Economisch vestigingsbeleid versus het huidige vestigingsklimaat
Verbetering van het vestigingsklimaat wordt vaak uitsluitend beschouwd als overheidstaak. Toch hebben ook anderen (bedrijven en onderwijsinstellingen) een rol. Samen vormen ze de ‘triple helix’. Goede samenwerking in de triple helix kan een belangrijke bijdrage leveren aan het vestigingsklimaat, met name waar het gaat om vernieuwen en innoveren. We spreken hierover met dr. Arjen van Klink, programmadirecteur van Kenniscentrum Business Innovation van Hogeschool Rotterdam en ing. Hans Klaasse van Port of BUSINESS. Ook de nieuwe samenwerking tussen HR Business School en Port of BUSINESS komt aan de orde.
Van Klink vertelt eerst meer over de triple helix. “Het concept van de triple helix is vaak nog iets van uitsluitend grote organisaties en universiteiten en meestal gericht op fundamentele innovaties. Dat is jammer, want ook MKB-bedrijven in andere bedrijfstakken kunnen er veel aan hebben. Want juist deze bedrijven kunnen een impuls voor vernieuwing en innovatie gebruiken en juist deze bedrijven hebben een opgave om jonge medewerkers te vinden en te binden.”
Samenwerken en kennis delen
Volgens Klaasse vraagt het activeren van de triple helix gericht op MKB-bedrijven dat de partijen hun eigen verantwoordelijkheid nemen en hun rol in de samenwerking beter spelen. “Onderwijs als opleider en kennisleverancier van bedrijven, bedrijfsleven als kennispartner en ‘praktijklokaal’ en overheid als facilitator en stimulator.” Van Klink stelt vervolgens dat op alle fronten verbetering nodig is, want vandaag de dag is veel van de interactie in de triple helix eerder toeval dan bewust gekozen en ontbreekt het aan massa om adequaat kennis uit te wisselen en kennis te maken. “Dat moet beter en effectiever kunnen!”
Praktisch en gericht
Hogeschool Rotterdam wil in de triple helix in de regio een actieve rol spelen. Dat gebeurt op onderdelen zeker al, maar kan nog veel beter zegt Van Klink. “De HR Business School zoekt samen met het Kenniscentrum Business Innovation toegang tot MKB-bedrijven. Dat lukt prima voor individuele stagiairs en afstudeerders, maar nog minder goed voor groepen studenten die in een minor (keuzevak) onder begeleiding van docenten en lectoren samen met bedrijven vraagstukken in de praktijk willen oppakken. Dan is het elk jaar weer sprokkelen om voldoende bedrijven bij elkaar te hebben. Het vraagt namelijk om de nodige kwetsbaarheid van een ondernemer. Vertrouwelijkheid is uiteraard gewaarborgd. De uitkomst kan bijvoorbeeld impact hebben op de bestaande visie op het gebied van opleiden van medewerkers of het vraagt om een ander verdienmodel.”
De Business Booster
Een voorbeeld van toegang tot MKB-bedrijven is de Business Booster. In dit programma werken groepjes van vier derdejaarsstudenten van de community global marketing & sales een half jaar aan een nieuwe commerciële propositie voor een bestaand MKB-bedrijf, vanuit de vraag hoe grote ontwikkelingen (digitaal, duurzaam) het bedrijf in zijn bestaande activiteiten kunnen raken. Deze aanpak is heel waardevol, voor studenten als leerervaring in de praktijk en voor ondernemers om gespiegeld te worden over hun visie op de toekomst. Volgens Van Klink doen het komende half jaar negen klassen aan het programma mee. “Zo’n 200 studenten zijn beschikbaar om MKB-bedrijven vooruit te helpen! De studenten functioneren zelfstandig, mogelijk op de vestiging van het bedrijf maar dit is niet noodzakelijk. Verder is het belangrijk dat er één contactpersoon wordt aangewezen die zorg draagt voor de benodigde interne bedrijfsinformatie.”
De monitor
Het versterken van de triple helix vraagt volgens Klaasse om vertrouwen en communicatie. “Port of BUSINESS gaat op dit terrein samenwerken met Hogeschool Rotterdam. Een belangrijke randvoorwaarde voor meer samen optrekken in de triple helix is weten wat er speelt. Een monitor waarin ondernemers periodiek vragen beantwoorden over de ontwikkeling en toekomstbestendigheid van hun bedrijf zal daarbij helpen. Vanuit de antwoorden kan gekomen worden tot onderwerpen die gezamenlijk opgepakt kunnen worden en waar studenten en onderzoekers aan kunnen werken en waar ondernemers ook van elkaar kunnen leren. Port of BUSINESS zal deze monitor ontwikkelen en faciliteren.”
Publicatie van onderzoeksresultaten
Bovendien laat de monitor goed zien hoe het de bedrijvigheid in de regio vergaat en hoe het vestigingsklimaat zich in de regio ontwikkelt. Klaasse vertelt: “Samen met het Kenniscentrum Business Innovation wil Port of BUSINESS dit project in het tweede kwartaal 2020 van start laten gaan. Leden van Port of BUSINESS worden uitgenodigd om elk half jaar via e-mail een aantal vragen te beantwoorden. Uiteraard krijgen deze leden de totaalresultaten te zien. De antwoorden worden anoniem verwerkt, conform het onderzoeksbeleid en de AVG-wetgeving. De resultaten worden verder gedeeld met het platform van Port of BUSINESS en in de magazines.” Tot slot doet Van Klink een oproep aan alle leden om hier actief aan mee te werken. “Om een rijke database te generen met mogelijkheden voor benchmark, is het noodzakelijk om zoveel mogelijk input te ontvangen van ondernemers. Samen kom je écht verder.”
Bij Hogeschool Rotterdam verzorgt de HR Business School alle Nederlandstalige opleidingen in management, commerce en finance. Kenniscentrum Business Innovation is één van de zes onderzoekscentra van de hogeschool en werkt in projecten nauw samen met de HR Business School.
In het vorige studiejaar leidde de Business Booster onder andere tot een flexleaseconcept voor een handelaar in landbouwequipment, een kledingretourbox voor een modeketen en een pop-upstore voor een autodealer.