Home Blog Page 107

Kwart bedrijven ervaart personeelstekort

1
Wij zoeken nacht schoonmakers
© Hollandse Hoogte / Robin Utrecht

Nog steeds ervaart een kwart van de bedrijven belemmeringen bij het uitoefenen van de bedrijfsactiviteiten door een tekort aan arbeidskrachten. Aan het begin van het derde kwartaal van 2019 maken ondernemers in de zakelijke dienstverlening hier het meest melding van. Het ondernemersvertrouwen, de stemmingsindicator van ondernemend Nederland, is licht gedaald naar 10,6. Ondanks deze daling is het sentiment onder ondernemers positief. Dit melden het CBS, KVK, het Economisch Instituut voor de Bouw, MKB-Nederland en VNO-NCW op basis van de Conjunctuurenquête Nederland.

Sinds medio 2018 meldt ongeveer een kwart van het niet-financiële bedrijfsleven in de conjunctuurenquête een tekort aan arbeidskrachten. Aan het begin van het derde kwartaal van 2019 is het aantal bedrijven dat hiervan belemmeringen ondervindt bij het uitoefenen van de bedrijfsactiviteiten niet verminderd. Desondanks verwacht per saldo 12 procent van de ondernemers hun personeelsbestand in het derde kwartaal te kunnen uitbreiden. Dit percentage ligt lager dan vorig jaar in hetzelfde kwartaal, toen per saldo 18 procent van de ondernemers een toename van de personeelssterkte verwachtte.

Personeelstekort het grootst in zakelijke dienstverlening

Bij 35 procent van de ondernemers in de zakelijke dienstverlening is er een tekort aan arbeidskrachten. In de bedrijfstak vervoer en opslag ervaart 32 procent van de ondernemers een tekort. Ook in de informatie en communicatie, horeca en bouwnijverheid is het percentage bedrijven dat hierdoor wordt belemmerd bovengemiddeld. In de delfstoffenwinning meldt echter slechts 5 procent van de bedrijven belemmeringen door een personeelstekort.

Ondernemers nog steeds positief

Het ondernemersvertrouwen komt aan het begin van het derde kwartaal uit op 10,6 en is daarmee 1,4 punt lager dan in het tweede kwartaal. Ondanks deze daling is het sentiment onder ondernemers onveranderd positief: de stemmingsindicator ligt ruimschoots boven het gemiddelde sinds de start van de meting in 2008 (2,0). Sinds 2014 hebben de positief gestemde ondernemers onafgebroken de overhand.

Ondernemers informatie en communicatie meest positief

Het vertrouwen onder ondernemers is het hoogst onder bedrijven in de bedrijfstak informatie en communicatie. Het ondernemersvertrouwen steeg fors van 17,9 in het tweede kwartaal naar 25,0 in het derde kwartaal. In de voorgaande elf kwartalen waren ondernemers in de bouw onafgebroken het meest positief gestemd. In het derde kwartaal van 2019 is dit echter gedaald naar 20,6. In de autohandel en -reparatie is het vertrouwen voor het derde kwartaal op rij negatief. In het derde kwartaal komt het vertrouwen uit op -12,7, een verdere verslechtering ten opzichte van het voorgaande kwartaal (-5,3).

‘Verhoging AOW niet verstandig’

1
pensionados
foto: Pixabay

MKB-Nederland en VNO-NCW zien niets in het voorstel van de FNV om de AOW te verhogen om daarmee de koopkracht van gepensioneerden op peil te houden. Volgens de ondernemersorganisaties moeten de verlagingen van de pensioenen bij sommige pensioenfondsen niet met algemene maatregelen worden gecompenseerd.

Dekkingsgraden afwachten

De verdere daling van de rekenrente en tegenvallende beleggingsrendementen leiden ertoe dat sommige pensioenfondsen de pensioenen moeten verlagen. Hoeveel fondsen moeten ingrijpen en hoe hoog de kortingen zijn valt nu nog niet te zeggen. Daarvoor zijn de dekkingsgraden eind van het jaar belangrijk.  

Koopkracht op peil

De FNV wil de kortingen compenseren met een verhoging van de AOW. Die wordt echter jaarlijks al aangepast, en voor gepensioneerden met een laag pensioeninkomen blijft op deze wijze de koopkracht al voor een groot deel op peil, stellen MKB-Nederland en VNO-NCW. ‘Extra aanpassingen van de AOW zijn niet verstandig en zeer generiek. Terwijl de situatie van gepensioneerden en pensioenfondsen juist heel divers is.’

Haast maken met pensioenakkoord

MKB-Nederland en VNO-NCW zien de verdere verslechtering van de financiële positie van pensioenfondsen als belangrijke aanleiding om haast te maken met de uitwerking van het Pensioenakkoord. Dan ontstaan mogelijkheden voor fondsen om over te gaan op nieuwe premieovereenkomsten waarbij beter kan worden ingespeeld op de economische en maatschappelijke ontwikkelingen.

Renovatie Wantijbrug (N3) uitgesteld

1
Wantijbrug

Rijkswaterstaat stelt de werkzaamheden voor de renovatie van de Wantijbrug uit. Daarmee vervalt het besluit om vanaf woensdag 26 augustus tot maandag 28 oktober geen vrachtverkeer zwaarder dan 3,5 ton over de brug toe te laten. Het tijdelijk niet toelaten van vrachtwagens op de brug heeft grote gevolgen voor de bereikbaarheid van de regio. Rijkswaterstaat neemt daarom meer tijd om samen met de betrokken gemeenten en veiligheidsregio naar de benodigde verkeersmaatregelen te kijken waarmee mogelijk de hinder kan worden beperkt. De renovatie van de brug wordt daardoor later gestart.

Nieuwe startdatum

Een nieuwe startdatum is nog niet bekend. Deze hangt af van de uitwerking van de benodigde maatregelen. De renovatie van de Wantijbrug blijft noodzakelijk en wordt zodra dat mogelijk is uitgevoerd. De veiligheid van de brug is bij een beperkt uitstel van de werkzaamheden niet in het geding. De brug wordt intensief gemonitord en indien nodig worden tussentijds reparaties uitgevoerd.

Grote onderhoudsopgave  

Rijkswaterstaat heeft de komende jaren een  forse opgave voor vervanging en renovatie van de bestaande infrastructuur waaronder de Wantijbrug. Veel bruggen en tunnels stammen uit de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw en zijn aan groot onderhoud of vervanging toe. Bij deze opknapbeurt maken we gebruik van de nieuwste slimme en duurzame technieken. Zo willen we uitval en storingen in de toekomst voorkomen.

Meer info

Bel voor meer informatie naar de algemene informatielijn van Rijkswaterstaat: 0800 8002 of surf naar www.rijkswaterstaat.nl

Bijna net zoveel vacatures als werklozen

1
Foto Hollandse Hoogte
© Hollandse Hoogte

In het tweede kwartaal van 2019 nam het aantal openstaande vacatures met 6 duizend toe tot 284 duizend. Het aantal werklozen daalde met 11 duizend naar 305 duizend. Hierdoor is de spanning op de arbeidsmarkt opgelopen naar een nieuw hoogtepunt: gemiddeld 93 vacatures per 100 werklozen. In het eerste kwartaal waren dat nog 88 vacatures per 100 werklozen. Ook het aantal banen is verder gestegen in het tweede kwartaal. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over de arbeidsmarkt.

Aantal vacatures blijft toenemen

Eind juni 2019 was het aantal openstaande vacatures opgelopen tot een nieuwe recordstand van 284 duizend. Dat is een toename van 6 duizend vergeleken met een kwartaal eerder. Al zes jaar lang neemt het aantal openstaande vacatures elk kwartaal toe. Er zijn nu ruim driemaal zo veel vacatures als op het dieptepunt in 2013. 

De toename van het aantal openstaande vacatures is het resultaat van twee stromen: enerzijds ontstonden er in het tweede kwartaal 313 duizend nieuwe vacatures, anderzijds werden er 307 duizend vacatures vervuld. Niet eerder zijn er in een kwartaal zoveel vacatures vervuld. Het aantal nieuwe vacatures bleef iets achter bij het recordaantal van het eerste kwartaal (316 duizend).

Meeste vacatures in de handel

De meeste openstaande vacatures zijn er in de handel (56 duizend), de zakelijke dienstverlening (47 duizend) en de zorg (38 duizend). In de zorg nam het aantal vacatures in het tweede kwartaal het meest toe, met 3 duizend. Ook in de zakelijke dienstverlening en het openbaar bestuur steeg het aantal vacatures duidelijk. Daar staat tegenover dat in vijf bedrijfstakken het aantal vacatures iets afnam. 

Bij vijf van de veertien bedrijfstakken heeft het aantal openstaande vacatures nu een nieuw hoogtepunt bereikt. Dit geldt voor de handel, de zorg, de horeca, het onderwijs en de informatie en communicatie. In de bedrijfstak financiële dienstverlening is het beeld totaal anders: daar bedraagt het aantal vacatures nu minder dan de helft van de hoge aantallen vacatures van voor de economische crisis.

Vacaturegraad op recordhoogte

Ook de vacaturegraad steeg in het tweede kwartaal van 2019 verder, van 33 naar 34. Dit verhoudingsgetal geeft aan hoeveel vacatures er zijn per duizend banen van werknemers. Hiermee komt ook deze graadmeter uit boven de hoogste stand die eerder in 2007 en 2008 werd genoteerd (toen 32 vacatures per duizend werknemersbanen). 

Al jarenlang is de vacaturegraad het hoogst in de bedrijfstak informatie en communicatie. Eind juni waren er in deze bedrijfstak 65 vacatures op duizend werknemersbanen, drie minder dan aan het einde van het eerste kwartaal. Hierna volgen de horeca met 58 vacatures per duizend banen en de bouwnijverheid met 57 vacatures per duizend banen. In deze bedrijfstakken is het gebrek aan werknemers het nijpendst. Ondanks het recordaantal vacatures in het onderwijs is de vacaturegraad in deze bedrijfstak het laagst, met 18 vacatures per duizend werknemersbanen.

Ruim vijf jaar achter elkaar banengroei

Het totaal aantal banen van werknemers en zelfstandigen nam in het tweede kwartaal met 40 duizend toe tot 10 672 duizend. De groei van het aantal banen ten opzichte van het voorgaande kwartaal komt daarmee op 0,4 procent. In deze cijfers zijn alle banen meegeteld, voltijd en deeltijd. In een jaar tijd kwamen er 198 duizend banen bij, een toename van 1,9 procent. 

Het aantal banen groeit al ruim vijf jaar achter elkaar. Vanaf het tweede kwartaal van 2014 zijn er 944 duizend banen bij gekomen (+9,7 procent). De groei piekte in het vierde kwartaal van 2017 met 72 duizend.

Banengroei bij werknemers

De banengroei in het tweede kwartaal van 2019 kwam voor rekening van werknemers. Het aantal banen van werknemers steeg met bijna 41 duizend tot 8 511 duizend. Het aantal banen van zelfstandigen veranderde nauwelijks en kwam net als in het voorgaande kwartaal uit op 2 162 duizend.

Stijging aantal banen grootst in de zorg

In de zorg kwamen er in het tweede kwartaal 13 duizend banen bij. Andere bedrijfstakken met een grote banengroei waren de handel, vervoer en horeca (6 duizend), de bouwnijverheid (6 duizend) en de zakelijke dienstverlening exclusief uitzendbureaus (5 duizend). 

Bij de uitzendbureaus lijkt de rek eruit te zijn. In het tweede kwartaal van 2019 kwamen er duizend banen bij. Een kwartaal eerder was de banengroei nul. Ter vergelijking, in de eerste helft van 2018 was de banengroei in de uitzendbranche nog 16 duizend en in de eerste helft van 2017 zelfs 40 duizend. De uitzendbranche telt inmiddels 837 duizend werknemersbanen. Dat is 10 procent van alle banen van werknemers. 

In de financiële dienstverlening gingen opnieuw banen verloren. Ook in de bedrijfstakken landbouw en visserij en de cultuur, recreatie en overige diensten waren er in het tweede kwartaal minder banen dan in het kwartaal ervoor.

Aantal gewerkte uren stijgt licht

Werknemers en zelfstandigen werkten in het tweede kwartaal van 2019 in totaal 3,4 miljard uur. Dat is, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, 0,5 procent meer dan een kwartaal eerder. Per baan wordt gemiddeld 25 uur per week gewerkt. Omdat een substantiële groep meer dan één baan heeft, zijn werkenden gemiddeld 28 uur per week aan het werk, na aftrek van vakantiedagen en ziekteverzuim. 

Mannen werkten gemiddeld 32 uur per week, vrouwen 23 uur per week. Van alle gewerkte uren komt 61 procent voor rekening van mannen.

Verdere toename vast werk

In het tweede kwartaal hadden 5,5 miljoen werknemers een vaste arbeidsrelatie, 193 duizend meer dan een jaar eerder. Zij hebben een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en een vast aantal uren per week. Het aantal vaste werknemers neemt sinds een paar jaar weer toe, maar het is nog wel lager dan voor de economische crisis. Het aantal werknemers met een flexibele arbeidsrelatie is in dezelfde periode vrijwel voortdurend gegroeid, maar stagneerde in de eerste twee kwartalen van 2019. 

Gegevens over de arbeidsrelatie van werknemers zijn gebaseerd op de Enquête beroepsbevolking (EBB) van het CBS. Het CBS beschikt ook over een andere bron, namelijk de Statistiek werkgelegenheid en lonen (SWL). De SWL is gebaseerd op gegevens over banen en lonen van het UWV en de Belastingdienst. In de SWL is het aantal flexibele banen in de afgelopen jaren voortdurend gegroeid en was er ook een toename van vast werk, maar minder sterk dan blijkt uit de EBB. Voor meer informatie hierover, zie de technische toelichting.

Werkloosheid verder gedaald

Gecorrigeerd voor seizoeninvloeden waren er in het tweede kwartaal 305 duizend werklozen. Dat is het laagste aantal sinds het CBS kwartaalcijfers publiceert (vanaf 2003). 
De werkloosheid neemt al ruim vijf jaar af, van 7,8 procent in het eerste kwartaal van 2014 naar 3,3 procent in het tweede kwartaal van 2019. Ten opzichte van het eerste kwartaal nam het aantal werklozen af met 11 duizend. In de loop van het tweede kwartaal is de dalende trend van het aantal werklozen omgeslagen in een lichte stijging.

95 duizend werklozen vonden een baan

De werkloosheid groeit en krimpt door vier verschillende stromen. De eerste is die van mensen die hun baan verliezen en werkloos worden. Tussen het eerste en het tweede kwartaal van 2019 waren dat er 70 duizend. De tweede stroom is die van de werklozen die een baan vinden (95 duizend). Per saldo daalde de werkloosheid door deze twee stromen met 25 duizend. 

De daling van de werkloosheid wordt gedempt door het saldo van twee andere stromen. Er zijn mensen die nog niet actief waren op de arbeidsmarkt en op zoek gaan naar werk. Vanuit de niet-beroepsbevolking worden zij onderdeel van de werkloze beroepsbevolking. In het tweede kwartaal van 2019 zijn dit er 133 duizend. Daartegenover staan werklozen die zich terugtrekken van de arbeidsmarkt (119 duizend). Het resultaat van deze twee stromen is een stijging van 14 duizend werklozen.

Verdere daling langdurige werkloosheid

Het aantal langdurig werklozen, degenen die al een jaar of langer op zoek zijn naar werk, is gedaald naar 75 duizend in het tweede kwartaal van 2019. Dat zijn 53 duizend langdurig werklozen minder dan een jaar eerder in hetzelfde kwartaal. Het aandeel van de werklozen die een jaar of langer op zoek zijn naar werk kwam hiermee op 25 procent. In het tweede kwartaal van 2018 was dat nog 36 procent. 

Begin 2015 bereikte het aandeel langdurig werklozen het hoogste punt met 44 procent. Sindsdien is dit percentage in alle leeftijdsgroepen afgenomen. Het aandeel langdurig werklozen is het grootst onder werkloze 45-plussers: in het tweede kwartaal van 2019 was 42 procent van hen minstens een jaar werkloos. Ten opzichte van een jaar eerder was dat een forse daling, in het tweede kwartaal van 2018 was het nog 58 procent.

Minder arbeidspotentieel onbenut

De werkloosheidscijfers volgens de ILO-definitie omvatten niet alle mensen zonder werk die recent naar werk hebben gezocht of die direct zouden kunnen beginnen. Bovendien blijven deeltijdwerkers die meer uren willen werken buiten beschouwing. Het CBS brengt ook deze deelgroepen van het zogenoemde onbenut arbeidspotentieel in kaart. In het tweede kwartaal van 2019 bestond het onbenut arbeidspotentieel uit 1,0 miljoen mensen. Een jaar eerder was dat nog 1,1 miljoen. 

Het onbenut potentieel bestaat uit vier deelgroepen. Het ging in het tweede kwartaal van 2019 naast 305 duizend werklozen (niet-seizoengecorrigeerd) om 213 duizend mensen die direct beschikbaar waren voor werk, maar niet recent hebben gezocht en om 170 duizend mensen die niet beschikbaar waren, maar wel hebben gezocht. De vierde groep bestaat uit 333 duizend onderbenutte deeltijdwerkers. In tegenstelling tot de andere groepen hebben zij wél betaald werk. Zij werken echter minder dan 35 uur per week in de hoofdbaan, willen meer uren werken en zijn hier ook direct voor beschikbaar.

Bouw Rotterdam Polymer Hub begonnen

1
Bouw Rotterdam Polymer Hub
Illustratie: Rotterdam Polymer Hub

“We hanteren een strakke bouwplanning”, aldus Geert van de Ven, managing director Rotterdam Polymer Hub. “Dat moet ook wel, want de deadlines zijn strikt. Begin maart staat de oplevering gepland en per 1 april 2020 willen we operationeel zijn.” Rotterdam zal dan verrijkt zijn met het eerste logistieke knooppunt dat speciaal gewijd is aan de opslag van polymeren; één van de belangrijkste grondstoffen van de kunststofindustrie. Het bouwtraject beslaat nu de realisatie van twee loodsen van gezamenlijk 35.000 vierkante meter oppervlak, goed voor een opslagcapaciteit van 550.000 ton.

Naast de loods wordt er ook een containeryard van 15.500 vierkante meter met tiltplatform voorzien voor de opslag van bulkcontainers.

Container Exchange Route

De interesse uit de markt voor de ‘RTM Polymer Hub’ is sowieso groot. Dat heeft enerzijds te maken met de congestie die het transport van en naar polymer marktleider Antwerpen in toenemende mate parten speelt. Van De Ven: “Anderzijds zitten we hier op de Maasvlakte juist op een bijzonder efficiënte locatie: met erg goede verbindingen van en naar het achterland en vlakbij de deepsea containerterminals. Extra positief is dat we als eerste niet-containerterminal op de Container Exchange Route (CER) aangesloten worden.” De CER verbindt de containerbedrijven op de Maasvlakte met elkaar en maakt het mogelijk om de uitwisselkosten voor containers te minimaliseren en op de CO2-footprint te besparen.

Dordrecht groeit naar 119.000 inwoners

1
Mevrouw Tonny Rusman

Bevolkingsgroei is nodig om Dordrecht sociaaleconomisch sterker te maken.

De gemeente Dordrecht telt weer 119.00 inwoners. Dat aantal haalde de stad voor het laatst in 2005. Op 8 augustus schreven we mevrouw Tonny Rusman in als 119.000e Dordtenaar. Op 1 januari telde de stad nog 118.667 inwoners. De bevolkingsgroei past in de ambities van het gemeentebestuur.

In 2002 telde de stad nog 120.000 inwoners. Daarna begon een jarenlange daling, met soms een kleine opleving. Er kwamen minder nieuwe woningen bij. Onze gezinnen bestaan vaker uit minder personen. En vooral inwoners met hogere inkomens verhuisden uit de stad.

Versterken

Dordrecht wil groeien. In 2030 wil het gemeentebestuur 140.000 inwoners in de stad. Daarvoor moeten er in totaal 10.000 woningen bijkomen. Dordrecht doet dat niet zomaar. Die bevolkingsgroei is nodig om Dordrecht sociaaleconomisch sterker te maken. En om genoeg winkels en voorzieningen te houden voor gezondheid, cultuur en sport.

Resultaten

De eerste resultaten van die ambitie om te groeien zijn al zichtbaar. In nieuwbouwwijken als Wilgenwende en Stadswerven wordt volop gebouwd, en dat geldt ook voor oudere wijken als Krispijn. Ook op het Leerpark en Gezondheidspark zit er nu vaart in de bouw. In de binnenstad en negentiende eeuwse schil Bedrijfspanden en kantoren in de binnenstad en de negentiende eeuwse schil worden verbouwd tot woningen. De verwachting is dat Dordrecht in de loop van 2020 meer inwoners telt dan ooit tevoren.

Welkom

Tonny Rusman verhuisde met haar zoon van Heemskerk naar Dordrecht. “Ik had hier al veel contacten en ik voel me nu al thuis. Dordrecht is een fijne stad om te wonen.” Wethouder Piet Sleeking overhandigde haar vrijdag een welkomstboeket namen de gemeente.

Ron Voskuilen nieuwe algemeen directeur CHIO Rotterdam

1
Ron Voskuilen
Ron Voskuilen

Ron Voskuilen wordt per 1 september 2019 de nieuwe algemeen directeur van het CHIO Rotterdam. Voskuilen was eerder algemeen directeur Stadsontwikkeling van Rotterdam en daarna tweeënhalf jaar interim-directeur van Rotterdam Partners. Daarmee heeft hij ruime ervaring met netwerken in het Rotterdamse bedrijfsleven en de overheid. Hij volgt vertrekkend interim-directeur Fred Rozendaal op, die op dit moment verantwoordelijk is voor de organisatie van drie Europese Kampioenschappen in Rotterdam van 19 t/m 25 augustus 2019: de Longines FEI European Championships Jumping, Dressage & Para Dressage.

Voskuilen is een ervaren speler in het Rotterdamse. Hij is op dit moment partner en oprichter bij een Rotterdams adviesbedrijf. Hij zal dit combineren met zijn werk voor het CHIO Rotterdam.

Belle de Bruin, bestuursvoorzitter: “Het bestuur is verheugd over de komst van Ron Voskuilen. Hij is zeer betrokken bij Rotterdam, heeft een breed netwerk in de stad en erbuiten en beschikt over veel ervaring in het leiding geven aan professionals. Wij zien ernaar uit om samen met hem te werken aan een volgend CHIO en met hem een strategie uit te zetten voor een volgende fase van het CHIO. Het bestuur is Fred Rozendaal zeer erkentelijk voor zijn leiding de afgelopen periode en voor het organiseren van drie Europese Kampioenschappen.”

Ron Voskuilen over zijn nieuwe functie: “Het CHIO Rotterdam is diepgeworteld in Rotterdam: als mondiaal topsportevent, als netwerkhoogtepunt en als maatschappelijk betrokken partij. Het is een eer dit te mogen aansturen en naar een volgende fase te begeleiden.  Ik zie er enorm naar uit om met de medewerkers én alle partners in het Rotterdamse een bijdrage te leveren aan de verdere ontwikkeling.”

Over de Longines FEI Europese Kampioenschappen, Dressuur, Para Dressuur Rotterdam 2019

De Longines FEI Europese Kampioenschappen Springen, Dressuur en Para Dressuur vinden plaats in Rotterdam van 19 t/m 25 augustus 2019. Dit hippische topsportevenement vindt plaats in het Kralingse Bos en aan de Kralingse Plas. Met steun van vele partners en sponsors en tal van maatschappelijke side-events worden deze EK’s een evenement van wereldniveau toegankelijk voor iedereen. Een plek waar mensen, bedrijven en organisaties elkaar ontmoeten en samen van de paardensport genieten. Het EK 2019 wordt een sportieve beleving voor een nieuwe generatie fans, sponsors, toeschouwers van de hippische sport; Connected by Horsepower. 

Informatie over de sport en alle side events voor, tijdens en na het evenement is te vinden op www.rotterdam2019.com . Daar kunnen online kaarten besteld worden. De Longines FEI Europese Kampioenschappen Springen, Dressuur en Para Dressuur zijn ook te volgen via FacebookTwitterInstagramLinkedIn en YouTube. De officiële evenementen hashtags zijn #FEIEuros2019 en #ECRotterdam2019.
Longines is title partner en discipline sponsor voor het springen. Rabobank Rotterdam is discipline sponsor voor de dressuur. 

Productie industrie krimpt ruim 2 procent in juni

1
Productie industrie krimpt ruim 2 procent in juni
© Hollandse Hoogte / Flip Franssen

De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in juni 2,2 procent lager dan in juni 2018, maakt het CBS bekend. Het is de vierde achtereenvolgende maand waarin de productie krimpt.

Productie machine-industrie groeit het sterkst

Van de acht grootste bedrijfsklassen binnen de industrie groeide de productie van de machine-industrie met bijna 3 procent het sterkst. Ook de productie van de voedingsmiddelenindustrie groeide. De meeste bedrijfsklassen in de industrie hadden echter te maken met een krimp van de productie.

Trend licht dalend

Voor het bepalen van de kortetermijnontwikkeling van de productie kan het beste worden gekeken naar voor seizoen- en werkdageffecten gecorrigeerde cijfers. Van mei op juni 2019 daalde de productie met 0,8 procent. 

De voor seizoen- en werkdageffecten gecorrigeerde productie fluctueert aanzienlijk. Dalingen en stijgingen volgen elkaar snel op. Van medio 2014 tot begin 2018 was er sprake van een stijgende trend van de industriële productie. Daarna is de trend licht dalend.

Producentenvertrouwen positiever

Het producentenvertrouwen industrie is in juli 2019 toegenomen. De ondernemers waren vooral minder negatief over de verwachte bedrijvigheid en positiever over hun voorraden.

Duitsland is een belangrijke afzetmarkt voor de Nederlandse industrie. Het vertrouwen van de Duitse industriële producenten (Ifo-index) daalde in juli sterk. De daling was de grootste sinds begin 2009. De gemiddelde dagproductie van de Duitse industrie kromp in juni ruim 6 procent in vergelijking met een jaar eerder.

De cijfers in dit bericht zijn voorlopig en kunnen worden bijgesteld.

Havenbedrijf Rotterdam neemt supersnelle boot in gebruik

1
Havenbedrijf Rotterdam neemt supersnelle boot in gebruik
De snelle RPA 5. Foto, Ries van Wendel de Joode.

Havenbedrijf Rotterdam maakt deze week instructievaartochten met de RPA 5, een nieuwe RHIB die zo’n 90 kilometer per uur kan varen. De polyester patrouilleboot wordt vanaf volgende week in eerste instantie ingezet om pleziervaart te controleren.

De RPA 5 heeft midscheeps ook een ‘multibeam’ aan boord om de bodem te peilen. De RHIB vervangt daarmee twee vorige exemplaren die werden ingezet door respectievelijk de hydrografische afdeling en door de havenmeester voor het handhaven van de veiligheid en orde op het water.

“We gaan het schip deze zomer vooral gebruiken voor handhaving en extra controles van de recreatie- en passagiersvaart. Dat is nodig, want die schepen worden steeds sneller. Bovendien kan de RPA 5 dankzij zijn snelheid nu ook een groter vaargebied controleren. Daarnaast kunnen we de RHIB inzetten bij incidenten, om drenkelingen uit het water te halen en om binnendijks havengebied te controleren op plekken waar onze normale patrouillevaartuigen niet kunnen komen”, aldus havenmeester René de Vries.

Het schip is geleverd door ‘New Madeira RIB’s’ De specifieke kenmerken van de RHIB zijn:
Romp GRP (Glass Reinforced Polyester)
Tube diameter 55cm 1670 Dtex UV bestendig Hypalon/ Neoprene 
Lengte over alles 0.20 m
Breedte over alles 3.50 m
Doorvaarthoogte 2.50 m
Kruiphoogte 1.60 m
Diepgang bij maximum gewicht 0.85 m
Bemanning 2 personen
Passagiers 6 personen
Leeg scheepsgewicht 4500 kg
Brandstof 2 x 700 ltr
Maximum snelheid 50 Kn (92,6 km/h)
Motoren 2 x 370 pk (272 kW) inboard Volvo Penta D6-370

Havenbedrijf Rotterdam stelt met PortXchange app beschikbaar voor just-in-time aankomsten

6
Vertegenwoordigers van haven van Rotterdam Maersk

Via het op 8 augustus opgerichte bedrijf PortXchange gaat het Havenbedrijf Rotterdam het Pronto-platform met de bijbehorende applicatie beschikbaar stellen aan havens over de hele wereld. De app die ‘just-in-time’- aankomsten mogelijk maakt, zal nog voor het einde van het jaar geïmplementeerd worden in vier havens in Europa en de Verenigde Staten.

Via dit zelfstandige bedrijf is het voor het Havenbedrijf mogelijk om partnerschappen met uiteenlopende mondiale spelers af te sluiten. PortXchange start met strategische partners als A.P. Moller-Maersk en Shell International Trading and Shipping Company Limited (Shell) en zal Pronto in verschillende havens buiten Nederland testen.

Slimme digitale oplossingen

Middels PortXchange creëert Havenbedrijf Rotterdam nieuwe opties voor het aangaan van strategische partnerschappen met andere havens, maar ook met rederijen en terminals. Partijen die erop gericht zijn slimme digitale oplossingen zoals Pronto in havens over de hele wereld te implementeren. Dit levert tevens een wezenlijke bijdrage aan de ambitie om van de Rotterdamse haven de slimste van de wereld te maken.

Vertrouwen

Om van Pronto een succes te maken in andere havens is het van belang dat er vertrouwen bestaat tussen diverse partijen en organisaties die moeten zorgen voor de vrije uitwisseling van gegevens.

Vermindering uitstoot

De activiteiten van PortXchange zijn erop gericht de efficiëncy van havenaanlopen te vergroten en om klanten te helpen hun uitstoot, zowel in de haven als tussen de havens, te verminderen. Om dit te realiseren biedt PortXchange Pronto: een gemeenschappelijk platform dat kan worden gebruikt door rederijen, agenten, terminals, havenautoriteiten, maar ook andere (nautische) dienstverleners. Door het optimaliseren van de planningen draagt dit niet alleen bij aan een vermindering van uitstoot maar moeten middels Pronto ‘just-in-time’-aankomsten mogelijk zijn. Middels de digitale transformatie zal de concurrentiepositie van de Rotterdamse haven eveneens toenemen. Hoe meer havens er gebruik gaan maken van ‘slimme’ oplossingen, hoe waardevoller ze zijn.