De bouw van een Best Western Hotel aan het Vrieseplein in Dordrecht kan over een jaar beginnen. Een jaar later worden de eerste gasten verwacht. Dat vertelt ontwikkelaar en toekomstig exploitant Titus Stoelinga.

Over de komst van het hotel wordt al jaren gesproken, maar tot nog toe stuitten de plannen op weerstand in de buurt. Op een informatiebijeenkomst in februari kwamen zo’n honderd mensen af, die hun bezwaren deels gehonoreerd zagen. Gisteravond kwamen slechts enkele mensen naar het Stadskantoor om de jongste variant te bekijken. Stoelinga hoopt daarmee de laatste bezwaren weggenomen te hebben. ,,Al kun je het nooit iedereen naar de zin maken, maar met mensen die dan nog problemen hebben gaan we nog praten.”

Eén van de belangrijkste pijnpunten, de parkeergarage, is geschrapt. Buren hebben daardoor geen last meer van inschijnende koplampen. Achter het terrein blijft de bestaande parkeerplaats met 79 plaatsen, waarvan 29 voor buren met vergunning. Die zijn te bereiken door de monumentale poortwoning naast het hotel.

Het achterste deel van  het gebouw, ooit bedacht als rechte doos van drie verdiepingen, krijgt nu twee verdiepingen, met daarop een schuin dak en een aantal dakkapellen. De nieuwbouw tussen de poortwoning en het casino wordt grotendeels uitgevoerd in dezelfde stenen als de poortwoning. Alleen de begane grond zal een lichter accent krijgen

Terras
Stoelinga ziet verder af van plannen voor een terras, zodat de buurt ook daar geen last van kan krijgen. Verder legt hij voor de bewoners van de Vriesestraat een brandgang achter hun tuinen aan.

De hoteleigenaar zoekt nog een oplossing voor de oude vakwerkloods op het terrein. Die wordt door veel mensen mooi gevonden, maar het dak en de stalen spanten verkeren in slechte staat.

De reacties waren gisteravond positief. ,,Het aanzien vanuit de stad wordt weer mooi”, schreef één van de buren. Anderen zijn blij dat er een einde komt aan het rommelige karakter van het gebied: ,,Het ziet er nu niet uit.” Bewoners van het Vrieseplein hopen dat de komst van hotelbezoekers maakt dat daklozen en alcoholisten het plein minder aantrekkelijak gaan vinden.

Bron: ad.nl

Sjoerd Vollebregt (Leiden, 10 december 1954) wordt de voorzitter van de Economic Board voor de Drechtsteden. Het Drechtstedenbestuur heeft ingestemd met zijn voordracht. Onder aanvoering van Vollebregt zal een sterk team van ondernemers, onderwijs en overheid belangrijke economische doelen, kansen en ontwikkelingen agenderen en maatregelen uitvoeren.

De Economic Board is een platform dat – naast de bestaande samenwerkingsverbanden – een strategie voor de lange termijn ontwikkelt en de uitvoering van deze strategie organiseert. De board werkt mee aan de versterking van de economische regio: het platform kan agenderen, bundelen, initiëren, opschalen en lobbyen.

Breed draagvlak
Vooruitlopend op de oprichting van de Economic Board heeft de heer Vollebregt in de afgelopen weken gesproken met een groot aantal directeuren van bedrijven uit diverse sectoren in de regio Drechtsteden. Daarin is het brede draagvlak bij bedrijven voor de oprichting van een Economic Board voor de Drechtsteden bevestigd en zijn ook de eerste punten voor visie en richting over wat er nodig is voor versterking van de economische regio aan bod gekomen.

Nauwe band met regio
De heer Vollebregt heeft een nauwe band met de regio. Hij was van 2002 tot 2014 CEO bij Fokker Technologies en Stork Holding in Papendrecht. Namens het Drechtstedenbestuur is wethouder Anouk van Eekelen (Economische profilering en acquisitie) van Papendrecht verheugd dat Vollebregt de Economic Board voor de Drechtsteden wil aanvoeren. ‘Vergroten van de werkgelegenheid en versterking van onze economie zijn belangrijke uitdagingen voor de toekomst. De Economic Board gaat ons helpen de lange termijn strategie te ontwikkelen, maar ons ook ongevraagd advies geven en scherp houden. Wij zijn blij dat Sjoerd Vollebregt hierin een voortrekkersrol wil vervullen.’

De rest van de Economic Board zal bestaan uit ondernemers en vertegenwoordigers uit onderwijs en overheid. Aan de hand van verschillende thema’s zullen deze leden in de komende tijd gezocht worden en begin volgend jaar bekend worden gemaakt.

Het stationsgebied Rotterdam Centraal heeft de verkiezing ‘Schoonste Stationsgebied 2016’ gewonnen en mag zich een jaar lang ‘Schoonste Stationsgebied van Nederland’ noemen. Rotterdam Centraal heeft de overwinning voornamelijk te danken aan de inrichting en uitstraling van het voorplein, onderhoud en zeer weinig zwerfafval. Hiermee is een opvolger gevonden voor Station Breda, dat vorig jaar de felbegeerde titel kreeg maar dit jaar buiten de prijzen viel. Stationsgebied Oldenzaal en Amsterdam Zuid zijn dit jaar op de tweede en derde plek geëindigd. Oldenzaal scoort goed op onderhoud van zowel het voorplein als de afvalbakken. Ook is er geen vandalisme in het stationsgebied. Stationsgebied Amsterdam Zuid heeft de derde plek met name te danken aan onderhoud en beheer. Het gebied bevat voldoende afvalbakken en deze zijn goed vindbaar. Aan de verkiezing deden 60 stationsgebieden mee. Voor meer informatie zie: www.nederlandschoon.nl

Joost Eerdmans (wethouder Buitenruimte Rotterdam) is blij met de prijs en schoon inzet van betrokken partijen: “Rotterdam Centraal is weer in de prijzen gevallen! Nu als schoonste stationsgebied van Nederland. Ik ben heel trots dat we dit in Rotterdam voor elkaar hebben gekregen. Elke dag komen er 110.000 reizigers en bezoekers door het station. Knappe prestatie van onze mensen van Stadsbeheer! Hulde!”

Schoonste Stationsgebied van Nederland 2016
Jaarlijks organiseert Stichting Nederland Schoon de Schoonste Stationsgebied Verkiezing. Stationsgebied Rotterdam Centraal is uitgeroepen tot winnaar en mag zich een jaar lang ‘Schoonste Stationsgebied van Nederland’ noemen. Met een eindscore van een 8,1 bleef Rotterdam Centraal de andere finalisten, Oldenzaal (7,6) en Amsterdam Zuid (7,5) voor. Afgelopen zomer zijn 60 Nederlandse stationsgebieden onderzocht aan de hand van enquêtes onder bezoekers en de inzet van observatieteams.

Uit het onderzoek bleek dat de voorpleinen van de stationsgebieden vooral goed scoorden op inrichting, onderhoud, voldoende afvalbakken en zeer weinig zwerfafval. Helene van Zutphen, Directeur Stichting Nederland Schoon benadrukt het belang van samenwerking tussen de diverse partijen bij de verschillende stationspleinen: “We zijn erg tevreden over de toenemende samenwerking tussen de gemeenten, verschillende vervoerders en retailers die voor de verschillende stationspleinen verantwoordelijk zijn. De inzet en samenwerking heeft geresulteerd in een optimale schoonbeleving voor treinreizigers en passanten bij de stationspleinen!”

Over Stichting NederlandSchoon
NederlandSchoon wil zwerfafval in Nederland voorkomen en bestrijden. Aan de hand van gerichte campagnes, onderzoeken, samenwerkingen, het delen van kennis en het geven van advies aan bedrijven komt de stichting in actie tegen zwerfafval. NederlandSchoon richt zich specifiek op ‘aandachtsgebieden’; plekken waar doorgaans meer zwerfafval te vinden is. Hiervoor creëren ze oplossingen op maat. Meer informatie zie www.nederlandschoon.nl.

IHC IQIP verhuist vanaf 28 november naar het hoofdkantoor in Sliedrecht vanuit de oude locaties in Kinderdijk en Delfgauw.

Volgens het bedrijf is er in Sliedrecht ruimte om verder uit te breiden en meerdere activiteiten tegelijk uit te voeren, zoals het samenstellen van Hydrohammers, gereedschappen en frames, en het opslaan van uitrusting van de huurvloot.

Verder wil IHC IQIP in Sliedrecht een nieuwe testfaciliteit opzetten waar gereedschappen en Hydrohammers na productie kunnen worden getest. Het is de bedoeling dat die faciliteit vergelijkbaar is met de huidige testruimte.

De nieuwe testfaciliteit en montagehal moeten begin 2017 functioneel zijn.

Inter-Sprint heeft de zon ontdekt. Nadat eerst op de kantoorlocatie aan de Distriboulevard de toepassing van zonnepanelen is uitgeprobeerd, zijn in december 800 panelen geplaatst op het dak van de loods aan de Zeehavenweg.

Piet van Belle, manager locatie & logistiek: “Het liefst willen we volledig zelf voor onze eigen energie zorgen.”

Panelen zelf in China gekocht
De bandenhandelaar heeft de 800 zonnepanelen zelf vanuit China geïmporteerd. “We hebben goede Chinese relaties. Zij hebben ons in contact gebracht met leveranciers van zonnepanelen. Toen wij onze keus hadden gemaakt, hebben we het product eerst nog in Duitsland laten testen. Dat bleek allemaal prima. Vervolgens hebben we de panelen per container onze kant op laten komen.”

Inter-Sprint hecht sterk aan zijn zelfstandigheid. “We zijn liever niet afhankelijk van anderen. Dat geldt ook voor onze energievoorziening. Vandaar onze keus voor een eigen zonne-energie-installatie. Belangrijk pluspunt is natuurlijk ook dat de energiekosten teruglopen. Die halveren nu dankzij de zonnepanelen.”

Niet meer dan 60%
Van Belle legt uit dat er afspraken zijn gemaakt met de bestaande energieleverancier. “Het komt erop neer dat dat we tot maximaal 60% voor onze eigen energie kunnen zorgen. Daar hebben we contractafspraken over gemaakt.” De energie die Inter-Sprint zelf opwekt wordt geregistreerd door een meter van de energieleverancier. De opbrengst wordt op het totale verbruik in mindering gebracht.

Inter-Sprint zou het liefst 100% voor de eigen energie willen zorgen, maar zover gaat het duurzaamheidsdenken in Nederland nog niet. Van Belle (glimlachend): “Duurzaamheid is prima, als de commerciële belangen van de energieleveranciers maar niet in het gedrang komen. Als wij volledig voor onze eigen energie zorgen, zijn zij hun business kwijt. En dat is natuurlijk niet de bedoeling.”

Thuis in Moerdijk
Kijkend naar de toekomst voorziet Van Belle nog een heel bombardement aan duurzame ontwikkelingen, ook in zijn sector. “Ik denk dat we in de toekomst tijdens het autorijden zelf energie gaan opwekken op basis van de weerstand tussen de banden en het wegdek.” Volgens Van Belle is het logisch dat de klimaatproblematiek tot vergaande innovaties leidt. “Daarom voelen we ons ook helemaal thuis op Moerdijk waar duurzaamheid hoog in het vaandel staat.”

De geopolitieke ontwikkelingen in het Midden-Oosten, Oekraïne en de Verenigde Staten laten het internationale zakenleven niet onberoerd. De in 2011 ontdekte

gasbel in Mozambique trekt bedrijvigheid van vele westerse bedrijven aan. En vele ondernemers lopen tegen praktische problemen aan bij hun verkenningstocht op de Iraanse markt.

Zo maar drie voorbeelden waar ‘gewoon zaken doen’ niet zo gewoon blijkt en tevens een schets van het speelveld van Triangular Group Intelligence. Voordat ze in 2013 hun expertise aanboden voor het Nederlandse bedrijfsleven hadden Onno van Boven en Ray Klaassens, de managing partners van Triangular Group Intelligence, een twintigjarige carrière bij het Korps Commandotroepen en de Nederlandse inlichtingendiensten.

‘Blinde vlek’

Weten met wie je in zee gaat is zeker in opkomende markten noodzakelijk voor een ondernemer. Om een regio echt te begrijpen is het de kunst te achterhalen wie de voornaamste stakeholders zijn en of ze dat ook blijven. “Natuurlijk denken bedrijven daar zelf ook over na”, benadrukken de mannen. “Maar de focus blijft de operatie, concurrentiestrategie en kostenbeheersing. Dit is precies ons bestaansrecht: vanuit je eigen woonkamer aanschouw je de buitenwereld door de ramen. Er is veel dat je simpelweg niet kunt zien.”

Kritische stemmen

Van Boven: “In essentie gaat het er steeds om zoveel mogelijk risico uit de besluitvorming te halen. Komt er over een paar jaar een nieuwe regeringsleider, dan is het raadzaam niet eenzijdig gebonden te zijn aan een bepaalde politieke partij, tribale stam of zakelijk contact. De uitdaging is om netwerk, invloed en middelen zo te verdelen, dat je in een nieuwe situatie niet buitenspel komt te staan. Daarvoor dien je in kaart te brengen wie welke connecties heeft en hoe de machtsstructuren lopen.”

“Om alle ‘geluiden’ te kunnen horen, moet je diep doordringen in soms diffuse netwerken. Naast de stille krachten achter het regime en de éminence grise, wil je ook het kritische geluid horen: de oppositie, de milieubeweging, een vakbond – partijen en mensen met een zo divers mogelijke achtergrond. Dezelfde feiten krijgen daarmee een andere interpretatie, die essentieel is bij de strategiebepaling, de onderhandelingen en de risicoanalyse. Dit gaat dus vele malen verder dan een ‘goed netwerk’ hebben. Het is echt een vak apart; een nieuwe dimensie binnen de besluitvorming,” stelt Klaassens.

Per 1 januari volgend jaar verzelfstandigt het Havenschap
Moerdijk. De organisatie wordt een NV en de naam verandert in Havenbedrijf Moerdijk.

De wijziging in de bestuursstructuur is nodig om nog professioneler en slagvaardiger de uitdagingen van de toekomst aan te kunnen gaan en adequater te kunnen inspelen op de ambities die zijn vastgelegd in de Havenstrategie Moerdijk 2030. Een Raad van Commissarissen van professionals zorgt voor deskundig toezicht en advies, en de politiek komt meer ‘op afstand’.

Tot nu toe was het Havenschap een zogenoemde Gemeenschappelijke Regeling (GR), een officieel samenwerkingsverband tussen de gemeente Moerdijk en de provincie Noord-Brabant. De GR heeft een directeur met bestuursleden uit de politiek die samen verantwoordelijk zijn voor het realiseren van de bedrijfsdoelstellingen. In de nieuwe situatie worden gemeente en provincie aandeelhouders van de NV. Gemeente en provincie moeten bij belangrijke beslissingen altijd beide instemmen, ook als een derde aandeelhouder toetreedt tot de NV. De overheid blijft zo betrokken, maar staat op afstand van de dagelijkse bedrijfsvoering.

Vier richtingen

In de Havenstrategie stelt het Havenschap zich het doel om Moerdijk verder te ontwikkelen tot het knooppunt van duurzame logistiek en procesindustrie in de Vlaams-Nederlandse Delta. Die doorontwikkeling moet plaatsvinden in vier richtingen: verzakelijking en professionalisering (aansturen als een bedrijf), commerciële positionering (meer bekendheid, ook in het buitenland), versterking van het extern opereren (eenvoudiger aangaan van samenwerkingsverbanden) en een zekerstelling van de financiële middelen (verkrijgen van financiën en beperken van financiële risico’s). Om dat te bereiken is de aanpassing in de bestuursstructuur nodig.

Havenbedrijf Moerdijk

De meest in het oog springende verandering is de nieuwe naam. Die verandert van Havenschap Moerdijk in Havenbedrijf Moerdijk. De bedrijven op het haven- en industrieterrein zullen in de dagelijkse gang van zaken verder niet veel merken van de aanpassing. Het is vooral een technische verandering, waarmee de directeur bevoegdheden krijgt zoals bij een ‘gewoon’ bedrijf. Er komt een Raad van Commissarissen van minimaal drie en maximaal vijf leden. De selectieprocedure hiervoor loopt, namen zijn dus nog niet bekend. Zeker is dat er in ieder geval commissarissen komen die verstand hebben van logistiek, chemie en/of het reilen en zeilen van een haven.

Inhoudelijke kennis

Inhoudelijke kennis van de onderwerpen waarmee de haven te maken heeft, is namelijk nodig. In de chemie en in de energiesector vinden veel veranderingen plaats, net als in de logistiek. Dat heeft consequenties voor de inrichting van het terrein op diverse vlakken. Door de NV-structuur is het eenvoudiger om financiële risico’s te verminderen, bijvoorbeeld door samen te werken met partners, zoals andere havenbedrijven. Voordeel hiervan is dat zij ook inhoudelijke kennis inbrengen. Door de verzelfstandiging is het toetreden van een nieuwe aandeelhouder mogelijk. Voorwaarde hiervoor is dat deze het vermogen versterkt en bijdraagt aan het realiseren van de doelstellingen uit de Havenstrategie Moerdijk 2030. Hiermee verbetert de financiële situatie van de NV en het vergroot de kans dat de NV haar financiering zelfstandig kan regelen.

People, Planet en Profit

In de al eerder genoemde Havenstrategie en de daarin verwoorde ambities richting de toekomst zijn de drie P’s People, Planet en Profit leidend. In alle statuten en reglementen is vastgelegd dat de drie P’s uitgangspunt van het beleid zijn. De Algemene Vergadering van Aandeelhouders stuurt hierop. In het profiel en het reglement van de Raad van Commissarissen (RvC) is bepaald dat de commissarissen de drie P’s als uitgangspunt moeten nemen bij hun werkzaamheden. Hierop zullen zij worden getoetst. Bij de nu lopende selectie van de leden van de RvC wordt er op gelet dat alle aspecten goed vertegenwoordigd zijn. Niet noodzakelijkerwijs een P per persoon, maar in de samenstelling van de Raad als geheel.

Publieke belangen

De borging van de publieke belangen blijft voor een deel onveranderd. Zo blijven gemeente en provincie
het bevoegd gezag voor de bestemmingsplannen, vergunningverlening en handhaving en voor de veiligheid. Verder worden de publieke belangen geregeld in de Haven- en terreinverordening die straks door de gemeente en niet langer door de GR wordt vastgesteld. Het vaststellen van de haventarieven en de kadegelden wordt gedefiscaliseerd en privaatrechtelijk door de NV uitgevoerd.

Sinds enige tijd is DHG actief in Moerdijk en dat bevalt de logistiek vastgoedontwikkelaar uitstekend. De zoektocht naar multimodale locaties bracht het Schiedamse bedrijf vorig jaar naar de Logistic Boulevard in Moerdijk. Daar werd een nieuw logistiek centrum ontwikkeld van ruim 45.000 vierkante meter. Alles is al verhuurd. Niet zo gek dus dat DHG na het succes van dit zogeheten Smartlog Moerdijk 1 heeft doorgepakt met een Smartlog Moerdijk 2.

Ontwikkeling twee DC’s

Op het Industrial Park Moerdijk realiseert DHG 102.000 vierkante meter aan hoogwaardig logistiek vastgoed. “In april is gestart met de eerste fase, bestaande uit de ontwikkeling van twee DC’s van in totaal 44.000 vierkante meter. Over enkele maanden is de oplevering gepland,” legt logistiek expert Hans van Driel uit. “De helft van dit oppervlak is bestemd voor magazijnruimte voor de opslag van gevaarlijke stoffen (ADR-goederen). In Rotterdam hebben wij daar al jarenlange ervaring mee en op deze plek in Moerdijk zagen wij ook die mogelijkheid. Het warehouse in Moerdijk is onder meer uitgerust met een nieuw CO₂ gasblussysteem.”

Gericht op vastgoed én logistiek

De klanten van DHG zijn met name logistieke dienstverleners, handelsbedrijven en producenten. “DHG beschikt sinds enkele jaren ook over een logistieke dienstverlener, genaamd Logwise. Dat zorgt voor meer flexibiliteit en een breder servicepakket wat in dienst staat van het vastgoed. Klanten kunnen ervoor kiezen hun warehouse zelf te managen, maar als die mogelijkheid er niet is kan dat ook worden uitbesteed aan andere partijen, waaronder Logwise. DHG kan een klant op die manier uitstekend op weg helpen met logistieke kennis en ervaring. ”

Volle agenda in 2017

Van Driel typeert DHG als een platte organisatie. “Wij zeggen wat we doen en wij doen wat we zeggen. Het is al heel snel ‘ja’ of ‘nee’.” Voor wat betreft Smartlog Moerdijk 2 werd ook snel besloten om er vol voor te gaan. “Na de afronding van de eerste fase willen we doorpakken met de ontwikkeling van de volgende 58.000 vierkante meter. Er staat voor 2017 genoeg op de agenda. In Rotterdam zullen we twee Smartlogs bouwen voor de opslag van koopmans- en ADR-goederen van in totaal ca. 120.500 vierkante meter en er zijn grondposities verworven voor de bouw van meer Smartlogs in onder andere Bergen op Zoom (ca. 48.500 vierkante meter) en de Harnaschpolder bij  Delft (ca. 43.000 vierkante meter).” Het aantal Smartlogs van DHG zal dus zeker groeien. Hoe groot is de kans dat er op termijn nog een derde distributiecentrum in Moerdijk bijkomt? “Als wij er in de toekomst meer grondposities ter beschikking zouden hebben, dan is die kans reëel. Er is veelvuldig contact met het Havenschap Moerdijk. Mocht zich nog een interessante mogelijkheid voordoen, dan zullen wij die zeker aangrijpen. In Rotterdam bezit DHG de laatste bouwrijpe beschikbare grondposities en zijn de te ontwikkelen DC’s vooral gericht op de havengebonden activiteiten. Moerdijk zien wij als een verlengstuk van de haven van Rotterdam en tevens een multimodale locatie met uitstekende verbindingen met de haven van Rotterdam en het achterland.”

‘Nou, dat was pas een waardeloze investering. Nog geen half jaar gebruikte ik het en toen was het al achterhaald. Nog lang niet afgeschreven uiteraard en ik moest er nog jaren mee door. Echt balen!’ Verhalen zoals deze zijn er legio. U kent ze vast wel of misschien is het wel uw eigen verhaal. Na wikken en wegen wordt de knoop doorgehakt om even daarna met trots de ingebruikname of introductie te vieren. Enige maanden verder zijnde heeft trots plaats gemaakt voor desillusie en een nieuw verhaal is ontstaan.

Tja, zo gaat dat. Nog niet zo heel lang geleden waren businesscases waarin op 5 jaar werd afgeschreven gebruikelijk. Tegenwoordig is dat beslist anders. En dan gaat het niet alleen maar over ICT. Nee, investeren geeft de nodige hoofdbrekens. Hoe pakt u dat aan en wie ondersteunt u bij de afwegingen?

In ons vakgebied volgen in rap tempo de ene na de andere vernieuwing elkaar op. Bijna niet bij te benen, zeker niet als je geen ingewijde bent. Dat betekent nogal  wat, zeker ook voor uw investeringsafweging. De vraag is of de traditionele klant-leveranciersbenadering daarbij helpt. De vraag stellen is hem beantwoorden: wij denken van niet. Maar hoe dan wel? Middels een partnership gebaseerd op de mix van specialismen.

Waardevolle investeringen hebben dus alles te maken met relaties. Bedrijven of  personen waarin u vertrouwen stelt om u verder te helpen bij belangrijke besluiten. Die vanuit uw ondernemersperspectief meedenken om de juiste keuzes te maken. Dat vereist relaties waar u op kunt bouwen doordat zij het beste met u voor hebben. Dat vraagt om te investeren in uw relatienetwerk om te kijken of kennis, kunde en attitude overtuigend passen bij uw behoefte. Want als dat zo is, dan is er sprake van een echt waardevolle investering.

Wellicht niet zo gebruikelijk in ons vakgebied, maar wij investeren graag in u. Door te delen en te verbinden; door oplossingen die het verschil maken en af zijn.

Betekenisvolle dagen gewenst!