Seamark Reefer Service werd 10 jaar geleden opgericht door twee monteurs, Jim Vodegel en John Zeegers. Met steun van P&O Nedlloyd fungeerde Seamark jarenlang als ‘logisch alternatief’ in de markt. Er werden grote stappen gemaakt, met een uitschieter in 2010. In dat jaar nam Kramer Group een participatie in Seamark. Het partnership heeft geleid tot nog meer professionaliteit, productiviteit, kennis, ervaring en innovatie.
Ted Holleman is één van de belangrijke schakels binnen het geheel. De voormalig Operationeel Directeur van Smith Holland maakte ruim twee jaar geleden de overstap naar de Kramer Group als Chief Commercial Officer (C.C.O) en trad tegelijkertijd toe tot de directie van Seamark. Door de kennis en kunde die hij door zijn jarenlange ervaring in logistieke en operationele managementfuncties in de scheepvaart heeft opgedaan, kan nog beter worden ingespeeld op de behoeften van de klant. Vodegel is blij met de ontwikkeling van Seamark, die in een enkel decennium hard is gegaan. “Ik werkte voorheen bij Grenco Reefer Services, maar op een gegeven moment zat ik er aan mijn plafond. Toen begon het te kriebelen om voor mezelf te beginnen. John Zeegers heb ik gepolst om aandeelhouder te worden en dat zag hij zitten. Dat was het begin van Seamark en ook van mijn ondernemerschap. Ik had geen koophuis en geen kinderen, dus in die zin was het risico relatief klein en ben ik er gewoon voor gegaan. Als ik zie tot wat een mooi bedrijf het is uitgegroeid, heb ik toentertijd zonder twijfel de juiste keuze gemaakt.” Volgens Vodegel snakten rederijen naar een keuzemogelijkheid binnen de reeferindustrie, die gedomineerd werd door Smith-Holland. Toch was het, zoals elk nieuw bedrijf, in het begin vechten voor een plek binnen de markt. “Onze strategie was er één van rennen en vliegen. ‘Hard, harder, hardst werken’ groeide uit tot het credo. Er was één klant, P&O Nedlloyd, die direct met ons mee wilde gaan en dat maakte de start wel iets gemakkelijker. Zo kwamen we als Seamark van lieverlee in contact met andere bedrijven en is het balletje gaan rollen.” De gunfactor is belangrijk, maar zonder goede dienstverlening en het nakomen van beloften weinig waard. Seamark presteerde zo goed, dat de verwachtingen meer dan waargemaakt werden. Dat leidde er onder meer toe dat Vodegel in 2005 in staat was om zijn oude werkgever, Grenco Reefer Services, op te kopen en te integreren binnen Seamark. “Ik verbaas me er soms over hoe snel het allemaal is gegaan. Na de overname van Grenco Reefer Service kwam er ook een afdeling Electronica (ESD) binnen het bedrijf. We begonnen met twee medewerkers en tegenwoordig bestaat de afdeling uit 12 man. Door de Electronica Afdeling, waar wij de printplaten uit de koelcontainers zelf konden repareren, waren wij in staat om nog kostefficiënter voor onze klanten te werken. En met de Research & Development-afdeling van de ESD konden wij nieuwe innovatieve producten ontwikkelen.” In 2010 werd Kramer Group aandeelhouder. Die krachtenbundeling betitelt Holleman als een win-win situatie. “Het levert beide partijen veel op, onder meer door het uitwisselen van kennis en visie. De participatie heeft voor Seamark ook geleid tot veel meer productiviteit. Elke keer als een reefercontainer wordt gebruikt voor een exportboeking, is het een vereiste dat deze vooraf wordt nagekeken. In 2009 werden nog 18.000 van zulke zogeheten Pre-Trip Inspecties op koelcontainers uitgevoerd, terwijl dat aantal in 2011 al was gestegen naar zo’n 45.000 PTI’s. We kunnen dus wel concluderen dat Seamark ‘booming’ is.”
Innovaties op verschillende fronten
Seamark heeft haar aantallen dus meer dan verdubbeld, maar wie denkt dat daar een enorme toename aan personeel mee samenhangt komt bedrogen uit. “We hebben vooral veel geïnvesteerd in IT,” legt Vodegel uit. “Alle monteurs werken nu bijvoorbeeld met tablets, waardoor we sneller en efficiënter kunnen werken. We willen ervoor zorgen om binnen deze dynamische branche altijd met onze tijd mee te gaan. Ik denk dat Rotterdam voorloper van de gehele wereld is. Wanneer je praat met de reefercontainerfabrikanten, is dat wat je hoort. Waar hier met tablets wordt gewerkt, gebeurt elders veel nog met pen en papier.” Als innovatief bedrijf beschikt Seamark onder meer over een intern opleidingsprogramma voor monteurs, waarbij een ‘ouwe rot in het vak’ zijn kennis overdraagt aan een nieuwe generatie en alle ontwikkelingen worden doorgenomen. In klantentrainingen wordt eveneens geïnvesteerd. Holleman: “Bij veel rederijen werken mensen die niet alles weten van techniek. Wij bieden ze de mogelijkheid tot een basistraining ‘reefer’, wat uiteindelijk zal leiden tot veel minder miscommunicatie. Want door de opgedane kennis, zullen we elkaar beter begrijpen. Dat komt het zaken doen natuurlijk alleen maar ten goede.” Seamark werkt voor bijna elke grote rederij in de Rotterdamse haven. Naast een exclusieve samenwerking op de locaties van Kramer Group is Seamark ook te vinden op depot MRS in de Waalhaven, Van Doorn Rotterdam, depot Cetem en Overbeek in de Botlek en het depot Van Doorn op de Maasvlakte. Ook werkt Seamark sinds november 2011 met de nieuwe entiteit Seamark Belgium BvBA in Antwerpen op depot Van Doorn. De samenwerking met Kramer Group heeft binnen Seamark gezorgd voor meer professionaliteit. Vodegel: “Dat merk je aan alle kanten. Het gaat er op de werkvloer een stuk gestroomlijnder aan toe. De medewerkers van Kramer Group hebben veel operationele knowhow en daar leren wij weer van. Het heeft echt een positieve impact op Seamark. Bij Kramer Group denkt bovendien iedereen groot; de sky is de limit. Bij Seamark waren we voorheen misschien een beetje te bescheiden, iets meer bravoure kon geen kwaad. Die omslag zijn we aan het maken. Andersom voegen wij ook iets toe aan Kramer Group.” Holleman vult aan: “Een pluspunt voor Seamark is ook dat Kramer Group zijn eigen werkterrein heeft, waar klanten bewust voor kiezen. Maar voor de bijbehorende reeferservice bestaan meerdere aanbieders. Seamark moet dus klanten voor zich winnen en daarom staat de servicegerichtheid er heel hoog in het vaandel. Het bedrijf moet zich immers om microniveau onderscheiden.” Naast een goede dienstverlening investeert Seamark ook veel in innovaties. In samenwerking met AM Solution worden vernieuwende producten uitgedacht. “Een voorbeeld hiervan is de USB Host Adapter, die inmiddels wereldwijd door reeferservicebedrijven wordt gebruikt. Deze multitool download alle data die opgeslagen is in de datarecorder van de koelcontainer (o.a. de temperatuur tijdens de reis) en geeft dat overzichtelijk weer. Ook het laden van nieuwe software en het opsporen van storingen behoort met de UHA tot de mogelijkheden. Het is in eerste instantie ontwikkeld om het voor monteurs in het veld allemaal gemakkelijker te maken. Zij liepen voorheen met laptops rond, die weleens vielen of in de regen achterbleven. Dat moest makkelijker. De leveranciers droegen oplossingen aan, maar wij bleven op zoek naar dé optimale tool. Dat is de USB Host Adapter geworden. Wij hebben het basisidee bedacht en AM Solution heeft het doorontwikkeld en marktvriendelijk gemaakt.” De twee bedrijven sloegen ook de handen ineen bij het ontwikkelen van een apparaat om veilig koudemiddel te kunnen testen in koelcontainers; de zogeheten Safety Test Unit. Veiligheid is immers onlosmakelijk verbonden met de reeferindustrie. Helaas gaat het nog weleens mis. “Vorig jaar is een aantal reefercontainers ontploft, waarbij doden vielen. Toen is uiteraard de oorzaak onderzocht. Die bleek te liggen bij een aantal reefers die in Vietnam zijn geweest. Daar hebben ze van verschillende soorten koudemiddel een mix gemaakt en dat heeft uiteindelijk geleid tot het vrijkomen van een explosief gas in de container,” legt Holleman uit. “Om zulke incidenten in de toekomst te voorkomen, hebben wij de STU ontwikkeld, een apparaat dat op een veilige manier een monster van koudemiddel kan veiligstellen. Met het prototype ging dat op een mechanische manier: een monteur moest in de weer met klepjes die open en dicht gingen, met het gevaar van ‘foutje, bedankt’ dat altijd op de loer lag. Na de aanpassingen door AM Solution R&D-afdeling gaat dit nu automatisch, waardoor het gehele proces veel veiliger is geworden.”
Vodegel en Holleman zien de toekomst van Seamark positief tegemoet. Vodegel spreekt de ambitie uit om de grootste te worden, terwijl Holleman met het bedrijf bij iedereen bekend wil staan als ‘de beste in de markt’. Qua dienstverlening zal Seamark zich nog meer gaan toeleggen op het monitoren van volle containers. Holleman: “Dat gebeurt nu professioneel nog maar door één partij in de Rotterdamse haven en die heeft een samenwerking met één terminal. Terwijl wij de ambitie hebben om een neutrale partij te vormen, die de samenwerking met verschillende terminals aangaat. Vaak gebeurt het monitoren van volle containers door havenpersoneel. Dat kunnen ze wel, maar ze kijken anders naar een reefercontainer dan een gespecialiseerde monteur. Specialisten hebben toch meer kennis, tijd en aandacht en dat is uiteindelijk onbetaalbaar. Voor Seamark wordt dat dus de volgende uitdaging. Wij staan nooit stil en blijven altijd op zoek naar het optimaal perfectioneren van ons dienstenaanbod.” En wellicht groeit Seamark daarmee wel uit tot de grootste én de beste.