Overig

Rondetafelgesprek Verzekeren

460

‘Verzekeren is een werkwoord’

Een toenemende claimcultuur, digitale risico’s en veranderende wet- en regelgeving; het zijn slechts enkele zaken die werden besproken tijdens een rondetafelgesprek over verzekeren bij het Van der Valk Hotel Ridderkerk. Sjoerd Warringa, advocaat en curator Ten Holter Noordam advocaten, Jeffrey van der Marel, Specialist Verzekeren Rabobank Ridderkerk Midden-IJsselmonde, Marcel Bijker, directeur Bureau Verhulst en van der Pol, Wilco de Haan, directeur Schouten Zekerheid Makelaars in Assurantiën B.V. en Jan Oosterom, Managing Director Howden Insurance Brokers Nederland schoven vanuit verschillende vakgebieden aan als experts.

De eerste kwestie die ten tafel komt, heeft te maken met de veelomvattendheid van het begrip ‘verzekeren’. Zijn DGA’s zich er voldoende van bewust welke risico’s er kleven aan verzekeringskeuzes?

Bijker: “Iets als een arbeidsongeschiktheidsverzekering is voor veel DGA’s een ver-van-mijn-bed-show. Velen denken dat de premies erg hoog zijn en denken bovendien dat hun toch niets overkomt waardoor ze niet meer kunnen werken. Maar de kans op arbeidsongeschiktheid is natuurlijk altijd bij iedereen aanwezig. Daarom plaatsen wij het onderwerp in gesprekken zeker op de agenda. Het afdekken van de risico’s kan immers veel problemen voorkomen. In het kader van een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering geldt voor DGA’s; hoe groter het bedrijf, hoe minder zij in eigen hand kunnen houden. Delegeren aan het middenkader is daar een logisch gevolg van. Dat brengt wel risico’s met zich mee, want daardoor heb je niet direct zelf overal zicht op. Terwijl je als DGA wel de verantwoordelijkheid blijft dragen.”

Warringa: “Ik schat in dat één tot twee op de vijf faillissementen verband houdt met vertrouwen dat is geschaad door een collega. Fraude, laksheid; het kan van alles zijn.”

De Haan: “Voor DGA’s zijn er op verzekeringsgebied veel lastige vraagstukken. In onze rol als adviseur proberen we er tijdens gesprekken achter te komen hoe ze in de wedstrijd zitten. Een persoon en bedrijf doorgronden; daar zijn wij voor optimale dienstverlening continu mee bezig. Het is het afpellen van een ui, laagje voor laagje. Aansprakelijkheid afdekken is voor de meesten een no-brainer. Al zijn zelfs daar uitzonderingen op. De verschillen zijn enorm.”

Van der Marel: “Situationeel bekijken is altijd het begin. De uitgangswaarden die wij bij klanten toetsen zijn de mate van risicobereidheid, doelstellingen en financiële positie.”

Oosterom: “Maatwerk kan veel verzachten. Verzekeren staat bij de meeste klanten nog net boven het onderwerp ‘belastingen’ op het lijstje van meest vervelende klusjes. Ik ken geen ondernemers die eens lekker gaan grasduinen in een polis of het leuk vinden om zich daar buitenmatig in te verdiepen. Ze weten er over het algemeen weinig vanaf. Daarom is het des te belangrijker dat zij goed worden geadviseerd.”

De Haan: “Het gebrek aan kennis komt ook doordat economische hbo-opleidingen er weinig aandacht aan besteden. Het onderwerp verzekeren & ondernemen wordt amper behandeld. Dus kun je het jonge, startende ondernemers na hun afstuderen ook niet kwalijk nemen dat zij er weinig vanaf weten.”

Hoe zit dat eigenlijk met digitale risico’s? Weten ondernemers daar voldoende van en houden ze er rekening mee? Kun je je er tegen verzekeren?

Bijker: “De grootste risico’s voor bedrijven is dat privacygevoelige informatie vanuit een webbased-omgeving gehackt wordt en op straat komt te liggen of men vergeet een smartphone of laptop waarop klantgevoelige informatie staat.”

Warringa: “Het is natuurlijk ontzettend aantrekkelijk om knowhow te stelen van de concurrent, in plaats van zelf te ontwikkelen. Het is enorm ingewikkeld om je daar volledig tegen te beveiligen. Zelfs de Amerikaanse overheid is gehackt, waardoor de gegevens van vier miljoen voormalige en huidige medewerkers van de federale overheid op straat kwamen te liggen.”

De Haan: “Ik sprak onlangs een ondernemer die zei: ‘ik trek gewoon zo vaak mogelijk de stekker eruit. Dan kunnen hackers ook nergens bij.’ Helaas is dat natuurlijk niet de oplossing: 100% veilig bestaat niet, en zeker niet online. Het is zaak om goed te kijken hoe de digitale risico’s dan wel beperkt kunnen worden.”

Warringa: “Wanneer ik te maken heb met data van een failliete onderneming, zorg ik dat bij verkoop van computers de data professioneel wordt verwijderd. Maar een whizzkid kan alle gegevens ongetwijfeld weer terugplaatsen.”

De Haan: “Het is een wereld die zich in sneltreinvaart ontwikkelt. Niet alle risico’s zijn te ondervangen, maar een stukje bewustwording zou al een begin zijn. Op dat gebied is er nog veel te winnen. Een hacker kan eenvoudig een fake WiFi-netwerk opzetten in een openbare ruimte. Wanneer een ondernemer daar aan het werk is en met zijn laptop of telefoon inlogt op die betreffende WiFi-omgeving, kan een hacker alles monitoren. Over

zulke gevaren wordt vaak niet nagedacht. Een brand-, opstal-  of ziektekostenverzekering zijn concrete zaken. De digitale wereld is veel abstracter, dat maakt de omgang met zo’n nieuw risico extra ingewikkeld. Klanten kunnen 100 keer gewaarschuwd zijn, maar ze onderkennen het gevaar pas zodra het mis is gegaan. Vergelijk het maar met niet handsfree bellen. Je kunt iemand nog zo vaak waarschuwen dat het gevaarlijk is, maar het landt pas echt als hij of zij een ongeluk krijgt.”

Bijker: “Ook digitale risico’s zijn verzekerbaar. Het is iets waar ondernemers steeds meer rekening mee moeten houden. Vanaf 1 januari 2016 komt er nieuwe wetgeving over.”

Eind mei nam de Eerste Kamer namelijk de Wet meldplicht datalekken en boetebevoegdheid CBP aan. Deze nieuwe wet verplicht organisaties om melding te maken van inbreuken op beveiligingsmaatregelen voor persoonsgegevens. In feite is dat een uitbreiding van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Met de meldplicht wil de Nederlandse overheid de gevolgen van een datalek voor de betrokkenen zoveel mogelijk beperken. Dat is belangrijk omdat steeds meer bedrijven gepersonaliseerde diensten via het internet, mobiele en sociale netwerken en online platforms aanbieden. Door de wet wordt informatiebeveiliging één van de essentiële uitgangspunten voor elke organisatie. Het College Bescherming Persoonsgegevens – binnenkort: de Autoriteit Persoonsgegevens – moet nog met precieze richtlijnen komen voor toepassing van de wet.

Heeft de veranderende wet- en regelgeving betekenis voor de verzekeringsbranche, maar ook voor ondernemers en particulieren?

Warringa: “De wijziging van het ontslagrecht per 1 juli 2015 hebben niet echt impact op verzekeren gehad. Collega’s van mij die arbeidsrechtadvocaat zijn, hebben me dat bevestigd.”

Bijker: “Ik hoor wel geluiden om de transitievergoeding mee te nemen in de verzuimvergoeding.”

Van der Marel: “De Wet werk en zekerheid brengt veel discussies met zich mee. Sinds 1 januari en 1 juli van dit jaar zijn er een aantal wijzigingen doorgevoerd, waardoor de mate van flexibiliteit voor de werkgever een stuk is terug gedrongen. Daarnaast worden kosten hoger van tijdelijke werknemers die de ziektewet instromen. Anderzijds zijn er wel initiatieven vanuit de overheid om een gelijk speelveld te creëren tussen UWV en verzekeraars, zodat de werkgever een betere keuze kan maken tussen een publieke verzekering of eigen risico dragen. Ik verwacht dat er op dit gebied nog veel gaat veranderen en het is mijn advies om de ontwikkelingen goed te blijven volgen om hier tijdig op in te kunnen spelen.”

Iets anders: de claimcultuur kennen we allemaal vanuit de Verenigde Staten. Ontstaat zoiets dergelijks ook steeds meer in Nederland?

Oosterom: “Zeker, die ontwikkeling is al enige tijd gaande. De gedachte ‘ieder draagt zijn eigen schade’ zijn we al best lang kwijt.”

Warringa: “Pakweg 15 jaar geleden legde men zich er veel sneller bij neer wanneer een schuldenaar bij een faillissement geen geld kon uitkeren. Nu gaat men dan op zoek naar de reden. Schuldeisers willen weten hoe de situatie ontstaan is, waardoor bestuurders zich veel meer moeten verweren, al dan niet met behulp van een advocaat.”

De Haan: “En dat houdt niet op als je weg bent bij een bedrijf. Ook oud-bestuurders kunnen daar jaren na hun afzwaaien nog mee te maken krijgen.”

Oosterom: “Wat dat betreft zijn wij werkzaam in een dynamische branche. De veranderingen volgen elkaar in rap tempo op. Neem een aansprakelijkheidspolis; vroeger zat daar vrijwel ‘alles’ in, maar werd de dekking de afgelopen jaren door veranderde omstandigheden beperkt waardoor het uitnemen van separate dekkingen noodzakelijk werd.  Enerzijds is dat prettig, want het verhoogt maatwerk;  aan de andere kant kan ook gevaarlijk en verwarrend zijn, wanneer je het niet goed regelt.”

Bijker: “Met het oog op de toekomst voorzie ik dat onze rol minder gericht is op alleen het onderhandelen over premies en veel meer risico adviesgericht wordt. Het analyseren van risico’s staat steeds meer centraal. Welke risico’s kunnen we beperken of elimineren? Welke verzekeringen passen bij ons om de overgebleven risico’s af te dekken? De tendens is dat wij ondernemers daarin steeds meer advies op maat kunnen geven.”

De Haan: “Het is halen en brengen. Wij hebben een bepaalde verantwoordelijkheid als adviseur, maar het begint bij de klant. Verzekeren is een werkwoord. Een ondernemer moet er ook moeite in stoppen om alles goed te regelen en af te dekken. Dat besef moet er zijn.”