Overig

Ontslag statutair bestuurder? Opgelet!

650

De “15 april-arresten” van de Hoge Raad hebben uitgewezen dat een ontslagbesluit van de algemene vergadering in beginsel ook het einde betekent van de arbeidsrelatie tussen de vennootschap en de statutair bestuurder met een arbeidsovereenkomst. De vraag is of een dergelijk ontslagbesluit ook automatisch leidt tot het einde van de managementovereenkomst in het geval de betreffende bestuurder op basis van een dergelijke overeenkomst werkzaam is.

Tot voor kort werd op deze vraag in de rechtspraak geen eenduidig antwoord gegeven. De rechtbank Haarlem heeft ooit geoordeeld dat het ontslag van een statutair bestuurder (door de aandeelhoudersvergadering) in beginsel ook beëindiging van de managementovereenkomst tot gevolg heeft. De rechtbank Leeuwarden vond juist het tegenovergestelde. Aan deze onduidelijkheid is (voorlopig) echter een einde gekomen.

Recentelijk hebben het Hof Den Haag en het Hof Amsterdam namelijk uitgemaakt dat een managementovereenkomst blijft voortbestaan ondanks het ontslag van de bestuurder door de aandeelhoudersvergadering. Daarbij zal veel afhangen van de inhoud van de managementovereenkomst. Volgens het Hof Amsterdam is van groot belang of uit de managementovereenkomst blijkt of partijen voor ogen heeft gestaan dat aan de overeenkomst een einde zou komen als de bestuurder door de aandeelhoudersvergadering wordt ontslagen. In het geval er in de overeenkomst geen beëindigingsregeling is opgenomen, geldt (in beginsel) dat met het ontslag niet gelijktijdig een einde komt aan de managementovereenkomst.

Als er geen, of een onduidelijke, regeling in de managementovereenkomst is opgenomen blijft de overeenkomst dus voortbestaan, ondanks het feit dat de statutair bestuurder is ontslagen. Er ontstaat dan een situatie waarbij de verplichtingen uit de managementovereenkomst door beide partijen moeten worden nageleefd, terwijl de ontslagen bestuurder zijn statutaire functie niet meer uitoefent. Om daar een einde aan te maken moet expliciet worden opgezegd, met inachtneming van een redelijke opzegtermijn. Dit kan zowel voor de vennootschap als de statutair bestuurder in kwestie nadelig zijn. Denk daarbij aan de verplichting om de managementfee gedurende de opzegtermijn door te betalen, maar ook aan de ingangsdatum van een non-concurrentiebeding.

Om bovengenoemde situaties te voorkomen dient in de managementovereenkomst duidelijk te worden opgenomen dat in geval van ontslag de overeenkomst gelijktijdig met het ontslag wordt beëindigd. Is dat niet het geval? Zeg dan de overeenkomst op en houdt rekening met een eventuele (korte) opzegtermijn, ook als die niet contractueel is vastgelegd.