Direct aanluitend aan de paneldiscussie in het auditorium van de Hogeschool Rotterdam werden de leden van de Vrienden van Rijnmond BUSINESS en realties van Rotterdams LEF ontvangen in hal van Hogeschool Rotterdam. Allereerst ontving iedereen een glaasje Prosecco waarmee een toost werd uitgebracht op een mooie bijeenkomst en de komende feestdagen. Al snel kreeg de in het auditorium gevoerde paneldiscussie een vervolg doordat de bezoekers over de besproken thema’s met elkaar in gesprek gingen. Maar ook werden de dagelijkse zaken met elkaar uitgewisseld en werd er teruggekeken op het achterliggende jaar en vooruitgeblikt op 2016. Vervolgens werd er een fraai en heerlijk buffet geserveerd en genoten de gasten hier met volle teugen van. Rond 20.00 uur kwam er een eind aan de laatste Business Ontmoet Business bijeenkomst van 2015. Voor volgend jaar staan er nu zelfs al 12 BOB bijeenkomsten gepland. Wij verwijzen u graag naar de website voor een overzicht ervan. Wilt u in 2016 deze bijzonder boeiende en interessante bijeenkomsten bijwonen en bent u nog geen lid van de Vrienden van Rijnmond BUSINESS, meld u dan snel aan via kees@rijnmondbusiness.nl, of via het contactformulier op onze website: www.rijnmondbusiness.nl
Hogeschool Rotterdam inspireert studenten tot meest uiteenlopende initiatieven
Bij de Hogeschool Rotterdam neemt praktijkgericht onderzoek binnen de verschillende opleidingen een belangrijke rol in. Vijf (oud-)studenten vertellen over de initiatieven die zij recent op poten hebben gezet en hoe het bedrijfsleven daarbij is gebaat.
Martijn Bruintjes en Ruben Paijens zitten in het vierde jaar van de opleiding Small Business & Retail Management. Bij deze opleiding worden studenten opgeleid tot zelfstandig ondernemer of ondernemend manager. Naast het ontwikkelen van ondernemersskills staat het starten en draaiende houden van een eigen onderneming centraal. In februari 2015 is het duo begonnen met BIBBR. ‘Onze belangrijkste problemen kunnen we niet oplossen binnen het kader waarin we ze hebben gecreëerd’, is het credo van het bedrijf. “Het bedrijfsleven heeft te maken met veranderende organisatiestructuren, innovaties en technologische ontwikkelingen. Wij bespeuren dat organisaties hierdoor kansen kunnen laten liggen, die ze met frisse inzichten wel zouden kunnen creëren. Door deze inzichten te creëren met de nieuwe generatie, zal de afstand tussen arbeidsmarkt en onderwijs verkleinen. Ondervangen van deze afstand is namelijk het doel van BiBBR,” vertelt Martijn. BIBBR zet talentvolle studenten in bij organisaties als adviseur, onderzoeker of in een andere rol. “Zo doen zij praktijkervaring op en gaan bedrijven met hun tijd mee. Daardoor laten we het onderwijs en de arbeidsmarkt beter op elkaar aansluiten. Daar is iedereen bij gebaat,” vult Ruben aan. Door het organiseren van hackatons en brainstormsessies helpt BIBBR organisaties kijken door het oogpunt van de jongere generatie. “De kracht van BIBBR is dat het voor bedrijven inzicht verschaft over toekomstige werknemers. Het gaat een tunnelvisie tegen, want het zorgt juist voor verbreding.” Met BIBBR hopen Martijn en Ruben op korte termijn veel succesvolle matches te maken. “Bedrijven weten om te beginnen vaak al niet waar ze moeten beginnen wanneer ze een commerciële student kunnen gebruiken. Er zijn zo veel opleidingen in die richting dat het soms voelt als het zoeken van een speld in een hooiberg. Wij kennen de kracht van afzonderlijke studenten en maken de juiste koppelingen. BIBBR speelt in op een behoefte. De arbeidsmarkt wil wel veranderen, maar vindt het soms eng om een andere koers te varen. Dat is de angst voor het onbekende. Scholen willen ook een betere aansluiting met het werkveld, maar om uiteenlopende redenen is dit niet altijd meteen mogelijk. Van beide kanten kan en moet het beter. BIBBR helpt daarbij.”
De 23-jarige Rick Goedendorp rondde de opleiding International Business and Management Studies enige tijd geleden af. Tijdens de opleiding heeft hij geleerd om ondernemend te zijn en altijd zijn kansen te zien. Hij werkt nu als commercieel manager bij PM-Wasservice, het bedrijf waar hij gedurende een deel van zijn opleiding stage liep. Het duurzame en maatschappelijk verantwoorde karakter van de organisatie sprak hem met name aan. “PM-Wasservice biedt mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een passende werkplek, waar zij zich prettig voelen en kunnen ontplooien. Het onderscheidend vermogen van PM-Wasservice zit hem verder in het concept ‘Wassen zonder Water’. Bij iedere nieuwe wasbeurt worden schone microvezeldoeken gebruikt, daarnaast zijn de producten 100 procent biologisch afbreekbaar. De methode is naast krasvrij ook snel en goed voor het milieu. Daarnaast wassen wij op iedere gewenste locatie, wat voor drukke ondernemers natuurlijk een groot voordeel kan zijn. Momenteel loopt er een pilot bij het Zalmhuis, waar mensen tussen 11.00 uur en 15.00 uur hun auto kunnen laten wassen terwijl ze vergaderen, een werkoverleg hebben of gewoon een overheerlijk hapje eten. Maar wij komen net zo makkelijk naar een bedrijf toe om te wassen zonder water. Van een volledig wagenpark tot een enkel exemplaar; alles is mogelijk.”
‘Alles is mogelijk’; dat dacht ook Michelle Lookerman. Ze studeert nog aan de Hogeschool Rotterdam, werkt daar tegelijkertijd als relatiebeheerder stages & afstuderen bij het Bureau Externe Betrekkingen en heeft ook nog eens haar eigen bedrijf. “Ik heb Vacature in Beeld samen met een studiegenoot opgericht in 2014. Wij maken van vacatures voor bedrijven een complete vacaturefilm waarin de belangrijkste elementen van de functie in één oogopslag worden benadrukt. Er zijn meer generalisten dan specialisten op de arbeidsmarkt, dus het valt nog niet altijd mee om de juiste werknemer te vinden. Met Vacature in Beeld verkleinen wij dat probleem.” Als medewerker bij het Bureau Externe Betrekkingen merkt Michelle dat krachtenbundelingen tussen de onderwijswereld en het bedrijfsleven vaak nog veel efficiënter kunnen. Het hoofdonderwerp van haar afstudeerscriptie sluit daar op aan. ‘De kernvraag van mijn onderzoek is: ‘Hoe kan het dat studenten zoveel moeite hebben met het vinden van een passende stageplek?’ Op dat gebied valt er echt nog een hoop te winnen.”
Majid Al Lawati is bezig met een hele andere strijd. Hij wil zo veel mogelijk Nederlandse bedrijven en toeristen enthousiast maken voor zijn thuisland Oman. “In 2009 kreeg ik een scholarship van de Omaanse regering voor de opleiding International Business and Management Studies aan de Hogeschool Rotterdam.” Als thesis student richt zijn onderzoek zich op het promoten van Oman. “Ik heb Discover Oman opgericht, waarmee ik de onbekendheid over het land weg wil nemen. Dubai; daar hebben veel Nederlanders nog wel een beeld bij. Maar buurman Oman? Dat is vooral een grote onbekende. Niet zozeer voor het bedrijfsleven, want Nederland is een belangrijke handelspartner van Oman. Toch wil ik nog meer organisaties die kant op krijgen. Net als toeristen. Oman is niet het eerste vakantieland waar je aan denkt, maar het heeft veel diversiteit te bieden. Ik hoop in april mijn eerste zelfstandige event te organiseren. Naast een beurs met informatie over het land en concrete informatie over het boeken van reizen, wil ik dat ook neerzetten als een soort tentoonstelling, zodat bezoekers kunnen leren over de achtergrond en cultuur van het land. Ik voel mij inmiddels ook een echte Rotterdammer en hou van Feyenoord, maar Oman gaat nooit uit mijn hart. Ik hoop dat velen er ooit mee bekend zullen raken.”
Creative Technology maakt van evenement een belevenis
Natuurlijk, het zijn de sporters of artiesten die het doen, maar de beleving van het publiek tijdens een evenement wordt in grote mate bepaald door de toegepaste audiovisuele techniek. Bij Creative Technology Holland weten ze er alles van. De sponsorpartner van Rotterdam Topsport is bij menig evenement in onze regio betrokken. Van het Sport Awards Gala tot de Staatsloterij Zesdaagse van Rotterdam en het ABN Amro World Tennis Tournament.
Creative Technology is een Britse onderneming, wereldwijd toonaangevend in full-service audiovisuele en technische oplossingen voor (live) events, sport & entertainment, corporate evenementen en tv-uitzendingen. Het bedrijf verzorgt onder andere ledschermen, cameraregistratie, video, audio en licht. In Nederland zijn vestigingen in Roosendaal en Hilversum.
“We kunnen alles regelen en bieden een compleet pakket”, vertelt managing director Christ Elsten. “Het meeste hebben we zelf in huis. Voor heel specifieke diensten en producten werken we samen met vaste leveranciers en onderaannemers. Maar de klant heeft daar geen omkijken naar; die heeft alleen ons als aanspreekpunt. Wij zorgen ervoor dat alles in orde is.”
Corporate markt
Ook in de corporate markt maken bedrijven dankbaar gebruik van de veelzijdigheid en creativiteit van Creative Technology. Het aantal zakelijke evenementen liep na 2008 flink terug. Ondernemers waren terughoudend – niet alleen vanwege de kosten, maar ook omdat het een verkeerde indruk zou kunnen maken als jij groots uitpakt terwijl bijvoorbeeld je klanten en de medewerkers moeten bezuinigen.
“Sinds afgelopen zomer zien we de markt aantrekken”, zegt Elsten. Hij signaleert een trend waarbij ondernemingen vaker onder eigen dak bijeenkomsten en evenementen organiseren. “Nu zijn de meeste kantoren en bedrijfspanden natuurlijk niet ontworpen voor evenementen, maar voor werken en vergaderen. Toch willen veel klanten hun eigen pand gebruiken als eventlocatie. De directie treedt graag op als gastheer in het eigen bedrijf. Ook de trots van de medewerkers groeit erdoor.”
“Voor ons is het dan de kunst om het gebouw een metamorfose te laten ondergaan. Zo hebben we dat onlangs gedaan voor het Leiderschapssymposium van het Korps Mariniers, dat plaatsvond bij de Erasmus Universiteit. Hier hebben we de aula, die normaliter voor colleges wordt gebruikt, de volledige look & feel van een symposium gegeven.”
“Een ander voorbeeld is het congres dat we dit jaar voor een multinational mogelijk maakten. Eerder hielden ze dergelijke meetings buiten de deur, terwijl ze een uitstekende vergaderruimte in het eigen pand hebben. Samen met de event afdeling hebben we die aangepast en de voorzieningen uitgebreid, zodat de zaal geschikt was voor deze bijeenkomst van het Europese topmanagement. Als je dan achteraf reacties krijgt van de deelnemers dat ze onder de indruk waren en niet hadden gedacht dat dit in house mogelijk was, is dat het mooiste compliment dat we kunnen krijgen.”
Slimme oplossingen
De evenementenmarkt heeft geen dip gekend. Alleen is daar behoorlijk druk op de prijzen ontstaan. Organisatoren moeten alles uit de kast halen om hun evenement rendabel te houden en dus wordt scherp gekeken naar de kosten.
Elsten heeft daar begrip voor. “Voor ons is het dan de uitdaging om door slimme oplossingen de kosten te beperken zonder dat de kwaliteit daaronder lijdt. Want met slecht licht of geluid zet je de uitstraling en het succes van je hele evenement in de waagschaal. Dat moet je niet willen als organisator. Ook wijzelf hebben een naam hoog te houden.”
Wilt u volledig op de hoogte blijven over alle topsport in Rotterdam? Volg Rotterdam Topsport dan via:
@RdamTopsport
Facebook.com/RotterdamTopsport
Een optimistische vooruitblik
Terwijl Kerstmis en het nieuwe jaar met rasse schreden naderen, gebruik ik dit mooie moment graag om het afgelopen BNI-jaar te evalueren. We zien een goed resultaat. BNI Rotterdam is in Nederland de meest stabiele regio en in 2015 hebben de leden van BNI Rotterdam elkaar maar liefst 14,5 miljoen euro extra omzet gegeven. Deze cijfers onderstrepen wat veel ondernemers al lang weten: BNI is de meest succesvolle zakelijke en professionele aanbevelingsmarketingorganisatie ter wereld.
Optimistisch
Kijk ik naar het BNI-jaar dat voor ons ligt, dan ben ik daar vrij optimistisch over. De nieuwe workshops en trainingen voor de leden zijn goed ontvangen en ook het nieuwe Leden Succes Programma blijkt goed te werken. Met een gemiddelde retentie – leden die door het BNI concept geboeid zijn en blijven – van 70% en met zelfs chapters boven de 80% en 95% zijn we beslist op de goede weg.
Zichtbaarheid
Binnen BNI hebben we zeker niet stilgezeten. Zo hebben we met ons team geïnvesteerd in de zichtbaarheid in zowel de chapters als binnen de regio. We waren present op het netwerkgala Mosselen aan de Maas, we maken steeds vaker gebruik van social media en we zijn druk bezig met de aanpassing van onze website. Ook met mijn column in dit magazine breng ik het belang van netwerken en de kansen die BNI daarbij biedt, graag onder de aandacht van nog meer ondernemers.
Conferentie met top-sprekers
Trots kan ik melden dat in 2016 voor het eerst de BNI Conferentie in Nederland wordt gehouden. Die vindt plaats op 29 april in Nieuwegein en biedt een zeer aantrekkelijk programma met TOP-sprekers als managementcoach en schrijver Ben Tiggelaar en Anton Philips. De conferentie wordt afgesloten met een galadiner en de uitreiking van de BNI Awards 2016. Op (www.bni-conferentie.nl) vindt je meer informatie en kunnen ook niet BNI-leden zich aanmelden.
BNI is een businessnetwerk, maar is ook op sociaal-maatschappelijk terrein actief. De BNI Foundation ondersteunt bijvoorbeeld sinds 1998 kinderen in het onderwijs. Meer over de goede doelen van de BNI Foundation is te vinden op de website van de organisatie (http://bnifoundation.org).
Groei en continuïteit
Succesvol netwerken vraagt inzet. De meest succesvolle chapters van BNI bestaan uit leden die zeer toegewijd zijn om elkaar te helpen door de inzet van hun dagelijkse netwerk. Ze vormen een hecht en betrokken team en gunnen elkaar de handel. Deze vorm van aanbevelingsmarketing en mond-tot-mondreclame is voor vrijwel ieder bedrijf de beste manier om groei en continuïteit te realiseren. Wil je weten wat BNI voor jou als ondernemer kan betekenen? Ga voor meer informatie naar onze site (www.bni-rotterdam.nl) en kom eens langs bij een van onze inspirerende chapterbijeenkomsten.
Wij kijken uit naar het jaar dat voor ons ligt en gaan er weer alles aan doen om er een mooi jaar van te maken. Vanaf deze plek wens ik ondernemend Rijnmond namens ons hele team gezellige feestdagen en een gezond en succesvol 2016.
BNI: Changing the Way the World Does Business
De administratie in de cloud: een verhoogd risico op bestuurdersaansprakelijkheid?
Iedereen die in Nederland een beroep of bedrijf uitoefent heeft een wettelijke administratieplicht. Het voeren van een deugdelijke administratie is niet alleen relevant om aan deze plicht te voldoen, maar ook om over volledige (management)informatie te beschikken en afgewogen beslissingen te (kunnen) nemen. Het niet-voeren van een deugdelijke administratie kan bovendien ingrijpende negatieve gevolgen hebben. De vraag kan gesteld worden wat deze administratieplicht precies inhoudt en hoe daar tegenwoordig aan dient te worden voldaan, mede met het oog op het gebruik van moderne systemen.
Om met de deur in huis te vallen: één van de mogelijk meest ingrijpende negatieve gevolgen van het niet juist voeren van de administratie is dat dit tot bestuurdersaansprakelijkheid kan leiden. Bij het faillissement van een BV staat dan namelijk vast dat sprake is van mismanagement (“kennelijk onbehoorlijk bestuur”) en is de bestuurder in beginsel in privé aansprakelijk. Het is aan de bestuurder om aan te tonen welke andere (belangrijke) oorzaken voor het faillissement zijn aan te wijzen.
Anders dan je zou verwachten, heeft de wetgever niet specifiek aangegeven hoe aan de wettelijke administratieplicht dient te worden voldaan. Als algemene norm geldt dat de administratie van de vermogenstoestand en van alles betreffende de werkzaamheden zo dient te worden gevoerd dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen van de rechtspersoon kunnen worden gekend.
Uit oudere rechtspraak werd afgeleid dat het voor het voldoen aan deze administratieplicht voldoende is als inzicht bestaat in de debiteuren- en crediteurenadministratie en de stand van de liquiditeiten. Uit een recent arrest van de Hoge Raad blijkt echter dat dit geen algemene norm is, maar een invulling van de wettelijke administratieplicht en dat de invulling van de plicht per onderneming zal verschillen. Afhankelijk van de aard en omvang van de onderneming kan bijvoorbeeld ook een personeelsadministratie, voorraadadministratie of projectadministratie dienen te worden gevoerd. Vanwege de hiervoor geschetste mogelijke ingrijpende gevolgen is het van groot belang dat per onderneming wordt vastgesteld of met de (huidige) administratie voldoende wordt voldaan aan de wettelijke administratieplicht.
Naast de plicht tot het voeren van de administratie bestaat ook een wettelijke plicht om de administratie zeven jaar te bewaren. Steeds vaker wordt de administratie in de cloud gevoerd, waarbij de onderneming voor toegang tot de administratie afhankelijk is van haar cloud provider. Buiten de problemen die kunnen ontstaan bij een faillissement, is het de vraag of hiermee te allen tijde voldoende inzicht bestaat in de vermogenstoestand. De bestuurder die kiest voor een administratie in de cloud doet er dan ook goed aan om bij zijn keuze voor een provider zorg te dragen voor de nodige waarborgen, zodat steeds daadwerkelijk inzicht in de administratie kan worden verkregen.
Komt het nog wel goed met ons!!
Het wrijft altijd even als ik die prachtige nieuwsberichten hoor. De economie klimt uit het dal. Economische groei is weer terug. We laten de crisis achter ons. Prachtig nieuws allemaal. Maar hoe rijmen we die hiep-hiep-hoera stemming met die andere kant? De armoede die al tijden toeneemt. Het afscheid van 9000 Rabobank medewerkers in Nederland. De gespannen sfeer tussen havenarbeiders en havenbaronnen. Er schuurt iets. Hoe kan het dat de economie groeit maar dat de werkende bevolking er geen baat bij heeft. Is dat de reden dat dit kabinet in 2016 dat kado van 5 miljard wilde geven? Sust dat de markt net lang genoeg in slaap om Rutte zijn termijn uit te laten zitten? Zo berekenend kan ik mij haast niet voorstellen. Maar net als Martin Visser, de schrijver van het boek “Komt het nog wel goed met ons”, mis ik wel de visie bij dit Kabinet om in te grijpen.
Enkele weken geleden mocht ik tijdens het Herman Wijffels event een workshop bijwonen van een jonge Rabo Bankier. Hij stond fanatiek uit te wijden over die prachtige nieuwe business modellen van de economie van de toekomst. Een van de mooie voorbeelden was Zalando. Een bedrijf waarvan de oprichter zo snel mogelijk, zo groot mogelijk wil worden en dan via aandelen een fortuin wil vergaren. Groei op geleend geld en een klant door korting. Een nieuwe bubble in de maak. Klanten win je door waarde, passanten door korting. Natuurlijk hoop ik dat de jonge bankier zijn baan nog heeft na de ronde. Mocht dat niet zo zijn, hij was ruim onder de 45 jaar en daarmee dus nog kansrijk voor een nieuwe baan. Waarschijnlijk een flexibele baan met minder salaris. Misschien worden het wel een paar stapelbanen. Of anders Start Up, of ZZP-er. Zo’n nieuwe arme. Ik wil helemaal niet pessimistisch zijn. Maar een beetje cynisch wordt ik wel als ik om mij heen kijk. Het gat tussen arm en rijk wordt groter, volgens een recent Amerikaans rapport is de middenklasse aan het verdwijnen. Robotisering en automatisering vervangen juist hier de menselijke arbeid. En doordat de economie meer en meer wordt beheerst door goedkoper, goedkoper en nog goedkoper is de ruimte om te innoveren en waarde te creëren kleiner en kleiner. En echt ingrijpen doen we nog steeds niet.
Doodzonde,het gebeurt nu in de Haven. Wilde stakingen in de Rotterdam. Werkgarantie voor de komende 9 jaar is de eis. Maar wat doen opdrachtgevers van overslagbedrijven die zich geen extra kosten kunnen veroorloven door de lage marges. Die wijken uit naar Hamburg of Antwerpen. En geloof maar dat de daar welkom zijn. Eis je 9 jaar werkgarantie krijg je een faillissement. Ook zo’n punt wat door Visser wordt beschreven. Doorpolderen totdat de polder weer blank staat. Zoals hij dat mooi beschrijft. De vakbond is de grootste vijand van de 50 plusser.
Echt, als we luisteren mensen als Martin en ook Kees de Kort kun je niet anders als concluderen dat het anders moet. Sterker nog, het mag anders. De mogelijkheden zijn namelijk eindeloos. Waarom een werkgarantie van 9 jaar eisen van één werkgever als je een bloeiende carrière kans hebt van 20 jaar bij meerdere werkgevers. Met een beetje functie-innovatie, product en proces innovatie moeten wij toch in staat zijn om een gave economie te ontwikkelen. Gewoon waarde creëren zonder direct korting te geven. Hoe kan het zijn dat we meer geld dan ooit op de spaarrekeningen in Nederland hebben staan maar dat de armoede toeneemt. Geld moet rollen, begin met het kopen van het boek van Martin, maar dan wel bij een boekhandel, niet bij zon webshop. Als je er wat voor over hebt ga je het ook waarderen. En als je het waardeert ga je er ook wat mee doen. Het is de moeite waard.
De kater komt later
Was de kerstborrel bij u op de zaak dit jaar een keurige receptie of lieten uw medewerkers het dak eraf gaan? Uit onderzoek blijkt dat maar liefst 45% van de Nederlandse werknemers het, waarschijnlijk veelal onder invloed van alcohol, het bij dergelijke feesten wat al te gezellig maakt. Met in sommige gevallen een ontnuchterend ontslag tot gevolg.
Ook een feestje is werk
Ook als de kerstborrel buiten de normale werktijd wordt gehouden en buiten het bedrijfspand gelden er zekere arbeidsrechtelijke normen. Het feest wordt immers georganiseerd door uw bedrijf voor al uw medewerkers en heeft dus een min of meer zakelijk karakter. Gedragingen van uw medewerkers op zo’n feest kunnen ook gevolgen hebben voor hun positie op de werkvloer.
Poedelnaakt op de fiets
Zo oordeelde de rechter dat een leidinggevende medewerker, die ten overstaan van de collega’s in beschonken toestand poedelnaakt in de feestruimte was gaan rondfietsen, hierdoor zijn status op het werk was verloren. Zijn arbeidsovereenkomst werd dan ook ontbonden. Hetzelfde geldt voor de manager die een aanvullend programma had bedacht bij het personeelsfeestje in Amsterdam, met als titel “ondeugd op de wallen”. Het betrof een programma met blinddoeken, striptease en slagroom. De rechter oordeelde dat de manager door deze activiteiten te organiseren de grenzen die een manager in acht hoort te nemen ruimschoots heeft overschreden. Ook dit feestje eindigde in een ontslag. Hieruit blijkt dat een manager zich minder kan permitteren dan een “gewone” werknemer. De leidinggevende moet immers het goede voorbeeld geven en ondermijnt zijn gezag door liederlijk gedrag op een feest.
Niet alleen hoger personeel
Ook niet-leidinggevende medewerkers kunnen het echter zo bont maken dat dit arbeidsrechtelijke gevolgen heeft. De werknemer die tijdens het bedrijfsfeest dronken werd, de act verstoorde door te proberen steltlopers om te duwen, en in de feestzaal tegen een tafel ging staan urineren werd zonder pardon ontslagen. Zijn verweer tijdens de rechtszaak, dat hij zich er helemaal niets meer van kon herinneren vanwege zijn overmatig drankgebruik, maakte het er alleen maar erger op en het ontslag op staande voet bleef in stand.
En anders zijn daar nog de goede voornemens
Moraal van dit verhaal; maak het gezellig tijdens zakelijke feesten en borrels en zorg dat uw medewerkers ook na het feest op een professionele manier met elkaar verder kunnen. Uw werknemer die de feestvreugde toch al te veel naar het hoofd laat stijgen kan u arbeidsrechtelijke sancties opleggen, tot ontslag aan toe. En die werknemer, tja… die moet de kater aanvaarden en rest niets dan goede voornemens te maken voor 2016.
Fiscale terugblik 2015; vinger aan de pols in 2016.
Terugkijkend op 2015 kunnen we zeggen dat het fiscaal best een bewogen jaar is geweest.
Een geplande BTW-herziening die niet door is gegaan. Het Belastingplan 2016, komt ie er nou of komt ie er niet? De BEPS-problematiek ook wel aangeduid als de Starbucks-discussie. Inmiddels zijn het wat meer multinationals die aan de beurt zijn: IKEA, MCDonalds. Who is next? En om van de VAG of BGL nog maar te zwijgen. Hieronder een aantal onderwerpen uitgelicht.
Belastingplan 2016/Fiscale Overige Maatregelen
Inmiddels weten we dat het Belastingplan 2016 definitief is geworden. Wel een paar aanpassingen op de eerste versie om ook in de Eerste Kamer een meerderheid voor dit Belastingplan te vinden.
In het kielzog van het Belastingplan de Fiscale Overige Maatregelen. Deze komen van oudsher minder in de publiciteit, maar voor de nabije toekomst gaan deze wellicht meer impact hebben dan het Belastingplan. Dit geldt dan met name voor bedrijven die een omzet hebben van meer dan € 50 mio of bedrijven die ook zaken doen in het buitenland via buitenlandse vestigingen.
Er zullen strengere regels gelden ten aanzien van de documentatie van de onderling gehanteerde verhoudingen en prijzen. Ook is de verwachting dat zowel de Nederlandse, maar ook de buitenlandse belastingdienst meer zal toezien dat in een land een reële winst wordt aangegeven voor de activiteiten aldaar verricht. Meer aandacht dus voor de zogenaamde transfer pricing regels. Ik adviseer u hierover zelf de controle te houden.
Zowel de G20, de Europese Commissie maar ook het Europese Parlement zet hier vol op in. Plannen hiervoor zijn al uitgerold.
Directeur grootaandeelhouder
Pensioen
Ook de dga is aan de beurt. Het pensioen in eigen beheer vormt voor velen een doorn in het oog. Dit komt door een nogal starre opstelling van Financiën. De verwachting was dat er al nieuwe wetgeving zou zijn vanaf 2015. Helaas, het pensioen in eigen beheer staat niet hoog op de politieke agenda. Een nieuwe wet zou nu vanaf 1 januari 2017 moeten gaan werken. Ik hoop van harte dat die datum wel wordt gehaald.
Wiebes heeft zeer recent aangegeven waar het pensioen in eigen beheer volgens hem thuis hoort, namelijk de prullenmand. De richting die Wiebes hier biedt zal voor velen overigens geen soelaas bieden. Goed uitgangspunt is wel dat men in alle realiteit zou moeten nadenken over hoe men de oude dag geregeld wilt hebben.
Emigratie
Vanaf 15 september 2015 is het bij emigratie fiscaal van belang om na te gaan of in de toekomst
risico bestaat op dubbele belastingheffing. De regels rond de conserverende aanslag zijn
ingrijpend gewijzigd. Een conserverende aanslag wordt namelijk niet meer na verloop van tien jaar na emigratie kwijtgescholden.
Gebruikelijk loonregeling
Deze is vanaf 2015 iets gewijzigd met als doel het gebruikelijk loon omhoog te krijgen. In dit jaar heeft een rechtbank vonnis gewezen over de hoogte van het gebruikelijk loon. De uitspraak was zeer gunstig voor de belastingplichtige. Ook hier zal in 2016 en latere jaren meer discussie ontstaan met de belastingdienst over wat nu een juiste hoogte is.
Box 2 of box 3
Er wordt binnen Financiën gebroed om de overtollige liquiditeiten de BV uit te krijgen en deze liquiditeiten (of effecten) tot de grondslag van box 3 te laten horen. Ik verwacht in 2016 hier meer nieuws over te kunnen melden. Dit zal wat stof doen opwaaien.
In deze bijdrage trof u slechts enkele onderwerpen aan die in 2015 de revue zijn gepasseerd. In 2016 kunnen we nog wel wat verwachten in de vorm van wetsvoorstellen op een aantal heikele onderwerpen. Een vinger aan de pols derhalve voor het nieuwe jaar.
Caroline Pietermaat, directeur Hofplein Rotterdam:
‘Niet wat je later worden wilt, maar wie!’
Het is woensdagmiddag 9 december als we Caroline Pietermaat, die inmiddels ruim twee jaar directeur van Hofplein Rotterdam is, spreken bij de locatie van de Theaterschool aan de Pieter de Hoochweg in Rotterdam. Ze volgde oprichter Louis Lemaire op, die maar liefst 28 jaar de scepter zwaaide bij het Hofpleintheater.
Caroline: ‘De tijd was er rijp voor om het stokje over te nemen. Ik vond en vind het nog steeds een geweldige uitdaging en geniet elke dag van alles waar we mee bezig zijn bij Hofplein Rotterdam. Toen Louis Lemaire destijds begon waren er 44 leerlingen en 25 vrijwilligers en was er één locatie. Inmiddels is het ‘bedrijf’ uitgegroeid tot een theaterbegrip in Rotterdam en omgeving. Het biedt naast jeugd- en jongerenvoorstellingen in het eigen theater ook vrijetijdsopleidingen, een middelbare school op Havo- en VWO-niveau en MBO- en HBO-beroepsopleidingen. Deze opleidingen tellen zo’n 750 studenten en leerlingen. Daarnaast telt het dertig jaar bestaande Jeugdtheater Hofplein Rotterdam zo’n 3.500 leerlingen op de vrije tijd tak: de Jeugdtheaterschool. Zij volgen lessen op zeventien locaties in de regio Rotterdam, Lansingerland, eiland IJsselmonde, Voorne-Putten, Hoeksche Waard, Goeree-Overflakkee en zelfs tot Roosendaal en Breda aan toe. Of ze spelen in een van de zestien voorstellingen die Hofplein Rotterdam per seizoen maakt. We hebben nu 135 fte met ongeveer 250 medewerkers. Kortom het bedrijf heeft een enorme ontwikkeling doorgemaakt. En we ontwikkelen verder. We willen nog meer de verbinding maken met en in de stad. Hofplein Rotterdam is een speelplaats van ontdekken, jezelf leren kennen. Ondernemerschap zit in de DNA van kinderen. Bij het theater kunnen ze zelf hun ideeën exploiteren. Maar het is hier bovenal een plek waar kinderen komen en plezier beleven aan het theater.
We werken als Hofplein Rotterdam samen met alle grote organisaties in de stad. En we zoeken steeds naar nieuwe samenwerkingsvormen en mogelijkheden tot samenwerken. Dat de school er al dertig jaar is, is absoluut geen vanzelfsprekendheid, maar inmiddels niet meer weg te denken uit de stad en de regio. We helpen kinderen zichzelf te ontdekken en ontwikkelen. Dat is belangrijk. Voor hen is het hier een tweede thuis. Ze mogen over de ring rennen als ze dat willen en lekker met elkaar dollen. Er mag dus veel en er moet weinig. Kinderen worden door ons serieus genomen en uiteraard horen er wel docenten bij.
Verbouwen
Naast het verder bouwen aan de organisatie en aan nieuwe samenwerkingsvormen is er meer werk aan de winkel. Zo zijn we dit seizoen gestart met een verbouwing van deze school aan de Pieter de Hoochweg. De verbouwing moet voor de zomer van 2016 zijn afgerond. Ook het Hofpleintheater mag wel wat vernieuwing hebben, zoals bijvoorbeeld de stoelen, die zijn ook nodig aan vervanging toe. Dit moet eind 2016 zijn afgerond.
Uitdaging
Een uitdaging is voor mij ook op een andere manier met elkaar samenwerken. Cultuur en onderwijs, cultuur en sport et cetera. Met goede partners samenwerken om de kinderen sterker en daarmee de stad mooier te maken, daar gaan we voor. Code groen: cultuur en onderwijs bij elkaar brengen en vijf weken met kinderen aan de slag. Laat ze ontdekken wie ze zijn. Hoe kun je iets bereiken, wie en wat heb je ervoor nodig. Ik heb er vertrouwen in om deze transitie door te maken.
Over vijf jaar is dit bij uitstek de plek waar elk kind een keer geweest wil en moet zijn. De plek waar je jezelf mag zijn, een plek van ontmoeting en een plek waar nieuwe dingen ontstaan.’
Boeiende paneldiscussie over de stand van de economie bij Hogeschool van Rotterdam
Omarm elkaar nou eens écht!
Dinsdag 1 december jongstleden vond er in het auditorium van Hogeschool Rotterdam een paneldiscussie plaats over de stand van de lokale en regionale economie. Voorafgaand aan de discussie bracht zangeres Marcella Heukels het lied ‘Ik houd van Rotterdam’ ten gehore dat de harten van de aanwezige genodigden van Rotterdams LEF en Rijnmond Business meteen sneller deed kloppen.
Onder de levendige leiding van gastmoderator Jannelieke Aalstein (Manager Netwerken en Communicatie Rotterdam Parrtners) gaven wethouder Adriaan Visser, onder meer verantwoordelijk voor Financiën, Organisatie, Haven, Binnenstad en Sport, Leendert Bikker, onder meer Founder en Executive Director World expo 2025, Leo Peeters Weem, directievoorzitter Rabobank Rotterdam en Cees van der Kraan, directeur Rotterdam Business School hun visie op de actuele economische en maatschappelijke stand van zaken in de stad en regio. Adriaan Visser betoogde dat het op veel fronten goed gaat met de economie van de stad. Hetgeen volgens hem niet wil zeggen dat er niet ook nog veel te doen valt. ‘Er zijn altijd zaken die beter kunnen. Hoewel de werkloosheid daalt hebben we in Rotterdam nog veel werkzoekenden. Zowel onder jongeren als bij mensen van boven de vijftig.’ Cees van der Kraan: ‘Als je ziet wat een talent jongeren hebben die hier bij ons aan de Rotterdam Business School studeren, dat is ongelooflijk. Daar kan het bedrijfsleven veel van opsteken. Er is hier een grote diversiteit aan studenten. Allemaal jongeren met verschillende culturen en achtergronden. Wat ze gemeen hebben is dat ze jong, enthousiast en bijzonder leergierig zijn. Ze komen niet alleen kennis opdoen, maar brengen ook veel mee. Natuurlijk is dit maar een klein deel van alle jongeren in de stad die binnen een of enkele jaren de school verlaten en zich op de arbeidsmarkt melden. Er zijn ook heel veel MBO leerlingen en jongeren die vroegtijdig stoppen met hun opleiding. Voor hen is het extra lastig om aan een baan te komen. ‘Maar m.n. ook op Zuid wordt er hard gewerkt aan verbetering,’ vult Visser aan. Leendert Bikker, een ervaren en gecommitteerd bestuurder en toezichthouder in een breed spectrum aan maatschappelijke organisaties en ondernemingen: ‘We zien inderdaad een opgaande lijn, er zijn veel positieve ontwikkelingen en Rotterdam voert momenteel vele lijstjes aan. Dat zijn ontwikkelingen die ook in het buitenland niet onopgemerkt blijven. Meer cruiseschepen doen Rotterdam aan, veel (internationale) media zijn bijzonder positief over de ontwikkelingen van de stad en m.n. van gebouwen als de Markthal, het Centraal Station en De Rotterdam. De skyline van Rotterdam is dan ook indrukwekkend, maar dat neemt niet weg dat we ook zo onze uitdagingen hebben.’ Tijdens de volgende discussie komt de Rotterdamse haven als voorbeeld naar voren, daar hebben we een van de modernste terminals ter wereld. Maar keerzijde van de medaille is dat er steeds minder handjes nodig zijn. Toch zien de deelnemers aan de discussie dit niet als een probleem. De wereld verandert nu eenmaal en de robotisering neemt steeds meer toe. Dat betekent dat je andere opleidingen aan moet gaan bieden. Jongeren opleiden voor functies waar in de toekomst behoefte aan is. Een grotere uitdaging voor de Rotterdamse regio is de mogelijke sluiting in 2020 van de kolencentrales. Dit zou echt grote gevolgen hebben. Rotterdam is de grootste kolenhaven van Europa. Jaarlijks wordt er 30 miljoen ton kolen doorgevoerd, waarvan ongeveer 60% bestemd is voor elektriciteitscentrales. De elektriciteitscentrales in Nederland verstookten in 2014 zo’n 10,2 miljoen ton steenkool, zo blijkt uit cijfers van het CBS. Leendert Bikker: ‘Rotterdam is een typische deltastad met typische delta-industrieën. De stad is bijzonder gemotiveerd om haar economische model om te gooien.’
Leo Peeters Weem, sinds een jaar directievoorzitter van Rabobank Rotterdam is voorzichtig positief over de ontwikkeling van Rotterdam en de regio. ‘Natuurlijk kan het beter, het kan altijd beter, maar als je ziet waar we vandaan komen dan mogen we absoluut niet klagen. Er liggen bovendien volop kansen, het is alleen wel zo dat je ze moet zien. Je moet ook lef hebben, lef om te ondernemen.’ Leendert Bikker is het met hem eens, ‘maar als je niet oppast verandert er één letter en wordt het laf!’ Leo Peeters Weem: ‘Er gaat gelukkig weer heel veel beter. Er is meer vertrouwen in de economische ontwikkeling, vooral bij consumenten, maar ook bij ondernemers. Er worden meer hypotheken afgesloten en ook zie je bij vooral kleinere winkeliers dat het weer iets beter gaat. Maar ook zij hebben moeten wennen aan het feit dat de wereld er anders is gaan uitzien. Ze hebben hun websites aan moeten passen en zijn meer online gaan verkopen. Grotere winkelketens hebben het over het algemeen lastiger. Het is als met grote schepen, het duurt langer voor ze gedraaid zijn. Ze zijn log, net als grote bedrijven en hebben weinig innovatieslagkracht. Er moet meer samengewerkt worden met kleine speedbootjes.’ Op de vraag of banken niet te snel hun handen terugtrekken bij ondernemingen die in zwaar weer verkeren, antwoordt Peters Weem: ‘het is en blijft altijd een lastige afweging, maar je moet het zo zien. We verstrekken als bank krediet aan bedrijven, maar dit kunnen we alleen doen met de ons toevertrouwde middelen, m.n. geld van spaarders. Je begrijpt dat we, geen grote risico’s willen lopen met ‘hun’ geld.’ Peters Weem krijgt bijval van een van de aanwezigen in het publiek. ‘Rabobank is volgens haar altijd en lang achter haar klanten blijven staan en doet dat volgens haar nog steeds. Het is een heel betrokken bank die midden in de samenleving staat. Leo Peeters Weem is blij met deze opmerking. ‘Ik had het niet beter kunnen zeggen!’ Natuurlijk kwam ook het plan om World Expo 2025 naar Nederland en met name Rotterdam te halen ter sprake. Op dezelfde dag dat deze eindejaarbijeenkomst plaatsvond werd er op het Provinciehuis van Zuid-Holland door gedeputeerde Adri Bom-Lemstra bekendgemaakt dat Gedeputeerde Staten op 1 december een Letter of Commitment (LoC) hebben vastgesteld. In het LoC geeft Zuid-Holland aan welke inspanningen zij wil leveren om de World Expo mogelijk te maken. Daarmee is de provincie Zuid-Holland een van de vele partners die een dergelijke Letter of Commitment indienen. Leendert Bikker is initiatiefnemer en uitvoerend directeur van de World Expo Rotterdam 2025. Bikker: ‘We kunnen niet wachten om de wereld te laten zien wat onze delta- en topsectoren te bieden hebben. En we zijn nu al nieuwsgierig wat de wereld óns wil laten zien. Daarom begint Expo 2025 nu. De weg er naar toe verbroedert en geeft focus op de thema’s waar wij het verschil in willen maken.’ Verbroedering en het meer samenwerken blijkt sowieso een terugkerend adagium in de paneldiscussie. ‘Reaching out and embrace new partnerships’, zoals ook de Rotterdamse International Advisory Board het dit jaar al zo mooi verwoordde. Ofwel, omarm elkaar nou eens écht! En zo besloot ook Jannelieke Aalstein waarna Marcella Heukels tot slot het nummer ‘Mag ik dan bij jou’ van Claudia de Breij ten gehore bracht.