Overig

Witte rook voor de “150 kilometer eis” in de 30%-regeling?

763

Zoals u weet kunnen uw uit het buitenland aangeworven werknemers met schaarse specifieke deskundigheid in aanmerking komen voor de 30%-regeling. U kunt aan deze werknemers een onbelaste vergoeding geven tot maximaal 30% van het loon, om hiermee extra kosten te dekken die worden opgeroepen door hun verblijf in Nederland (de zogenaamde extraterritoriale kosten).

150 kilometer

De regeling kan alleen worden toegepast als aan een aantal voorwaarden is voldaan. Een van de voorwaarden vereist dat uw aangeworven werknemer in de 24 maanden voorafgaand aan diens tewerkstelling in Nederland gedurende tenminste 16 maanden meer dan 150 kilometer van de Nederlandse grens heeft gewoond. Zo niet, dan komt hij niet in aanmerking voor de 30%-regeling.

Omstreden

De 150 kilometer eis is omstreden. Waarom zou een Duitse werknemer die binnen 150 kilometer van de grens woont de 30%-regeling niet kunnen krijgen en zijn collega uit het naburige dorp dat net meer dan 150 kilometer van de grens ligt, wel? Is er sprake van ongeoorloofde discriminatie en een belemmering van het vrije verkeer van werknemers binnen de EU?

Europese Hof van Justitie

Kortgeleden heeft het Europese Hof van Justitie zich over deze vragen gebogen en haar uitspraak bekend gemaakt. Het Hof vindt deze eis niet onbegrijpelijk en op zichzelf niet belemmerend voor het vrije werknemersverkeer. Het is een regel die makkelijk te handhaven en controleren is en dat mag volgens het Hof. Bovendien kan iemand die binnen de 150 kilometergrens woont altijd nog een vergoeding krijgen van werkelijk gemaakte extraterritoriale kosten.

Toch een nuance

Het Hof brengt echter een opmerkelijke nuance aan: Als het zo is dat de 30%-regeling “systematisch aanleiding geeft”, zo zegt het Hof, “tot een duidelijke overcompensatie van werkelijk gemaakte kosten” dan is er toch sprake van discriminatie.

Met andere woorden: Als de 30%-vergoeding systematisch hoger is dan de werkelijke kosten, heeft de werknemer die er niet voor in aanmerking komt vanwege de 150 kilometergrens een nadeel, dat ongeoorloofd is volgens EU regels. Een werknemer zonder 30%-regeling kan namelijk nooit meer vergoed krijgen dan de werkelijke kosten.

Wat moeten we met deze uitspraak?

Voorlopig kunt u nog weinig met deze uitspraak. De Nederlandse Hoge Raad is nu aan zet. Die moet zich nu een oordeel vormen over de hoogte van de 30%-vergoeding in verhouding tot werkelijke extraterritoriale kosten. Een vrijwel onmogelijke opdracht. Maar misschien toch niet helemaal. In de praktijk bestaat voor werknemers met de 30%-regeling altijd de keuze tussen óf de onbelaste 30%-vergoeding óf een vergoeding van werkelijke extraterritioriale kosten. In veel gevallen kiest men voor de onbelaste 30%-vergoeding. Blijkbaar is dat gunstiger.

Zou dat dan toch het einde betekenen van de 150 kilometer eis? De tijd zal het ons leren!

 

Jaco Stam