Overig

Alles moet over hetzelfde touwtje, terwijl de gebruiker niet aan snelheid wil inboeten

1140

ICT staat voor Informatie en Communicatie Technologie. Het containerbegrip neemt een belangrijke plek in op de werkvloer. Organisaties gaan flexibeler werken en worden meer en meer afhankelijk van een goede, betrouwbare infrastructuur. Gerben van der Veen, Managing Director proserve en Dataplace, Jan Pieter de Ruiter, directeur Axoft Network Services en Arie van’t Verlaat, algemeen directeur Aspect | ICT hebben ieder op hun eigen manier met de materie te maken. Ze gingen in gesprek over glasvezel, bandbreedte, Het Nieuwe Werken en de wensen van de gebruikers.

Dataplace in Alblasserdam vormde het decor voor het rondetafelgesprek. Het enige carrier neutrale datacenter van Zuid-Holland biedt bedrijven de mogelijkheid hun datacenter- en/of ICT omgeving te laten outsourcen, waardoor de beschikbaarheid en continuïteit is gewaarborgd. De vijf pijlers van Dataplace vormen het gegarandeerd elektrisch en koelvermogen, optimale koeling, noodstroominstallatie, beveiliging en brandpreventie met gasblussing. Van der Veen, De Ruiter en Van’t Verlaat kenden elkaar nog niet persoonlijk, maar elkaars ondernemingen wel. Axoft is een ICT- en telecomdienstverlener voor de zakelijke markt en bestaat uit Axoft Network Services BV en Axoft IT BV. Het in Hardinxveld-Giessendam gevestigde Aspect | ICT bestaat als aparte divisie ruim een jaar. Sinds april 2011 wordt de naam Aspect | ICT gebruikt voor alle ICT-diensten. De Giessen Kantoorefficiency blijft de vertrouwde naam voor kantoorbenodigdheden, waar ook pc’s, laptops, tablets en de inrichting van werkplekken onder vallen.

Infrastructuur
Van’t Verlaat: “Aspect | ICT heeft het contact met de eindgebruikers, de verbindingen komen bij Axoft vandaan en Dataplace zorgt voor de veilige opslag en de verbindingen. We dragen dus allemaal ons steentje bij binnen de ICT-sector.”

Van der Veen: “Wij beginnen steeds meer een ‘marktplaats’ te worden. We leveren zelf geen IT, maar hebben er natuurlijk wel veel mee te maken. We zijn te vergelijken met een groothandel. Het meel en de melk is er, maar we maken er geen brood van.”

De Ruiter: “We richten ons allemaal op een ander stuk dienstverlening. Axoft Network Services is gespecialiseerd platina business partner van KPN in Groot Rotterdam en de Drechtsteden. KPN heeft de laatste vier, vijf jaar ontzettend veel geïnvesteerd in het aanleggen van glasvezel op bedrijventerreinen. Logisch, want glasvezel genereert enorme snelheden bij up- en downloaden van data-informatie. Dat is wat de ondernemer wil; snelheid. Toch zie je een verschuiving voor wat betreft de aanleg van glasvezel. Waar het voorheen in hoog tempo werd aangelegd, kijkt KPN nu kritischer naar nieuwe bedrijventerreinen. Door middel van vraagbundeling wordt er eventueel geïnventariseerd.”

Van der Veen: “Het begint vaak met een relatie die zegt: ‘ik wil glas’. Als de buren het dan ook willen, kunnen de kosten worden gedeeld. Iedereen is vrij om een bedrijventerrein te ontginnen en glasvezel aan te leggen. Dat is niet voorbehouden aan één aanbieder. Behalve op het Mediapark in Hilversum, Schiphol en op het Nieuwland Parc in Alblasserdam. Op laatstgenoemde locatie is een exclusieve aanbieder, die door een kromme constructie het alleenrecht heeft.”

De Ruiter: “Wanneer een bedrijf zich ergens wil vestigen, wordt steeds vaker eerst gekeken hoe het gesteld is met de infrastructuur op het terrein. Dat moet in orde zijn. Zo niet, dan kijkt men verder. Er is verhuurders veel aangelegen om de infrastructuur in de bedrijfspanden aan de snelheidsnormen te laten voldoen die de klant wenst. Is dit niet zo, dan trekken ze geen nieuwe klanten aan en lopen ze het risico dat bestaande klanten vertrekken.”

Achttien apparaten op één netwerk
Van’t Verlaat: “Binnen de zakelijke markt groeit, misschien onbewust, de ICT-behoefte aan alle kanten. De wereldwijde informatiestromen worden steeds meer multimediaal en organisaties willen flexibel kunnen werken. De vraag naar sneller breedband neemt toe. Toch is het goed om kritisch te blijven kijken naar gebruik, niet alleen zakelijk maar ook thuis. Om een particulier voorbeeld te noemen: Pasgeleden klaagde iemand dat zijn internettoegang zo traag was. Wat bleek? Er waren achttien apparaten aangesloten op zijn draadloze netwerk! In een wereld waarin zo’n beetje ieder gezinslid een tablet of laptop heeft, gaat het natuurlijk hard. Het is onze taak om het voor de eindgebruiker overzichtelijk en werkbaar te houden.”

Van der Veen: “De ontwikkelingen volgen elkaar in rap tempo op: HD-bellen, Skype, You Tube HD en ga zo maar door. Dat moet wel allemaal over hetzelfde touwtje, terwijl de gebruiker niet aan snelheid wil inboeten.”

De Ruiter: “Ik vind dat bedrijven best kritisch mogen kijken naar hun bandbreedte. Wat heb je nou echt nodig? De gemiddelde PC-gebruiker heeft wellicht minder kb per seconde nodig dan gedacht. Een manager mag best de toegang tot You Tube-filmpjes blokkeren op de zaak. De impact van het bekijken van video’s is op de totale lijn immers relatief groot.”

Van’t Verlaat: “Zoiets onschuldigs als internetradio kan een lijn al helemaal blokkeren. Het Nieuwe Werken maakt dat werknemers het normaal vinden dat ze op gezette tijden even op internet kijken. Maar ook in de gemiddelde nieuwsbrief staan regelmatig links naar filmpjes. Of iemand bekijkt een handleiding via You Tube. Dan is het serieus en werkgerelateerd en sluipt het er onbewust in.”

Van der Veen: “Het Nieuwe Werken houdt voor mij in dat werknemers op afstand en tijdsonafhankelijk bij hun spullen kunnen. Het vergroot ook het plezier van werknemers. Als iemand met kinderen om 15.30 uur wil stoppen met werken en ’s avonds zijn offertes afmaakt, is dat wat mij betreft prima.”

Van’t Verlaat: “Door Het Nieuwe Werken zie je ook een veelvoud aan apparatuur ontstaan, die als gemene deler toegang tot internet hebben.”

De Ruiter: “Als leidinggevende was Het Nieuwe Werken voor mij in het begin best spannend. Ineens zag ik mijn personeel een stuk minder. Dat was even wennen en is ook een vertrouwenskwestie. Medewerkers moeten op een combinatie van kwaliteits- en kwantiteits doelstellingen afgerekend worden en natuurlijk veel minder op aanwezigheid.”

Van’t Verlaat: “Bij grote organisaties als KPN zijn flexibele werkplekken al vrij gewoon. Dan werken veel mensen vanuit huis. Maar binnen de wat kleinere organisaties blijft het kantoor dienen als een ontmoetingsplaats. Dus werknemers komen nog wel, alleen niet meer dagelijks van 8.00 uur tot 17.00 uur. Wie ’s morgens de eerste twee uur thuis wil werken om de files te ontlopen, staat daarin dan vrij. Al bepaalt elke gebruiker individueel of hij of zij Het Nieuwe Werken adopteert. Sommigen past het simpelweg niet. Die zweren bij orde en regelmaat en gaan elke dag stipt op tijd naar huis. En daar is ook niets mis mee.”

Van der Veen: “Het is per individu anders, maar ik denk dat er thuis over het algemeen meer werk wordt verzet. Je wordt niet afgeleid, de telefoon gaat niet en je blijft niet plakken bij de koffieautomaat. Maar sommige werknemers zijn gehecht aan een vaste werkplek op kantoor, met een foto van het gezin op hun bureau. Het is maar goed dat die verschillen er zijn. Niet iedereen kan thuiswerken, de deur van het kantoor moet tenslotte wel elke ochtend open.”

De Ruiter: “Ik zie in de ICT-branche louter kansen en geen bedreigingen. De bandbreedte zal toenemen en tevens zal een nieuwe generatie de eerste stappen gaan zetten op de arbeidsmarkt. Dat is de generatie van de iPad, Twitter en Facebook. Zij zijn gewend aan een bepaalde vorm van communiceren middels deze vormen van nieuwe media en bandbreedte is belangrijk om dit allemaal soepel te laten functioneren.”

Van’t Verlaat: Ik ben nieuwsgierig naar welke impact dat zal hebben. Social media mag dan ‘booming’ zijn, sociale contacten blijven volgens mij van ongekend groot belang. Toch verandert er wel wat. Onlangs was ik met mijn veertienjarige zoon op het verjaardagsfeestje van zijn neefje. Met een groep vrienden waren ze stuk voor stuk de hele avond met hun mobieltje in de weer. Gepraat werd er amper. Maar aan het einde van de avond vonden ze het allemaal een geslaagd feestje. Die jongens en meiden zijn wel onze collega’s van de toekomst. Zij kunnen onze generatie veel leren, maar dat geldt ook andersom. Een fysieke ontmoeting is en blijft belangrijk en kan niet op tegen 1000 tweets en sms’jes.”

Van der Veen: “Net als Jan Pieter zie ik ook alleen maar kansen. De vijver is groot en er zullen meer vissen bijkomen dan dat er gevangen worden. Daar is plek voor. Bovendien valt er nog een hoop te winnen. Veel bedrijven werken nog op traditionele wijze, bijvoorbeeld met back-ups op tapes. Totaal niet handig, maar wel vertrouwd. Toch zullen ze op een gegeven moment overstag moeten om met hun tijd mee te gaan.”