactisch, overtuigend en innemend. Toen Schiphol in 1990 voor 100 procent aandeelhouder werd, zag de toekomst er dan ook alweer wat zonniger uit. Inmiddels vliegen er 1,7 miljoen passagiers per jaar naar ruim 40 Europese bestemmingen. “Rotterdam The Hague Airport is best een gecompliceerde organisatie. Wij ondernemen op het snijpunt van commercie, politiek en samenleving. De samenleving ontmoeten wij in de hoedanigheid van buren, lees: omwonenden, maar ook als consument ofwel mensen die per vliegtuig willen reizen. Aan de ene kant opereren wij zodoende als een commerciële onderneming, met dezelfde economische matrix als reguliere bedrijven. Wat ons daarbij echter wel onderscheidt zijn anderzijds bijzondere aandacht voor maatschappelijk draagvlak en politieke verwevenheid. De hele regio heeft met ons te maken, zoals wij – in spiegelbeeld – de belangen van de (hele) regio moeten dienen. Als passagier, omwonende, op politiek bestuurlijk vlak of om andere, zakelijke, redenen. Dat maakt luchthavenexploitatie dan ook uitdagend, dynamisch en soms ingewikkeld. Hoe ik daarmee omga? Door detailkwesties niet teveel te laten afleiden van die ene stip op de horizon. Op een overdaad aan details kun je niet sturen, raak je snel het overzicht kwijt. Belangrijk is daarom te focussen op één concreet, haalbaar doel. In rechte lijn eropaf lukt niet altijd, maar te veel omwegen maken is ook niet de bedoeling.” Door met feiten en argumenten te komen, lukte het Wondolleck al snel om mensen te overtuigen van zijn uitgangspunten en toekomstvisie voor zijn luchthaven. ‘Soms strookte de perceptie van een betrokkene niet met de daadwerkelijke situatie hier. ‘Hoeveel vliegtuigen komen hier per uur voorbij in de 16 uur dat wij regulier open zijn?’, vroeg ik dan bijvoorbeeld. Dan kreeg ik antwoorden in de trant van ‘15’ of ‘30’. In werkelijkheid zijn het er slechts zo’n 2,1 per uur. We willen door uitbreiding van onze operationele vergunning, zeg maar het briefje op de deur dat duidelijk maakt van wanneer tot wanneer je open bent en wat verkocht mag worden, op termijn toe naar zo’n 15 nieuwe lijndienstbestemmingen. In vliegtuigbewegingen (starts en landingen) betekent dat maar zo’n 3,2 per uur. We zijn dus geen hele drukke luchthaven. In Hamburg ligt het aantal vluchten gemiddeld per uur bijvoorbeeld op enkele tientallen. Aan de openingstijden wil ik overigens niet tornen! Zo’n uitleg relativeert uitspraken over drukte en daarmee eventuele last voor (direct) omwonenden enorm.”

Netto-bruto reistijd

Rotterdam The Hague Airport heeft een belangrijke regiofunctie. “Wij verbinden Rotterdam met zo’n 42 Europese luchthavens en daarmee talloze zakelijke netwerken in Europa. De positie van luchthavens wordt door bedrijven, (overheids)organisaties maar zeker ook de de politiek steeds vaker, heel terecht, herkend en erkend als belangrijke (zo niet belangrijkste) vestigingsplaatsfactor. Op vele fronten stimuleren wij direct en indirect de regionale economie. Dat brengt economische activiteiten die zich vertalen in arbeidsplaatsen met zich mee.” De huidige vooraanstaande positie van Rotterdam The Hague Airport is geen vanzelfsprekendheid. “Halverwege de jaren ’80 hadden we te maken met pittige moties, voerend tot concrete sluitingsdreiging en een belabberde uitgangspositie. Vanuit de nacompetitie hebben wij ons opgewerkt tot een Eredivisieclub van formaat,” stelt Wondolleck, gebruik makend van een voetbalmetafoor, vast. “Luchthavenexploitatie bedrijf je niet voor jezelf, maar voor het bredere kader van de economie en dus samenleving. Het inkomend toerisme in Zuidwest-Nederland heeft bijvoorbeeld een enorme “boost” gekregen door onze Europa brede vliegverbindingen. Daarin is de positie van Rotterdam The Hague Airport naar het zijn van vestigingsplaatsfactor en de luchthaven voor zakenreizen van zeer grote toegevoegde waarde.” Een tegenargument dat Wondolleck nog weleens hoort is dat Rotterdam The Hague Airport op zo’n overzienbare afstand van andere  grote(re) luchthavens is gelegen en daarmee niet per se noodzakelijk zou zijn. “Dat pareer ik door uitleg te geven over netto-bruto reistijd. Reizigers uit de regio zijn vanaf hier natuurlijk altijd eerder uit en thuis. Zij willen zo snel mogelijk het vliegtuig in en uit, zonder extra reistijd. Daar zijn wij helemaal op ingericht. Op een luchthaven gaat het voor veel van onze passagiers veel meer om efficiency dan om een groot aanbod aan winkels en horeca. Reizigers op klantvriendelijke wijze zo snel mogelijk van a naar b brengen, daar scoor je punten mee. Het ideale reismodel kent een zo kort mogelijke in- en uitstaptijd. Een bushokje aan de baan zou de perfecte situatie zijn, maar dat is een utopie. Daarom benaderen we dat ideaal beeld zo veel mogelijk. Door bij alle beslissingen voor ogen te houden dat dit een heel belangrijk uitgangspunt is. Toen ik hier begon was het onduidelijk wat de luchthaven van Rotterdam als exploitatie model voor ogen stond. Was het vliegveld (vooral) voor charters? Vakantievluchten? Vrachtvervoer? Zakenreizigers? Hobbyluchtvaart? Er werd hier van alles en nog wat gedaan. Een duidelijke focus was er niet. Het was kortom hoog tijd voor noodzakelijke keuzes. Voor het hoognodige politieke draagvlak. Luisterend naar de markt en indachtig het politiek maatschappelijk discours is gekozen voor het profiel van zakenluchthaven.Het maatschappelijk draagvlak werd daarbij mede gebaseerd op een resultaatgericht milieubeleid en het aanbieden van wat door bewoners van onze regio geprefereerde zon- en zee- c.q. sneeuw- alsmede stedenreisbestemmingen. Gebruikmaken van het vliegtuig is door de jaren heen alleen maar vanzelfsprekender geworden. Het is de snelste en veiligste manier van reizen. “Zeker de huidige generatie vindt het doodnormaal om voor een weekendje naar Barcelona of Rome te vliegen. Dat is de democratisering van de luchtvaart waar overigens de zogeheten prijsvechters als onze Transavia een belangrijke rol hebben gespeeld.”

Het beruchte V-woord

Over zijn opvolger, Ron Louwerse, is Wondolleck zeer te spreken. “Ik kende hem al als Schiphol-collega. Het is een uiterst deskundige en betrokken maar ook rustige, relativerende man die makkelijk contacten legt. Ik gun mijn collega’s en de andere mensen hier op de luchthaven zo’n gemotiveerde en plezierige nieuwe directeur. ‘Verheug je op de komende samenwerking met een hele aardige vent’ is dan ook mijn motto. Ron heeft veel ervaring binnen deze branche en is geen standaard directeur. Dat past bij Rotterdam The Hague Airport én onze stad en regio. Onlangs heb ik hem aan burgemeester Aboutaleb voorgesteld en in januari zullen we ongetwijfeld veel gezamenlijk nieuwjaarsrecepties bezoeken. Ook zonder mij vindt hij prima zijn weg, daar twijfel ik niet aan. Maar een gestructureerde overdracht is wel nuttig. En als hij daarna vanaf februari nog vragen heeft, ben ik uiteraard altijd van dienst. Lastige dossiers of achtergrond informatie nodig? Hij mag me altijd bellen.” Want hoe je het ook wendt of keert; Wondolleck is en blijft een luchtvaartmens. “Toen ik hier kwam, trof ik een failliete boedel aan. ‘Waar ben ik aan begonnen?’, dacht ik in die beginperiode weleens. Maar mijn hart ligt bij de luchtvaart. Ik krijg er nooit genoeg van. Wanneer mijn kinderen vroeger vriendjes of vriendinnetjes mee naar huis namen, werd er al gefluisterd: ‘niet het v-(=vliegtuig) woord zeggen hoor.’ Als hij daar eenmaal over begint, houdt hij niet meer op. Ik wist zelf vanaf zesjarige leeftijd al dat ik in ‘de vliegerij’ wilde werken. De aantrekkingskracht die de luchtvaart toen op me had, is er nu nog steeds. Ook na 32 jaar bespeur ik bij mezelf nog evenveel enthousiasme als tijdens het begin van mijn carrière bij Rotterdam (The Hague) Airport. Dat is overigens ook een belemmering geweest, want ik ben in mijn loopbaan meer dan eens benaderd door headhunters. Functies die ik allemaal heb afgewezen, ook als ze op zich zeer aantrekkelijk waren. Niets kon op tegen de magie van werken op deze plek. Mijn collega’s maakten het voor mij ook zo plezierig. Alles kun je kopen, maar mensen maken het bedrijf. Ik kan met recht zeggen dat er bij Rotterdam The Hague Airport stuk voor stuk en waar dan ook fantastische mensen werken. Allemaal gemotiveerd, betrokken en deskundig. Ik heb daar heel erg van genoten. Die familiaire, fijne sfeer binnen het bedrijf ga ik na mijn afscheid het meeste missen. Het gevoel dat verder overheerst, is dat het goed is zo. Ik laat een winstgevende, succesvolle onderneming achter en ben hier, ook in moeilijke tijden, met heel veel plezier werkzaam geweest. Het lijkt mij leuk om na zo veel jaren luchtvaart eventueel in een (heel) andere sector met nieuwe klussen stevig aan de slag te gaan. Ik heb er vrede mee. Nu hoop ik alleen dat mijn vrouw het ook leuk vindt dat ik straks wat vaker thuis ben.”