Home Blog Page 97

Gezamenlijke voorbereidingen verkeersmanagement rond mogelijke no-deal Brexit

3
Brexit flyer actie

Samen met alle partners zoals Douane, Havenbedrijf Rotterdam, Havenbedrijf Amsterdam, Portbase en de betrokken gemeenten wordt weer hard gewerkt aan de voorbereiding op een eventuele no-deal Brexit op 31 oktober 2019. Het doel van deze gecoördineerde actie is om oponthoud als gevolg van extra douaneformaliteiten op ferryterminals van Rotterdam en Vlaardingen tot een minimum te beperken.

Hiervoor worden zogenoemde verkeerscirculatieplannen gemaakt en parkeerlocaties ingericht voor vrachtwagens waarvan de papieren niet voldoen aan de nieuwe douaneformaliteiten zodra het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie treedt.

Wees goed voorbereid!

Exporteurs en importeurs moeten afspraken maken wie hun lading van of naar het VK vooraf digitaal voormeldt via Portbase. Dit kunnen zij zelf doen of uitbesteden aan een tussenpersoon, zoals een expediteur, douaneagent of vervoerder. Alle ferryterminals en het merendeel van de shortseaterminals stellen dit verplicht. Via deze Nederlandse ketenoplossing voor Brexit reist lading snel en zonder onnodig oponthoud door douanezaken van en naar het VK, ook na de Brexit.

Geen douanedocument, geen voormelding, geen oversteek

Voor vrachtwagens waarvan de papieren niet op orde zijn, worden de komende weken de bufferparkeerlocaties weer opgebouwd. Op deze tijdelijke locaties kunnen vrachtwagenchauffeurs contact opnemen met hun opdrachtgever of transportplanner om de noodzakelijke formaliteiten alsnog in orde krijgen. Deze tijdelijke bufferparkeerlocaties staan gemarkeerd op onderstaande kaart. Indien deze extra capaciteit onverhoopt ontoereikend zou zijn, hebben partijen extra overloopgebieden achter de hand. Bovendien heeft Rijkswaterstaat in overleg met alle partijen verkeerscirculatieplannen gemaakt om een goede doorstroming te borgen.

Doorstroming verkeer

Er is voor elke terminal en omgeving een verkeersplan opgesteld met maatregelen om de mogelijke overlast van vrachtwagens te beperken. Dit verkeersplan heeft tot doel dat de doorstroming van het lokale en regionale verkeer op gang blijft. Dit doen we door het vrachtverkeer dat de papieren niet op orde heeft naar een aangewezen parkeerlocatie te begeleiden en wachtrijvorming bij de terminals te voorkomen.

Bufferparkeerlocaties inrichten

Rijkswaterstaat richt in samenwerking met het Havenbedrijf Rotterdam, de gemeente Rotterdam, de gemeente Vlaardingen, de gemeente Velsen, en de provincie Zuid-Holland in totaal 6 bufferparkeerlocaties in. Al deze tijdelijke locaties zijn voorzien van een omheining, verlichting, sanitaire voorzieningen en beveiliging. Van de circa 54 miljoen ton goederen die jaarlijks worden verhandeld tussen het VK en Nederland gaat circa 40 miljoen ton via de Rotterdamse haven, vooral via ferry- en shortseatransport. Zodra Brexit een feit is, vormen de Nederlandse zeehavens voor het VK een EU-buitengrens. Voor het goederenverkeer via de Nederlandse havens betekent dit onherroepelijk douaneformaliteiten. Bij een no-deal Brexit geldt dit per direct.

Rotterdam, Hoek van Holland en Vlaardingen

Op de noordoever in Hoek van Holland heeft de gemeente Rotterdam het terrein Oranjeheuvel gerealiseerd. Dit terrein ligt in de nabijheid van de ferryterminal in Hoek van Holland. Rijkswaterstaat heeft daar ruimte gerealiseerd voor circa 200 vrachtwagens. In Maasdijk, gemeente Westland, heeft Rijkswaterstaat een bufferlocatie voor circa 24 vrachtwagens ingericht. In de gemeente Vlaardingen worden op het DFDS-terrein 80 plekken gerealiseerd. Daarnaast wordt aan de Waterleidingstraat een secundaire opvanglocatie ingericht voor circa 80 vrachtwagens.

Op de zuidoever worden in opdracht van Havenbedrijf Rotterdam bufferparkeerlocaties ingericht aan de Moezelweg. Het grootste terrein aan de Moezelweg biedt ruimte aan circa 280 vrachtwagens. Dit terrein ligt in de nabijheid van de ferry- en shortseaterminals die opereren vanuit havengebieden Europoort en Rozenburg. Het terrein is goed bereikbaar vanaf de snelweg A15, zowel vanuit oostelijke als westelijke richting.

IJmuiden

Rijkswaterstaat richt samen met gemeente Velsen en Zeehaven IJmuiden een parkeerlocatie in op het ‘Blokkenterrein’ (opslagterrein van Rijkswaterstaat) aan de Zandvoortstraat in IJmuiden. Op deze tijdelijke locatie kunnen vrachtwagenchauffeurs in overleg met hun opdrachtgever of transportplanner de noodzakelijke formaliteiten alsnog in orde maken zonder (parkeer)overlast te veroorzaken. De tijdelijke parkeergelegenheid heeft capaciteit voor 45 vrachtwagens.

Get ready for Brexit

Rotterdammers willen bouwen

1
architecture bridge buildings

Succesvolle ondernemers weten de Rotterdamse vestiging van InsingerGilissen steeds vaker te vinden, merken private bankers Irma Slotboom en Geert-Jan Kleijweg. En het gaat ze om meer dan alleen de beleggingsportefeuille.

‘Rotterdammers willen vooruit, ze willen bouwen’, zegt Irma Slotboom. De gemiddelde leeftijd van de cliënten van InsingerGilissen Rotterdam daalt. Dat komt doordat er steeds meer succesvolle ondernemers zijn die al op jongere leeftijd hun bedrijf verkopen en dus vermogend zijn. ‘Zij houden hun bedrijf niet meer vast tot hun pensioen, zoals vroeger. Het opzetten van de onderneming vinden ze mooi, de groei ook. Na de eerste verkoop zetten ze weer een ander bedrijf op of zetten zich in voor startende ondernemers.’

Bij die nieuwe initiatieven komt niet alleen de expertise, maar ook het omvangrijke netwerk van de private bankers van InsingerGilissen goed van pas, vertelt collega Geert-Jan Kleijweg. ‘Irma en ik hebben samen veertig jaar ervaring in het vak, we maken graag ver- binding tussen cliënten en andere mensen uit ons netwerk.’ Dat gebeurt onder meer tijdens de talrijke bijeenkomsten die InsingerGilissen organiseert, zowel landelijk als lokaal. Zo was er voor de Rotterdamse cliënten een beleggingsbijeenkomst in het Wereldmuseum, om de hoek. En zijn de cliënten onlangs uitgenodigd voor de eerste InsingerGilissen Garage in Amsterdam.

Persoonlijke ontmoetingen

De Rotterdamse vestiging van InsingerGilissen bestaat sinds 2008 en is vanaf 2010 gevestigd in een statig wit stadspand in het Scheepvaartkwartier, vlakbij de Maas en de befaamde Erasmusbrug. Sommige cliënten komen met de watertaxi of zelfs met hun eigen boot. Het is de enige bank die nog in het Scheepvaartkwartier is gevestigd. Kleijweg: ‘Vroeger zat het hier helemaal vol met banken. De grootbanken hadden toen nog aparte locaties voor private banking, maar die onderdelen zijn inmiddels verhuisd naar de hoofdkantoren.’

Het Rotterdamse kantoor groeit snel. Een paar jaar geleden werkten er vier mensen, nu is dat aantal gestegen naar tien. Kleijweg en Slotboom hebben het team kort geleden versterkt. Irma Slotboom begon begin dit jaar bij InsingerGilissen, na een loopbaan van bijna twintig jaar bij de Rabobank. Wat haar trekt is de volledige focus op private banking. Slotboom: ‘Bij mijn vorige werkgever was private banking een klein deel van het geheel, bij InsingerGilissen is on- ze volledige dienstverlening hierop gefocust. Daarnaast zijn de interne lijnen erg kort en weet iedereen in de organisatie wat er speelt.’ Haar collega Kleijweg, die vorig jaar van ABN Amro MeesPierson de overstap maakte, herkent dat. ‘Hier heb je als private banker een beperkt aantal cliënten in portefeuille, zo kun je de kwaliteit van de dienstverlening blijvend garanderen.’

Naast de expertise in beleggen, zijn ook de ervaring en honkvastheid van de private bankers onderscheidend, vindt Kleijweg. ‘Bij andere banken hoor je vaak de klacht dat cliënten elke keer met een ander te maken hebben, bij ons dus niet. We merken dat ervaren collega’s van andere banken zich graag bij een pure private bank willen aansluiten. Wie wil er niet bij een bedrijf horen dat verkozen is tot de beste private bank van Nederland?’

Continue begeleiding

De twee bankiers kennen hun Rotterdamse cliënten en de markt heel goed. ‘Iedere cliënt heeft een eigen verhaal, dat maakt ons werk zo mooi en afwisselend’, zegt Slotboom. Met uiteenlopende zaken staan zij hen bij. Zo denken ze mee over alles wat komt kijken bij de verkoop van een bedrijf, waarbij ook externe fusie- en overnamespecialisten betrokken worden.

Waar cliënten in die situatie ook mee worstelen is het beschermen van hun privacy, merkt Slotboom. ‘Daarover denken wij met bestaande én nieuwe cliënten graag mee’, zegt Kleijweg. ‘Waar nodig schakelen wij een financieel planner in om inzicht en overzicht te geven in de financiële situatie nu en in de toekomst.’ InsingerGilissen werkt met externe financieel planners om cliënten een écht onafhankelijk advies te kunnen geven.

“Het gaat ook om de rijkdom die je ervaart als je geeft en deelt”

Ervaar een rijker leven

Ook filantropie staat in het Rotterdamse hoog op de agenda. Dat is een thema waarmee Insinger- Gilissen volgens Kleijweg vooroploopt, van de fiscale wet- en regelgeving rond giften en vermogensfondsen tot verschillende gradaties van duurzaam beleggen. De nieuwe campagne van InsingerGilissen ‘Ervaar een rijker leven’ haakt hierop in. Want met rijker wordt beslist niet alleen gedoeld op materiële welstand, benadrukt Slotboom. ‘Het gaat ook om de rijkdom die je ervaart als je geeft en deelt.’

Waar vermogende Rotterdammers ook mee bezig zijn, is de opvoeding van de kinderen: hoe leren zij de waarde van geld, als dat er in overvloed is? ‘Zeker de wat jongere cliënten worstelen hier vaak mee’, merkt Slotboom. ‘Het is leuk om de kinderen in het vermogen te laten delen, om business class te vliegen en een zwembad in de tuin te hebben, maar hoe voorkom je dat het te vanzelfsprekend wordt?’ Bij zulke gesprekken gaat het om heel wat meer dan de beleggingsstrategie en financiële planning. ‘De vraag is dan wat je drijft, wat je belangrijk vindt in het leven. Wat dat betreft zijn wij soms meer psycholoog dan bankier.’ Life planning, noemt Kleijweg het. ‘Beleggen is vaak alleen het middel tot een doel. Dat doel, daar praten we over.’

“Alleen ga je misschien wel sneller, maar samen kom je verder”

Rotterdamse nuchterheid

De welbekende nuchterheid van de Rotter- dammers ervaren de collega’s ook. ‘Daar houden wij van’, zegt Kleijweg, die zichzelf typeert als rasechte Rotterdammer. ‘Je weet bij Rotterdammers snel waar je aan toe bent, what you see is what you get. De keuze voor een persoon, de klik die je met elkaar hebt, is hier heel belangrijk.’ Kleijweg en Slotboom focussen zich binnen het Rotterdamse kantoor op het aantrekken van nieuwe relaties. Vaak trekken ze daarbij samen op. ‘Wij geloven in samenwerking. Alleen ga je misschien wel sneller, maar samen kom je verder.’

Samenwerking, duidelijkheid en mediation

1
BSP Mediatio Leo Vuijst

De werking van mediation met voorbeelden uit de praktijk.

Samenwerken en uittreden

Dagelijks worden er samenwerkingsovereenkomsten gesloten. Bijvoorbeeld privé via een huwelijk of zakelijk via een vennootschap. Het is belangrijk dat de afspraken daarover goed en duidelijk worden vastgelegd. Dat kan zijn in huwelijkse voorwaarden, een vennootschapscontract, aandeelhoudersovereenkomst, arbeidsovereenkomst of managementovereenkomst. Ook aanpassingen in de afspraken moeten worden vastgelegd. Contracten zijn niet alleen nuttig tijdens de samenwerking, maar ook (of juist) bij het eventueel beëindigen daarvan.

Voorbeeld: 4 studenten starten een ICT bedrijf. Bij aanvang werd een vennootschapscontract overeengekomen, dat echter niet werd aangepast aan de ontwikkelingen van het bedrijf. Naast zijn algemene ICT werkzaamheden ontwikkelde één vennoot een computerspel. Dit bleek een groot financieel succes te zijn. Mede daardoor ontstonden er discussies met betrekking tot de winstverdeling en begonnen de toekomstvisies uit elkaar te lopen. De bewuste vennoot wilde na de diverse ‘discussies’ uittreden en zich toeleggen op de spelindustrie. Men kwam zelf niet uit de splitsing, waaronder waardeverdeling en de toekomstige inkomsten van het al ontwikkelde spel. Via mediation is een maatwerk splitsing overeengekomen.

Duidelijkheid en redelijkheid

Het is belangrijk dat opdrachtgever en opdrachtnemer beiden weten wat de verwachtingen en afspraken zijn. Vooraf, maar ook tijdens de dienstverlening. Het vastleggen in een overeenkomst is de basis. Maar de contractuele onderdelen moeten voor beide partijen wel duidelijk en redelijk zijn. Vaak zie je dat er vooraf veel aandacht wordt besteed aan het maken en vastleggen van specifieke afspraken, maar dat er nauwelijks aandacht wordt besteed aan daaraan gekoppelde algemene voorwaarden.

Voorbeeld: Een particulier wilde zijn huis verbouwen en schakelde een architect in. Op basis van het goedgekeurde ontwerp werden diverse offertes aangevraagd. De particulier en gekozen aannemer tekenden ten slotte een contract. Naderhand bleken in de algemene voorwaarden van het aanneemcontract eenzijdig opgestelde clausules te staan. Tijdens de bouw werden een aantal zaken gewijzigd. Deels op verzoek van de particulier, deels op basis van het advies van de bouwer. Bij oplevering kwamen klachten over de oplevering en kosten. Partijen gingen naar de rechter, maar zijn er samen met de mediator uitgekomen.

Leo Vuijst RA
MfN-registermediator bij BSP-Mediation

Robuuste groei toegevoegde waarde in het mkb

1
Hollandse Hoogte afbeelding
© Hollandse Hoogte / Astrid Huis

De toegevoegde waarde van niet-financiële midden- en kleinbedrijven nam in 2018 toe met 5,4 procent. Ook in 2017 was de groei ruim 5 procent. Zowel de arbeidsproductiviteit als de werkgelegenheid namen toe in 2018. Dit meldt het CBS op basis van statistisch onderzoek voor het ‘Jaarbericht Staat van het MKB 2019’ van het Comité voor Ondernemerschap.

De toegevoegde waarde van het mkb in het niet-financiële bedrijfsleven, de business economy, was 241 miljard euro in 2018. De toegevoegde waarde nam in het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) en bij de zzp’ers (1 werkzame persoon) met circa 8 procent het sterkst toe. In het klein- en microbedrijf (2 tot 50 werkzame personen) groeide de toegevoegde waarde in 2018 minder dan in 2017. Bij het grootbedrijf was de groei met ruim 6 procent wel groter dan in 2017.

Groeiversnelling middenbedrijf vooral door verbetering arbeidsproductiviteit

De toename van de toegevoegde waarde is deels toe te schrijven aan een verbeterde arbeidsproductiviteit. De toegevoegde waarde per vte nam binnen het mkb toe met 2,4 procent in 2018. De arbeidsproductiviteit van het middenbedrijf nam in 2018 met 4,6 procent toe, waar deze in 2017 nog met 0,9 procent daalde. In het kleinbedrijf nam de arbeidsproductiviteit in 2018 juist af met 0,8 procent. In het microbedrijf groeide de arbeidsproductiviteit met 3,1 procent.

Personeelstekort belemmert activiteiten

Het arbeidsvolume van het mkb in de business economy is in 2018 met 2,9 procent toegenomen tot ruim 3,5 miljoen vte. Daarbij nam het aantal openstaande vacatures aanzienlijk toe. Deze toename zette door in 2019. Aan het eind van het tweede kwartaal van 2019 stonden er 161 duizend vacatures open bij midden- en kleinbedrijven met personeel, ruim 9 procent meer dan een jaar eerder. 54,8 procent van alle openstaande vacatures in Nederland zijn in het mkb.

De openstaande vacatures blijken steeds moeilijker in te vullen. Bedrijven geven namelijk steeds vaker aan dat een tekort aan gekwalificeerd personeel hen belemmert bij hun zakelijke activiteiten. Aan het begin van het derde kwartaal 2019 gaf een kwart van de ondernemers dit aan. Met 27,2 procent was het tekort het grootst bij het grootbedrijf en het kleinst bij het kleinbedrijf (22,3 procent).

De Staat van het MKB

Het samenstellen van deze macro-economische cijfers over het mkb is verricht in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor de Staat van het MKB van het Nederlands Comité voor Ondernemerschap. Het Comité brengt eens per jaar in een jaarbericht al het relevante materiaal samen, maakt de balans op en blikt vooruit. Bij de duiding van de gegevens is gebruik gemaakt van de input van ondernemers, branches en wetenschappers. Het Comité voor Ondernemerschap heeft het Jaarbericht Staat van het MKB 2019 aan staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat aangeboden. Het jaarbericht is beschikbaar op de website StaatvanhetMKB.nl.

Nieuwe beleidsregels stikstof: Vergunningverlening komt weer op gang

1
Schoorstenen in industrieel gebied

Toestemming voor stikstofgerelateerde activiteiten wordt weer mogelijk, zolang de activiteiten niet leiden tot een stijging en in veel gevallen feitelijk tot een daling van stikstofbelasting. Kern van de nieuwe regels is dat door het wegvallen van het voormalige Programma Aanpak Stikstof nu van tevoren moet worden aangetoond dat emissie en depositie met zekerheid afnemen of niet stijgen.

Grote maatschappelijke urgentie

Peter Drenth, gedeputeerde Gelderland, namens de 12 provincies: “De provincies als bevoegde gezagen zijn zich bewust van de grote maatschappelijke urgentie om beweging te krijgen in de vergunningverlening voor activiteiten waarbij stikstof vrijkomt na de uitspraak van de Raad van State. Dit kan echter niet zonder meer, de uitstoot mag niet toenemen, moet waar mogelijk zelfs verminderen. Daarom stellen we ook strikte voorwaarden door middel van de in alle GS(Gedeputeerde Staten)-en vastgestelde juridische spelregels. Zo willen we recht doen aan de uitspraak van de Raad van State, want nieuwe vergunningen moeten wel juridisch houdbaar zijn. De samenleving staat nu stil. Het op gang brengen van de vergunningsverlening is dan ook een belangrijke eerste stap.”

Jeannette Baljeu, gedeputeerde Zuid-Holland: “We hebben ervoor gekozen om kwetsbare natuurgebieden te beschermen. Het is dus niet zozeer een juridische exercitie, want we hebben een concreet doel. We zoeken daarbij een balans tussen bescherming van het milieu enerzijds en ruimte bieden voor de economie anderzijds. Dat is waar we nu mee bezig zijn.”

Bronmaatregelen en gebiedsgerichte aanpak

In aanvulling op de beleidsregels zijn de provincies voor nieuwe activiteiten (beperkte) uitstoot in overleg met het Rijk over het nemen van bronmaatregelen. Het kabinet heeft daarnaast de provincies een regierol toebedeeld voor een gebiedsgerichte aanpak van de stikstofproblematiek. Over de verdere invulling van een gebiedsgerichte aanpak van stikstof en de daarvoor benodigde middelen zijn de provincies in overleg met het Kabinet.

Over vergunningverlening:

De nieuwe beleidsregels voor het verlenen van vergunningen leiden tot afnemende stikstofuitstoot door intern en extern salderen. Samengevat betekent dat:

  • Initiatiefnemers die aan kunnen tonen dat ze per saldo geen stikstof uitstoten of aan kunnen tonen dat dit geen significante effecten heeft op Natura 2000 gebieden kunnen ook weer vergund worden. Dit kan door de uitstoot te beperken met schonere technieken of door te salderen. Dit kan door de uitstoot te beperken met schonere technieken of door een beperkte stijging van de emissie te salderen met een veel grotere daling van een andere bron; het extern salderen.
  • Die projecten die wel effect zouden hebben op de natuur kunnen als ze van groot maatschappelijk belang zijn en er geen alternatieven zijn, gebruik maken van de ADC-toets en de effecten compenseren.

65 partners lanceren Nederlandse AI Coalitie

1
binary internet of things

Meer dan 65 bedrijven, maatschappelijke organisaties en onderzoeksinstellingen lanceren vandaag de Nederlandse AI Coalitie. De partijen, waaronder MKB-Nederland en VNO-NCW, willen dat Nederland een speler van formaat wordt op het terrein van artificiële intelligentie (AI). Het initiatief is tegelijk gepresenteerd met het Rijksbrede Strategisch Actie Plan AI (SAPAI) van de overheid.

Zorgen, kansen, bloei

‘Alleen door samen op te trekken kunnen we de zorgen wegnemen die er bij sommigen zijn, de kansen benutten en de Nederlandse AI-agenda tot volledige bloei brengen,’ aldus Cees Oudshoorn, directeur van VNO-NCW en MKB-Nederland en mede-initiatiefnemer de Nederlandse AI Coalitie (NL AIC). Het is de bedoeling dat deelnemers aan de coalitie plannen presenteren die bijdragen aan het actieplan van het Rijk. Daarnaast werkt de coalitie aan grootschalige acties, bijvoorbeeld om werknemers en werkgevers binnen het midden- en kleinbedrijf (mkb) bewust te maken van de kansen van AI en bijscholing te bieden voor digitale vaardigheden.

Touwtjes in eigen handen

Nederland en de EU kunnen zich volgens de coalitie onderscheiden met een op samenwerking gerichte aanpak waarbij publieke waarden, grondrechten en de menselijke kant van AI een prominente plek innemen in nieuwe AI-toepassingen. ‘Met de Nederlandse AI Coalitie willen we ervoor zorgen dat AI ons niet overkomt, maar dat we zelf de touwtjes in handen houden‘, zegt Focco Vijselaar van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

400 extra onderzoekers

NL AIC wil onder andere één nationaal AI kennis- en innovatienetwerk vormen, dat alle verschillende AI-initiatieven van bedrijven en onderzoekscentra gaat verbinden. In het netwerk zou budget moeten komen voor zo’n 400 extra onderzoekers en voor AI-initiatieven op terreinen waar Nederland zich internationaal kan onderscheiden. NL AIC denkt dan aan de agrosector, de zorg, technische industrie en veiligheid. Verder wordt gewerkt aan een plan om een Europees topcentrum voor AI-onderzoek naar Nederland te halen. Dit kan de nu nog relatief goede uitgangspositie van Nederland verder versterken en werken als een magneet voor nieuw talent en bedrijvigheid.

Bedrijfsleven en ministerie

De Nederlandse AI Coalitie is oorspronkelijk een initiatief van VNO-NCW, MKB-Nederland, het ministerie van EZK, TNO, Seedlink, Philips, Ahold Delhaize, IBM, en Topteam Dutch Digital DeltaMeer informatie over de NL AIC, de actieagenda en alle partners die meedoen is te vinden op de website van de coalitie: www.nlaic.com.

Rotterdammers werken aan de toekomst

1
mensen met boot op achtergrond

Leerwerkakkoorden zorgen voor een toekomstbestendige en inclusieve arbeidsmarkt

Het Rotterdamse Leerwerkakkoord is een antwoord op de maatschappelijke veranderingen zoals de energietransitie, de circulaire economie en digitalisering. Hierdoor zal de arbeidsmarkt veranderen en ontstaan nieuwe banen en beroepen. Tegelijkertijd zijn er nog een behoorlijk aantal Rotterdammers die langs de zijlijn staan. De overheid, het onderwijs en het bedrijfsleven bundelen hun krachten om verandering te brengen in deze mismatch. Met als voornaamste doel: meer Rotterdammers aan het werk krijgen én houden. We spreken Aad van Pelt, strategisch arbeidsmarktadviseur en Jakolien van der Poel, projectleider van de Skills Navigator, beiden werkzaam bij de gemeente Rotterdam, over de ontwikkelingen.

Van Pelt is vanuit de afdeling Werk & Inkomen van de Gemeente Rotterdam betrokken bij het Rotterdamse Leerwerkakkoord. We vragen hem allereerst naar de totstandkoming. Van Pelt: “Tijdens de coalitieonderhandelingen voor het Rotterdamse Stadsbestuur vorig jaar zette Wethouder Moti in op het vergroten van de kansen van Rotterdammers op werk. Hij bracht een aantal relevante organisaties bij elkaar om met hem mee te denken, wat het ontstaan van het Rotterdamse Leerwerkakkoord betekende. ”Een van de belangrijkste aandachtspunten was de geconstateerde mismatch tussen de vraag en het aanbod op de arbeidsmarkt. Van Pelt: “Het opleidings- en arbeidspotentieel van de Rotterdammers bleek onvoldoende aan te sluiten op de verwachte economische groei en werkgelegenheid. Dat gaat middels het akkoord veranderen.”

Sectorakkoorden

Het Rotterdamse Leerwerkakkoord, gelanceerd op 5 februari jongstleden, richt zich op drie pijlers: van school naar werk, van werk naar werk en aan het werk. Op deze manier wordt gewerkt aan een toekomstbestendige en inclusieve arbeidsmarkt met plek voor iedereen. “Naast het overkoepelende Rotterdamse Leerwerkakkoord zijn er ook sectorakkoorden,” vertelt Van Pelt. “Hierin maken de betrokken partijen per bedrijfssector afspraken over scholing en begeleiding van jongeren, werkenden en werkzoekenden. De sectoren ‘Haven en Logistiek’ en ‘MKB’ zijn inmiddels al gestart met hun activiteiten.”

Talrijke initiatieven

Van Pelt is vanuit zijn functie specifiek betrokken bij het Leerwerkakkoord Haven. Hij vertelt: “Voor dit akkoord is een coalitie gevormd met het Havenbedrijf Rotterdam, de gemeente Rotterdam, Deltalinqs (vertegenwoordiger van ongeveer 700 bedrijven in de haven) en het Scheepvaart en Transport College (STC). We bespreken tweewekelijks de voortgang van een groot aantal activiteiten die we hebben gedefinieerd op basis van de drie pijlers. Er lopen al veel initiatieven zoals de ‘Carrière Startgaranties’ voor 1000 leerlingen die na afloop van hun opleiding Logistiek, Maintenance of Operator gegarandeerd zijn van een baan in de Rotterdamse Haven, de STC-opleiding (op het laagste niveau) ‘Entree tot de Haven’ en de inzet van mensen uit de praktijk als docent.

“Op deze manier komen de jongeren en bedrijven met elkaar in gesprek over een reguliere baan, een leerbaan of stageplek”

Ken je talent

Een groot project dat op stapel staat is de Skills Navigator Bootcamp, een project waar Jakolien van der Poel alle in’s en out’s van kent. Ze vertelt: “Die mismatch in de haven was al eer- der geconstateerd. Daarom hebben we 2,5 jaar geleden een subsidie aangevraagd via Interreg. Dit deden we met partijen uit diverse havengebieden in Nederland en België. We hebben hiermee onder andere de Skills Navigator Bootcamp opgezet. Tijdens een interactieve workshop gaan jongeren eerst ontdek- ken wat hun skills zijn middels de Talentenscan. Zo komen ze te weten: Waar ben ik goed in? Wat geeft en wat kost mij energie? Aan het eind van de dag horen ze bij welke havenfuncties hun profiel het beste past. Het gaat hier overigens om functies op niveau 1 en 2 van het MBO onderwijs. Op basis van die uit- komst nemen we mensen mee de Haven in voor de Haven Experience.”

Haven Experience & speed-meet

Deze Haven Experience is een ervaring voor het leven. Van der Poel: “We laten de jongeren in 1 dag aan den lijve kennismaken met passende functies. Dat betekent dus zelf heftruck rijden of steigers beklimmen. Jongeren die hierna nog steeds verder willen, bieden we praktijkgerichte opleidingen aan . Tijdens deze opleidingen, van twee tot zes weken, halen ze bijvoorbeeld een veiligheids- of heftruckcertificaat. Zodat hun skills nog beter aansluiten op de (toekomstige) banen. Na de opleidingen organiseren we met de samenwerkende partners een speed-meet. Op deze manier komen de jongeren en bedrijven met elkaar in gesprek over een reguliere baan, een leerbaan of stageplek.” Van Pelt vult aan: “Er zijn bedrijven die zo geloven in de bootcamp, dat ze aan het eind van het traject gegarandeerd mensen in dienst nemen. Dat is overigens niet alleen charitatief. Zo’n bedrijf weet heel goed dat er krapte is op de arbeidsmarkt en op een andere manier mensen moet gaan werven. Ik juich deze ontwikkeling toe. Hulde aan die bedrijven die op deze manier omdenken.”

Plek voor iedereen

De aanmeldingen voor de Talentenscan & Have Experience lopen goed. Van der Poel hoopt binnenkort met 60 jongeren de haven in te gaan. Hoe wordt de doelgroep eigenlijk geactiveerd?

“We hebben collega’s die scholen bezoeken en we hebben veel contacten bij jongerenorganisaties die mensen erop wijzen”, legt Van der Poel uit. Na de vakantie starten we nog een campagne om zoveel mogelijk mensen te bereiken. Er is plek voor iedereen die aan het werk wil in de haven.”

Iedereen klant bij de FIOD

1
Jan van Neerbos Verstegen Accountants

In mijn zeer jonge jaren werd de aangifte inkomstenbelasting nog handmatig ingevuld. Als mijn vader zijn aangiftebiljet ontving, dan zat hij in het weekend daarna samen met zijn buurman twee dagen te zwoegen op zijn aangifte. Of beter gezegd, dan was hij bezig met de nationale sport nummer 1: hoe ontwijk ik zoveel mogelijk de belastingheffing.

Dit was voor iedereen de normaalste zaak van de wereld. Je had belastingontduiking; dat mocht natuurlijk niet. Maar zo min mogelijk belasting betalen vond niemand een probleem. De wetgever bepaalt wat wel en wat niet mag. Dus wat wel mag, is legaal en daarmee is het geen probleem om zo te handelen.

Tijden veranderen. We hebben inmiddels de vooraf ingevulde aangifte. Allerlei aftrekposten zijn geschrapt en inmiddels worden allerlei databanken binnen de EU aan elkaar gekoppeld om de nationale belastingdiensten van informatie te voorzien. Dan zou je kunnen denken dat we er inmiddels wel zijn als het gaat om de juiste afdracht van inkomstenbelasting.

Maar niets is minder waar. Recent heeft De Nederlandsche Bank het rapport ‘Good practices – Fiscale integriteitsrisico’s bij cliënten van banken’ de wereld in geschoten. Kort gezegd wil De Nederlandsche Bank dat banken actief onderzoeken of het fiscale gedrag van hun cliënten tot een integriteitsrisico voor de bank leidt. Tot nu toe deed alleen de FIOD aan actief onderzoek naar fiscaal gedrag.

Een gedachte hierachter is dat belastingontduiking en ontwijking eigenlijk niet meer kunnen en dat belastingoptimalisatie (een nieuw toegevoegde term) mogelijk nog wel kan. Naar de huidige maatstaven wel te verstaan. Het gaat er inmiddels niet meer om of wettelijk iets mag maar, of het gedrag van burgers maatschappelijk wel aanvaardbaar is.

Zo ongeveer alle Nederlanders zijn klant bij de nieuwe afdelingen van de FIOD (lees: de banken). Zij gaan bepalen wat maatschappelijk aanvaardbaar is. Niet onbelangrijk daarbij is de vraag of ze zelf negatief in het nieuws kunnen komen. Als uw fiscale gedrag de banken niet aanstaat, dan is de kans groot dat u geen bankrekening meer mag aanhouden en dat er een melding naar de fiscale autoriteiten gaat.

Het eerste voorbeeld is al in de pers gekomen: betaald voetbalorganisaties hoeven geen bankrekening bij Rabobank meer aan te vragen. Het risico is te groot dat er onjuist geld bij betrokken is. Ik ben benieuwd of banken durven consequent te handelen. Veel beursgenoteerde bedrijven worden verdacht van (of zijn zelfs veroordeeld voor) omkoping, milieudelicten, gebruik maken van belastingparadijzen enz.

En ook de banken hebben niet bepaald schone handen. Zij hebben de afgelopen jaren behoorlijk wat boetes moeten betalen (onder andere in de Libor-affaire). De gemiddelde grootbank komt straks niet eens door zijn eigen klantacceptatie heen. Ik ben benieuwd hoe ze dit gaan oplossen.

Jan van Neerbos
Partner bij Verstegen accountants en adviseurs

Genomineerd voor de Nieuwe Heldenprijs 2019: Bio4Life, Juuve & Otflow

1
Bio Juuve Otflow

Nieuwe Helden hebben met hun bedrijf een positieve impact op een maatschappelijk thema zoals inclusiviteit, circulariteit en duurzaamheid. Stichting Rotterdamse Ondernemersprijs maakte 7 oktober de drie nominaties voor de Nieuwe Heldenprijs 2019 bekend op het stadhuis in Rotterdam.
 
Bio4Life – Marcel de Oude (Capelle a/d IJssel): “Onze nominatie voor de Nieuwe Heldenprijs voelt als een enorme eer en beloning. Ons vasthoudend geloof in maatschappelijk verantwoord ondernemen binnen de – over het algemeen als vervuilend bekend staande – grafische branche, krijgt hiermee de erkenning waar we op gehoopt hebben.”

Juuve – Niki Sie (Rotterdam): Wij bouwen als jonge startup graag mee aan de stad van de toekomst door te innoveren met mobiliteit. Als innovatieve stad geeft Rotterdam ons de ruimte om het te bewijzen. Elke bevestiging van buitenaf helpt ons met het aantrekken van talent, investeerders en gebruikers. Dat maakt deze nominatie voor ons enorm waardevol.”

Otflow – Ronald Hagenstein (Rotterdam): Rotterdam is één van de belangrijkste fruithavens van Europa, elke dag arriveren hier honderden fruitcontainers. Wij zitten met ons kantoor in het Industriegebouw perfect tussen fruitimporteurs van het Westland en Barendrecht. Dat wij genomineerd zijn voor deze ondernemersprijs geeft aan dat de regio achter de OTFLOW missie staat; ‘Reduce foodwaste on a global scale’.”

Barbara Kathmann (wethouder Economie, wijken en kleine kernen van Rotterdam) over de genomineerden: “Nieuwe Helden in onze regio zijn start-ups, scale-ups en gevestigde ondernemers met oog voor digitalisering, duurzaamheid, circulariteit en maatschappelijke impact. Zij ontwikkelen, jagen aan, bouwen aan nieuwe toekomsten en een nieuwe economie. Innoveren is floreren!”

De jury die dit jaar met veel plezier de Nieuwe Helden screende en ondervroeg: Ton van Welie (Ortec Finance), Harald Swinkels (voorheen NLE), Walter Peteri (Quooker), Peter Goedvolk (Count), Ellen van Dam (Cornelder) en Willem de Klerk (BlueCity). Op 18 november weten we wie zich Nieuwe Held van 2019 mag noemen. Meer informatie over de genomineerden en de uitreiking in Poppodium Annabel: www.rotterdamseondernemersprijs.nl.

Genomineerd voor de Rotterdamse Ondernemersprijs 2019: Intermax, Tchai & The Little Green Bag

3
Intermax Tchai TLGB

Stichting Rotterdamse Ondernemersprijs maakte de genomineerden van de 35ste editie van deze gerenommeerde prijs 7 oktober bekend op het stadhuis in Rotterdam.

Dat goed ondernemerschap belangrijk is onderstreept ook burgemeester Ahmed Aboutaleb (ambassadeur van de Rotterdamse Ondernemersprijs): “Ondernemers met oog voor duurzaamheid, innovatie en maatschappelijke impact zien we meer en meer in de Rotterdamse regio. Nieuwe Helden die met creativiteit, durf en tomeloze energie nieuwe koersen varen.”

Intermax – Ludo Baauw (Rotterdam): “We leveren aan klanten in heel Nederland en hebben collega-Intermakkers door het hele land, maar er is geen cloudbedrijf dat Rotterdamser is dan Intermax! Dat we nu – in ons 25e bestaansjaar – zijn genomineerd voor de Rotterdamse Ondernemersprijs is een absolute kroon op ons werk, waar ik ontzettend trots op ben!”

Tchai – Kim Tchai (Ridderkerk): Ik omarm de roots van Tchai. De koers die mijn vader en grootvader hebben ingezet vaar ik nu door. Daarin zoek ik naar de juiste balans, gedreven vanuit hart en bewustzijn. Good energy, creëert good energy! En dan deze nominatie! Geweldig. Trots op het hele team, want: Tchai zijn wij met z’n allen!”

The Little Green Bag – Maria en Aramis Gandjapour (Rotterdam): “Wij zijn vereerd met deze nominatie omdat wij ons herkennen in de Rotterdamse manier van ondernemen; hardwerkend en met beide benen op de grond. Op 21 jarige leeftijd begonnen wij onervaren, maar vol ambitie aan dit avontuur. Nu, 10 jaar later, zijn we heel trots. Het zou geweldig zijn deze prijs in ons jubileumjaar te ontvangen.

De jury bestaat ook dit jaar weer uit ondernemers die hun strepen ruim verdiend hebben: Ton van Welie (Ortec Finance), Harald Swinkels (voorheen NLE), Walter Peteri (Quooker), Peter Goedvolk (Count), Ellen van Dam (Cornelder) en Hans Scheffer (Helloprint). Op 18 november weten we wie zich winnaar van de Rotterdamse Ondernemersprijs 2019 mag noemen. Meer informatie over de genomineerden en de bekendmaking 18 november in Poppodium Annabel: www.rotterdamseondernemersprijs.nl.