Home Blog Page 171

Congreslocatie Innovatiekracht doet meer dan alleen de deur open

0

Sam Verwaijen zag kansen in een brandnetelparadijs in Spijkenisse en turnde het om tot een inspirerende congreslocatie, Innovatiekracht genaamd. Gekenmerkt door de combinatie van industrieel en landelijk is een pareltje tussen de stad en de haven gecreëerd.

Als zelfbenoemd ambassadeur van duurzaamheid tegen wil en dank wil Verwaijen met Innovatiekracht meer zijn dan een locatie alleen. Meedenken over hoe bedrijven of organisaties hun congres op een verrassende manier kunnen invullen, verantwoorde catering aanbieden en de discussie op gang brengen over écht authentiek en slim met duurzaamheid omgaan is wat hij voor ogen heeft.

Eerder rolde hij volgens dat concept onder de overkoepelende paraplu Green.DNA al een succesvolle congres-locatie uit in Klarenbeek, onder de noemer Veerkracht. En dat idee kwam weer voort uit Het Glazen Huis, de trainingslocatie in Klarenbeek die de vraag niet meer aankon. “Aan de overkant van de weg zag ik kansen voor een congreslocatie. Mijn wensen voor het bouwproces waren echter zo specifiek, dat een aannemer opperde
dat ik het zelf maar moest gaan neerzetten.” Aldus geschiedde. Samen met een bouwkundig bureau werd het gehele bouwproces zo’n beetje opnieuw uitgevonden. Onconventionele oplossingen volgden elkaar in rap tempo op. Het beperkte budget maakte creatief en opende deuren naar duurzaamheid die anderen nog niet zagen. “Met een groep vertrouwelingen ben ik begonnen, waaronder mijn broer. Die was meubelmaker, ik tuinier. De ploeg kende geen echte bouwvakkers. Dat kun je zien als nadeel, maar zorgde er wel voor dat we met een open mind opereerden. Met veel overheidsinstanties als beoogd klant, werd enorm ingezet op duurzaamheid.” Maar dan wel zonder volger van de massa te zijn. Continu werd afgevraagd wat daadwerkelijk de beste, duurzame afweging zou zijn. “Ik kon er bijvoorbeeld voor kiezen om vloerbedekking van zeewierafval neer te leggen. Heel duurzaam, maar ook zo kostbaar dat ik het mij niet kon veroorloven. Toen we gingen nadenken over alternatieven, kwam naar voren dat geen vloerbedekking eigenlijk de meest duurzame oplossing was,” legt Verwaijen zijn visie uit middels een duidelijk voorbeeld.

De vele, landelijke corporate instituten die Green.DNA meestal eens per jaar verwelkomde in Klarenbeek, vroegen steeds vaker aan Verwaijen of hij niet eens na wilde denken over een soortgelijke congreslocatie, maar dan centraler gelegen. “Op die manier hadden zij de mogelijkheid om hun klanten dichter bij huis uit te nodigen voor een congres. Na de zoveelste opmerking in die trant besloot ik werk te maken van een exacte kopie van Veerkracht.” Het oog van Verwaijen viel op een ontoegankelijke en overwoekerde landtong in Spijkenisse. Na constructieve gesprekken met de gemeente Nissewaard werd het geloof in Innovatiekracht steeds groter en gingen de seinen op groen. Het leidde tot een locatie van 1200 vierkante meter congresruimte (plenair 400 m2 en zes subzalen van 100 vierkante meter), te reserveren voor evenementen tot 375 personen. Het gebouw verrijst letterlijk uit het landschap en het omvangrijke dak is geheel begroeid met veldbloemen, mossen en grassen. Maar dat is uiteraard niet de enige innovatie die gebruikt is bij de bouw. “Een glaswand over de gehele breedte van het pand is bewust geplaatst op het noorden. Daarmee creëer je niet alleen van binnenuit een geweldig uitzicht op de natuur en het havengebied, maar het maakt ook airconditioning overbodig. Dat is de grootste winst in het geheel. Verder wordt het pand verwarmd middels een biomassa installatie, waarmee snippers van gekapte bomen en eigen afval wordt omgezet in energie. Ook regelt de locatie zijn eigen waterzuivering. En wij cateren bij congressen niet volgens het principe van een lopend buffet, maar serveren borden uit. Dan is het allemaal veel meer afgemeten, waardoor minder verspilling optreedt. Bij buffetten wordt gerust 60 procent van het eten niet gebruikt. Dat is natuurlijk zonde.”

Merkt Verwaijen dat de boodschap die hij nu ook in de regio Rijnmond over wil brengen een beetje landt bij ondernemers? “Ja, ik hoor dat deelnemers aan een congres vaak echt gaan nadenken over hun eigen doen en laten. ‘Op welke manieren pas ik duurzaamheid toe?’, ‘Is mijn keuze de meest geaccepteerde of de beste manier?’ en ‘Hoe sta ik nu eigenlijk zelf in het duurzaamheidsvraagstuk?’ zijn vragen die regelmatig de revue passeren. Dus dan breng je in ieder geval iets op gang. Duurzaamheid is een breed begrip en niemand heeft de wijsheid in pacht. Er is geen goed of fout. Maar door erover te praten, win je al iets. Personeel thuis laten werken versus met hybride auto’s naar kantoor laten komen, continu overal de ledverlichting aanhouden versus veel minder gloeilampen alleen laten branden op het moment dat er iemand in die ruimte is: overal valt over te twisten.” Verwaijen pretendeert niet de wijsheid in pacht te hebben, maar schopt wel graag tegen heilige huisjes in de duurzaamheidsbranche aan. Het doel? Doordringen tot de kern. “Green.DNA kiest ook met Innovatiekracht voor kwaliteit en niet voor kwantiteit. We steken inhoudelijk liever veel tijd in 50 tot 70 kwalitatief goede congressen per jaar, dan dat we iedere dag volgeboekt zijn. Dat zou ons onderscheidend vermogen tenietdoen.”

http://green-dna.nl/innovatiekracht

Grandeur van Parijs met Grand Café La Buvette aan het begin van boulevard Coolsingel in Rotterdam

0

In het 35 meter hoge kantoorgebouw Erasmushuis aan het begin van de Coolsingel in Rotterdam, dat in 1939 – 1940 is gebouwd naar een ontwerp van Willem Dudok, is tegenwoordig Grand Café La Buvette gevestigd.

Een van de eerste huurders van het Erasmushuis was destijds de Hollandse Bank Unie (HBU). Tot een aantal jaren terug was de HBU een trouwe huurder, waardoor het gebouw bij veel Rotterdammers beter bekend was als het HBU-gebouw. Het is één van de weinige gebouwen in het centrum van Rotterdam die het bombardement van 14 mei 1940 heeft overleefd. Het ‘HBU-gebouw’ is een Rijksmonument.

We spreken Martin Baan, samen met Patricia Tulen, eigenaar van La Buvette. Martin: ‘De Coolsingel is nu nog een drukke verkeersweg, maar wordt een fraai vormgegeven stadsboulevard met allure; aantrekkelijk en gastvrij. Volgens de plannen van de gemeente past een Grand Café uitstekend bij het gewenste plaatje. Wij gaan proberen het voormalig bankgebouw, waarin nu diverse bedrijven kantoor houden, met La Buvette weer op de kaart te zetten. Het moet een beetje de Grandeur van Parijs krijgen. Wij richten ons op het zakelijk publiek. Bij La Buvette kun je ontbijten, lunchen, maar bijvoorbeeld ook in combinatie met een lunch of drankje gebruiken om er even te werken, te vergaderen met maximal tien personen of gewoon met bijvoorbeeld zakenrelaties een glaasje en een hapje te nuttigen in het sfeervol ingerichte Grand Café, of vanaf maart bij mooi weer, op het Frans terras. Het terras heeft zo’n honderd stoelen. Op het terras kun je straks terecht voor maaltijden, een wijntje en kun je, als je wilt, een fles wijn mee naar huis nemen. De openingstijden zijn van maandag tot en met donderdag van 08.00 uur tot 18.00 uur, op vrijdag van 08.00 tot 20.00 uur en in de weekenden van 12.00 uur tot 18.00 uur. Maar als je wilt kunnen we bijvoorbeeld na 18.00 uur ook een private dining verzorgen tot zo’n 75 personen. Onze locatie leent zich overigens ook perfect voor bedrijfsfeesten en events.’

Unieke samenwerking met meesterboulanger Hiljo Hillebrand

Op de kaart van La Buvette staan huisgemaakte ontbijt-, lunch- en borrelgerechten die geïnspireerd zijn op de Franse en Belgische keuken. Op vrijdagavond kun je er ook voor een diner terecht. Martin Baan: ‘samen met onze Chef-kok Fabian Oldenburger werken we samen met meesterboulanger Hiljo Hillebrand, die dit voorjaar met het Nederlands Boulangerie-team goud heeft behaald tijdens de Coupe Louis Lesaffre in het Noord-Franse Lille. De producten van het Nederlandse team, bestaande uit Le Perron bakker Hiljo Hillebrand, Peter Bienefelt en Niek van Waarde, werden er als beste beoordeeld door de jury. Het grappige is dat ik Hiljo al vanaf de lagere school ken.’

Wint Hiljo Hillebrand AD oliebollentest 2016?

Het zou ons niet verbazen als Hiljo Hillebrand, na het winnen van de gouden medaille dit voorjaar tijdens de Coupe Louis Lesaffre in Frankrijk, dit jaar ook nog de AD Oliebollentest wint. Bij het ter perse gaan van dit nummer is de uitslag ervan nog niet bekend.

Droom

Martin: ‘We hebben kwaliteit hoog in ons vaandel staan, maar al onze gerechten zijn absoluut en voor iedereen betaalbaar. De gerechten variëren van zes tot zo’n vijftien euro ‘Mijn droom is om van la Buvette een grand café te maken waar de stad trots op is!’

Getting the job done

1

De tijd dat een uitzendbureau kon volstaan met het heen en weer schuiven van uitzendkrachten is allang voorbij, weten Ruimbaan-directeur Marieke Kreuzen en vestigingsmanager Brigitte Meuwsen.

“Wij hebben onze eigen visie op personele dienstverlening. Wij hebben niet de behoefte om snel te scoren en we willen onze mensen ook niet in korte tijd opbranden. Onze bedrijfscultuur is erop gericht om plezier in ons werk te hebben. Dat brengen we buiten onze organisatie over op onze klanten en op onze uitzendkrachten. Daarmee creëren we continuïteit in onze organisatie. Bij ons draait het om de langere termijn. We zijn ervan overtuigd dat we daarmee het verschil maken.” Het is niet het enige argument dat door de gedreven werkbemiddelaars wordt aangehaald. “Bij elke functie kijken we naar de specifieke branche om de beste oplossing te vinden. We zoeken en vinden steeds weer manieren om branches in het algemeen en bedrijven in het bijzonder zo efficiënt mogelijk te bedienen. Dat kan leiden tot situaties waarin we niet alleen mensen, maar ook middelen leveren, tot machines aan toe. Wij kijken heel nadrukkelijk naar het totaalplaatje en wat ervoor nodig is om dat te vervolmaken.”

Expertise

Ruimbaan werd in 1991 opgericht door Marieke. “Door de jaren heen hebben we een sterke positie in de regio opgebouwd. Als relatief kleine speler in de markt beheersen we zelfs het Groene Hart. Intussen hebben we vier vestigingen. Naast Alphen aan den Rijn zijn we ook in Gouda, Rotterdam Alexandrium en Rotterdam Centrum te vinden. In sommige werkgebieden zijn we de grootste leverancier van flexibele arbeidskrachten en dat is niet voor niets. We weten waar we het over hebben. Onze klanten weten dat ook; zij vertrouwen – terecht – op onze expertise.” Die expertise omvat onder meer kennis van de meest actuele wet- en regelgeving. “Zo hebben we volop te maken met de invoering van de wet DBA in plaats van de VAR. Dat heeft ongelooflijk veel consequenties waar ZZP-ers – voor wie wij ook bemiddelen – en onze klanten niet echt thuis in zijn. Er zitten dan ook behoorlijk veel haken en ogen aan. Wij zorgen ervoor dat we de wettelijke bepalingen zo goed kennen dat we onze opdrachtgevers en onze eigen mensen optimaal kunnen informeren over de juiste gezagsverhoudingen waarmee ze aan de nieuwe wet voldoen.”

“Ons uitgangspunt is ‘getting the job done’ waarbij we alle partijen zoveel mogelijk zekerheid willen bieden. Bij ons heeft dat geresulteerd in een stevige accentverschuiving in onze dienstverlening. Van leverancier van tijdelijke arbeid naar volwaardig HR-partner voor het bedrijfsleven. Als ondernemer tussen ondernemers hebben wij de kennis en ervaring om ervoor te zorgen dat de flexibele arbeidsschil optimaal wordt benut. Daar wordt iedereen beter van.”

Elbert Dijkgraaf: ‘De lasten op arbeid moeten omlaag’

0

Elbert Dijkgraaf is econoom en sinds 2010 Tweede Kamerlid voor de SGP. Tevens is hij als hoogleraar in de Empirische economie van de publieke sector verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Rijnmond BUSINESS vroeg Dijkgraaf onder andere naar zijn visie op de economie, de arbeidsmarkt en de regeldruk.

“Het gaat goed met de economie op dit moment. Er zijn veel noodzakelijke hervormingen doorgevoerd, en het resultaat is er naar: het tekort daalt en wordt zelfs een overschot, de staatsschuld vermindert snel, de werkgelegenheid stijgt en als het gaat om innovatie staat Nederland in de top vier van de wereld. Vijftien jaar geleden was ir. B.J. van der Vlies woordvoerder financiën van de SGP-fractie in de Tweede Kamer. Hij vroeg mij voor de behandeling van de begroting om commentaar op de plannen van het kabinet. Ik zei toen dat het slechte plannen waren, omdat het economisch slecht ging en er bezuinigd werd. Keynes had mij geleerd — ik was toen net afgestudeerd econoom — dat je dat vooral niet moest doen. Je moet bezuinigen op het moment dat het goed gaat met de economie, want dan heeft de private sector het niet nodig. Je moet juist extra geld uitgeven op het moment dat het slecht gaat met de economie. Bas van der Vlies zei toen tegen mij: “Ja jochie, maar zo werkt het niet in de politiek.” Hij kon dat zo mooi zeggen.

Dit intrigeert mij wel, want eigenlijk hebben VVD, PvdA, D66, CU en ook de SGP dit de afgelopen vijf jaar gedaan: bezuinigen in slechte tijden. In die zin ben ik in de voetsporen getreden van mijn voorganger. Maar ideaal is het niet. De regering moet eens nadenken hoe je voorkomt dat je over vijf of tien jaar weer hetzelfde probleem hebt. Ik denk namelijk dat dat gaat gebeuren als wij niets doen. Er wordt al aangekondigd dat er een overschot is en dat je de belastingen dus kunt verlagen. Dat is dus eigenlijk tegen Keynes. Het gaat beter en dan moet je dat dus niet doen. We vervallen dan toch weer in dezelfde fout.

De politiek moet zich de les van Bas van der Vlies aantrekken. We moeten nu eindelijk eens ‘omdenken’. Wij zouden het politieke mechanisme willen omkeren, dus: bezuinigen in goede tijden en het spaargeld gebruiken in slechte tijden. Er moeten toch mechanismen te bedenken zijn, bijvoorbeeld in de begrotingssystematiek, waarmee we dat oude patroon gewoon kunnen omkeren. Keynes was zo gek nog niet.

Risico’s

Ondanks de bloeiende economie zijn er nog steeds forse risico’s. Ik noem er een paar. Hoge schulden, zeker in Zuid-Europese landen. Mogelijk nieuwe crises. Een euro die waarschijnlijk alsnog tot grote problemen gaat
leiden. De brexit. Geopolitieke risico’s door oplopende spanningen in Europa. Een Defensiebegroting waarin veel te weinig is uitgetrokken voor onze landsverdediging. De zorg, waarvan we nog niet weten of de kosten nu werkelijk onder controle zijn. Een arbeidsmarkt waar nog van alles aan gedaan moet worden. De pensioenen! Dat zijn allemaal belangrijke thema’s die op het bordje van een nieuw kabinet komen te liggen na ’15 maart’.

Lasten

Cruciaal is dat de lasten op arbeid verlaagd worden. Hoe minder belasting werkgevers en werknemers hoeven af te dragen, hoe aantrekkelijker het voor bedrijven is om mensen in dienst te nemen. Ik steun plannen van het kabinet in deze richting. Extra verlaging van de lasten op arbeid kan gefinancierd worden door extra belasting op het gebruik van grondstoffen. Het kan ook door de overheidsbureaucratie en het rondpompen van belastinggeld te verminderen. Dat zorgt ervoor dat meer mensen aan de slag kunnen en tegelijkertijd ook dat efficiënt gebruik van grondstoffen gestimuleerd wordt. Daarnaast zet ik ook in op verlaging van de loondoorbetaling bij ziekte door de werkgever (met compensatie via publieke middelen voor de werknemer). Vooral bij kleine bedrijven is dit een bottleneck bij het aannemen van personeel. Ook de problematiek rond de contracten moet opgelost worden. Nu komen mensen aan de kant te staan, terwijl bij meer flexibiliteit mensen gewoon een nieuw tijdelijk contract zouden krijgen. Dat moeten we hen niet aan doen.

Regeldruk

Ik zou graag ook zien dat er gesnoeid wordt in de regeldruk voor bedrijven. We hebben afgelopen jaar in de Tweede Kamer gedebatteerd over de nieuwe Natuurwet en de nieuwe Omgevingswet. Ondernemers die een bedrijfspand neer willen zetten of hun bedrijf uit willen breiden, lopen nu het risico dat ze voor elk wissewasje een vergunning aan moeten vragen en dat er bij al die aanvragen onderzoeken uitgevoerd moeten worden. Dat moeten we natuurlijk niet hebben. Bescherming van vleermuizen is goed, maar een ecologisch onderzoek voor elke potentieel aanwezige vleermuis werkt niet. Deze vergunningprocedures en onderzoeken kosten veel tijd en geld. Dat kan en moet anders.

Graag vraag ik aandacht voor de regeldrukbelasting voor kleine bedrijven. 94% van de bedrijven heeft maximaal tien man personeel. Zij zijn veel minder goed in staat om wetgeving bij te houden en administratieve verplichtingen uit te voeren. Ik noem bijvoorbeeld de verplichte Risico inventarisatie en -registratie en de regels voor voedseletikettering. Regels moeten zo opgesteld worden dat ook kleine bedrijven het aan kunnen, dan wel dat zij uitgezonderd worden van de verplichtingen. Ik vind dat hier snel een oplossing voor moet komen.

Dienen

Onwillekeurig kan de gedachte opkomen: willen we dan euro’s verdienen ten koste van alles? Nee. Voor mij staat het dienen van God centraal. Ik denk bijvoorbeeld aan rust op zondag, een zegen voor mens en samenleving. Zo voorkom je ook dat kleine ondernemers zich kapot werken en de druk op gezinnen toeneemt. Die boodschap blijf ik uitdragen.

Ik denk ook aan de mantelzorg. Velen zetten zich in voor hun gezin, voor een demente oma, voor een zieke buurvrouw of een gehandicapt familielid. Onbetaald, maar wel waardevol werk. Zorg voor het gezin en mantelzorg verdienen een steun in de rug, ook al levert dat in economische modellen geen banen op. “Samenleven” is een werkwoord. Het kabinet erkent dat eigenlijk ook. Niet alleen betaald werk is van belang, maar ook mantelzorg en vrijwilligerswerk. Je ziet dat echter niet terug in de belastingwetgeving. Kan dat niet anders, vraag ik me af? Als wij op het gebied van mantelzorg en vrijwilligerswerk meer van mensen vragen, dan moet je dat niet ontmoedigen, maar aanmoedigen.”

Dé stad van Nederland is nooit af, maar er gebeurt wel van alles

0

Wanneer hij met familie of vrienden door Rotterdam loopt, heeft Adriaan Visser de neiging om bij ieder plekje in de stad iets te vertellen. Dat enthousiasme is min of meer beroepsdeformatie.

“Ik ken natuurlijk heel veel dossiers en die kennis deel ik graag. Maar ik realiseer mij dat niet iedereen altijd op een keur aan informatie zit te wachten, dus meestal houd ik me in,” lacht de wethouder Financiën, Organisatie, Haven, Binnenstad en Sport van de gemeente Rotterdam. Wel vertelt hij Rijnmond Business graag over de begroting voor 2017, welke ontwikkelingen er nodig zijn om als stad voorop te blijven lopen en over Feyenoord City.

De voormalig directeur van het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam en oud-directeur van Platform 31, een kennisorganisatie voor stedelijke ontwikkeling, heeft nooit spijt gehad dat hij 2,5 jaar geleden de overstap maakte van het bedrijfsleven naar de lokale politiek. Vanuit zijn jeugd en vorige banen kende Visser de stad al op zijn duimpje, maar als wethouder nog net even iets beter en breder. “Het voelt alsof de stad nu echt geen geheimen meer heeft. Wel zit ik natuurlijk aan de andere kant van de pijplijn.” Inlezen, belangen afwegen, debatten voeren, knopen doorhakken, snel schakelen binnen en buiten portefeuilles: ondanks het klankborden met collega’s blijft het uitdagend. “Deze rol went nooit. Het ene moment sta ik op het schoolplein in het kader van ons programma Rotterdam Lekker Fit! en probeer ik kinderen het belang van goed ontbijten bij te brengen en een uur later heb ik een belangrijke bespreking met de directeur van het Havenbedrijf.” Wat het onderwerp ook is; de stad beter en mooier maken staat voorop. Uiteraard zijn daar financiële middelen voor nodig. De begroting voor volgend jaar is vastgesteld op 3,6 miljard euro. Daarvan komt 2,1 miljard vanuit het Rijk. “Daardoor is weinig zelf beïnvloedbaar. Er is niet veel ruimte om eigen invulling te geven aan de budgetten. ” Na jaren van bezuinigingen heeft het college nu echter toch ruimte voor investeringen van ongeveer 200 miljoen euro. “Van dat bedrag wordt zo’n 25 miljoen gereserveerd voor sportinvesteringen. Van betere opstallen tot aan nieuwe kunstgrasvelden: het geld wordt breed ingezet. Ook het verduurzamen van de stad staat hoog op de agenda. Dat kan op veel manieren, dus het is zaak daar de komende tijd echt goed en concreet verder richting aan te geven.”

Meedoen aan de samenleving stimuleren

Op het Twitterprofiel van Visser staat te lezen dat Rotterdam dé stad van Nederland is. ‘Die nooit af is’, luidt echter ook de toevoeging. Wat zijn de komende jaren de grootste uitdagingen om Rotterdam toekomstbestendig te houden? “In de binnenstad is op dat gebied al veel gebeurd. Ik kan niet anders dan tevreden zijn met wat er de laatste jaren rondom onder meer De Meent en het Centraal Stationsgebied in werking is gezet. Nu is het een kwestie van doorpakken met de herontwikkeling van de Coolsingel. Autoluw, met een boulevard en goede horeca: we willen de Coolsingel weer teruggeven aan de Rotterdammers.” Een andere grote uitdaging is de energietransitie in de haven. “We moeten verduurzamen. Dat betekent kijken naar je brandstoffen voor productie en vervoer. Overstappen van fossiel naar milieuvriendelijk. Versterken van het bio cluster dat al zo groot is, dat het een kanskaart is voor de toekomst die we sterk moeten uitbouwen. Die energietransitie kunnen we alleen voor elkaar krijgen als we samenwerken met alle partners, zoals ondernemers en andere partijen. Als gemeente staan wij klaar om onze bijdrage te leveren en de vernieuwing te faciliteren en te steunen.” In Rotterdam-Zuid liggen weer hele andere uitdagingen. “Vanwege de slechte woningvoorraad gaan wij daar 15.000 goedkope huur- en koopwoningen vervangen door nieuwbouw. Die aantrekkelijkere woningen zijn nodig om de uitstroom van midden- en hogere inkomens te stoppen. Natuurlijk hebben wij tegelijkertijd aandacht voor inwoners met lagere inkomens. Van de bijna 40.000 Rotterdammers in de bijstand, woont een heel fors deel op Zuid. Als je in de bijstand zit, is het moeilijker om mee te doen met de samenleving. Doordat mensen geen baan hebben, is er weinig geld. Daardoor is er bijvoorbeeld vaak ook niet zomaar de mogelijkheid contributie van een sportvereniging te betalen of op een andere manier sociaal bezig te zijn. Hoe we die groep een stap vooruit kunnen laten zetten? Het is niet zo simpel maar wat helpt is ze te stimuleren om werk te vinden. Iedere dag een wekker zetten en uit bed stappen om naar een baas te gaan: dat geeft structuur en voorkomt dat de maatschappij langs je heen gaat. Hetzelfde geldt voor de jeugd: er is veel verbeterd maar er zijn op Zuid nog te veel voortijdige schoolverlaters. Met het perspectief op een baan krijgen we die getallen wellicht ook naar beneden. Natuurlijk moeten die banen er dan wel zijn.”

Feyenoord City

Iets wat in ieder geval voor flink meer werkgelegenheid moet zorgen, zijn de plannen rondom Feyenoord City. “Hopelijk gaan we het bouwen met zo veel mogelijk Rotterdammers. Het draait niet alleen om een nieuw stadion, maar om de gehele gebiedsontwikkeling. Woningen, een bierbrouwerij, bioscoop, hotels, horeca, het opknappen van de huidige Kuip: het moet een levendige buurt worden, met volop perspectief en kansen op werk. Bovendien is het de bedoeling de breedtesport op Zuid te stimuleren door de naam
‘Feyenoord’ te verbinden aan een omnisportvereniging met onder meer een basketbal- en hockeytak.” Feyenoord vraagt de gemeente 135 miljoen voor het nieuwe stadion, al brengt Visser daar enige nuance in aan. “Er is 40 miljoen euro aan eigen vermogen nodig voor de bouw van het stadion, maar daar ontvangen we jaarlijks dividend over. Daarnaast is ons gevraagd om 35 miljoen te investeren in de infrastructuur en voor 60 miljoen grond onder het station te kopen, om deze vervolgens uit te geven in erfpacht.” In het gunstigste geval neemt Feyenoord het nieuwe onderkomen in het seizoen 2022/2023 in gebruik, maar niet iedereen is er zo zeker van dat het stadion er, na de lange aanloop, nu écht komt. Ook de gemeenteraad moet er nog een besluit over nemen. De grap dat Sparta Het Kasteel heeft en Feyenoord een luchtkasteel, is al verschillende malen gehoord. Heel hard kan Visser daar niet om lachen. “Een deel van de Rotterdammers denkt misschien dat dit allemaal te veel en te groot is. Maar toen ik als kleine jongen naar De Kuip ging, fietste ik nog niet over de Erasmusbrug of Willemsbrug. De Kop van Zuid bestond nog niet. En kijk eens wat er nu allemaal is ontwikkeld. Natuurlijk weet ik dat er al sinds 2007 gepraat wordt over een nieuw stadion, maar het verschil met nu is dat het allemaal veel breder is getrokken, er ligt een integraal plan. Door de brede opzet en verbinding met de wijk heeft Feyenoord City veel meer kans van slagen.”

Transitievergoeding arbeidsongeschikte werknemer: een sigaar uit eigen doos?

0

Met de invoering van de WWZ is de zogenoemde transitievergoeding geïntroduceerd. Elke werknemer wiens arbeidsovereenkomst na twee jaar wordt beëindigd of niet wordt verlengd, heeft in beginsel recht op de transitievergoeding. Dat geldt ook voor langdurig arbeidsongeschikte werknemers. Dit heeft tot veel kritiek geleid. Inmiddels zijn door minister Asscher nadere maatregelen aangekondigd en is er een concept wetsvoorstel geformuleerd.

Vooral werkgevers vinden het onrechtvaardig dat zij na de verplichte loondoorbetalingsperiode van twee jaar bij beëindiging van het dienstverband met een zieke werknemer ook nog eens een transitievergoeding moeten betalen, ook wanneer de ziekte niets met het werk te maken heeft. In de praktijk heeft dat ertoe geleid dat veel dienstverbanden met zieke werknemers na het einde van de loondoorbetalingsverplichting ‘slapend’ worden gehouden en formeel niet worden opgezegd. Dat zorgt er namelijk voor dat (nog) geen transitievergoeding verschuldigd is. Hoewel Asscher eerder aangaf dat dat wat hem betreft niet getuigt van fatsoenlijk werkgeverschap, wordt dit in de rechtspraak toelaatbaar geacht en levert dat in beginsel geen strijd op met goed werkgeverschap. Ook het Hof Den Haag bevestigde onlangs dat het slapend laten voortbestaan van een arbeidsovereenkomst met een zieke werknemer geoorloofd is. Geheel zonder risico is het echter niet, want wanneer de werknemer op enig moment weer (gedeeltelijk) arbeidsgeschikt wordt, zal hij weer toegelaten moeten worden tot de werkzaamheden bij werkgever en herleeft mogelijk de loondoorbetalingsverplichting. Het dienstverband bestaat immers nog.

Eerder dit jaar kondigde Asscher aan dat de transitievergoeding na twee jaar ziekte blijft bestaan, maar dat de werkgever gecompenseerd zal worden uit het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf). Hoe dat er precies uit zou komen te zien en of de maatregel ook met terugwerkende kracht zou gaan gelden was lange tijd onbekend. Inmiddels is het wetsvoorstel bekend gemaakt. In beginsel zullen werkgevers door het UWV vanuit het Awf volledig worden gecompenseerd voor de kosten van de transitievergoeding. Daar staat wel een verhoging van de (uniforme) premie tegenover. In zekere zin betalen werkgevers dus wel mee aan de compensatie en zou je kunnen stellen dat (gedeeltelijk) sprake is van een sigaar uit eigen doos. De maatregel geldt met terugwerkende kracht tot 1 juli 2015, dus ook al betaalde transitievergoedingen komen voor compensatie in aanmerking.

Er zitten nog wel wat mitsen en maren aan de voorgestelde maatregel. Zo bedraagt de compensatie niet meer dan het bedrag aan transitievergoeding waarop de werknemer recht zou hebben op het moment dat de loondoorbetalingsverplichting eindigt. Daarmee wil men voorkomen dat partijen het dienstverband vervolgens langer laten duren ter verkrijging van een hogere vergoeding/compensatie. Verder zal de compensatie niet hoger zijn dan het bedrag dat door de werkgever aan loon is betaald tijdens de verplichte loondoorbetalingsperiode. De maatregel is immers bedoeld ter voorkoming van cumulatie van kosten. De periode van een eventuele loonsanctie telt overigens niet mee bij de berekening van de hoogte van de compensatie. Nadere (procedurele) regels met betrekking tot de aanvraag en verstrekking van de compensatie zullen nog worden opgesteld.

Hoewel nog niet definitief, is het van belang om met deze nieuwe informatie nog eens te beoordelen of het slapend houden van het dienstverband met een zieke werknemer nog wel verstandig is. De compensatie zal namelijk niet zien op de opgebouwde
transitievergoeding na afloop van de loondoorbetalingsperiode. Enige redding lijkt in ieder geval nabij, zij het dat werkgevers (indirect) zullen bijdragen aan deze ‘reddingsboei’.

Tamara Andeweg
Van den Herik & Verhulst

De Bruid

0

Een nieuw begin gaat het worden. Volgende week komt haar verloofde uit Nederland naar Lahore (Pakistan) om met haar te trouwen en haar mee te nemen naar Rotterdam. Daar gaat ze wonen bij haar schoonfamilie. Ze kent haar echtgenoot niet, maar haar ouders verzekeren haar dat ze in een lieve familie terecht komt. Ze moet goed voor haar man zorgen, dan komt alles wel goed.

De bruiloft is geweest en ze zit nu op het vliegveld in Nederland. Ze gaat zo met de trein naar Rotterdam. De schoonfamilie is erg aardig, haar man moet ze nog wat beter leren kennen. Hij is nog wat stil. Ondertussen mist ze haar eigen familie en iemand om al dit nieuwe en spannende mee te delen. Voor haar man is het allemaal heel gewoon, hij is een wereldburger.

De Bruid komt aan bij haar nieuwe woning. Ze gaat daar wonen met haar man, haar schoonouders en haar zwager en schoonzus. Haar schoonzus is in verwachting. De woning heeft 4 kamers waaronder de woonkamer. Het is wel een beetje klein, maar ze zullen snel hun eigen huis krijgen.

De Bruid woont een maand in Rotterdam, maar veel heeft ze er nog niet van gezien. Ze mag niet alleen naar buiten en haar man werkt in Amsterdam. Hij is de hele week weg en komt alleen in het weekend thuis. Ze gaat met haar schoonzus wel boodschappen doen bij de buurtwinkel, maar verder komt ze niet. Ze hoopt later ook alleen weg te mogen. Haar schoonfamilie gebruikt haar vooral als hulp in de huishouding. Ze moet het huis schoonmaken en koken en wassen en afwassen. Ze mag niet in de woonkamer zitten, maar alleen in de keuken of slaapkamer. Als haar man thuis komt, mag ze er niet over klagen, want dan wordt ze geslagen.

De Bruid woont een jaar in Rotterdam. De situatie is niet veranderd. Wel mag ze nu alleen de boodschappen doen, maar binnen een bepaalde tijd. Ze is inmiddels in verwachting van haar eerste kindje en ze mist haar familie en vrienden vreselijk. Telefoneren mag ze niet en schrijven kan ze niet.

De Bruid woont 4 jaar in Nederland en brengt haar zoontje bij de verplichte voorschoolse opvang in het buurtcentrum. Daar worden ook taalcursussen gegeven. Ze blijft dralen en vraagt naar de docent. Ze spreekt een heel klein beetje Nederlands, maar wil leren lezen en schrijven. De docent legt uit dat ze zich moet laten inschrijven bij de gemeente en dat ze dan een oproep voor een toets krijgt. De Bruid schrikt en zegt dat ze niet weet hoe dat moet, waar dat is en hoe ze daar moet komen. En dat ze niet te lang buiten mag blijven. De docent noteert haar gegevens en neemt contact op met de gemeente. De gemeente begrijpt de situatie en schrijft de Bruid een brief dat zij verplicht is om op Nederlandse les te komen. Schoonvader belt de taalaanbieder dat de Bruid ziek is en niet kan komen. De taalaanbieder gaat polshoogte nemen en dreigt met sancties vanuit de gemeente. De Bruid mag leren lezen en schrijven. De Bruid komt altijd naar de lessen. De taalaanbieder ziet dat er huiselijk geweld plaats vindt en geeft daar een cursus over. De Bruid hoort hier voor het eerst over scheiden en over een Blijf van mijn lijf huis.

De Bruid woont 6 jaar in Rotterdam. Zij woont met haar zoontje in een tweekamerflat in een ander deel van de stad. Zij doet vrijwilligerswerk in het buurtcentrum. Haar schoonfamilie weet niet waar ze is. De ex-bruid heeft rust en schrijft regelmatig met haar familie die haar steunt in de genomen stappen. Met recht een nieuw begin!

Lia Trum
Tornante Trainingen

Your Bucketlist

0

Ken je de film “The Bucketlist”? De film dateert alweer uit 2007 en heeft sinds die tijd gezorgd voor een heel herkenbaar dilemma. Wat een naar vooruitzicht zou het zijn om later als je oud en bejaard bent terug te kijken op je leven en te beseffen dat je er niet hebt uitgehaald wat je wel had gewild. Helaas gunnen maar weinig mensen zich de tijd om naar hun bucketlist te kijken. Of ben jij wel één van die uitzonderingen die heeft gedaan wat je jezelf hebt voorgenomen?

Je weet echt wel dat de tijd in een sneltreinvaart voorbij raast en nooit meer terugkeert. Dit proces hebben wij binnen onze financial life planning strategie als uitgangspunt gebruikt om je te helpen bij het realiseren van je eigen bucket list. Wij geloven dat iedereen op dit moment van het leven moet genieten, voor jezelf maar ook voor je gezin en dierbaren om je heen. Echte financial life planning helpt je hierbij. Het neemt de angst en blokkades weg waarom je op dit moment niet doet wat je eigenlijk diep in je hart wel zou willen doen.

In onze praktijk gebruiken wij een “bucket ”als model voor je financiële planning. En wij vragen ook wat er nu echt op jouw eigen bucketlist staat en wat je dus nog wilt doen in je leven. In de basis zijn er drie mogelijkheden. Je bucket raakt leeg, je hebt dus te weinig middelen om te leven zoals je wilt en de dingen te doen die je zou willen doen. Dan moet je juist nu heel goed gaan plannen om dat wel te bereiken. De tweede mogelijkheid is dat je bucket net genoeg middelen heeft om je lifestyle te financieren, dan moet je dus goed op je zaakjes passen en zorgen dat je geen uitglijders maakt. Een continue monitoring van je financiële planning is noodzakelijk om rust en inzicht te bewaren. Of, als derde mogelijkheid, je bucket stroomt over, dat is misschien nog erger!
Erger? Ik hoor je nu denken, hoe kan dat nu erger zijn? Simpel. Het betekent vaak dat je jezelf heel wat dingen hebt ontzegd in het verleden omdat je bang was niet genoeg vermogen te hebben voor later. En dan zit je in een fase dat je nog wel geld hebt, maar geen tijd. Of denk je dat het je lukt als je 80 jaar bent om nog eens die trektocht van drie weken te maken met je gezin door Patagonië?

In de film is een prachtige scene waarin Carter ( Morgan Freeman) vertelt tegen Edward (Jack Nicholson) over een oud Egyptisch geloof dat wanneer zielen van overledenen bij de hemelpoort aankomen er twee vragen aan hen worden gesteld: “Did you find joy in your life?” en “Has your life brought joy to others?”

Wat staat er nu op jouw bucketlist? En wanneer ga je dat dan doen? Als je hulp nodig hebt om het mogelijk te maken dat je er eindelijk invulling aan gaat geven, kom dan eens langs. Het is onze rotsvaste overtuiging dat er veel meer mogelijk is dan je zelf denkt.

Namens ons hele team wens ik je geweldige kerstdagen en een fantastisch nieuw jaar toe!

Jan Verheij

‘Reizigersgedrag is gewoontegedrag, maar dat kan en mag best worden doorbroken’

0

VNO-NCW Regio Rotterdam, De Verkeersonderneming en het platform Samen Bereikbaar organiseerden onlangs een werkgeversontbijt bij Ames Audi Centrum Dordrecht.
Als rode draad door de bijeenkomst liep het thema ‘gedragsverandering naar slimmer vervoer binnen uw bedrijf’. Gezien de hoge opkomst op de vroege ochtend sprak het onderwerp velen aan.

Onder de vlag van R10, het netwerk van werkgevers uit de regio’s Drechtsteden en Rijnmond die gezamenlijk optrekken naar slimmere mobiliteit, werd bezoekers een vol programma voorgeschoteld. Na een kort welkomstwoord van Miriam Hoekstra-Van der Deen, bestuurslid VNO-NCW Regio Rotterdam, was het woord aan Leen de Koning. De directeur van Amega Groep vertelde als gastheer hoe zijn bedrijf tegenover bereikbaarheid en duurzaamheid staat. “Wij voeren natuurlijk een keur aan automerken, dus de opmerking dat wij ook flinke veroorzakers van het fileleed zijn komt regelmatig voorbij. Dat kan ik natuurlijk niet helemaal ontkennen, maar tegelijkertijd staat binnen ons bedrijf duurzaam ondernemen echt hoog op de agenda. Van het verlagen van de CO2-uitstoot tot aan bewust omgaan met afvalstromen: daar denken we allemaal over na. Én we ondernemen actie. Regionaal verkeer is de grootste probleemmaker van files. Daarom zet Amega Groep ook in op alternatieven, zoals carpoolen, met de fiets of e-bike naar je werk en vaker thuiswerken. Graag voeg ik ook openbaar vervoer toe aan dat rijtje, maar dan moeten de mogelijkheden er wel zijn. In Dordrecht zijn de verbindingen van en naar bedrijventerreinen helaas niet optimaal.” Om alles binnen de eigen organisatie goed in kaart te brengen, werd middels het platform Samen Bereikbaar onlangs een mobiliteitsscan uitgevoerd. “Dat is heel verhelderend en kan ik ieder bedrijf aanraden, aldus De Koning. Anna Schouten kon al vertellen dat in navolging op Amega Groep ook Rabobank, AA Lease en MAAT zo’n scan gaan doen.

Schadepost van 1,1 miljard euro

Mobiliteitsmakelaar Monique Verhoef besprak vervolgens de laatste ontwikkelingen. En die zijn niet rooskleurig. “Het aantal files in Nederland zit in de lift en dat blijft de komende jaren zo. Geschat wordt dat de filedruk binnen 6 jaar met 40 procent toeneemt. Achteroverleunen en niks doen, is dus geen optie. TNO berekende onlangs dat de economische schade voor het Nederlands bedrijfsleven in 2015 maar liefst 1,1 miljard euro bedroeg.” Wat is dan de oplossing om te breken met die ongewenst stijgende lijn? “Het antwoord zit hem niet alleen in extra wegen aanleggen. Er is een mix van maatregelen nodig om Nederland mobiel te houden. Het bedrijfsleven mag zichzelf ook kritischer vragen stellen. Moeten alle medewerkers nu echt iedere dag op hetzelfde moment onderweg zijn? Of is thuiswerken of eerder beginnen en eerder naar huis eenvoudig in te passen? Reizigersgedrag is gewoontegedrag, maar dat kan en mag best worden doorbroken.” Om interactie met de zaal te versterken, werd er tussen de visies van sprekers door een mobiliteitsquiz gespeeld. Wat zijn de kosten voor een medewerker die op de fiets naar zijn werk komt op jaarbasis, luidde een vraag. Het goede antwoord: 555 euro. Door de quiz leerden de aanwezigen ook dat 300 bedrijven in deze regio gebruik maken van de watertaxi en dat fietsers in 94 procent van de gevallen droog aankomen op hun werk. Hans Tanis, wethouder in Slie-drecht en vicevoorzitter van het Drechtstedenbestuur, benadrukte dat het mobiliteitsvraagstuk echt prioriteit heeft en er flink gelobbyd wordt om de problematiek rondom de A15 prominenter op de agenda te krijgen. Ook ging hij in op de nieuwe openbaar vervoer-concessie in de regio Drechtsteden/Alblasserwaard-Vijfheerenlanden (DAV), die op 1 december 2018 van start gaat. ln de afgelopen maanden heeft de provincie Zuid-Holland, samen met de regio, ter voorbereiding hierop, gesproken met verschillende partijen om de wensen, behoeften en kansen hiervoor in kaart te brengen.

Ook eigen verantwoordelijkheid pakken

Namens het werkgeversplatform Samen Bereikbaar greep Jacob Klink de microfoon. Zijn betoog ging vooral over meer samenwerken. “Er zijn in dit gebied vele, lokale ondernemersverenigingen. Die hebben allemaal hun eigen vraagstukken, maar daar zal ook best veel overlap in zitten. Daarom zou het mooi zijn wanneer al die ondernemersverenigingen vaker als één gezicht naar buiten treden. Niet touwtrekken, maar de knoop met elkaar in balans krijgen: dat zou al veel winst opleveren. De A15, A16, N3, maar ook A27 kampen allemaal met opgaven. Door samen naar buiten te treden, sta je sterker. Die wegen zijn nu allemaal eilanden, er zit geen tot onvoldoende samenhang tussen. Dat is frustrerend en onpraktisch. De A15 is de aorta van het westen, dus beter beleid en maatregelen die iets opleveren zijn bittere noodzaak.” Als afsluiting vond een paneldiscussie plaats tussen R10-ambassadeurs Leo Ruijs, CEO van ECT en gesprekspartner vanuit het Rotterdamse bedrijfsleven richting minister Schultz, Hans de Boer, directeur AA Lease, en Bas Ort, voorzitter Ondernemers Kring Alblasserdam. Ruijs: “Minister Schultz heb ik leren kennen als een betrokken persoon. Ze is, terecht, ook heel geïnteresseerd in wat het bedrijfsleven zelf doet aan het verminderen van mobiliteitsproblemen. Die eigen verantwoordelijkheid wordt nog lang niet altijd gepakt. Maar we zijn natuurlijk ook vaak afhankelijk van Den Haag. Dus het is niet of-of, maar én-én.” De Boer: “Hoe geef je invulling aan slimme mobiliteit? Dat is denk ik de vraag waar veel werkgevers mee worstelen. Net als mijn collega Leen de Koning doet ook AA Lease veel aan duurzaamheid. We stimuleren thuiswerken en we voeren bij het aannemen van personeel in de regel het beleid dat we niemand aannemen die meer dan 25 kilometer van onze vestiging vandaan woont.” Ort: “Ik zou ook willen oproepen om als werkgever meer verantwoordelijkheid te pakken. Blijf ook met elkaar lobbyen om zaken eerder voor elkaar te krijgen en zet in op meerdere oplossingen. Met alleen 10 procent spitsmijden lossen de files niet op.”

Totaalaanbieder van bouwtechnische inspecties levert vakwerk door het hele land

0

Alles onder één dak op het gebied van bouwkundige zaken, landelijke dekking en eigen inspecteurs die professioneel, vakkundig en serieus te werk gaan: dat is Perfectkeur in een notendop.

Het dienstenpakket van het bouwtechnische adviesbureau is veelomvattend. Bouwkundige keuringen, asbestinventarisaties, energielabels voor woningen, winkels, kantoren, energieadvies en meerjarige onderhoudsplannen: het is een greep uit waar de organisatie goed in is. “Ons uitgangspunt is dat een makelaar door ons voorwerk meteen goed aan de gang kan,” vertelt Antonie Soffree. Samen met Jolanda Baan richt hij zich binnen Perfectkeur op de verkoop, vanaf het maken van offertes tot en met het in gang zetten van projecten.

Zowel bedrijven, overheidsinstanties als particulieren heeft Perfectkeur veel te bieden. “Hoofdzaak zijn de bouwtechnische keuringen, maar we zijn specialist binnen het hele bouwkundige spectrum. Dat heeft als voordeel dat er geen andere partijen nodig zijn. Daardoor zijn voor onze klanten de lijnen kort, vindt er geen overlap plaats en is er altijd heldere communicatie. Wij bieden een totaalpakket. Alleen voor taxaties kan men niet bij ons terecht,” legt Soffree uit. Het hoofdkantoor van Perfectkeur bevindt zich in Hendrik-Ido-Ambacht, maar de organisatie is actief van het hoge noorden tot aan het diepe zuiden. “Onze vaste, eigen medewerkers bevinden zich door het gehele land. Alle regio’s zijn afgedekt. Afspraken kunnen altijd snel worden ingepland en klanten hebben bijvoorbeeld het digitale rapport van een bouwtechnische keuring, in verreweg de meeste gevallen, binnen 24 uur na bezoek van een inspecteur in huis.” Binnen de branche van Perfectkeur zijn natuurlijk meerdere aanbieders actief. Wat is met name het onderscheidend vermogen ten opzichte van die anderen? Baan: “Allereerst maken wij het verschil met onze inspecteurs. Dat zijn stuk voor stuk professionals met de juiste mentaliteit. Ze voeren opdrachten secuur uit, bellen als ze door omstandigheden ietsjes later op een afspraak zijn en produceren zeer uitgebreide rapportages. Conclusies worden onderbouwd, waardoor klanten precies weten waarop een bevinding is gebaseerd. Bij een bouwtechnische keuring wordt bijvoorbeeld een duidelijk overzicht opgenomen waarin staat wat de verwachte directe kosten, de kosten binnen vijf jaar en de kosten op langere termijn zijn. Zo heb je een handvat en weet je concreet waar je aan toe bent. Daarnaast is Perfectkeur ISO 9001/ BRL 9500 gecertificeerd. Ook ontbreekt de SC – 540 certificering niet.” Inspecteurs vinden die passen binnen de filosofie van Perfectkeur is best een uitdaging. Soffree: “Niet iedereen kan voor ons werken. Dat heeft te maken met houding en kunde. Maar gelukkig zijn er nog steeds professionals die het wel in de vingers hebben. Onder meer via een vaste recruiter, komen we aan goede mensen. Een stagedag behoort altijd tot de kennismaking. En inspecteurs die al langer bij ons in dienst zijn, worden voortdurend bijgeschoold door middel van cursussen. Zo blijven ze up to date en zit iedereen op één lijn.”

Gehele portefeuille in één keer labelen

Klanten van Perfectkeur zitten niet allemaal op dezelfde lijn en zijn heel divers, merkt Soffree. “Sinds 1 januari 2015 is de levering van een energielabel natuurlijk verplicht bij verkoop of verhuur. Sommige partijen komen daar pas achter bij de notaris en schakelen ons pas in als de passeerdatum al geweest is. In de utiliteitssector maken we dat nog met enige regelmaat mee. Met de garantie dat wij het oppakken, kan er dan wel alvast worden getekend. Maar het geeft wel aan dat het nog bij lang niet iedereen de aandacht heeft. Andersom maken we het echter ook mee dat vastgoedbeheerders hun gehele portefeuille meteen in één keer laten labelen.” Als het gaat om zakelijk energieadvies is het ook wisselend in hoeverre partijen het belang ervan onderkennen. “Het klopt dat bij vastgoedonderhandelingen de prijs per vierkante meter veel centraler staat dan het energieverbruik. Terwijl je daar op de wat langere termijn natuurlijk veel meer op kan besparen.” Net als bij bouwtechnische keuringen pakt Perfectkeur zakelijk energieadvies ook kundig, helder en uitgebreid aan. Het grondig opmeten van het pand, bekijken wat voor isolatie er eventueel al is toegepast, welke maatregelen er kunnen worden toegepast om tot welke uitstoot te komen: het is allemaal inbegrepen. Met zo’n 1000 energielabels per jaar aan utiliteitsgebouwen, kennen deze geen geheimen meer.

Verbod op asbestdaken

Als laatste wil Soffree graag nog de asbestinventarisaties onder de aandacht brengen. “Een heel actueel onderwerp, omdat de overheid vorig jaar heeft besloten dat asbestdaken vanaf 2024 verboden zijn in Nederland. Dit betekent dat eigenaren van gebouwen met asbesthoudende daken, bijvoorbeeld golfplaten of dakleien, deze voor die tijd moeten verwijderen.” Perfectkeur gaat bij de inventarisatie altijd van de wettelijke voorschriften uit. “Als we tijdens een controle iets verdachts vinden, nemen we een monster. Dat gaat vervolgens naar het lab, waarna het wachten is op de uitslag. Die koppelen wij terug naar de klant en die kan er vervolgens mee aan de slag. Wij zijn er voor het onafhankelijke onderzoek en advies, maar voeren geen asbestsaneringen uit.” Dit omdat het vanwege de onafhankelijkheid wettelijk verboden is om zowel inspecties als sanering uit te voeren. Baan: “Maar als het aankomt op bouwkundige zaken zijn wij dé partij om zaken mee te doen. Inspecties kunnen met een gerust hart aan ons worden overgelaten.”