Zo af en toe neem ik een vrije avond om eens lekker naar de televisie te kijken. Meestal zet ik dan een film op maar laatst bleef ik tijdens het zappen hangen bij Utopia. In Utopia bepalen de bewoners zelf hoe hun wereld er uitziet. Ze zijn het programma met bijna niets begonnen en moeten zelf in hun onderhoud voorzien. Na een paar minuten had ik het eigenlijk al wel gezien. Onbewust begon mijn fiscale brein echter langzaam op stoom te raken. Hoe zou je de belastingheffing in Utopia kunnen vormgeven?
De bewoners van Utopia kunnen via een bepaald systeem uit het programma worden gezet. Ze bezitten niet veel maar beschikken wel over een eigen bed en een aantal zaken die ze als eigendom zien. Op het moment dat ze uit Utopia worden gezet, zou je kunnen zeggen dat ze (figuurlijk) overlijden. De spullen die ze achterlaten, zijn op dat moment feitelijk van niemand. In onze wereld hebben we dit ook. Dit hebben we opgelost door in de wet op te nemen dat de kinderen als erfgenaam zijn aangewezen. Zonder deze regel zou uw en mijn nalatenschap aan Vadertje Staat toekomen.
Terug naar Utopia. Op het moment dat iemand daar overlijdt, gaan de spullen van de overledene naar de andere bewoners die samen de gemeenschap vormen. Dit is vergelijkbaar met een heffing op nalatenschappen tegen een tarief van 100%. Aan het begin van de vorige eeuw is een dergelijke heffing betoogd door de Fransman Herckenrath in ‘De sociale quaestie en het erfrecht‘. Het lijkt misschien een extreem standpunt. Zijn betoog werd echter serieus genomen en was onderwerp van uitgebreid debat.
Herckenrath begon zijn betoog met de stelling dat rijken over het algemeen gelukkiger zijn dan armen. Met een belastingheffing van 100% op nalatenschappen zou de overheid voor iedereen een spaarpot kunnen vormen die naar huidige maatstaven op 18 jaar een startkapitaal van € 200.000 zou moeten opleveren (net zoals het bed een startkapitaal vormt in Utopia). Met dit kapitaal zal iedereen zich rijk en dus gelukkig voelen; tevens heb je je verdere geluk in eigen hand. Een bijkomend voordeel van de heffing is dat er geen kinderen zullen zijn die teren op het vermogen dat hun ouders hebben verdiend. Zij zullen dus een productieve(re) bijdrage leveren aan de maatschappij.
In de wereld van Herckenrath is ook geen ruimte voor sociale uitkeringen. Je krijgt één uitkering op je 18e en daar blijft het bij, alleen voor ‘misdeelden‘ wordt een uitzondering gemaakt. Dit heeft als bijkomend voordeel dat er geen nietsdoeners over kunnen blijven.
In het Utopia van John de Mol wordt de erfbelasting van Herckenrath omarmd. In een denkbeeldig volmaakte staat zouden we de erfbelasting blijkbaar zo inrichten. Ik ben benieuwd of dit de persoonlijke opvatting van John de Mol is.
– Jan van Neerbos