Home Blog Page 227

Bedrijvenpark Hoeksche Waard, strategische toplocatie met ongekende mogelijkheden

0

Bedrijvenpark Hoeksche Waard is strategisch gelegen in de driehoek Rotterdam, Moerdijk en Antwerpen. Het plan is een initiatief van de vijf gemeentes in de Hoeksche Waard en biedt ruimte voor 60 hectare uitgeefbaar terrein. Op dit moment is gestart met de eerste fase, waarin 20 hectare wordt uitgegeven. De grootte en de locatie van de kavel bepaalt u helemaal zelf. Dit maakt Bedrijventerrein Hoeksche Waard tot de ideale vestigingslocatie voor zowel kleine als grote bedrijven.

Gert-Jan Metselaar is als directeur van  Bedrijvenpark Hoeksche Waard verantwoordelijk voor de ontwikkeling en uitgifte van het bedrijvenpark. Hij wordt hierbij ondersteund door Fred Gorter. Beide heren zijn het erover eens: Bedrijvenpark Hoeksche Waard is voor ondernemers een toplocatie met ongekende mogelijkheden. Metselaar wijst op de plankaart, waar Bedrijvenpark Hoeksche Waard het centrale middelpunt vormt in het netwerk van prominente handelsplaatsen.

Strategische, centrale ligging

Metselaar vertelt: “Bedrijvenpark Hoeksche Waard ligt nabij de A29, richting Rotterdam en Noord-Brabant en op slechts tien autominuten afstand van de A16. Bedrijven profiteren van een optimale bereikbaarheid van en naar het Rotterdamse havengebied, Antwerpen, Zeeland, Moerdijk en de Drechtsteden.”

“Het Bedrijvenpark is slechts door de Oude Maas gescheiden van het AGF handelscentrum in Barendrecht,” vult Gorter aan. “Dat is één van de doelgroepen waar wij ons op richten. Bedrijven in de AGF sector die toe zijn aan een grote(re) locatie, kunnen prima uitwijken naar Bedrijvenpark Hoeksche Waard. Bedrijven bepalen namelijk zelf de omvang van de kavel en we zijn niet gebonden aan een maximale grootte. We verkopen zelfs kavels, groter dan één hectare. Andere doelgroepen zijn logistieke dienstverleners, transportbedrijven, productiebedrijven, maar bijvoorbeeld ook e-commerce distributiecentra. Vooral e-commerce vraagt om grote flexibiliteit en snelheid ten aanzien van leveringen. Bedrijvenpark Hoeksche Waard komt tegemoet aan deze eis, dankzij de centrale ligging.”

Direct uitgeefbaar

Het bedrijventerrein is bouwrijp en de kavels zijn direct uitgeefbaar. Metselaar: “Hierdoor kunnen bedrijven, indien nodig, snel acteren. Bijvoorbeeld wanneer het huurcontract afloopt en men op zoek moet naar een nieuwe locatie. Daarnaast hebben bedrijven alle vrijheid om de kavel in te richten, uiteraard binnen de kaders van het bestemmingsplan en de eisen van het beeldkwaliteitsplan.”

“We helpen ondernemers hierbij via het one-stop-shopconcept,” vertelt Gorter. “We bieden begeleiding tijdens het gehele proces, van oriëntatie tot oplevering. Daarnaast treden we op als intermediair voor de gesprekken met de gemeente. Hierdoor worden vergunningstrajecten sneller doorlopen en kunnen bedrijven eerder starten met bouwen.”

Op zoek naar een geschikte locatie voor uw bedrijf?

Bedrijvenpark Hoeksche Waard belooft een economische toplocatie te worden, voorzien van alle gemakken en met behoud van ruimtelijke kwaliteit. 53% van de in totaal 112 hectare grond wordt uitgegeven. De overige ruimte wordt ingericht met groen en water. Er is veel aandacht voor duurzaamheid, veiligheid en uitstraling. Hier wilt u als bedrijf gezien worden!

Wenst u meer informatie over deze bijzondere locatie? Kijk dan op onze website www.bedrijvenparkhw.nl of bel voor een vrijblijvende afspraak:

(078) 673 91 27.

Rotterdam en de regio populair bij toeristen en het (internationale) bedrijfsleven

0

De populariteit van Rotterdam neemt nog steeds toe. Rotterdam wordt nog steeds, of misschien wel steeds vaker genoemd als stad die je gezien moet hebben. Steeds meer toeristen bezoeken de stad en weten Rotterdam met z’n almaar groeiende skyline vol moderne architectuur te waarderen.

Het aantal hotelgasten nam het eerste half jaar van 2015 met 13,8 procent toe ten opzichte van dezelfde periode in 2014. De hotels trokken het eerste half jaar bijna een half miljoen hotelgasten, zo blijkt uit de voorlopige CBS-cijfers. Het aantal hotelovernachtingen steeg in de eerste helft van dit jaar met 8,6 procent naar 782.000 overnachtingen. De meeste hotelgasten kwamen uit eigen land (67 procent). De grootste groep internationale hotelgasten kwam deze periode uit Duitsland en Groot-Brittannië (beiden 8 procent) en België (6 procent). Maar het zijn niet alleen toeristen die de stad en de regio, zoals de Molens bij Kinderdijk en Delft, weten te vinden. Ook het (internationale) bedrijfsleven strijkt vaker neer in de grootste en modernste havenstad van West-Europa. Zo vestigde onlangs DJI, de grootste dronefabrikant ter wereld zich in de regio Rotterdam. In Barendrecht om precies te zijn. Vanuit dit Europese Service Centrum gaat DJI logistieke ondersteuning en aftersales service bieden. DJI wil vanuit Nederland verder uitbreiden naar de rest van Europa. Rotterdam Partners International Trade & Investment en de NFIA hebben DJI ondersteuning geboden bij hun komst naar Nederland. Ook heeft Rotterdam Partners DJI in contact gebracht met onderwijsinstituten zoals de Hogeschool Rotterdam en RDM campus. DJI wil op termijn stages en onderzoeksopdrachten aanbieden om zo regionaal talent aan zich te binden. En DJI is niet de enige. Zo wordt het Manhattan Hotel in Rotterdam een Marriott hotel. Nu de Maasstad internationaal op de kaart staat, wil deze vermaarde Amerikaanse hotelketen hier ook voet aan de grond krijgen.

Het Manhattan Hotel en straks dus Marriot Hotel is gelegen recht tegenover de ingang van het hypermoderne nieuwe Centraal Station, midden in het Rotterdam Central District. De combinatie van het station met ov-mogelijkheden en ontwikkelruimte in het hart van de stad maakt Rotterdam Central District (RCD) tot een unieke locatie en een mooie stadsentree. Door aanpassingen in de infrastructuur met de Weenatunnel, de ondergrondse parkeergarage en fietsenstalling en verplaatsing van de trams en bussen, is er een bruisend verblijfsgebied ontstaan. De centrale ligging en de mix van wonen, werken, reizen en ontspannen, maken van RCD een levendig gebied waar Rotterdam en Europa elkaar ontmoeten.

24-Uurs economie

Rotterdam Central District onderscheidt zich door een zeer gemengd hoogstedelijk en levendig karakter en sterke eigen identiteit. Locatie van kantoor wordt steeds belangrijker voor werknemers bij hun keuze voor een werkgever. Rond het Weena wordt een ’24-uurs economie’ ontwikkeld. Een werknemer kan na het werk meteen door naar het theater, restaurant of boodschappen doen. De gemeente verplicht bedrijven om in nieuwe kantoorkolossen publieke functies zichtbaar en open op de begane grond te huisvesten, dit om de levendigheid in het gebied te vergroten. Op het gebied van vastgoed is er veel gebeurd; het Groothandelsgebouw is duurzaam gerenoveerd evenals Central Post, een herontwikkeling van postdistributiecentrum naar bedrijfsverzamel- en kantoorgebouw en Central Plaza. De laatstgenoemde heeft energielabel A en won de Award voor Duurzame Architectuur 2012 van de Dutch Green Building Council. Hilton heeft twee jaar geleden grootscheeps verbouwd en in het Weenahuis is 7.000 m2 kantoorruimte omgezet in hotelkamers voor Holiday Inn Express. Kortom; een divers gebied waar zowel starters als multinationals de ruimte hebben om zich te ontwikkelen en waar het nieuwe werken perfect kan worden toegepast.

Het nieuwe Rotterdam Centraal

In maart 2014 is het nieuwe Rotterdam Centraal geopend, een aantrekkelijke, dynamische en goed functionerende OV-terminal. Het nieuwe Rotterdam Centraal is een vervoersknooppunt van regionale en internationale betekenis. Rotterdam Central District is daarmee een van de best bereikbare locaties in Nederland. Niet alleen kenmerkt het gebied zich door hoogwaardige OV-netwerken (RandstadRail en HSL) op internationale, nationale, regionale en stedelijke schaal, (Schiphol ligt op negentien minuten, Antwerpen op een halfuur, Brussel op een uur en Parijs op 2,5 uur) ook is er een goede snelwegontsluiting. Een aantrekkelijke locatie voor internationaal georiënteerde kantoren en voor kantoren die de gehele Zuidvleugel van de Randstad als arbeids- en dienstenmarkt bestrijken.

Glocal City District karakter

Een belangrijke eigenschap van het gebied is de economische diversiteit. Internationale hoofdkantoren gaan samen met zakelijke diensten, handelsbedrijven en creatieve bedrijven in de sfeer van mode, design en media. Door deze locale netwerken wordt de positie van de bedrijven op wereldmarkten sterker: het gebied gaat functioneren als Glocal City District. Het Glocal City District karakter is het resultaat van een uniek proces waarin de gemeente Rotterdam samen met de markt een visie heeft ontwikkeld voor het gebied.

Rotterdam Business School

1

Ontmoetingspunt voor waardevolle wisselwerkingen

Toegepast onderzoek neemt binnen het onderwijsprogramma van de Rotterdam Business School een steeds prominentere rol in. De omslag kwam twee jaar geleden, vertelt Koen van der Kooy, hoofddocent en researcher. “Wetenschappelijke kennis en methodologieën inzetten bij het ontwikkelen van praktisch bruikbare producten en methoden moet hier uiteindelijk een traditie worden. Daar zijn we mee gestart. Dat is niet alleen waardevol voor onze studenten, maar ook voor het bedrijfsleven.”

De Rotterdam Business School spitst zich de laatste jaren nog meer toe op de praktijk, merkt Van der Kooy. “Wanneer een bedrijf bijvoorbeeld een nieuw product ontwikkelt of een andere markt wil betreden kan toegepast onderzoek tot verhelderende inzichten leiden. Enerzijds bereiden we onze studenten op deze manier voor op vraagstukken die zij in hun werkzame leven kunnen tegenkomen en anderzijds ondersteunen we het bedrijfsleven bij vraagstukken en ambities. De Rotterdam Business School is in die zin een centrale ontmoetingsplaats. Vergelijk het met een hub. Alles loopt door elkaar heen, maar wel met een duidelijke bestemming.” In een eerdere publicatie over de Rotterdam Business School gaf directeur Cees van der Kraan aan dat hij met alle medewerkers de voorwaarden wil scheppen om kleur te geven aan studenten die kleur verdienen. Kan Van der Kooy zich in die woorden vinden? “Ja, de weg die we zijn ingeslagen biedt veel perspectief voor ontplooiing. Dit is echter nog maar het begin. Binnen het bestaande curriculum zijn we nu bezig om lesprogramma’s te voorzien van manieren voor toegepast onderzoek. We gaan meer werken met voorbeelden en opdrachten uit de praktijk. De Rotterdam Business School krijgt daarmee haast vanzelf een meer verbindende en faciliterende rol.” Van der Kooy onderkent dat ontwikkelingen in bepaalde sectoren zo snel gaan dat actuele lesprogramma’s aanbieden soms een uitdaging is. “Maar juist dan bieden de contacten met het bedrijfsleven uitkomst. Door te weten wat er speelt, kunnen wij beter bijblijven met het werkveld.”

De Rotterdam Business School staat dus open voor bedrijven, maar weten organisaties de Rotterdam Business School ook te vinden voor slimme samenwerkingen? “Steeds beter, maar er is nog winst te behalen. Ik merk nu dat er vooral interessante projecten ontstaan binnen het netwerk dat we al hebben. Lopen er studenten van ons stage bij een bedrijf? Dan is er meer contact dan voorheen. Doordat de relatie intensiveert, kunnen we meer voor elkaar betekenen. We weten immers beter van elkaar wat we te bieden en te vragen hebben. Een collega werd onlangs gebeld door een medewerker van een bedrijf waar één van onze studenten een succesvolle stage liep. ‘Heb je ook iemand met zijn kwaliteiten die net is afgestudeerd bij jullie en bij ons leiding wil geven op een kleine afdeling?’ was de vraag. Een groter compliment voor de Rotterdam Business School is er niet.” Van der Kooy hoopt dat met name het MKB zich ervan bewust is wat de mogelijkheden met studenten van de Rotterdam Business School zijn. “Studenten denken vaak anders dan ondernemers. Dat dwarsdenken kan heel zinvol zijn. Vanuit ons perspectief weten we dat 90 procent van onze studenten binnen het MKB komt te werken, hier in de regio of wereldwijd. Daarom is het voor ons zo’n belangrijke doelgroep. Maar in tegenstelling tot multinationals ontbreekt het er soms aan tijd en mogelijkheden om een roep naar buiten te doen.” Wie wel een gil geeft, zal daar geen spijt van krijgen. “Wij kunnen bedrijven helpen die wel goede ideeën hebben, maar niet de capaciteiten of middelen om ze zelf of door een extern bureau uit te laten voeren. Studenten werken graag binnen het MKB. Voordat ze aan een opleiding beginnen, hebben multinationals als Apple, Coca Cola en Nike misschien nog de grootste aantrekkingskracht op het gros van de studenten. Wanneer het echter duidelijk wordt dat de veters van Nike-schoenen en de kleurstoffen daarvoor door veel kleinere toeleveranciers worden gemaakt, begint die wereld voor velen steeds interessanter te worden.” In het verlengde daarvan nodigt de Rotterdam Business School ook steeds vaker gastsprekers uit die gelieerd zijn aan het MKB. “Zo krijgen we de kennis vanuit de bedrijven letterlijk de school in. Waar op  academisch niveau, enigszins gechargeerd, vaak nieuwe kennis over de schutting van het laboratorium wordt gegooid in de vorm van een wetenschappelijke publicatie, gaan we hier veel meer de dialoog aan. De Rotterdam Business School wil waardevolle wisselwerkingen tot stand brengen.”

Ahmed Aboutaleb

0

‘De rijkdom van de stad zit hem niet in budgettaire kaders, maar veel meer in de mensen’

Een burgemeester zoals een burgemeester hoort te zijn; zo omschreef Elsevier de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb toen hij eind vorig jaar door het blad werd uitgeroepen tot Nederlander van het Jaar 2014. Toegewijd, gedetailleerd, soms hard en altijd duidelijk is de burgervader in 2015 nog steeds. Aan Rijnmond Business vertelt hij onder meer over zijn beginperiode, de kansen van de crisis, verbeteren van Rotterdam-Zuid, kwaliteit brengen naar talent, onderwijs en samenwerking in de stad.

U bent sinds 5 januari 2009 burgemeester van Rotterdam en dus inmiddels bezig aan uw tweede termijn. Kunt u iets vertellen over hoe men in Rotterdam destijds naar uw komst keek en de situatie nu?

“In mijn beginperiode was het vooral een kwestie van de kat uit de boom kijken. Dat hoort ook wel, vind ik. Jantine Kriens heeft eens gezegd dat je eigenlijk nog geen burgemeester van Rotterdam bent op het moment dat je daartoe geslagen bent. Dat gevoel komt pas op het moment dat je breed wordt gedragen. Ik heb dat zeker zo ervaren. De burgemeester moet wennen aan een nieuwe stad en de inwoners aan de nieuwe burgemeester. Bovendien moet je gedijen binnen de Rotterdamse werelden van onder meer de haven, ondernemers, onderwijzers, politie en ambulancemedewerkers. Van al die mensen ben je immers hun burgemeester. Allen hebben zij hun eigen wensen en verwachtingen. Ik vind het niet meer dan logisch dat de eerste reactie meestal een afwachtende was. Vanuit mijn perspectief geredeneerd had ik na anderhalf jaar het gevoel dat ik wel in de Rotterdamse wateren durfde te zwemmen. De contacten zijn goed en warm door brede lagen van de samenleving, zowel in het maatschappelijk leven als het bedrijfsleven . Rotterdam is een stad die bruist van mensen die zelf initiatief tonen, op de meest uiteenlopende gebieden. De taak van mij als burgemeester is ook om al die ideeën en plannen van inwoners de ruimte te geven.”

Precies in de periode van uw aantreden begon de crisis. Met name in een stad als Rotterdam, met relatief veel laaggeschoolde inwoners, leverde dit extra uitdagingen op. Kunt u aangeven waar uw prioriteiten met name de eerste jaren van uw burgemeesterschap lagen en waar deze, nu we weer in een economisch iets betere periode terecht zijn gekomen, liggen?

“Alles is relatief. Ik heb leiding mogen geven aan achtereenvolgende colleges die bij elkaar een half miljard euro hebben bezuinigd. Rotterdam is in financiële zin dus 500 miljoen euro armer geworden. Maar de stad is niet armer geworden als je kijkt naar wat we de mensen te bieden hebben. Integendeel; op dat vlak zijn we alleen maar rijker geworden. De rijkdom van de stad zit hem niet alleen in de budgettaire kaders, maar veel meer in de mensen. Sinds 2009 zie je hier een enorme beweging onder burgers en bedrijven die met bijzonder innovatieve ideeën op de proppen zijn gekomen. In crisisperiode hebben we de basis gelegd voor het nieuwe denken over de nieuwe economie. Onder meer als het gaat om voedsel, economie en water, maar bijvoorbeeld ook over onderwijs. Wij investeren daar als stad meer in dan ooit. Rotterdam is zich gaan hergroeperen om in crisistijd te kunnen excelleren. Onze haven springt er ook nog steeds in positieve zin uit. Waar havens elders in de wereld te maken hebben met astronomische daling van lading, zijn wij hier gemiddeld stabiel gebleven. Goed nieuws, want de haven is toch een thermometer voor de wereldhandel. En daar moeten we het van hebben. Ook op andere gebieden scoren we niet slecht. Er waren jaren dat er in Rotterdam ruim 55.000 inwoners in de bijstand zaten. We zitten nu op 38.000. Dat geeft wederom aan dat alles relatief is. De Rotterdamse mentaliteit draagt daar aan bij, net als het feit dat veel innovatieve plannen tot wasdom zijn gekomen op vele fronten. We doen alles stapje voor stapje. Ik ben bescheiden en praat daarom niet over reuzensprongen. Het moet realistisch blijven. Kinderen kunnen zich ontwikkelen van de ene sociale laag naar de andere, maar dat kost tijd. Het duurt soms drie generaties voordat in een familie met timmerlieden de eerste arts opstaat. Maar in Rotterdam gebeurt dat ook vaak binnen één generatie. Toch is geduld een noodzaak, daar zijn wij ons van bewust. Positieve signalen, zoals het stijgen van de gemiddelde CITO-scores in Rotterdam, geven aan dat we de goede weg zijn ingeslagen. We kruipen heel langzaam in de richting van het nationaal gemiddelde. Maar het streven naar gemiddeld is nooit goed, want wat we willen is excelleren. Daarvoor is een goede basis nodig. Die leggen we in het onderwijs.”

U heeft brede kennis en ervaring opgedaan als wethouder in Amsterdam, met onder meer Onderwijs, Jeugd, Werk, Inkomen en het Grotestedenbeleid in uw portefeuille en later als staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ook was u directeur van de sector Maatschappelijke, Economische en Culturele Ontwikkeling van de Bestuursdienst bij de gemeente Amsterdam. In welke mate helpt die achtergrond in uw huidige rol als burgemeester?

“Alle bagage van de afgelopen 54 jaar neem ik met mij mee. Ik ben net een slak die zijn huisje altijd bij zich heeft. Als burgemeester heb ik geleerd te denken over harde thema’s als economie, veiligheid en werkgelegenheid. Daarbij moet je echter ook altijd de culturele beleving en identiteit van een gebied in ogenschouw nemen. Rotterdam kent vele smaken.”

“Bespeurt u in de stad veel (bereidheid tot) samenwerking en heeft u het idee dat de verschillende partijen elkaar voldoende weten te vinden?

“Samenwerking kan altijd beter, maar ik heb zelf als burgemeester niet te klagen. Ik zie heel wat inspirerende krachtenbundelingen voorbij trekken. Al betekent dat niet automatisch dat dingen vlotten. De samenwerking tussen vele partijen rondom de vernieuwde Kuip is daar zo’n voorbeeld van. Dat het lang duurt, komt niet door een gebrek aan bereidheid om met elkaar iets te doen. Het is gewoon ingewikkelde materie. Soms moet je onderkennen dat er heel wat water door de Maas moet stromen, zelfs in een situatie waarbij heel veel partijen elkaar gevonden hebben. Op allerlei andere terreinen zie ik wel dat er sneller spijkers met koppen geslagen worden. Ik ben voorzitter van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid. Corporaties, werkgevers, mensen uit de cultuurhoek, het onderwijs, Binnenlandse Zaken; iedereen zit coöperatief met elkaar aan tafel om voortgang te bereiken. Vanuit mijn invalshoek zie ik dat er grote bereidheid is om dingen tot stand te brengen.”

Er zijn nu twee pogingen gedaan om een nieuw stadion voor Feyenoord te ontwikkelingen of De Kuip te vernieuwbouwen. Eén vanuit de BVO Feyenoord en één vanuit het bedrijfsleven. Beiden zijn mislukt. Is het niet tijd dat u met de gemeente Rotterdam ook in dit opzicht leiderschap toont en het voortouw neemt om tot de realisatie van een (ver)nieuw(d)e Kuip te komen? Een nieuw stadion levert immers ook werkgelegenheid, internationale voetbalwedstrijden, evenementen en concerten op. Dit lijkt ons goed voor de Rotterdamse economie?

“De gemeenteraad en het college hebben zeker een rol in dit geheel, maar geen doorslaggevende. De familie Feyenoord moet eerst zelf orde op zaken stellen en de koers bepalen. Wat willen zij nu precies? Wat verwachten ze van welke marktpartijen? Welke ondersteuning is gewenst vanuit de gemeente? Zodra er een eenduidige visie is, zijn wij zeker bereid te helpen. Je leert ook van bepaalde dingen. Toen het vorige plan van nieuwbouw in beeld was, heb ik mij daar tegenaan gezet. Dat was notabene in verkiezingsperiode. Mijn bemoeienis werd toen ter discussie gesteld, en dan druk ik het nog zacht uit. Er werd mij op een zekere manier de maat genomen in dat opzicht. Ik heb daar zo mijn opvattingen over. Ik denk dat het in het vervolg van dit hele traject verstandig is om als burgemeester even niet als eerste te spreken, maar eerst alle andere partijen op één lijn te krijgen. Is dat gelukt, dan mogen ze bij mij aankloppen voor het laatste zetje.”

Het Nationaal Programma Rotterdam Zuid moet voor een doorbraak zorgen in Rotterdam-Zuid. In 2031 moet Rotterdam-Zuid het net zo goed doen als een gemiddelde stad in ons land, is de doelstelling. Hoe haalbaar is dat?

“Het is iets wat we stapsgewijs willen realiseren. Geen eenvoudige uitdaging, maar ik geloof zeker dat het kans van slagen heeft. De toestand van een volk verandert als dat volk bereid is aan zijn eigen toestand te sleutelen. Die insteek moet er dus zijn om successen te boeken. Sleutelen aan mensen is hoogst ingewikkeld. Externe impulsen zijn belangrijk, maar voor kans van slagen is de binnenimpuls nog belangrijker. Als overheid heb je daar helaas nauwelijks invloed op. Het is een delicaat proces. De focus op motivatie van kinderen en hun ouders is daarom van groot belang. Het is een bepalender factor voor succes dan het financiële investeringsplaatje. Dat moet je uiteraard ook doen, maar er is nooit een garantie op triomf.”

Hoe kijkt u aan tegen min of meer particuliere initiatieven waarbij kinderen in Rotterdam-Zuid hun talenten kunnen ontplooien en hun vertrouwen toeneemt?

“Dat is echt heel belangrijk. Er wordt gehockeyd op Rotterdam-Zuid! Er zijn een paar honderd gezinnen lid van een hockeyvereniging. Dat had niemand ooit gedacht. Maar soms is het zo dat het creëren van een infrastructuur op zichzelf aan talent appelleert. Waar wij nu aan werken is het stichten van een gymnasium op Zuid. Binnen afzienbare tijd volgen 300 leerlingen van de eerste tot de zesde klas gymnasiumonderwijs op hun eigen school, let maar op. De infrastructuur leidt ertoe dat mensen gaan komen. Toen ik wethouder Onderwijs was in Amsterdam, heb ik ook een gymnasium gesticht in het westen van de stad. Iedereen verklaarde mij voor gek, maar de school zat binnen no-time vol met gemotiveerde leerlingen. Soms moet je kwaliteit brengen naar talent in plaats van andersom. Moeder Natuur heeft talent over de mensheid gelijk verdeeld. In India zijn de percentages per laag net zo verdeeld als in Nederland. Daar spreken ze geen Nederlands, maar maken ze wel goedkoop satellieten die gelanceerd worden . Terwijl wij nog niet verder zijn gekomen dan het maken van onderdelen voor satellieten. Dus soms moet je kwaliteit brengen naar de mensen toe. De kinderen op Zuid kunnen net zo goed tot de top behoren als kinderen in Het Gooi. Het neerzetten van een gymnasium op Zuid zal dat laten zien. Natuurlijk verliezen we de brede aandacht voor de middenklasse en de onderkant van de samenleving niet uit het oog, maar we tonen aan dat er meer mogelijk is dan men in eerste instantie denkt. Niet iedereen kan een stap omhoog maken, maar een deel zeker wel. Wij moedigen die mensen aan hun talenten te benutten. Ik wil heel veel groepen jongeren belangrijk maken. De route die ik heb afgelegd, is ook voor hen mogelijk. Ik heb een gemeenschappelijke basis met ze, want ik weet ontzettend goed hoe het is om te beginnen aan de onderkant van de samenleving.”

Tot slot: u heeft Bram Peper ooit de bruggenbouwer van Rotterdam genoemd. Hoe zou u graag zien dat er in de toekomst over u wordt gesproken?

“Bram Peper was een bruggenbouwer en dat ben ik op een iets andere manier ook. Meer zeggenschap voor de Rotterdammers, werken aan vertrouwen in onze stad; dat vind ik belangrijk. Als ik geen burgemeester van deze stad meer ben, hoop ik een kleine voetnoot te zijn in de Rotterdamse geschiedenis. Ik zou het fijn vinden wanneer het overheersende gevoel zou zijn dat ik veel heb overgelaten aan de mensen zelf.”

IGFR World Championship in 2016 in Nederland

0

Niet eerder vond het International Golfing Fellowship of Rotarians World Championship plaats in Nederland. Volgend jaar komt daar verandering in. Dan vind namelijk van 10 tot en met 16 juli het WK Golf voor Rotarians plaats in Rotterdam.

Rijnmond BUSINESS sprak met de leden van het organisatiecomité, bestaande uit Rick Deurloo (voorzitter), Barbara de Jong-de Graaff (secretaris), Jan den Hartog (penningmeester), Ruud Veen, Rob Boon, Ronald Hagestein, Robbert Ludwig, Astrid van Eembergen en Rien Schoon.

‘Het is een mooie uitdaging voor ons om dit toernooi te mogen organiseren’ aldus voorzitter Rick Deurloo. We zijn met het comité enthousiast van start gegaan, hebben de taken verdeeld , commissie gevormd en veel contacten gelegd, afspraken kunnen maken en allereerst een stichting opgericht van waaruit we het toernooi organiseren. We verwachten niet minder dan 250 Rotarians en partners die deel zullen nemen aan het toernooi.’ ‘Ja vergis je niet, er komt heel wat voor kijken om het IGFR World Championship te organiseren’, vult Jan den Hartog hem aan. ‘Allereerst moeten de golfbanen worden vastgelegd en vervolgens de hotels worden gereserveerd. Er moet een programma worden opgesteld met uiteraard een rondleiding door Rotterdam en de Rotterdamse havens. Er moeten sponsors worden aangetrokken en ga zo maar door.’ Astrid van Eembergen geeft aan dat ‘The House of Friendship (HOF) tijdens het WK op de SS Rotterdam zal zijn gevestigd.

Programma en golfbanen

Rotterdam zal in deze periode het centrum van golf en de Rotary gemeenschap geworden. Er is een mooi programma samengesteld, waarbij zowel de recreatieve golfers als de meer fanatieke golfers, maar ook de niet-golfers volledig aan hun trekken komen.

De wedstrijd wordt gespeeld op vier, niet de minste, golfbanen in de regio Rotterdam. Namelijk The Dutch, Broekpolder, Wouwse Plantage en Cromstrijen.

Het Comité heeft inmiddels 4 en 5 sterren hotels gekozen die de bezoekers een hoge standaard van gastvrijheid bieden. Het HoF zal worden gevestigd in een van hen: de ‘SS Rotterdam’, het voormalige vlaggenschip van de Holland Amerika Lijn. De andere hotels zijn Mainport Hotel, Van der Valk Hotel Ridderkerk en Nhow Hotel in De Rotterdam.

Voor de niet golfers is er een mooi partnerprogramma waarbij er onder meer verschillende pittoreske plaatsen worden bezocht, zoals de Molens in Kinderdijk en rondvaarten worden gemaakt. Maar er is ook een excursie naar Nolet in Schiedam en een bezoek aan het Dordts Museum. Op de afsluitende vrijdag is er een Gala avond.

Ontvangst

Maar voor het zover is, is er natuurlijk eerst een mooi ontvangst en zal het toernooi plaatsvinden. Op zondag 10 juli worden alle Rotarians ontvangen op het Stadhuis van Rotterdam. Hier zal de openingsceremonie door  burgemeester Ahmed Aboutaleb plaatsvinden, waarna er een cocktail en fingerfood buffet zal worden geserveerd. Tamboers en Pijpers alsmede de Stealband van het Korps Mariniers zullen zorgen voor de muzikale omlijsting.

Maandag 11 juli start vervolgens het golftoernooi en hebben de niet golfers de dag ter vrije besteding.

Sponsors

Alle deelnemers moeten de kosten voor de reis, overnachtingen en deelname zelf betalen, maar toch zijn er veel sponsors nodig om een toernooi als dit te laten slagen. Het organisatiecomité is er inmiddels in geslaagd om een aantal mooie sponsors aan dit evenement te verbinden, zoals onder meer F. Breeman BMW en MINI, Holbox BV, Schmidt Zeevis en niet onbelangrijk E.C.T. maasvlakte. Sponsors zijn nog steeds meer dan welkom! Zo is het comité nog op zoek naar sponsors in diverse prijscategorieën. ‘Als sponsor krijg je hier uiteraard wel veel voor terug,’ zo besluit Jan den Hartog. Wilt u met uw bedrijf of organisatie als sponsor optreden dan kunt u dit per mail kenbaar maken via info@igfr-wc2016.com

Gemeente Ridderkerk en het bedrijfsleven zoeken elkaar op

0

Hoe weet je als Ridderkerkse ondernemer bij welke ambtenaar je moet zijn om je producten of diensten aan te bieden? Lang niet alle ambtenaren komen uit de gemeente of zelfs uit de directe omgeving.

Meestal verschijnen de ambtenaren ook niet bij bijeenkomsten van de Ridderkerkse Ondernemersorganisatie Rondo of van de winkeliersverenigingen. Voor ondernemers is het dan lastig om bij de juiste ambtenaar aan te kloppen en omgekeerd kennen de ambtenaren de ondernemers niet en hebben vaak nog steeds contact met de bij hen bekende bedrijven en organisaties vanuit hun vorige werkomgeving, vaak uit Ridderkerk, maar ook regelmatig van buiten. En zo kan het gebeuren dat veel aankopen niet bij Ridderkerkse winkeliers worden gedaan en uitbestedingen niet naar Ridderkerkse bedrijven. Onbekend maakt immers onbemind.

Stimuleren lokale economie

Het hiervoor geschetste voorbeeld is natuurlijk niet kenmerkend voor de gemeente Ridderkerk. Dit komt in heel veel gemeenten in het land voor. Maar zowel de gemeente Ridderkerk, als het Ondernemersplatform Ridderkerk, bestaande uit enkele Ridderkerkse ondernemers, proberen hier iets aan te doen. ‘Dat is niet altijd even gemakkelijk’ aldus wethouder Henk Dokter, die vervolgt: ‘het is er vaak ingesleten, het gaat ook nog lang niet altijd goed en ik kan mij dan ook best voorstellen dat een lokale ondernemer er van baalt als hij een vrachtauto met opschrift en een telefoonnummer beginnend met 020 hier voor de deur ziet staan die kantoormeubilair staat uit te laden. Omgekeerd is echter ook het geval. Wat doen ondernemers eraan om met de gemeente in contact te komen om te kijken wat we voor elkaar kunnen betekenen. Maar het gaat ook regelmatig wel goed en dat weet dan ook niet iedereen. Hierdoor zou de indruk kunnen ontstaan dat er nimmer gekocht wordt bij de lokale ondernemers en dat is natuurlijk niet zo.’ Bij het gesprek zijn, naast wethouder Henk Dokter, ook Eelko Bakker, Senior inkoopadviseur BAR gemeenten (Barendrecht, Albarandswaard en Ridderkerk) en Bedrijfscontactfunctionaris Roeland Sluiskes aanwezig. Eelko Bakker: ‘Er is in 2014 een beleidsplan opgesteld waarin richtlijnen zijn opgenomen om lokale ondernemers en de lokale economie te stimuleren. De uitdaging ligt nu bij van het beleid te gaan naar praktische uitvoering. Het bestellen van bloemen gaat echt wel goed, evenals het bestellen en laten vervaardigen van drukwerk en ook bij middelgrote opdrachten gaat het gemiddeld gezien best wel goed. Een mooi voorbeeld waar het wel goed gaat is de opdracht tot een verbouwing in het gemeentehuis van Ridderkerk. Maasbouw uit Ridderkerk heeft hiertoe de opdracht verworven. Maar we hebben in BAR verband zo’n honderd medewerkers die zich op enigerlei wijze bezighouden met inkoop. Er werken ongeveer achthonderd mensen bij de BAR gemeenten. Dus ja, dat we over en weer niet iedereen kennen is dan misschien ook niet zo gek.’ De totale inkoop gaat overigens best om veel geld, namelijk rond de vijftig miljoen euro. Dat partijen proberen elkaar meer op te zoeken is meer dan logisch.

Meet & Greet

Roeland Sluiskes: ‘vanuit economie zijn we actief om steeds meer ondernemers te leren kennen, onder meer door bedrijfsbezoeken, het bezoeken van netwerkbijeenkomsten en het organiseren van ondernemersontbijten. Om er nu voor te zorgenom  dat de ondernemers en onze inkopers elkaar beter te leren kennen, willen we met de gemeente Ridderkerk een Meet & Greet organiseren.  en organiseren we inmiddels al een poosje netwerkbijeenkomsten in de vorm van ontbijtsessies. Zo staat er nu, in samenwerking met het eveneens in Ridderkerk gevestigde Rijnmond BUSINESS en Van der Valk Hotel Ridderkerk, een Meet & Greet op het programma op dinsdag 17 november hier in het theater in het gemeentehuis. We hopen dat ook de Rondo haar medewerking wil verlenen en de leden uit wil nodigen om bij deze bijeenkomst, die afgesloten zal worden met een BOB borrel, aanwezig te zijn.’

Concept begroting Rotterdam gepresenteerd

0

De Rotterdamse (concept)begroting voor 2016 roept gemengde reacties op. Hoewel er wat cadeautjes voor de burger in zitten, mag niet worden vergeten dat er tot 2019 structureel 60 miljoen bezuinigd moet worden. De vraag is wat deze begroting oplevert voor ondernemers.

Daarop gaven de wethouders Visser (Financiën) en Joost Eerdmans (Buitenruimte) graag antwoord. “Dit college probeert alles voor ondernemers zo aantrekkelijk mogelijk te maken. We zien Rotterdam als maakstad in de breedste zin van het woord. We willen vooruit en willen dus ook ondernemen. Er wordt veel geïnvesteerd. Kijk naar het Hilton Hotel, of naar de Meent. Daar hebben ondernemers zelf miljoenen euro’s op tafel gelegd.”

Het klinkt heel fraai, maar er zitten wat adders onder het gras. Zo gaat er in 2016 10 miljoen euro bezuinigd worden op de eigen organisatie, oplopend naar 21 miljoen in 2019. Dit houdt onder andere in dat de gemeente Rotterdam minder gaat inkopen. Wie de gemeente als opdrachtgever heeft, loopt het risico om het te verliezen van een goedkopere concurrent of dat er van de kant van de gemeente wordt gevraagd om een verlaging van de tarieven voor de geleverde producten of diensten.

Een ander opvallend aspect is een bezuiniging op Rotterdam Partners, waar het vroegere RIA (Rotterdam Investment Agency) onder valt. Een woordvoerder laat weten dat het om een bezuiniging van 200.000 euro gaat op een budget van 7 miljoen. “Rotterdam Partners weet nog niet precies hoe de invulling van de bezuiniging zal uitpakken. We zijn op zoek naar slimme manieren om dit te doen, zodat we de doelgroep kunnen blijven bedienen. Dankzij nieuwe technieken zijn we in staat om wat slagen te maken in de communicatie en meer inkomsten te verwerven door verkoop van Rotterdam merchandising.”

Al met al zijn oppositiepartijen VVD en PvdA niet al te enthousiast. “Volgens de verkiezingsbelofte kwam Rotterdam als eerste uit de crisis. Dat wordt nu: Rotterdam als laatste uit de crisis”, vindt Leo Bruijn, ondernemer en fractievoorzitter PvdA. Dit college heeft als kreet #Kendoe, maar volgens Bruijn is dit verworden tot #Benmoe. Daadkracht is ver te zoeken en het college moddert aan in plaats te handelen.

Ook de VVD Rotterdam vindt het allemaal niet om over naar huis te schrijven. “Het thema van de begroting 2016 is The Next Economy. Een begrip dat onder beleidsmakers aan de Coolsingel erg populair is, maar waarvan de meeste voorbijgangers nog nooit hebben gehoord. Om deze nieuwe economie mogelijk te maken, wordt de beroemde econoom Jeremy Rifkin ingehuurd. Voor 775.000 euro schrijft deze duurzaamheidsgoeroe uit de VS een economisch plan voor de regio. Wat heeft hij voor ogen?”

De VVD vindt dat ondernemers zelf de Rotterdamse economie maken en dat daar geen Amerikaanse duurzaamheidsgoeroe voor hoeft te komen. Eén centraal loket voor ondernemers of het eenvoudiger en goedkoper maken van de horecavergunning is wat deze partij betreft veel belangrijker.

Via begroting.rotterdam.nl (géén www er voor) kunt u de begroting zelf bestuderen.

Comité van Aanbeveling People’s Business

0

Het Comité van Aanbeveling van de beurs People’s Business kent enkele nieuwe gezichten. Allereerst is het event dit voorjaar overgegaan in handen van Postillion Convention Centre WTC Rotterdam. Mede hierdoor hebben er enkele verschuivingen plaatsgevonden zowel bij de organisatie, als bij het Comité van Aanbeveling. Zo is Postillion-Hotel regio-directeur Erik-Jan Ginjaar (links op de foto) toegetreden tot het CvA, waarvan sinds begin dit najaar vml wethouder Jeannette Baljeu voorzitter is. Naast haar Rijnmond BUSINESS uitgever Kees van ’t Zelfde, gevolgd door Xander Heijman (Axoft Holding), Marco Blom (Commercieel Manager Postillion Convention Centre WTC Rotterdam) en Richard Zijderveld (vml. partner Deloitte). Op de foto ontbreken de leden Agnes Spek (manager Schaap+Citroen Rotterdam), Jan de Mooij (directeur CHIO Rotterdam) en Hans van Ruiten (ROGAM).

Netwerken is een ‘contact sport’

0

Veel ondernemers die naar netwerkbijeenkomsten gaan, vinden het moeilijk om de investering die ze daar doen in tijd rendabel te maken. Betrokkenheid, mits goed doordacht, is hierop het antwoord. Engagement is een absoluut cruciale stap in het proces van netwerken. Het gaat om een belofte en een actie. Om succes met je netwerk partners te bereiken, moet je beloven elkaar te steunen en daarna moet je de actie die nodig is om die belofte te vervullen ook uitvoeren. De enige manier om dat effectief te doen is op een dieper niveau dan je normaal doet betrokken te zijn bij je zakelijke contacten.

Om meer betrokken te raken bij je netwerkpartners moet je je eerst het volgende afvragen:

  • Heb je de tijd genomen om met mensen uit je netwerkclub op één-op-één basis bijeen te komen? Dit wil zeggen in een setting buiten de normale vergaderingen om zodat je elkaar op professioneel niveau beter leert kennen?
  • Zijn je gesprekspartners goed op de hoogte van de belangrijkste producten of diensten van jouw bedrijf zodat zij direct aan jouw denken als ze ondernemers tegenkomen die op zoek zijn naar iemand met jouw business?
  • Heb je de tijd genomen om je te verdiepen in de belangrijkste peilers van de business van je netwerkpartners zodat je hetzelfde voor hen kan doen?
  • Ben je op bezoek geweest bij de bedrijven van je netwerkpartners zodat je direct inzicht krijgt in wat zij hebben te bieden?
  • Heb je, indien mogelijk, de producten of diensten van je netwerkpartners gebruikt om de kwaliteit van hun diensten of producten te ervaren?

Netwerken is niet een één-op-één, koude acquisitie kans! Netwerken is echt een ‘contact sport’. Alleen door volledige betrokkenheid krijg je solide resultaten. Wanneer het goed wordt gedaan, bouw je een betekenisvolle lange termijn relatie. Sterker nog, netwerken is meer gebaat bij ‘zaaien’ dan bij ‘jagen’. Het gaat om het langzaam opbouwen van professionele relaties. Na verloop van tijd zal dit proces de mogelijkheid geven om te oogsten. Neem de tijd om nieuwe manieren te vinden waarop je de netwerkpartners kunt ondersteunen. Dit zal je engagement in de verschillende netwerkgroepen waartoe je behoort, vergroten. Je zal zeker ondervinden dat je tijd heel goed is besteed.

BNI Rotterdam heeft 18 netwerkgroepen in de regio Rotterdam. Er zijn zowel ochtend- als middaggroepen. Ook is onlangs een avondgroep gestart. Vind je het leuk om ook eens een netwerkbijeenkomst bij te wonen? Neem dan gerust contact met ons op via admin@bni-rotterdam.nl of bel 06-24364011.

BNI: Changing the Way the World Does Business

Bouwen aan vertrouwen.

0

Een jaar geleden schreef ik in dit blad ook over de bouw. De bouw als start van een nieuwe economie. De bouw als platform waarin vertrouwen en ontwikkeling ruimte krijgen. Nu een jaar verder vraag ik mij af wat wij allemaal met de tijd laten gebeuren. We leven jachtig, haastig. Hebben nergens tijd voor. Alles moet snel, “lean and mean”. Maar als ik dan kijk wat wij doen in de beschikbare tijd dan wordt ik wel erg treurig. We praten over risico’s, garanties, beren op de weg en wat als het mislukt. Wat als die meneer niet functioneert? Hoe weet je zeker of dat kan? Heb je garanties dat je daadwerkelijk verkoopt? Angst regeert in dit land, in plaats van opbouwen en groeien. Het is niet vreemd natuurlijk. Als je langs de voetbalvelden staat dan moet je goed zoeken naar de trainers die niet elke fout afsnauwen. (ze bestaan gelukkig wel) Op de scholen is de afgelopen decennia alle energie gaan zitten in het middelmatig krijgen van de zwakke plekken, ofwel de fouten moeten eruit. Je kent het wel, de 4 moet een 6 worden. De 8 maximaal ontwikkelen, daar zijn we niet op ingericht. En is ons land niet bij uitstek het land waar failliet gaan nog daadwerkelijk een schande is? Uit eigen ervaring kan ik zeggen dat je na een faillissement echt wel een andere plek op de maatschappelijke ladder krijgt. Toch vreemd als je bedenkt dat in een veilige omgeving een fout vaak een startpunt voor een nieuw inzicht kan zijn. als je van je fouten leert waarom mag je ze dan niet maken? Nu terug naar de bouw. Juist in deze markt wordt de laatste tijd veel inspanning geleverd om mensen die langs te kant staan een nieuwe kans te geven. Via Social Return worden mensen opgenomen in het arbeidsproces. En het gaat om behoorlijke aantallen. Kleine kanttekening hierbij is dat we mensen die nog niet in staat zijn om op het juiste manier te produceren laten werken in een omgeving waar te weinig marge wordt gemaakt om fouten op te vangen. Als je hoort dat in veel bouw projecten 11 procent foutkosten zijn. Als je weet dat Six Sigma en Lean bouwen cruciaal zijn om enig bestaansrecht te hebben als bouwer. Niet bepaald een situatie waarin wederkerigheid ruimte krijgt. En ook niet echt een omgeving waarin iemand veilig fouten kan maken. En toch geeft de SROI verplichting ruimte. Zorg ervoor dat de verplichting buiten het primaire proces wordt ingevuld. En zorg ervoor dat de invulling van de verplichting geen verdringing tot gevolg heeft. Dus niet goedkoper bestaand werk doen, maar betaald nieuw werk. Anders gezegd innovatie. Voor innovatie is vertrouwen nodig en de acceptatie dat fouten worden gemaakt. Zie hier uw veilige omgeving voor de ontwikkeling van de mens. Innovatie leidt tot iets nieuws en kan dus onmogelijk verdringen. En voor innovatie is altijd een probleem nodig of een behoefte die wordt ingevuld. Zie hier de wederkerigheid. Een mooi voorbeeld is het project VandeBouwplaats. Een concept ontwikkeld samen met van Hattum en Blankevoort, een VolkerWessels onderdeel. De afvalstromen van dit bedrijf worden benut om nieuwe producten te maken. In dit proces worden mensen opgeleid tot ambachtsman, krijgen jongen veelbelovende designers een platform om hun talent te ontwikkelen en producten te verkopen, en wordt de lokale middenstand in staat gesteld om onderscheidende producten tegen goede prijzen te verkopen. En dat als tegenbeweging op goedkope meer-van-het-zelfde-mag-niets-kosten-moet-het-hebben ontwerp. Het mooie hiervan is dat alles is gericht op economische relevantie en toekomst. Het project wordt niet gesponsord of gesubsidieerd. Er wordt in geïnvesteerd. De producten koop je niet om mensen een kans te geven. De mensen bieden juist de kans om een mooi product te kopen. Je koopt niet om de prijs maar om de waarde. Zonder het te verklappen wordt in dit hele project doorlopend een basis gelegd voor vertrouwen, waardering en wederkerigheid. Heel stil wordt er een stap gemaakt naar een samenleving waarin we verantwoord omgaan met grondstoffen, waar we ruimte geven aan de ontwikkeling van de mens en waar we korting inruilen voor waardering.