Home Blog Page 206

Allround logistiek dienstverlener UWL lanceert nieuwe flexitankservice en breidt hiermee aanbod uit voor verladers van bulk vloeistoffen

0

Allround logistiek dienstverlener UWL heeft een nieuwe service voor het verschepen van ongevaarlijke vloeistoffen op de markt gebracht, de FlexiTank. Tezamen met het huidige aanbod verbetert deze service de kwaliteit, biedt het meer mogelijkheden voor klanten en levert het tegelijkertijd een financiële besparing op.

De algemeen directeur FlexiTanks & Bulk Liquid Logistics, Chris Booij, noemt dit een belangrijke aanvulling op het groeiende dienstenaanbod van het bedrijf: “Door ons aanbod uit te breiden met deze nieuwe dienstverlening, kunnen we ons groeiende, wereldwijde klantenbestand in de industrie concurrerende producten en diensten aanbieden. Hiermee kunnen we aan hun doelstellingen voldoen en vaak de verwachtingen overtreffen. We zijn er niet op gericht om het grootste marktaandeel in de industrie te halen. We streven er echter wel naar om in deze industrie de beste klantenservice te bieden.”
De heer Booij legt ook uit dat de productlijn van UWL een uniek en competitief voordeel biedt aan de klanten. “Met onze kennis en toewijding kunnen we een verschil maken voor onze klanten. Met onze unieke, op activa gebaseerde structuur kunnen we als logistiek dienstverlener cross-functionele producten en diensten bieden aan klanten. Zo kunnen zij hun kosten zo laag mogelijk houden en de effectiviteit en efficiëntie maximaliseren.”
Steve Williams, regionaal directeur FlexiTanks & Bulk Liquid Logistics in Noord- en Zuid-Amerika, licht het strategische, wereldwijde UWL-netwerk en de expertise en professionaliteit van de werknemers verder toe. “Door als een wereldwijde logistiek dienstverlener te werken kan UWL een kant en klaar operationeel netwerk bieden inclusief infrastructuur voorzien van ervaren logistieke professionals. Zij kunnen wereldwijde supply chainoplossingen bieden aan de chemische- en voedingsmiddelenindustrie. Vloeistofvervoer middels FlexiTanks is een natuurlijke aanvulling op ons toch al omvangrijke dienstenaanbod. Hiermee bieden we onze klanten een ‘one-stop-shop’, met dezelfde professionaliteit en toewijding voor perfectie die alle UWL-klanten van ons verwachten.
E: info@shipuwl.com
I: www.shipuwl.com

“Moerdijk is een paradijs voor kinderen!”

0

Mariejetta woont heel haar leven in Moerdijk. Op de vraag wat het grootste pluspunt is van het dorp, hoeft ze niet lang na te denken: “Het is hier een paradijs voor kinderen.” Haar dochter Noa van acht is het helemaal met haar eens. “Er wonen veel kinderen hier. Dus er is altijd wel iemand om mee buiten te spelen,” vertelt Noa enthousiast. In Moerdijk hoeven de ouders hun kinderen niet van de iPad te halen om buiten te spelen: er is nog de rust en de ruimte voor de kinderen om samen zelf het dorp te verkennen.

Ze kan zich een leven buiten Moerdijk moeilijk voorstellen. “De combinatie van de rust en de natuur van het dorp en de hoge mate van bedrijvigheid op het nabijgelegen haven- en industrieterrein zijn ideaal. Er zijn hier zoveel bedrijven, dat er altijd wel werk te vinden is.” Zelf werkt ze ook op het haven- en industrieterrein. “En ik ga lekker op de fiets naar mijn werk. Alleen als het regent, pak ik de auto. En dat is ideaal wat mij betreft.”

Omdat ze ook in Breda en Dordrecht heeft gewerkt, kan Mariejetta het leven in de stad en in een dorp goed met elkaar vergelijken. “Er kleven voor- en nadelen aan. Als er in een dorp iets vervelends met je gebeurt, heeft iedereen daar een mening over. Daar tegenover staat dat eenzaamheid in Moerdijk eigenlijk niet bestaat. In de stad is dat wel anders. Daar zag ik veel ouderen die eenzaam waren, ondanks alle mensen om hen heen. Hier in Moerdijk heeft daar niemand last van. Hier is er altijd wel iemand om gezellig een praatje mee te maken. De meeste mensen kennen elkaar en daardoor heerst er ook een groot gevoel van veiligheid. Geen haar op mijn hoofd die eraan denkt om ergens anders te gaan wonen. En als ik een keer behoefte heb aan drukte of aan een dagje lekker winkelen zit ik binnen 20 minuten in Dordrecht of Breda. Wel de lusten, maar niet de lasten van de stad. En dat is ideaal voor Noa en voor mij!”

“Heerlijk dorps wonen, dichtbij de stad.”

0

Al heel zijn leven woont Kees (50) in Moerdijk. Tijdens het stappen in de buurt leerde hij zijn vrouw Andrea (42) uit Rotterdam kennen die vaak op familiebezoek kwam in de buurt van Moerdijk. Toen ze trouwden was de keuze voor een woonplaats niet moeilijk. “Vanaf de eerste dag vond ik het heerlijk hier. Het enige waar ik aan moest wennen is dat het in Brabant heel normaal is dat vrienden niet aanbellen maar langs achter komen”, lacht Andrea. “Veel gemakkelijker toch? Dan hoef je niet uit je stoel te komen als de bel gaat,” grinnikt Kees. Samen kregen ze in Moerdijk drie dochters. Sinds acht jaar runt Andrea Het Winkelmandje in Moerdijk. Dit is een onmisbaar winkeltje voor veel inwoners van Moerdijk: voor vers brood en de dagelijkse boodschappen hoeven de bewoners namelijk het dorp niet uit. Het Winkelmandje is ook een vestiging voor PostNL. “Mensen die online iets bestellen kunnen het pakket bij ons ophalen. Ook bewoners uit de omliggende dorpen halen bij ons hun pakketten op. We zien dit als een extra service,” vertelt Kees. “En dat is toch wel een belangrijk verschil met de stad. Hier voelen we samen de verantwoordelijkheid voor het dorp. We werken er met z’n allen aan om het leefklimaat en het voorzieningenniveau op peil te houden. Wat dat betreft is Moerdijk een echt dorp. We kennen elkaar allemaal.”
Kees helpt zijn vrouw met de winkel en hij werkt op het haven- en industrieterrein. “Lekker dichtbij,” vervolgt hij. Ook zit hij bij de vrijwillige brandweer in Moerdijk. De brand bij Shell heeft hij dus van dichtbij meegemaakt. “De vlammen van 40 meter hoog, daar schrok ik wel van.”

Een slogan over het wonen in het dorp hebben ze ook al: Wonen in Moerdijk is zo gek nog niet. De slogan sluit aan bij de rationele instelling van Moerdijkers. Als echte ambassadeurs dragen ze de slogan actief uit. “Als je alles optelt, is het gewoon erg goed wonen hier. Je bent met de Moerdijkbrug heel snel in Dordrecht, Breda en Rotterdam. Er is veel rust en groen in het dorp, er heerst veel saamhorigheid en de huizenprijzen liggen laag. Dat de naam Moerdijk een negatief imago heeft maakt ze niets uit. Zij weten beter. En het gaat tenslotte om het woongenot. En dat is hier meer dan voldoende aanwezig.
Ze moeten er zelf niet aan denken om Moerdijk te verlaten, dus zien ze de Moerdijkregeling niet van toepassing voor hen. “Wel was dit iets wat de inwoners nog misten aan het wonen hier. Nu hebben de inwoners niet alleen rust in de omgeving, maar ook in hun hoofd,” besluiten ze. “En misschien wel het allerbelangrijkste: het biedt het dorp en zijn bewoners volop kansen voor de toekomst!”

Van seizoenbedrijf naar vol continu

0

Met jaarlijks zo’n 450.000 gasten aan boord van hun schepen is Spido een toeristische trekpleister van formaat. De Rotterdamse rederij kende de afgelopen jaren roerige tijden, maar heeft nu de wind weer in de rug. Algemeen directeur/eigenaar Leo Blok over zijn bedrijf.

In 2006 kocht de familie Blok alle aandelen van Spido. Leo Blok was op dat moment nog partner bij de internationaal opererende financiële dienstverlener KPMG. Eind oktober 2011 bereikte Blok de pensioengerechtigde leeftijd en wilde zich meer met de bedrijfsvoering van Spido gaan bemoeien. “Ik was 62 jaar en vol goede moed om de toenmalige directie te gaan ondersteunen. Er brak echter een vervelende periode aan, niet alleen vanwege de economische crisis, maar meer nog vanwege perikelen op personeelsgebied.” In november 2012 was de maat vol en nam Blok het heft volledig in handen. Er speelden onverkwikkelijke zaken en het bedrijf verkeerde in deplorabele staat. Blok nam rigoureuze maatregelen, zette de directie op non-actief en nam de dagelijkse leiding op zich. “Deze harde maatregelen waren noodzakelijk. Een eerste bezuinigingsronde leverde direct al een besparing van tonnen op. Daarna hebben we gereorganiseerd, een HR-manager aangetrokken en de marketingafdeling tijdelijk versterkt. We zijn de zaken weer voorzichtig gaan opbouwen.” Spido was in die tijd puur een seizoenbedrijf, in de zomer draaide het bedrijf overuren, maar ’s winters lagen de schepen werkloos aan de kade. Om de loze uren in te vullen werden nieuwe concepten bedacht zoals dagtochten, themacruises en events. Blok: “Zo hebben wij afgelopen jaar voor het eerst op oudejaarsavond gevaren. Het was een doorslaand succes. Ook de dagtochten, themacruises en events doen het goed. Op deze manier varen we nu het gehele jaar door.”

Crescendo

Blok is onvermoeibaar in het zoeken naar kansen en mogelijkheden. De laatste jaren gaat het weer crescendo met het rondvaarbedrijf en volgens de ambitieuze directeur zit er nog volop rek in de bedrijfsactiviteiten. “De organisatie is op volle sterkte en ook de economie helpt een handje.” Bovendien timmert Rotterdam op toeristisch gebied op dit moment volop aan de weg. Volgens Blok is dit mede te danken aan de activiteiten van Rotterdam Partners. “Dat is de verbindende schakel die vraag en aanbod bij elkaar brengt voor wat betreft toerisme, evenementen en congressen. Rotterdam heeft veel te bieden, als wij met elkaar een bezoek aan onze stad nog boeiender kunnen maken is dat goed voor de regionale economie. Er liggen nog veel kansen. Futureland op de Tweede Maasvlakte is zo’n kans.

100 jaar

De vloot van Spido bestaat uit vijf schepen. Het bedrijf heeft zo’n 45 vaste medewerkers in dienst en in het hoogseizoen komen daar nog eens zo’n 30 tijdelijke krachten bij. De catering aan boord van de schepen is in eigen beheer. Elk schip beschikt daarvoor over een keuken. Lunches en diners worden aan boord bereid. Omdat er permanent een schip bij Futureland actief is met rondvaarten, is uitbreiding van de vloot eigenlijk noodzakelijk. De plannen hiervoor zijn in een voorbereidend stadium. “In 2019 bestaan we 100 jaar. Een mooi moment om het nieuwe schip in de vaart te nemen,” zegt Blok hierover. Zo’n nieuw schip is een forse investering en daar heeft het ook de laatste jaren niet aan ontbroken. Zo is er een nieuw ponton gekomen, is het interieur van de ‘Marco Polo’ geheel vernieuwd, de ‘Ostara’ voorzien van nieuwe motoren en heeft de ‘James Cook’ een nieuw plafond, vloerbedekking en tafels gekregen. “Ons investeringsprogramma is nog niet ten einde,” vervolgt Blok. “De ‘Marco Polo’ krijgt volgend jaar nieuwe motoren en roerpropellors.”

Leuk

Blok is voorlopig nog niet klaar bij Spido. China en Engeland worden bewerkt om bij een bezoek aan Rotterdam een rondvaart met Spido mee te pikken en ook Maassluis zal in het dagtochtenprogramma worden opgenomen. “De gemeente Maassluis opperde zelf dit plan en daar gaan wij graag in mee.” Spido leeft als nooit tevoren. Als ex-accountant is Blok in een totaal andere wereld terecht gekomen, maar zo zegt hij: “Het is verdomd leuk om te doen.”

Nieuwe directievoorzitter Rabobank Ridderkerk Midden-IJsselmonde: Thuiskomen voor Matthé van Tour

0

Een man met een coöperatief hart, een verbinder en thuis in de regio Barendrecht, Ridderkerk, Rhoon en Heerjansdam.

Je bent onlangs gestart als directievoorzitter van Rabobank Ridderkerk Midden-IJsselmonde. Waarom juist deze bank?

“Ik ben een geboren en getogen Dordtenaar, maar woon inmiddels zestien jaar met mijn gezin in Barendrecht. Ik ken de ‘mores’, de regels en gebruiken in dit gebied en weet hoe mensen denken. Hiervoor heb ik met veel plezier bij Rabobank Den Haag gewerkt, een grote bank terwijl Rabobank Ridderkerk Midden-IJsselmonde, met ruim honderddertig medewerkers, een middelgrote bank is. Heel anders en geworteld in de samenleving. Den Haag is een wat meer politieke omgeving, terwijl de mensen hier meer van de actie zijn: handen uit de mouwen en doe maar gewoon. Dat past bij mij, zo zit ik zelf ook in elkaar. Na zes jaar Den Haag kreeg ik de kans om directievoorzitter te worden in mijn vertrouwde omgeving. Ondanks dat ik hier nog maar net bezig ben, is dat goed te merken. Op het schoolplein, bij de hockeyclub, in de kerk, overal zie ik bekenden van de bank. Beter kan haast niet. Noem het een droom, mijn nieuwe baan voelt als thuiskomen.”

Waar krijg je buiten het werk om energie van?

“Als echte familieman denk ik dan als eerste aan mijn gezin. Mijn vrouw Liese en ik hebben drie kinderen die alle drie in Barendrecht naar school gaan. Energie krijg ik ook van reizen. We proberen eens in de twee jaar met het hele gezin een verre reis te maken. Zo zijn we al in Azië en de VS geweest. Ik hou van hard werken, maar ook van genieten. Het gaat om de juiste balans. Ik stop niet alleen veel passie in mijn werk, maar haal daar ook veel energie uit. Ik heb een veeleisende baan en merk dat ik het soms nodig heb om mijn hoofd leeg te maken. Dan vind ik het heerlijk om te gaan hardlopen, liefst een paar keer in de week!”

Waar ga je mee aan de slag in je nieuwe functie?

“Ik kijk ernaar uit om samen met mijn mededirectieleden en de medewerkers verder te bouwen aan onze mooie lokale bank. We willen aan onze klanten meer laten zien en laten merken dat wij ervoor ze zijn. Daarnaast wil ik de aangekondigde veranderingen voor de medewerkers binnen de bank op een Rabo-waardige manier aanpakken.

Wat wil je bereiken bij klanten?

“Wij zijn een bank voor particulieren en bedrijven die bekend is met de regio. We willen onze klanten zo snel en zo efficiënt mogelijk bedienen en toegevoegde waarde bieden waar het nodig is. Dat moeten we in de puntjes verzorgen. Zo bestaat onze dienstverlening aan ondernemers onder andere uit financieel regisseurschap. Als financieel regisseur helpen wij ondernemers zoeken naar een financiële oplossing. Dat betekent niet dat wij altijd zelf de lening verstrekken, maar wel dat wij de klant helpen om die financiering te vinden. Bijvoorbeeld via leasing, crowdfunding, een investeringsfonds of via overheidsregelingen. En voor onze particuliere klanten laten we onze toegevoegde waarde onder andere zien door elke vrijdagmiddag een Inloopspreekuur Wonen te organiseren. Klanten, maar ook niet-klanten kunnen zonder afspraak binnenlopen om een vrijblijvend oriëntatiegesprek te hebben met een van onze financieel adviseurs. Zo helpen wij hun droom(woning) te realiseren.

The Greenery in de lift

0

The Greenery, een van de grootste handelaren in groenten en fruit in Nederland, zit weer in de lift. Dat zegt Steven Martina, de ceo van de onderneming. Bij veel telers had het bedrijf de laatste jaren een slechte reputatie: een logge organisatie die geen goede prijzen wist te bedingen bij de retailers. “We hadden lange tijd een heel dominante positie op de markt. Iedereen vond wel iets van ons,” zegt Martina daarover.

“Gelukkig begint de situatie wat te verbeteren,” zegt Martina. “Er wordt ons weer een en ander gegund.” Dat heeft wellicht ook te maken met de aanstelling van Martina. Voor het eerst in jaren wordt het handelshuis geleid door een intern opgeleide manager. Al zijn voorgangers kwamen van buiten de sector en dat wordt in de tuinbouwsector als een groot nadeel beschouwd. Martina (39), afgestudeerd in rechten en economie, werkt al twaalf jaar bij The Greenery. Hij liet eerder zien dat hij de handel in de vingers heeft door de omzet bij de divisie zacht fruit, die onder zijn verantwoordelijkheid viel, te verviervoudigen tot ruim € 100 mln. Afgelopen jaar hield de onderneming al grote schoonmaak onder de vele handels- en teeltbedrijven. Een groot aantal distributiecentra, slechtlopende onderdelen en enkele deelnemingen werden verkocht.

Het jaar 2015 werd met een 2% hogere omzet van ruim € 1,1 mrd afgesloten. Het volume daalde, maar hogere verkoopprijzen zorgden toch voor de gehoopte omzetgroei. The Greenery boekte een nettoresultaat van ruim €4 mln en dat was beter dan de voorgaande jaren. Het wordt een pittige opgave voor Martina om het verloren gegane terrein in de handel in tomaten, paprika en komkommers terug te winnen. The Greenery, in 1996 ontstaan uit een fusie van negen veilingen, heeft in dat segment nog maar een marktaandeel van 15%. Veel telers hebben het financieel moeilijk en hebben het handelshuis teleurgesteld de rug toegekeerd. Zij sloten zich aan bij nieuwe telersverenigingen. The Greenery wil de telers weer terughalen. “Onze ambitie is het marktaandeel te verdubbelen tot 30%,” zegt Martina.

Er loopt inmiddels een groot investeringsprogramma dat voorziet in nieuwbouw en renovatie op drie locaties tegelijk. Het gaat onder meer om een fustloods, nieuwbouw voor de distributie van zacht fruit en een distributiecentrum voor de retail. Met de nieuwbouw is een totaalinvestering gemoeid van meer dan €70 mln, maar die factuur ligt niet bij The Greenery. Het handelshuis is een strategische alliantie aangegaan met vastgoedontwikkelaar WDP. Het huurt alleen de magazijnen en de loodsen. “We richten het bedrijf nu in op de verwerking van grotere volumes. Daarvoor zullen we met z’n allen in de sector moeten zorgen dat de consument meer geld gaat uitgeven aan groenten en fruit. Dat wordt de uitdaging voor de komende jaren.” 

Bron: FD

Renovatie Maastunnel

0

In de periode van 4 januari tot en met 4 april jl. zijn de plafonds van de Rotterdamse Maastunnel voorzien van een nieuwe beschermlaag. Het werk bestond uit het verwijderen van de oude beschermlaag en het aanbrengen van nieuwe coating op de plafonds van alle tunnelbuizen.

Deze werkzaamheden werden vooruitlopend op de renovatie en restauratie van de Maastunnel uitgevoerd, want in de zomer van 2017 starten de werkzaamheden voor de grootschalige renovatie van de Maastunnel. Tijdens de werkzaamheden is één tunnelbuis beschikbaar voor het verkeer van zuid naar noord. Deze buis-voor-buis afsluiting geldt twee jaar. De werkzaamheden in de autotunnel zijn in de zomer van 2019 afgerond. De fietstunnel en voetgangerstunnel worden uitsluitend in 2019 aangepakt en zijn waarschijnlijk in april 2020 gereed.

De renovatie is noodzakelijk omdat in 2011 is geconstateerd dat het beton door de jaren heen is aangetast. In 2019 moet voldaan worden aan de wet- en regelgeving voor veiligheid in tunnels. Voldoet de Maastunnel niet, dan gaat-ie dicht. Voor de renovatie is gekozen om de Maastunnel tijdens de werkzaamheden buis-voor-buis af te sluiten. De rijrichting is uitsluitend van zuid naar noord, zodat de stad èn het Erasmus Medisch Centrum goed bereikbaar blijven. Ook wordt op deze manier de nood- en hulpdienstentransportroute naar het Erasmus MC gegarandeerd. De voetgangers- en fietstunnel blijft in deze periode beschikbaar en wordt aansluitend in 2019 aangepakt.

De afsluiting is vanaf zomer 2017 tot het eind van zomer 2019. De afsluiting is afgestemd met Rijkswaterstaat zodat grote werkzaamheden op de ring van Rotterdam niet tegelijkertijd plaatsvinden. Voor het testen van de nieuwe installaties wordt de tunnel een aantal keer enkele weken in de zomerperiodes afgesloten. De officiële heropening vindt naar verwachting plaats in augustus 2019.

De voorbereidingen zijn al in volle gang. Dat betekent dat er in 2016 extra afsluitingen zijn in de nacht en/of het weekend. Om Rotterdam bereikbaar te houden tijdens de renovatie is bewustzijn voor de overlast en economische gevolgen essentieel. Daarom worden stakeholders zoals bewoners en ondernemers proactief geïnformeerd over de renovatie en betrokken bij het nemen van de verkeerskundige maatregelen. Daarnaast worden ondernemers gestimuleerd om in te zetten op mobiliteitsmanagement (auto laten staan en overstappen op OV en/of (elektrische) fiets).

Ook worden maatregelen getroffen zoals fysieke aanpassingen aan kruispunten en wegvakken, verkeerslichten en bewegwijzering zodat de doorstroming zo optimaal mogelijk wordt van noord naar zuid. Er wordt extra ingezet op verkeersregie, zodat bij (dreigende) hinder snel en adequaat kan worden gehandeld.

Rondetafelgesprek mobiliteit, transport en logistiek: ‘zonder transport staat alles stil’

0

De zin of onzin van leveren binnen tijdvensters, bedrijven slim en duurzaam in beweging krijgen, de blijvende toename van e-commerce en meer files dankzij minder crisis: zo maar wat onderwerpen die besproken werden tijdens het rondetafelgesprek over mobiliteit, transport en logistiek.

Bij MAAT in Alblasserdam ventileerden Piet Kreuk, mede-directeur  van Arie Kreuk Transport, Maurits de Haan, directeur van Abr. De Haan Logistics en Statenlid Zuid-Holland, Erwin Faber, logistiek makelaar bij De Verkeersonderneming, Anna Schouten van de projectgroep Werkgeversaanpak ‘Samen Bereikbaar’ Drechtsteden en Arjan Maat, directeur MAAT hun mening over de materie.

‘Hoe krijg je bedrijven op een goede manier in beweging?’, was de vraag die Faber als eerste op tafel gooide.

Schouten: “Dat is heel lastig, omdat bereikbaarheid bij het gros geen deel uitmaakt van het primaire proces. Er is nooit een afdeling bereikbaarheid binnen organisaties. Ik moet bedrijven daarom enthousiasmeren om slimme en duurzame bereikbaarheid als speerpunt op te pakken. Het kan ontzettend veel opleveren, maar organisaties vinden het nu vaak ook best lastig. Dat komt doordat de problemen niet tastbaar zijn. Natuurlijk zijn de bereikbaarheidsknelpunten bekend, dus in die zin is de urgentie om iets te veranderen hoog. Maar tegelijkertijd voelen bedrijven het niet direct in hun portemonnee en ligt de oplossing in samenwerking.”

De Haan: “De oorsprong van de problemen ligt ook voor een groot deel bij de klant. Die zegt veel te gemakkelijk tegen een transporteur dat een levering de volgende dag om 8.00 uur op locatie moet zijn. Waarom dan? Is daar een specifieke reden voor? Vaak is dat niet het geval en zou levering om 11.00 uur ook geen enkel probleem met zich meebrengen. Ik vind dat afnemers de taak hebben om daar veel kritischer naar te kijken.”

Schouten: “Het probleem is inderdaad dat je met de hele keten te maken hebt. Dat maakt het gecompliceerd.”

Maat: “Als transporteur wordt het steeds moeilijker om binnen tijdsvensters te leveren. Dat komt mede doordat de regels niet uniform zijn. Per stad is het weer anders, met soms flink gepuzzel tot gevolg. Hoe je het ook wendt of keert: wij zijn klantafhankelijk. Hun wensen staan centraal. Daar passen wij ons op aan. Het gevolg is wel dat de onrust toeneemt. Door incourante tijdvensters is efficiency niet altijd mogelijk.”

Kreuk: “Eigenlijk moet alles ook in 4,5 dag gebeuren, want vrijdag na 14.00 uur is het haast niet meer mogelijk ergens iets af te leveren. Vroeger had je daar nog echt 5 volle dagen voor.”

Maat: “Met als gevolg dat de spreiding op de weg nog verder afneemt. Ik vind dat wij er in Nederland met elkaar veel te weinig aan doen om dat probleem op te lossen. De feiten zijn er: je weet dat de verkeersstromen toenemen en waar iedere dag de files staan. Vervolgens wordt er wel gesproken over slimme oplossingen en projecten en extra asfalt, maar verlopen die processen allemaal heel stroperig. Er werd 13 jaar geleden al gesproken over optimale aansluiting van de N3 op de A15 en A16. Nu nog steeds. In al die tijd is er wezenlijk niets veranderd.”

Kreuk: “ Door de drukte op de A15 en A16 loopt het verkeer rondom Rotterdam alleen maar meer vast. Dat is ook niet gunstig voor de Mainport Rotterdam.”

De Haan: “Wellicht ligt daar een rol voor het Havenbedrijf Rotterdam. Als zij hard lobbyen voor duurzame oplossingen, zou de situatie sneller kunnen veranderen. Dan kun je gas gaan geven. Maar bij zulke vraagstukken wordt het Havenbedrijf nu nog niet of te weinig betrokken.”

Kreuk: “Er is doorstroming, maar alleen van de Maasvlakte tot aan het Vaanplein. Daarna loopt het weer vast. Het is steeds het verleggen van het probleem, vrees ik.”

Schouten: “Bovendien: wanneer je extra asfalteert, heb je te maken met het feit dat mensen die eerst met het openbaar vervoer of de fiets naar hun werk gingen het ook ineens erg aantrekkelijk vinden om toch de auto te pakken. Door verbreding wordt het om die reden ook automatisch drukker op de weg. Nederland is één van de dichtstbevolkte landen van Europa, dus dé ultieme oplossing bestaat niet. Optimaliseren kan echter wel. Daar moeten we op inzetten.”

Kreuk: “Het wordt ook drukker op de weg door e-commerce. De consument bestelt iets online voor 22.00 uur en heeft het de volgende werkdag in huis. Moeten we dat wel willen? Het betekent immers een enorme toename van bestelbusjes in de wijk en extra, inefficiënte routes die dagelijks afgelegd worden. Een slechte ontwikkeling. Zijn consumenten al te verwend geraakt of is het nog mogelijk ze opnieuw op te voeden?”

Maat: “Dat zal lastig, zo niet onmogelijk worden. We zijn meer dan ooit een snelle consumptiemaatschappij.”

Faber: “Zonder snelle levertijden haken consumenten af. Bol.com kan het zich niet veroorloven om twee dagen na de bestelorder te leveren, terwijl Wehkamp dat binnen 24 uur doet.”

De Haan: “Ik werk weleens vanuit huis en op zulke dagen stoppen er met enige regelmaat drie busjes voor mijn deur. Niet omdat ik zelf iets besteld heb, maar ik neem dan de pakketjes aan voor de buren die niet thuis zijn. Maar vaak moet er ook een tweede aflevermoment aan te pas komen, wanneer er bij de eerste poging niemand thuis is. Daar zit niemand op te wachten.”

Faber: “We hebben zogezegd de crisis achter ons gelaten, maar de randvoorwaarden en eisen die aan chauffeurs worden gesteld nemen alleen maar toe. Voor consumenten zijn zij vaak het enige fysieke contact met een bedrijf. Ondanks de grote tijdsdruk die chauffeurs ervaren, moeten zij toch lachend en relaxed de pakketjes zien te bezorgen.”

Niet alleen consumenten zijn gewend geraakt aan snelheid en gemak, ook voor organisaties gaat die vlieger op. Met op sommige fronten alle problemen van dien.

Maat: “De 24-uurs economie is ook geen oplossing. Mensen zijn geen mollen. Wij zijn niet gemaakt om ’s avonds of ’s nachts te werken. Jongeren spreekt het wellicht aan vanwege de extra toeslag, maar dan houdt het meestal op. Als bedrijf heb je dus alleen maar extra kosten. Bij afleveringen is de veiligheid van chauffeurs ook niet altijd te waarborgen op een uitgestorven bedrijventerrein. Het is heel complex.”

Faber: “Men is vaak bang voor verandering. Dat merk ik bijvoorbeeld ook bij ziekenhuizen. In deze regio zijn er veel die over eigen transportwagentjes beschikken. Ik heb gesprekken gehad met die inkopers. Zij kunnen 70 procent besparen op de weg door processen te veranderen en bepaalde zaken in hun bedrijfsvoering te implementeren. Zij vervoeren met name spullen van klein formaat, waardoor de busjes eigenlijk nooit vol zitten. Dat kan veel efficiënter. Maar ze willen en durven niet. Ze doen het al jaren zo en het gaat zijn gangetje. Die redenering bespeur ik vaak. Er is een incident nodig om die gedachtegang te doorbreken. Pas wanneer men tussen Dordrecht en Rotterdam dagelijks drie uur vast staat, gaat het voldoende irriteren en genoeg geld kosten om de pijn echt te voelen en de noodzaak tot verandering in te zien.”

Maat: “Veranderingen komen vaak moeilijk op gang. Ook vanuit de overheid stagneren plannen vaak. Neem bijvoorbeeld het Nationale fietsplan en de werkkostenregeling. Daar was ik een voorstander van. Je stimuleerde de duurzaamheid en afname van filedruk door middel van belastingvoordeel, maar na drie jaar werd dat weer afgeschaft. Daar begrijp ik dus niets van. Je kan als overheid toch niet zo wispelturig zijn? Zeker niet op het gebied van mobiliteit, een onderwerp dat per jaar complexer lijkt te worden.”

Faber: “Onze gebiedsaanpak is erop gericht om in samenwerking met lokale partijen de logistieke efficiency te verbeteren met als belangrijk bijproduct spitsmijdingen. Deze partijen zijn uiteraard de bedrijven met logistieke activiteiten in de regio, waarbij de ondernemer vaak zelf aan tafel zit. Maar ook werken we hier samen met gemeentes, bedrijvenverenigingen en parkmanagement. Vaak kampen partijen met dezelfde uitdagingen, zoals ontsluiting van industrieterreinen, bereikbaarheid voor de medewerkers en het ontwikkelen van initiatieven met een gezamenlijk belang (bv. terminals en groepagehubs). De Verkeersonderneming kan hierbij met haar diverse projectlijnen en instrumenten een prima versterking bieden. Naast de logistieke verbeterprojecten ondersteunen we ook door het geven van voorlichting over het programma, het houden van workshops en verstrekken van advies via studenten, trainees en logistieke experts.”

Kreuk: “De kern zit bij onze opdrachtgevers en verladend Nederland. Investeer in andere HUB’s, is mijn devies. Kijk serieus naar alternatieve mogelijkheden. Die drive mis ik nu. En werk meer samen. Logistiek dienstverleners en transporteurs zijn steeds meer twee gescheiden werelden. Op zich niet erg, maar blijf wel constructief communiceren.”

Maat: “Er ligt ook een rol voor het onderwijs. Zij moeten de jeugd van tegenwoordig beter bekend maken met het begrip duurzaamheid. Het staat nu nog te weinig op de agenda, heb ik het idee. Bij de wortels beginnen: dat is nodig om de situatie te verbeteren. Eén ding weet ik zeker: zonder transport staat alles stil. We begeven ons in een dynamische branche, met een ingewikkelde keten. Het is zaak om met elkaar de knelpunten te benoemen en terug te dringen. Dat gaat niet van vandaag op morgen. Een andere mindset creëren is vaak iets waar een lange adem bij nodig is.”

Regionale aanpak parkeren vrachtauto’s

1

De gemeenten Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Hellevoetsluis, Lansingerland, Nissewaard, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en Westland in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) en Rijkswaterstaat (RWS) ervaren overlast van foutief en onveilig geparkeerde vrachtauto’s. Om hier verbetering in te brengen presenteerden de MRDH, het Havenbedrijf Rotterdam en RWS op 19 april jl. plannen om het parkeren van vrachtauto’s beter te organiseren. De elf gemeenten gaan gezamenlijk hun Algemene Plaatselijke Verordeningen (APV’s) aanpassen, zodat tegen het foutief parkeren binnen de bebouwde kom kan worden opgetreden. Op verzorgingsplaatsen langs de snelwegen mag alleen nog in de vakken worden geparkeerd. Vanaf 1 juni wordt hierop actief gehandhaafd. De partijen zijn inmiddels ook gestart met een structurele monitoring van het parkeergedrag van chauffeurs.

Structurele uitbreiding parkeercapaciteit noodzakelijk

Op de langere termijn is een structurele uitbreiding van de parkeercapaciteit in de regio Rotterdam – ook buiten het havengebied – onontkoombaar. Het vervoer van goederen en met name containers over de weg zal blijven groeien, ondanks het toenemend transport over water en spoor. Geplande uitbreidingen van de truckparking zijn er in de Waalhaven eind dit jaar met 100 parkeerplaatsen en de komst van Maasvlakte Plaza in mei 2017 met 359 nieuwe parkeerplaatsen. Daarmee wordt de parkeercapaciteit in de Rotterdamse haven flink uitgebreid en worden de logistieke activiteiten die bij een mainport als de Rotterdamse haven horen, op de juiste wijze gefaciliteerd.

Omdat die verzorgingsplaatsen in de omgeving van Rotterdam ‘s avonds en in het weekend vaak vol staan, week een aantal (met name Oost-Europese) chauffeurs dat niet wil/kan betalen voor een beveiligde parking voor het maken van de nacht- en weekendrust uit naar omliggende gemeenten. Die gemeenten ervaren hiervan op een aantal locaties overlast en hebben het nieuwe beleid ontwikkeld om de overlast tegen te gaan. De elf gemeenten hebben daartoe een uniforme Algemene Plaatselijke Verordening (APV) opgesteld en er staat een regionaal BOA-team klaar om te gaan handhaven. Gelijktijdig wordt via monitoring bijgehouden wie er waar parkeert, welke overlast dat veroorzaakt en wat de gevolgen zijn van het nieuwe beleid.

Jan Pieter Lokker waarnemend burgemeester Albrandswaard

0

De heer drs. J.P.J. (Jan Pieter) Lokker is met ingang van 1 april 2016 benoemd tot waarnemend burgemeester van de gemeente Albrandswaard. De heer Lokker is 67 jaar en lid van het CDA.

De burgemeester van Albrandswaard, de heer drs. H. Wagner, heeft om gezondheidsredenen zijn taken tijdelijk neergelegd. Hij hoopt zijn werk in de loop van 2016 te hervatten. Om de bestuurlijke continuïteit te waarborgen heeft de commissaris na overleg met de burgemeester en een afvaardiging van de gemeenteraad besloten om een waarnemend burgemeester aan te stellen.

De keuze voor de waarnemend burgemeester ging in goed overleg. Na een gesprek met de heer Lokker heeft een afvaardiging van de gemeenteraad unaniem ingestemd met de voordracht van de commissaris om de heer Lokker als waarnemend burgemeester te benoemen.

De heer Lokker heeft een ruime ervaring in het openbaar bestuur. Hij was van 2001 tot 2007 gedeputeerde in de provincie Utrecht. Daarna was hij van 2007 tot 2010 waarnemend burgemeester van Bodegraven. Na de samenvoeging van deze gemeente met de gemeente Reeuwijk was hij tot 1 juli 2011 waarnemend burgemeester van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. Van 2011 tot eind 2014 was hij waarnemend burgemeester van de gemeente Noordwijk. Vervolgens was hij van december 2014 tot oktober 2015 waarnemend burgemeester van de gemeente Goeree-Overflakkee.