Home Blog Page 176

Wijzer worden tijdens het fiscaal ontbijtseminar

0

Op woensdag 7 december is het weer tijd voor een traditie. Op die dag organiseren EY, Werkgevers Drechtsteden en Drechtsteden BUSINESS namelijk de tiende editie van het fiscaal ontbijtseminar. Het Postillion Hotel Dordrecht vormt hiervoor het decor.

Sprekers

Theodoor Huiskes, partner bij de algemene praktijk van EY Belastingadviseurs, zal spreken over de ontwikkelingen belastingheffing vennootschapsbelasting/inkomstenbelasting. Hij gaat daarbij in op de nieuwe Nederlandse wetgeving, maar legt deze ook naast internationale ontwikkelingen in de fiscale wetgeving. Bezoekers krijgen dus een update over wat er zowel binnen als buiten de landsgrenzen gaande is. Niet op een droge, puur feitelijke manier, maar verpakt in een aansprekend verhaal. Onduidelijkheid wegnemen is een belangrijk doel. Daarom is er alle gelegenheid tot het stellen van vragen. Tijdens het fiscaal ontbijtseminar heeft u alle kans om meer over de materie te weten te komen. Waar loopt u tegenaan? Benieuwd of bepaalde maatregelen ook voor u gelden? Tijdens de eindejaarsupdate komt u het te weten. Huiskes is niet de enige spreker. Jan-Bertram Rietveld, partner bij de adviesgroep Human Capital bij EY Belastingadviseurs, geeft een presentatie over de actualiteiten omtrent loonheffingen. Eveneens een onderwerp waarover veel te vertellen valt. Tussen de bedrijven door is Walter Borsje als vanouds gastheer van EY.

Programma

Het fiscaal ontbijtseminar begint om 8:00 uur. Er staat een heerlijk ontbijt voor u klaar en als u om 10.00 uur weer aan het werk gaat, heeft u niet alleen prima gegeten maar ook kennis genomen van de belangrijkste belastingmaatregelen voor 2016. En natuurlijk daarnaast weer even bijgepraat met uw relaties!

Aanmelden

Aanmelden kan via wd@werkgeversdrechtsteden.nl. Deelname is gratis. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Werkgevers Drechtsteden via 078-639 00 33.

 

Het Seamark van nu wil de toon zetten

0

Onlangs heeft bij Seamark een herstructurering plaatsgevonden, met als doel een nog completer en innovatiever dienstenpakket te bieden. Onder de Seamark Group of Companies vallen nu Seamark Reefer Solutions, Seamark Monitoring Solutions en Seamark Trading Solutions.

Nieuwe huisstijl, een andere managementlaag, veelzijdigere medewerkers en de lancering van een ambitieus concept: Boudewijn Ligterink legt uit hoe het zit.

Ligterink richtte in 2011 met behulp van André Kramer AM-Solution op. Het idee om innovatieve producten te ontwikkelen ten behoeve van de reeferindustrie pakte goed uit. Onder meer de USB Host Adapter, USB RS232 Adaptor, een multitool die alle data downloadt die is opgeslagen in de datarecorder van een koelcontainer en de STU, een apparaat om veilig koudemiddel te kunnen testen in koelcontainers, werden grote successen. “Wat kleinschalig begon, groeide binnen de kortste keren uit tot een organisatie met 32 medewerkers. We pionierden erop los. Een geweldige tijd, maar een eigen bedrijf betekende voor mij ook heel veel uren maken. AM-Solution was geen kleine speler, maar ook niet groot genoeg om een backoffice aan te nemen.” Om niet tussen servet en tafellaken te blijven hangen, werd het idee opgevat om AM-Solution onder te brengen bij Seamark. “In april heb ik AM-Solution verkocht, precies 5 jaar na de oprichting.” Als één van de directeuren van de Seamark Group heeft Ligterink echter nog steeds zicht op zijn ‘kindje’. “De componenten passen ontzettend goed bij elkaar. AM-Solution was vanaf het begin heel dynamisch en die dynamiek voegt het nu toe aan Seamark. Naast het repareren van koelcontainers op depots in Rotterdam en het monitoren van koelcontainers op RWG op Maasvlakte 2 is AM-Solution nu de derde component, Seamark Trading Solutions. Vanwege de opgebouwde naamsbekendheid zal AM-Solution echter voorlopig ook nog onder die naam opereren.”

In een dynamische branche is stilstaan nooit een optie, weet Ligterink als geen ander. “Rederijen staan al enige tijd onder financiële druk, met als gevolg dat reeferservices snel gaan veranderen. De marges worden steeds kleiner. AM-Solution en Seamark kunnen al jarenlang geen prijsverhogingen doorvoeren. Werkwijzen moeten en zullen gaan veranderen. Bijvoorbeeld als het gaat om pre trip inspecties.” Elke keer als een reefercontainer wordt gebruikt voor een exportboeking, is het een vereiste dat deze vooraf wordt nagekeken. In 2009 werden door Seamark nog 18.000 van zulke inspecties op koelcontainers uitgevoerd, terwijl dat aantal in 2011 was gestegen naar zo’n 45.000 PTI’s. “Dat gehele proces wordt nu echter geautomatiseerd om het rendabel te houden.”

Onder de noemer 360Reefer trad Seamark op de vakbeurs Intermodal Europe onlangs naar buiten met het innovatieve plan een slim modem op de markt te brengen die alles ziet, op alle systemen. “Na eenmalige aanschaf levert dit rederijen al heel snel een enorme kostenbesparing op. Dit is dé methodiek voor de toekomst. Het is een stuk gereedschap waar je mee voor de dag kan komen. Door deze ontwikkeling lopen wij wederom voor op de concurrentie, net zoals met de uitvindingen van AM-Solution voorheen het geval was.” In de testfase van 360Reefer werd een rederij al positief verrast, vertelt Ligterink. “We hadden vooraf verteld dat wij alles kunnen monitoren en dat die techniek enorm ver gaat. Op een bepaald moment kregen we een melding dat er ergens een deur openstond. We brachten meteen de rederij op de hoogte. De reactie was echter stellig: ‘Dat is onmogelijk.’ Toen bleek dat wij het toch echt bij het rechte eind hadden, bewezen we daarmee meteen de meerwaarde en nauwkeurigheid van 360Reefer.” Recycling is binnen de Seamark Group ook een belangrijk aandachtspunt. “De tak Seamark Reefer Solutions doet dat bijvoorbeeld met oude containers. De voorkant eruit halen en delen strippen: met die werkwijze verlengen we de economische levensduur van containeronderdelen aanmerkelijk. Gemiddeld wordt een container na 15 jaar afgeschreven, maar wij geven diverse onderdelen een tweede leven, onder de noemer pre used parts 2.0. Voor rederijen een mooie besparing.”

Al met al heeft Seamark alle expertise in huis om de reefers te voorzien van gereviseerde en/of alternatieve parts, reefers te onderhouden en de hele vloot te monitoren. “Rederijen hebben steeds minder eigen technisch personeel, dus het aan ons uitbesteden is het logische gevolg.” Ligterink ziet de toekomst dan ook met vertrouwen tegemoet. “Te ver vooruit kijken doe ik overigens niet, want deze sector is te grillig om te bedenken hoe het over 5 jaar gaat. Maar ik heb er wel ontzettend veel zin in om de ingezette evolutie verder mee te maken. De toon zetten: dat is de visie van Seamark. Mijn ambitie heeft niets te maken met welke functie er op mijn visitekaartje staat. Wel is het mijn doel om met het hele team iets met waarde na te laten in deze wereld. Met AM-Solution is dat in zeer korte tijd al gelukt. In een industrie waarin innovatie over het algemeen ver te zoeken is, heb ik er alle vertrouwen in dat we dat dankzij de herstructurering van Seamark ook voor elkaar gaan boksen.”

Havenbedrijf-CEO Castelein verwacht beter 2017

0

Energietransitie in haven gaat lukken

Allard Castelein, CEO van het Havenbedrijf, is tevreden. Vreemd wellicht, omdat de overslagcijfers tot en met het derde kwartaal van dit jaar bijna twee procent lager zijn dan die van 2015. Niettemin ziet Castelein tal van positieve ontwikkelingen.

Hij zegt: “De containeroverslag neemt in het derde kwartaal, in vergelijking met het eerste half jaar toe en met de economie gaat het beter dan in de periode 2009 tot en met 2015. Dus ik verwacht dit jaar bijna hetzelfde volume als in het recordjaar 2015 en ik denk dat 2017 macro-economisch een beter jaar wordt en dat is goed voor de haven”.

Met name het feit dat op Maasvakte 2 het aantal behandelde containers op de geautomatiseerde terminals van APM (Maersk) en RWG in de lift zit, is een positieve ontwikkeling. Volgens Castelein hebben de nieuwe terminals tijd nodig om alle systemen goed in te regelen. Zo worden de containers gelost vanuit een controlekamer, door operators die een joystick bedienen. Beide terminals draaien nog niet op volle capaciteit. Bij RWG is dat iets minder en bij APM iets meer dan 2.5 miljoen TUE. Hierdoor zijn containerschepen uitgeweken naar met name Antwerpen, omdat Rotterdam aan zijn maximale overslagcapaciteit zat.

Op koers

Castelein: “De terminals worden stabieler. Ik verwacht dat ze dit jaar gezamenlijk 1,5 miljoen TUE behandelen. En als de productiviteit in dit tempo doorzet, dan zitten we goed op koers”.

Opluchting ook over het bereikte sociaal akkoord in de containersector, dat na jarenlang onderhandelen werd bereikt en nodig is, omdat door de automatisering de werkgelegenheid onder druk stond. Die is nu voor werknemers, die op 1 januari 2015 in vaste dienst waren tot 1 juli 2020 gegarandeerd. Ook de Senioren Haven Fitregeling wordt uitgebreid en de 120 medewerkers van het in problemen verkerende uitzendbedrijf Rotterdam Port Services krijgen een maatwerkoplossing.

Castelein: “Mijn rol was die van mediator en voorzitter. Ik heb partijen er geregeld bijgetrokken. Het is gelukt doordat de betrokken bedrijven niet individueel zijn gaan onderhandelen, maar gekozen hebben voor een duurzame en collectieve oplossing. Anders zouden wij ook niet hebben kunnen aanschuiven. Alle betrokkenen zijn over hun eigen schaduw heengestapt. We delen de kosten met de werkgevers. Nee, ik noem geen bedragen”.

Ontwikkelaar

Castelein benadrukt dat zijn focus niet alleen op de containersector ligt. “Het is spelen op verschillende schaakborden en het Havenbedrijf groeit van een traditionele havenbeheerder naar een ontwikkelaar van het gebied, door samen met diverse havenpartijen voorop te lopen met het bedenken van creatieve oplossingen, waardoor we goed op allerlei veranderingen kunnen inspelen. Bovendien proberen we lastige dossiers los te trekken”.

Castelein kaart de ict-ontwikkelingen aan, waarbij met slimme informatie-apps, het Havenbedrijf probeert in te spelen op de behoefte van zijn klanten. Zoals samen met hen de logistieke keten naar het achterland real time, transparanter, efficiënter en milieuvriendelijker maken. Castelein: “Daarmee willen we ons onderscheiden, zodat er meer goederen via de Rotterdamse haven gaan”.

Energietransitie

Een uitdaging is de energietransitie, waarbij Nederland in 2050 zo goed als CO2-neutraal moet zijn. Een streven dat, doordat 195 landen de klimaatdoelen hebben geratificeerd, een keihard gegeven is. Dit betekent voor Nederland een reductie van de broeikasgas-uitstoot met 80 tot 95 procent. En Rotterdam moet van een fossiele naar een groene haven worden omgevormd. Daarom heeft het Havenbedrijf samen met tal van andere bedrijven zich aangesloten bij de “Transitiecoalitie”, die de overheid oproept te gaan werken aan een nieuw Deltaplan, met een klimaatwet, de komst van een minister van economie, klimaat en energie, een onafhankelijke klimaatautoriteit en een nationale investeringsbank, die vergroenende innovaties en grote energieprojecten mogelijk maakt. Nodig om bedrijven duidelijkheid te geven over het lange termijnbeleid en de energietransitie te versnellen. De Energietransitie moet een nieuwe economie, met nieuwe banen mogelijk maken.

Castelein: “Energietransitie is wil, uithoudingsvermogen, geld en techniek. Want allerlei verwachte technische innovaties moeten echt mee zitten. En ook al loopt Nederland met het nemen van milieumaatregelen achter, door eenduidigheid, een lange termijn visie en slagkracht kan het nu snel gaan. Grote spelers, die het uithoudingsvermogen, de technische know how en het geld hebben, zien Rotterdam als hun belangrijkste vestigingsplaats in Europa. En doordat we die bedrijven bij elkaar kunnen brengen, vertrouw ik erop dat het ons gaat lukken”.

Castelein benadrukt dat het bij energietransitie ook gaat om warmte-uitwisseling, efficiënter energieverbruik, circulaire economie, biobrandstoffen, bioraffinage, wind- en zonne-energie en een schonere fossiele scheepsbrandstof als LNG. “We zijn klaar voor vloeibaar aardgas. In de nieuwe insteekhaven kunnen bunkerschepen aanmeren om LNG in te nemen, waarna zij de schepen in de haven kunnen bevoorraden”.

Kolencentrales

Maar voorlopig staan er in de haven nog twee nieuwe kolencentrales, die schoner zijn dan de oude, maar die absoluut niet CO2-vrij zijn.

Castelein: “De minister moet bepalen of de nieuwe centrales passen in het Nederlandse energiebeleid. Als dat zo is, dan kan het proefproject voor het afvangen van de CO2, die de centrales uitstoten en het injecteren van het broeikasgas in een leeg gasveld voor de kust, doorgaan.

Als de subsidies rond zijn, er een nieuwe mijnbouwwet is en het technisch onderzoek positief is afgesloten, kan er in de tweede helft van 2017 een investeringsbesluit worden genomen. Alle partijen staan namelijk klaar aan de startlijn”.

“En mocht het met de kolencentrales niet lukken, dan verwacht ik dat CO2-afvang nog steeds levensvatbaar is. Ik voer momenteel gesprekken met raffinaderijen, die ook geïnteresseerd zijn om eraan mee te werken”.

Windoffshore

“Daarnaast ben ik blij met de komst van Sif, omdat de productie van reuzepylonen voor windmolens op zee een sterke groeimarkt is. Sif heeft binnen een half jaar een hal van 500 meter, met insteekhaven uit de grond gestampt. De kademuren worden nu gebouwd. En we zijn in overleg met andere partijen, zodat  Rotterdam straks dé servicehaven wordt voor de offshore wind.

En offshoreschip Pioneering Spirit, dat hier is afgebouwd, doet de komende tien jaar, enkele keren per jaar, de haven aan, om omgebouwd te worden voor de volgende klus. Dat betekent werk voor omliggende bedrijven. Maar beide ontwikkelingen vind je niet terug in de overslagcijfers “.

“Ik ben veel in de haven. Overleg voeren, verfrissende ideeën opdoen en die weer herijken. Je moet continu schakelen. In mijn rol moet ik die openheid ook hebben. Op het moment dat ik denk, ik weet het nu wel, moet ik weg zijn”.

Fotoboek ‘Een kademuur op z’n Rotterdams’ laat wereld achter gesloten terminaldeuren zien

0

Van de eerste spade tot aan het eerste aangemeerde schip: het fotoboek ‘Een kademuur op z’n Rotterdams’ laat het gehele traject zien van de ontwikkeling tot realisatie van de nautische infrastructuur van ten behoeve van een terminal.

Matthijs Peeperkorn, projectmanager bij Havenbedrijf Rotterdam, Hans Boogaerdt ’t Hooft, eigenaar van Hans Drukwerk en Communicatie, en Paul Martens, gerenommeerd fotograaf, vertellen hoe het boek tot stand kwam en wat zij ermee voor ogen hebben.

Om te beginnen een stukje achtergrond: eind september arriveerde in Rotterdam de eerste LNG-tanker in de Yukonhaven, die gelegen is naast de Euromax-terminal. Deze kwam aan op de nieuwe ligplaats van de Gate-terminal van Vopak en Gasunie. Dit nieuwe gedeelte van de LNG-terminal werd eind november 2016 officieel in gebruik genomen. Samen met marktpartijen werkt het Havenbedrijf Rotterdam aan de transitie van stookolie naar LNG (vloeibaar aardgas) als brandstof voor de scheepvaart. Zo stimuleert het de scheepvaart met kortingen bij gebruik van LNG en heeft het de havenwetgeving aangepast. Volgend jaar wordt de Rotterdamse haven de thuishaven van een LNG-bunkerschip van Shell. Dit schip zal zijn LNG ook laden vanaf de nieuwe ligplaats in de Yukonhaven. De plannen om kleinschalige LNG-distributie mogelijk te maken werden in 2014 concreet. In de zomer van dat jaar werd de overeenkomst tussen Gate terminal met Shell als launching customer getekend.

 

Het idee om het bouwproces vast te leggen voor buitenstaanders volgde vorig jaar, vertelt Peeperkorn. “Als leek kun je tot aan de terminal rijden en dan houdt het op. Achter die gesloten deuren gaat echter een hele interessante wereld schuil, zeker als het over de bouw van een kademuur gaat. Omdat maar zo weinig mensen daar toegang toe hebben, leek het mij aardig om dit middels een fotoboek naar buiten te brengen. Zoiets was er namelijk nog niet. Medewerkers maakten voorheen wel foto’s van projecten, maar dat was allemaal losstaand en verdween na korte tijd in een archiefkast. Terwijl we er juist zo graag mee naar buiten treden.”

Het oorspronkelijke idee was om een fotoreportage te maken vanaf het moment dat in januari 2015 begonnen werd met heien. Peeperkorn: “Omdat we Europese subsidie ontvangen doen we op deze manier graag iets aan publiciteit rondom dit project. Een fotoreportage door Paul leek ons wel een hele mooie invulling.” Maar het werd veel meer dan dat. Geholpen door het enthousiasme van Martens en het platform van Boogaerdt ’t Hooft werd besloten een fotoboek te produceren. Peeperkorn: “Het idee was een soort kookboek te maken van hoe we een kademuur bouwen. Met veel foto’s en teksten die de technische handelingen beschrijven. De titel van het boek verwijst naar de ‘Rotterdamse methode’ die voor deze kademuur is gebruikt. Wij hebben namelijk een methodiek ontwikkeld om te voorkomen dat palen scheef de grond in gaan.”

Martens kwam gemiddeld één dag per maand langs om te fotograferen. Peeperkorn: “Ik heb nog nooit iemand meegemaakt die in zo’n korte tijd zoveel kennis heeft opgedaan van de civiele techniek. Paul kan inmiddels zo bij ons gaan werken. Hij snapt precies wat er gebeurt en waarom. Dat helpt natuurlijk enorm bij het fotograferen.” Martens: “Ik heb 36 jaar ervaring en doe onder meer veel hoogtefotografie en 360 graden fotografie. Met een cameramast van 14 meter maak ik panorama’s. De wereld achter de terminals leende zich er uitstekend voor om op die manier vast te leggen. Ik beschik over alle certificeringen die nodig zijn om veilig in de haven te kunnen werken en alle materialen werden vooraf gekeurd. Hoogtevrees moet je in dit vak niet hebben, maar daar heb ik geen last van.”

Bij de foto’s van Martens liet het Havenbedrijf Rotterdam projectengineer Erik Broos de technische teksten schrijven. Maar ook Vincent, de zoon van Martens, nam een deel op zich. Peeperkorn: “Uiteindelijk is het een prachtig fotoboek geworden. Ik denk dat velen het met plezier doorbladeren. En voor degenen die benieuwd zijn naar de technische achtergronden: dat is ook volop in het boek te vinden.” Boogaerdt ’t Hooft: “Eerder bracht ik al het fotoboek ‘Rotterdam in the Picture’ uit, in samenwerking met Paul. Ik wist dus al op voorhand dat dit project niet kon mislukken. Met elkaar mogen we trots zijn op het resultaat.” Het fotoboek ‘Een kademuur op z’n Rotterdams’ werd op 24 november overhandigd aan relaties tijdens de officiële opening van de terminal op de Maasvlakte.

deMobiliteitsManager: uw mobiliteitsoplossing

0

Vervoerbedrijf RET (Rotterdamse Elektrische Tram) maakt zich al ruim honderd jaar sterk voor openbaar vervoer waar de reiziger van op aan kan. Reizigers kunnen gebruik maken van bus, tram of metro. Daar komt binnenkort – vanaf december 2016 – een nieuw concept bij gericht op de zakelijke markt: deMobiliteitsManager.

In het hoofdkantoor van de RET in Rotterdam ligt het businessplan al een tijdje klaar. Maddy Bolhuis, Manager Propositie Marketing/Marketing Communicatie en Jean Paul Duurland, Manager Marketing, Verkoop & Services zijn de drijvende krachten achter het nieuwe concept. Maddy Bolhuis: “De wereld en daardoor ook de inzichten over mobiliteit veranderen snel. Directies van bedrijven gaan steeds meer nadenken over hoe de mobiliteit van hun medewerkers zo efficiënt mogelijk is te organiseren. Dan gaat het niet alleen over kostenreductie, maar ook over zaken als duurzaamheid, vitaliteit van medewerkers, grip op de kosten en de administratieve verwerking.” Genoeg reden voor de RET om in te springen op deze behoefte van het bedrijfsleven. “Wij beschikken over de nodige expertise wat vervoersbewegingen en -mogelijkheden aangaat. Het is dus niet zo gek dat wij de nodige kansen zien voor onze nieuwe propositie deMobiliteitsManager,” vult Jean Paul Duurland aan.

Kostenbesparing

Onder andere de groeiende economie maakt het steeds ingewikkelder om je snel van A naar B te verplaatsen. Fileleed, maar ook wetgeving en maatschappelijke ontwikkelingen zoals duurzaamheid, milieu, veiligheid zijn volgens Maddy Bolhuis belangrijke redenen voor bedrijven om hun mobiliteitsbeleid onder de loep te nemen. “En vlak ook het aspect van kostenvermindering niet uit. Bedrijven kunnen veel geld en tijd besparen met een nieuwe inrichting van hun mobiliteitsactiviteiten. Zo bedragen de administratiekosten van één declaratie in Nederland gemiddeld zo’n 15 tot 27 euro. Reken maar uit. Deze declaratiekosten kunnen met 80% gereduceerd worden. Met deMobiliteitsManager kan het bedrijf zien wat er wordt verbruikt en hierop anticiperen door bijvoorbeeld beperkingen op te leggen in het gebruik van mobiliteitsoplossingen, maar ook op het tanken bij snelwegstations of het tanken van premium brandstof. Ook duurzaamheid en milieu spelen hierbij een rol. Door het rij- en tankgedrag te sturen kan het bedrijf een flinke CO2-reductie realiseren.”

Deur-tot-deur

Mensen stappen nu vooral in hun (lease)auto of maken gebruik van het openbaar vervoer. Er zijn echter talloze andere varianten mogelijk. Jean Paul Duurland: “Daarover gaan wij met bedrijven in gesprek. Wij inventariseren en analyseren de vervoersbewegingen van het bedrijf en adviseren hoe die zo optimaal mogelijk zijn in te vullen. Uiteraard willen wij ook die mobiliteitsactiviteiten gaan uitvoeren en administratief ondersteunen. Zo heeft het bedrijf er geen omkijken meer naar.” Hij neemt de zorgsector als voorbeeld. “In de zorg is veel te doen om zo efficiënt mogelijk te kunnen werken. Daarbij zijn budgetten veelal een leidende factor, en dus moet je de beschikbare tijden zo effectief mogelijk inzetten. Het is een van die sectoren waar dag en nacht wordt gewerkt. Het openbaar vervoer rijdt niet zeven dagen per week, 24 uur per dag en hoe richt je je mobiliteit daar zo optimaal mogelijk op in? Wij kunnen hierover meedenken, adviseren en oplossingen tot uitvoer brengen. Het uitgangspunt is onze ‘deur-tot-deur visie’. Hoe kun je het hele reistraject voor de medewerker, maar ook voor hele groepen medewerkers, zo soepel mogelijk laten verlopen? Met deMobiliteitsManager leveren wij maatwerk. Onze uitgangspunten  zijn het stimuleren om meer gebruik te maken van andere vervoersmiddelen dan de auto door bijvoorbeeld OV-abonnementen, fietsen, deelauto’s en taxi’s. Daarnaast komen ook aspecten als slim reizen, bijvoorbeeld op andere tijden, aan de orde en kunnen we parkeeroplossingen opnemen in het pakket. Vergeet ook het thuiswerken niet en het meer gebruik maken van telewerken en videoconferenties. Zo kunnen we een op maat samengesteld palet aanbieden van zakelijk vervoer.”

Veel te halen

Jean Paul Duurland en Maddy Bolhuis zijn al in gesprek met enkele geïnteresseerde bedrijven over deMobiliteitsManager. Naast ziekenhuizen en zorginstellingen zijn bijvoorbeeld bedrijven uit het MKB-middensegment interessante organisaties. “Bij veel bedrijven staat het mobiliteitsbeleid nog niet hoog op de agenda. Ten onrechte, want wij zijn ervan overtuigd dat er op dit gebied voor hen ‘veel is te halen’. Wij bieden bedrijven handvatten voor een professioneel en efficiënt mobiliteitsbeheer. Dat gaat heel ver, zo kunnen we per medewerker of groep van medewerkers mobiliteitsdiensten waarvan zij gebruik mogen maken ‘aan’ en ‘uit’ zetten,” zegt Jean Paul Duurland. “Bovendien nemen wij alle administratie uit handen en met ons geavanceerde informatiesysteem heeft het bedrijf 24 uur per dag inzage in alle gewenste informatie op mobiliteitsgebied.”

Er breekt een drukke tijd aan voor Bolhuis en Duurland. In december vindt de introductie plaats van deMobiliteitsManager. De RET gaat flink aan de weg timmeren met de nieuwe propositie. Maddy Bolhuis: “Het is een mooie uitdaging. We zijn al voorzichtig begonnen en het ziet er veelbelovend uit. Samen met partners in de hele mobiliteitsketen kunnen we met deMobiliteitsManager bedrijven meer dan uitstekend van dienst zijn.”

CP Group doet niet meer aan roeien, maar aan raften

0

‘We can work it out’: dat is het credo van CP Group. De wereldwijd opererende logistiek dienstverlener voerde dit jaar een rebranding door.

Intern werd de organisatie anders neergezet en ook naar buiten toe presenteert de organisatie zich duidelijker én met een nieuw logo. Hans Wamelink, executive officer, en Pieter Leenheer, financial officer, vertellen waarom deze keuzes zijn gemaakt.

“CP Group is in 1978 ontstaan met de oprichting van CP Benelux Logistics. De focus lag daarbij op transport, opslag en distributie voor producten voor de scheepvaart. Door de jaren heen zijn er diverse werkmaatschappijen omheen ontstaan, waardoor we een heel compleet pakket aan diensten bieden. Voor klanten is het natuurlijk heel praktisch dat CP Group alles onder één dak aanbiedt. Helaas profiteerden velen er niet van, simpelweg omdat ze niet op de hoogte waren van de variëteit aan werkmaatschappijen en mogelijkheden. Dat is een gemiste kans voor hun, maar natuurlijk ook voor ons. Daarom hebben wij ingezet op een rebranding,” vertelt Wamelink. CP Group kan de gehele supply chain uit handen nemen, inclusief warehousing, voorraadbeheer en value added services. “CP Hacap Shipping, CP Heat Exchanger Technologies, CP Metal Chemicals en CP Benelux Logistics vullen elkaar uitstekend aan met specialistische producten en diensten. Dát moest sterker naar voren komen.” Intern werd het piramidemodel vervangen door een balvormige structuur met flexibele schil, legt Leenheer uit. “We werken nu met operationele managers en er zijn faciliterende functies bijgekomen op het gebied van onder meer marketing, human resources en finance. Het was ook nodig daar stappen in te maken.” Wamelink vult aan: “We waren al doeners en van vele markten thuis, maar droegen het niet genoeg uit. Dat is veranderd en werpt al meteen zijn vruchten af. Als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg. Dat besef is er nu. De noodzaak tot verandering was er gewoon. De hele boel managen als het water glad is, kan met een roeiboot en één leider. Maar in deze moderne tijd waarin ontwikkelingen zich in rap tempo opvolgen, heb je te maken met golven en turbulentie. Dan heb je een raft nodig om met elkaar de overkant te bereiken,” benoemt Wamelink het veranderproces in een metafoor. Niet alles binnen CP Group is overigens op de schop gegaan. “We zijn altijd, ook in economisch mindere tijden, onze klanten blijven bezoeken. Dichtbij staan, daar hechten wij veel waarde aan. Onze persoonlijke aandacht loont. Ik weet zeker dat het één van de redenen is waardoor wij de laatste 15 jaar zo’n sterke groei hebben doorgemaakt. Na de rebranding hebben wij als nog professionelere en transparantere partij die lijn doorgezet.”

Tribes Rotterdam: bekroonde inspirerende werkplekken! Maar ook een mooie plek voor een bijeenkomst met de Vrienden van BUSINESS

0

De Tribes locaties zijn verkozen tot de Beste Werkplekken van 2015. Voor Drechtsteden BUSINESS reden om met beheerder Baukje de Vries contact te leggen en een afspraak te maken voor een BOB borrel. Begin deze maand was het zover en kregen de leden tijdens een geslaagde bijeenkomst een aardig inkijkje bij Tribes in de Wilhelminatoren in Rotterdam. Op deze locatie heb je niet alleen een fraai kantoor, maar ook een schitterend uitzicht op de rivier. Huur een flexibele werkplek, een kantoor, een vergaderruimte of een bedrijfsadres bij Tribes Rotterdam en ontdek waarom! Deze high-class werkplekken zijn geïnspireerd door de Kazakh, de stam wiens fascinerende tradities en objecten voor een constante bron van inspiratie zorgen tijdens je bezoek.

Je treft bij Tribes professionele werkruimten, flexibele verhuur, inspirerende vergaderruimtes, volledig uitgeruste conferentie faciliteiten en een virtueel kantoor.

Wij bedanken Baukje de Vries en haar team voor het faciliteren van deze gezamenlijke BOB borrel met colourfull business.

Contact?
Tribes Rotterdam
Wilhelminaplein 1-40 3072 DE Rotterdam
Nederland
T: 010 3027896
Baukje de Vries – Visser
E: baukje@tribes.nl
M: 06 11 59 13 88

Congres Transport & Logistiek Streven naar minder congestie en betere bereikbaarheid

0

Transport en logistiek: we hebben er allemaal in meer of mindere mate mee te maken. Reden genoeg voor Port of Business om er een congres aan te wijden.

In Theater Het Plein in Ridderkerk kwamen diverse experts en betrokkenen bijeen om vanuit hun oogpunt uit de doeken te doen hoe de vlag erbij hangt.

Als eerste verwelkomde moderator Cees Vingerling prof. dr. Harry Geerlings. Hij is als (haven)hoogleraar verbonden aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en een autoriteit op het gebied van duurzame mobiliteit. Hij was niet overwegend positief of negatief over alle huidige ontwikkelingen, maar vooral realistisch. “De Rotterdamse haven is de grootste van Europa, maar niet meer van de wereld. We groeien nog wel, maar anderen simpelweg veel harder. Met name in China gaat het de havens voor de wind. Momenteel staan er acht in de top 10 wereldwijd. Rotterdam bekleedt inmiddels de 12de positie. Dat is geen schande. Bovendien is het een haven met oog voor veiligheid en duurzaamheid. De Havenvisie 2030 van het Havenbedrijf Rotterdam geeft de ambitie aan voor de verdere toekomst. Deze vervult een richtinggevende rol.” Over die koers is Geerlings positief gestemd, op andere vlakken ziet Geerlings toch wat donkere wolken aan de horizon. “Fossiele brandstoffen zijn niet onuitputtelijk. Dat is een zorg, net als de overcapaciteit aan containerterminals. De prijs en arbeidsmarkt staan onder druk. Op logistiek gebied is een lichte zorg dat de binnenvaartsector achterblijft bij de verwachtingen. Terwijl er over de weg veel congestie is. Maar Rotterdam doet het op dat gebied wel beter dan bijvoorbeeld Hamburg en Antwerpen.” Geerlings kaartte ook de Drechtsteden nog even aan. “Dat gebied heeft een geweldige uitgangspositie. Het beschikt over een unieke ligging, er komen drie rivieren samen: ideaal als belangrijk knooppunt.”

Frustratie als regionaal bestuurder

Na een kort moment voor Annemieke de Leeuw, die als logistiekmakelaar van De Verkeersonderneming aandacht vroeg voor geld verdienen door spitsmijden, was het woord aan Hans Tanis. De Sliedrechtse wethouder en locoburgemeester is ook lid van het Drechtstedenbestuur. In die rol is hij verantwoordelijk voor de mobiliteit in die regio. “Mooi om de verbinding tussen de overheid en het bedrijfsleven op dit congres te zien. Daar begint het immers allemaal mee. De tijd dat de overheid bepaalt hoe de maatschappij eruit ziet, is al lang voorbij. Samenwerking is het sleutelwoord, op meerdere fronten. De Drechtsteden werkt bijvoorbeeld ook intensief samen met de BAR-gemeenten. Wij streven allemaal naar een goede bereikbaarheid van deze regio, maar de praktijk laat helaas vaak anders zien. In 2019 gaat de N3 maar ook A15/N3 en A16/N3 op de schop. Dat zorgt hopelijk voor wat verlichting, maar wie zegt dat daardoor het probleem alleen maar naar Gorinchem wordt verschoven, kan ik niet helemaal ongelijk geven. Om congestie te verminderen en bereikbaarheid te verbeteren zou ik graag de minister van Verkeer en Waterstaat eens uitnodigen een week lang in de spits over de A15 te rijden. Als regionaal bestuurder vind ik het best frustrerend dat het traject Ridderkerk-Deil als één gebied wordt gezien. Dan wordt gezegd: ‘je blijft onder de norm, dus er is geen fileprobleem. Terwijl dat er hier natuurlijk wel is.”

Paneldiscussie

Na een korte introductie over bandenspanningsmonitor Route42 en aansluitend de visie van verzekeraar TVM was het tijd voor het laatste onderdeel: de paneldiscussie. Naast Geerlings schoven Hans Vervat, eigenaar Matrans en voormalig wethouder Economie, Verkeer en Vervoer in Rotterdam, Ruud Vat, commissaris bij Neele-Vat Logistics en Anna Schouten, projectmanager platform Samen Bereikbaar, aan om vragen vanuit het publiek te beantwoorden. Dat ging alle kanten op. Van vragen over binnenvaart tot aan het ontwikkelen van meer werkgelegenheid en van uiteenzettingen over hoge grondprijzen en gebrek aan focus voor de haven binnen het Rotterdamse college: gesprekonderwerpen genoeg. Na afloop werd er nog eens rustig over doorgepraat.

Niets te klagen!

0

Vanmorgen opende ik zoals gewoon diverse nieuwsapp’s op mijn telefoon om zo het wakker worden een beetje te bespoedigen. Even vluchtig door het nieuws scrollen is toch een soort koude douche vaak, waarmee je net wat sneller opstaat. Vanmorgen echter moest ik gniffelen. De “asfaltmachine” moet worden aangezet, zo kopt de Telegraaf. De “Kamer” eist een oplossing voor het fileleed, zo schrijft de NOS. Natuurlijk begrijp ik de frustratie. Ook ik mag dadelijks geruime tijd aanschuiven in grote rijen blik, die toch steeds groter worden en eerder ontstaan. Ook ik heb daar misschien wel een hele grote hekel aan. Desondanks vind ik dat we eigenlijk niets te klagen hebben.

Belangrijkste reden hiervoor is toch wel dat ik vind dat we de vierhoek, Den Haag – Rotterdam – Amsterdam – Utrecht, steeds meer als één stad kunnen gaan beschouwen. Daarmee is het vele stilstaan niet opgelost, maar als we deze vierhoek nu als stad “Holland” beschouwen dan is het fileleed toch al een stuk beter te begrijpen. Want zeg nu zelf, als je naar London vliegt en voor die paar tientjes minder op Heathrow vliegt, accepteer je toch ook dat je er circa 2 uur over doet om de stad te bereiken? Als je in Beijing de weg op wilt gaan als het net een beetje is gaan regenen dan sta je toch ook makkelijk 3 uur stil om bij je restaurant een wijkje verder te komen? Als ik dus in de avonduren van de wijk Amsterdam naar de wijk Utrecht moet, heb ik dus een beetje file maar te accepteren. Het is, als we kijken naar de hoeveelheid inwoners in de stad “Holland” heel normaal dat er een beetje vertraging is. Het enige verschil is, en daar zou je wellicht wat over kunnen zeggen, is dat de steden die ik eerder noemde een wat ruimere infrastructuur hebben (een goed aangelegde metrolijn, zesbaans snelwegen), maar goed, we moeten toch ook wat te wensen overhouden, niet waar?

Als een iets minder belangrijke reden, maar zeker niet minder overtuigend… Is het niet zo dat al dit file-“leed” ook betekent dat de economie weer aantrekt? Dat er weer meer mensen een baan hebben? Dat er weer meer geld te besteden is? Juist! Dat geld wordt dus ook weer besteed aan uit eten gaan, een borrel gaan drinken, een hotelletje pakken of extern vergaderen of congresseren. En daarom vind ik dat ik als horeca ondernemer niets, maar dan ook niets, te klagen heb!

Nog meer plezier van de Waterbus

0

Al zo’n vijftien jaar is de Waterbus een vertrouwd gezicht in onze regio. Bijna twee miljoen passagiers maken jaarlijks gebruik van deze unieke manier van vervoer over water.

Inmiddels is Waterbus meer dan een openbaar vervoerder. En plannen zijn er nog genoeg. Daarover praten we met Gerbrand Schutten, directeur Waterbus en Gerben Baaij, directeur Dordrecht Marketing.

Waterbus is een bijzonder bedrijf met een ijzersterke dienstverlening. Hoe bijzonder eigenlijk, realiseren wij ons niet altijd. Deze vorm van openbaar vervoer blijft echter onder de vakbroeders niet alleen in Nederland, maar ook in het buitenland niet onopgemerkt. Gerbrand Schutten hierover: “Wij zijn aangesloten bij een Europees netwerk van ferry operators en in dat netwerk worden wij als bijzonder beschouwd door onze schepen, ons netwerk en onze activiteiten. Zo hebben wij bijvoorbeeld vorig jaar op verzoek een pilot in Antwerpen uitgevoerd. Ook daar hebben ze te kampen met vervoersproblemen, maar gelukkig is er ook genoeg water voorhanden. Wij hebben aangetoond dat je met waterbussen een modern en snel verennetwerk kan exploiteren.” In onze regio is de Waterbus al jaren niet meer weg te denken. Naast de OV-speler die in de spits het wegennet probeert te ontlasten, is Waterbus inmiddels ook een belangrijke partner en vervoerder in de recreatieve en toeristische sector. “Wij bieden heel veel mensen vervoer aan naar bijvoorbeeld de molens van Kinderdijk, de Biesbosch en de mooie stad Dordrecht. En we blijven ons ontwikkelen,” zegt Gerbrand Schutten hierover.

Watericonen

Over dat laatste is Gerben Baaij als directeur van Dordrecht Marketing zeer te spreken. “Deze regio mag zich verheugen in een aantal bijzondere iconen; de molens van Kinderdijk, de Biesbosch en onze oude binnenstad. Voor toeristen best lastig, je bent per auto te lang onderweg om alles in een dag te bezoeken. Met de snelle waterbusverbindingen gaat dat snel en comfortabel.” Dat geldt ook voor het bezoeken van andere toeristische plekken en evenementen. Waterbus speelt hier niet alleen op een adequate wijze op in, zij nemen eveneens als partner deel in een samenwerkingsverband van een tiental publiek-private partijen die onder de noemer ‘Coalitie Waterdriehoek’ de toeristische en daardoor ook de economische ontwikkeling van Biesbosch, Dordrecht, Kinderdijk en het gebied daartussen stimuleren. Gerben Baaij: “De activiteiten van dit samenwerkingsverband hebben al geleid tot meer dan 30, zeer uiteenlopende, projecten en investeringen van vele miljoenen. Er is bijvoorbeeld een extra steiger gekomen bij Kinderdijk en er zijn extra investeringen gedaan in Dordrecht en in de Biesbosch. Ook is de website watericonen.nl gebouwd. Op deze website staan artikelen, video’s en foto’s over het gebied die vrij zijn te gebruiken door bedrijven en overheden voor hun marketingcommunicatie. Het is te veel om op te noemen.”

Avondboot

Zo’n 90% van de reizigers van Waterbus reist naar een vaste bestemming. Zo ook de reizigers vanuit Zwijndrecht en Papendrecht naar Dordrecht en vice-versa. Voor deze reizigers is er goed nieuws. Gerben Baaij: “Het stond al jaren op mijn verlanglijstje. Een verzoek van een inwoonster uit Papendrecht om de waterbus langer door te laten varen is opgepikt door statenlid Metin Celik en met steun van veel stakeholders door Provinciale Staten gehonoreerd. Er gaat binnenkort een pilot van start.” Ook Gerbrand Schutten is enthousiast over de pilot. “Vanaf 1 december dit jaar varen we op donderdag, vrijdag en zaterdag tot 01.00 uur door op de lijnen Dordrecht-Zwijndrecht en Dordrecht-Papendrecht vice-versa. De pilot loopt tot 1 juni 2017 en als het een succes blijkt te zijn, zullen we het structureel in de dienstregeling opnemen.” De ruimere vaartijden bieden veel voordelen, zo zegt Gerben Baaij. “Mensen kunnen langer in de plaats blijven waar zij op dat moment vertoeven. Wij gaan dat stimuleren door het aanbieden van combinatietickets in samenwerking met de culturele sector en speciale acties met de horecasector. Maar ook komen er andere activiteiten in samenwerking met partners om een langer verblijf in de steden te promoten.”

Plannen

Er staat nog een flink aantal andere plannen op de rol. Zo zullen de rechtstreekse verbindingen tussen Rotterdam en Kinderdijk en Dordrecht en Kinderdijk worden voortgezet. “Dit is een onverwacht groot succes gebleken,” zegt Gerbrand Schutten. “Dit jaar hebben we op deze lijnen zo’n 50.000 reizigers aan boord gehad.” Met Waterbus in ons gebied mogen we best blij zijn, zo benadrukt Gerben Baaij nog maar eens. “Er zijn nauwelijks openbaar vervoerders in ons land die  zo nadrukkelijk oog hebben voor de recreatieve en toeristische sector als Waterbus. En die zo goed snappen dat het niet om het vervoermiddel maar om de bestemming gaat. Ik vind dat we het Waterbusnetwerk als één geheel moeten beschouwen. Niet iedere lijn of elk initiatief is voor elke stakeholder van belang. Maar we hebben allemaal belang bij instandhouding en het versterken van de Waterbus. Dus niet klein denken, maar allemaal die ontwikkeling blijven steunen, vanuit de ‘Coalitie Waterdriehoek’,  vanuit Dordrecht én vanuit de andere Drechtsteden.”