Sociaal ondernemerschap
In de mei editie van Rijnmond Business hadden we het over de ontwikkelingen op het gebied van de arbeidsmarkt in onze regio. In deze editie een vervolg. Allereerst de visie van Paul Schnabel op pagina 22 t/m 24. En op deze pagina’s het verslag van een door ons, in samenwerking met Chris Noordam (o.a. coach bij JINC voor het programma Ondernemen Doe Je Zo! en bestuurslid van Stichting Jong Ondernemen), georganiseerd ‘Ronde Tafelgesprek’. Het gesprek vond plaats bij ‘In Real Life Meetup’ aan de Schorpioenstraat in Rotterdam. Gastheer in deze inspirerende vergaderlocatie was de directeur ervan, Aart-Jan Eenkhoorn.
Deelnemers aan dit ‘Ronde Tafelgesprek’ waren Cock Lafeber, eigenaar van Actor Consultancy, Gerard van Es, directeur bestuurder van Stichting Werk Incubator, Dwight Krolis, General Director van Stichting Young Up, Cedric Krolis, Communicatie Manager bij Stichting Young Up, Renzo Deurloo, partner en mede-eigenaar van GreenFox en Chris Noordam, die tevens als gespreksleider fungeerde.
Belangrijkste resultaat
De eerste vraag van Chris was, wat het belangrijkste resultaat of succes is dat je hier wilt delen. Cock Lafeber: “we hebben ruim twintig mensen met een verstandelijke beperking aan een baan geholpen. We hebben een drempel weggehaald bij een Rotterdamse garantieregeling. En dat je mensen die wij begeleiden ziet groeien beschouw ik als een groot succes.” Gerard van Es: “Wij hebben met onze Stichting een aantal jongeren op de rit gezet die waren uitgevallen in het onderwijs.” Dwight Krolis: “Na drie jaar als vrijwilligersstichting te hebben geopereerd hebben we nu duurzaamheid in onze business kunnen realiseren. We hebben middels creatieve talkstorms bereikt dat we nu weg gaan van afhankelijkheid van subsidies. We hebben echt duidelijk gemaakt wat er in de stad Rotterdam speelt. We zijn inmiddels met vijftien jongeren actief aan de slag.” Renzo Deurloo: “Dat zijn meerdere successen. Zo hebben we een prijs ontvangen voor meest succesvolle werkgelegenheidstraject in de regio Utrecht, een goed overleg gehad in de 2e Kamer met de wethouders van de vier grote steden (Rotterdam, Amsterdam, Utrecht en Den Haag), directie sociale werkvoorzieningen en kamerleden en gesprek met Gerrit Zalm namens ABN AMRO over de voorfinanciering van onze methodiek. We zijn nu actief met vijftien sociale werkplaatsen. We scheppen werk voor veel mensen met een beperking betaald uit de gerealiseerde energiebesparing. Dit nieuwe licht wordt binnen drie jaar terugverdiend en levert wel vijftig procent energiebesparing.” Cedric Krolis: “Als projectleider ben ik bezig geweest met het realiseren van een evenement ‘Wat had je dan geslacht?’. Hierbij werden verschillen tussen mannen en vrouwen uitvoerig besproken.”
Rotterdam wil graag meer structurele street-wise kennis en ervaring opbouwen
De belangrijkste onderwerpen die in een ‘Street University’ beschikbaar zouden moeten zijn, zijn volgens Dwight Krolis: kernwaarden van de samenleving, historisch besef, de kwaliteit van de stad Rotterdam duidelijker neerzetten, de rol van Rotterdam als docenten en studentenstad meer uitdragen, authenticiteit bij mensen ontwikkelen, autoriteit, leiding en gezag weer goed inhoud geven, maar zeker ook daadwerkelijke gelijkwaardigheid van mensen, met of zonder diploma, uitdragen. We zijn allen mensen. Veel jongeren weten nog niet wat ze willen; daarom helden creeren die hun succeservaringen willen delen en dus voor anderen inspirerende voorbeelden zijn. Maar ook talentontwikkeling en identiteitsvorming: wie ben ik en wat wil ik en middels een stappenplan in een baan terechtkomen.
Politiek is teveel bezig met symptoombestrijding
In plaats van het aanpakken van de oorzaak is de overheid teveel bezig met symptoombestrijding. Als voorbeeld wordt door Gerard van Es genoemd de aanpak van criminele jongeren. Hiervoor heeft hij een project opgestart met 23.000 euro subsidie. Dertien jongeren zijn als werknemer in een door hem opgestarte horecagelegenheid opgenomen. Helaas is het project door de lokale overheid stopgezet. Ook al blijken de kosten voor opvang, huisvesting en onderhoud van criminele jongeren veertig keer meer te zijn. De toenmalig verantwoordelijke wethouder gaf Van Es te kennen dat dat wel klopt maar het geld van de criminele jongeren komt vanuit justitie en het project dat jij draait komt uit mijn budget (sociale zaken, red.) en dat ga ik verder niet invullen. Van Es: “We zijn dus niet echt bezig met een gerichte aanpak, maar meer met geldstromen.” Van Es vult aan dat er gekeken moet worden naar een integrale aanpak en doorverwijzen naar de juiste instelling. Renzo Deurloo laat weten Rotterdam juist een pragmatische ‘club’ te vinden. Of het nu Stadsontwikkeling is of de Roteb, hij krijgt altijd snelle reacties en prima medewerking. Hij is erg te spreken over de contacten met Rotterdam en Rotterdamse instellingen. Zeker in vergelijking met andere steden komt Rotterdam er volgens Deurloo positief van af. Ze zien ons als gelijke en zijn in voor onze ideeën en plannen. Op dit moment hebben we een project op stapel staan voor het ombouwen van duizenden licht armaturen, dit gaat de gemeente Rotterdam een geweldige besparing en werkgelegenheid opleveren. We krijgen prima mensen die graag willen werken en ze doen mooie projecten, zoals bijvoorbeeld bij Diergaarde Blijdorp. Dwight Krolis herkent dat ook wel, maar kent ook de andere kant. Maar zeker positief is dat de gemeente zoekt naar duurzame initiatieven. In alles wat ze doen proberen ze jongeren en projecten bij elkaar te krijgen. Is natuurlijk leuk wat we doen volgens de General Director van Stichting Young Up, maar de vraag is hoe kunnen we talentontwikkeling transparant maken? Als dit concreet gemaakt kan worden dan kun je ook laten zien dat je waarde levert aan de maatschappij. Cock Lafeber geeft aan dat als je een euro investeert in het aan werk helpen van mensen je er twee bespaart.
Paul Schnabel
Chris Noordam: “Er is in Rijnmond grote behoefte aan vakmensen voor ondermeer de haven en techniek.” Vervolgens haalt hij het artikel ( pagina 22/24 van dit nummer) van Paul Schnabel (Sociaal Cultureel Planbureau) aan. Noordam: “Schnabel zegt hierin dat we onze kennis in Nederland van landbouw, water, logistiek, infrastructuur en communicatie, die uniek is, beter moeten benutten. Ook gaat door de vergrijzing in de ambachtseconomie (binnen 5 jaar gaat een kwart van de ruim 1 miljoen werkers met pensioen) veel vakmanschap verloren. Als je dit leest, dan is mijn vraag hoe kunnen we nu sturen op het ontwikkelen van duurzame banen? Wat moeten we in Rotterdam doen om dit te laten starten?”
Cock Lafeber: “De wijksuppoost. Dat is een medewerker die binnen de wijk zichtbaar en dienstbaar activiteiten verricht ter ondersteuning van de lokale samenleving, zoals bijdragen aan de veiligheid in de wijk, maar ook aan sociale cohesie, buurtfeesten organiseren. De WSW cliëntenraad heeft geadviseerd om op wijkniveau te inventariseren aan welke vormen van dienstverlening behoefte is. Bijvoorbeeld de ouderen in de wijken te ondersteunen bij het repareren van rollators et cetera, maar je kunt ook verbindingen maken met het onderwijs. Al werkend kun je mensen diploma’s laten halen. Op lokaal, ja zelfs wijkniveau kun je mensen die uitvallen uit het onderwijs weer oppakken en aan werk helpen en zo dus ook een diploma laten behalen. In Utrecht blijkt dit project aan te slaan. Het vereist natuurlijk een goede samenwerking en continuïteit tussen de lokale overheid, onderwijs, maar ook met ondernemers. Zo’n lokale organisatie moet zich binnen bestaande wet- en regelgeving kunnen bewijzen, ook qua financieringsstroom. Als ondernemer moet je er toch een bepaald rendement uit kunnen halen.” Chris Noordam vraagt of er nog andere ideeen zijn. Zelf noemt hij de Parels van Zuid sessie. Dit zijn zeven bedrijventerreinen op Zuid waar heel veel werk zit. We weten dat niet, maar we maken een soort etalage aan de voorkant waar alle soorten werk van dat bedrijventerrein te zien zijn en de scholen laten we aansluiten zodat ze in die grote etalage kunnen zien wat voor soorten werk er ligt. Dat idee ligt nu bij Marco Pastors om dat uit te rollen. Gerard van Es geeft aan dat er wel heel veel initiatieven liggen, zeker op Zuid. Vaak ook prima initiatieven, maar het zijn ook heel vaak losse ideeen en kleine eilandjes. Als er meer samengewerkt zou worden dan zou het veel krachtiger zijn en de resultaten ervan vele malen hoger. Dwight Krolis haakt hier op in. Hij is met de Stichting Young Up ook bezig om jongeren kansrijk te verbinden. Zo is hij vorig jaar reeds bezig geweest met het Albeda College, Hogeschool Rotterdam en Deltalinqs en meerdere partijen om in kaart te brengen welke initiatieven er reeds zijn en hoe kunnen we er een tijdslijn van maken. Hoe kunnen we er vanuit jongerenperspectieven een soort communicatielijn van schrijven. Met als doelstelling op welk moment moet je jongeren informeren over welke activiteiten er zijn. We zouden er ook een Europees subsidieprogramma voor schrijven, maar na oktober van het afgelopen jaar heeft hij over ‘Rotterdam krijgt Europees geld voor innovatieve jeugdparticipatie’, niets meer gehoord. Rotterdam zou via het Europese URBACT programma geld ontvangen voor het vergroten van kansen van jongeren op de arbeidsmarkt en het versterken van de innovatieve sector. Rotterdam is of was hierbij partner in de twee nieuwe Europese kennisnetwerken: My Generation at Work en Creative Spin. Het is natuurlijk jammer dat dit soort initiatieven dan doodbloeden. Onlangs heeft hij een paar jongeren een afstudeeropdracht laten schrijven. Een over hoe je een sportevenement kunt koppelen aan het informeren over de arbeidsperspectieven in de haven. Iemand kwam met het idee om op de vrijdag tijdens de Wereldhavendagen (dat blijkt een jongerendag te zijn), om dan een soort Havenspelen te organiseren. Zo kun je jongeren spelenderwijs kennis laten maken met de haven en laat je ze ook zien hoe leuk het kan zijn om in de haven te werken. Cedric Krolis is van mening dat er vaker van dit soort koppelingen gemaakt zouden moeten worden. Er zou eigenlijk een soort van cooperatie in het leven geroepen moeten worden om samenhang aan te brengen in alle ideeen en succesvolle activiteiten die er zijn.
Street University
Chris Noordam heeft met Marjolein van Doorn, directeur Stadsbeheer, een keer gesproken over een street university (Street Wise). Wat zouden de tien belangrijkste hoofdstukken van de street university volgens de jongeren aan tafel moeten zijn. Cedric Krolis noemt er meteen twee. Autenticiteit en discipline, maar al pratend volgt ook historisch besef en daadwerkelijke gelijkwaardigheid. Dwight Krolis geeft ook aan autoriteit belangrijk te vinden. En dan gaat het met name om respect. Je hebt bijvoorbeeld altijd leraren waar je als jongere respect voor hebt. Vervolgens komen duurzaamheid, het leren van succes en ervaringen en helden creeren aan bod. Cedric: “Je leert het meest tijdens je stageperiode. Dat is in elk geval mijn ervaring.” Renzo Deurloo geeft ook aan dat je vooral veel leert van je fouten die je maakt. Geef ruimte om fouten te maken.”
Werkend Wachten
Op Werk
Chris Noordam: “Een van mijn helden is Aad van Nes, die in zijn periode als Arbeidsmarktmeester van Rotterdam de werkbeweging heeft opgestart. Werkend Wachten Op Werk vanuit een coöperatievorm. Werk terughalen uit lage lonen landen en dit mensen laten doen. Dit bespaart minstens tien procent van de sterk stijgende zorgkosten in ons land. Gewoon omdat mensen uit hun sociale isolement komen en weer een werkhouding en inzet gaan leveren. Hoe kijken jullie hier tegenaan?”
Renzo Deurloo: “Ik moet zeggen dat ik met wethouder van Rotterdam, Marco Florijn en de directie en bedrijfsmanager van het Ro-bedrijf zeer slagvaardig zaken heb kunnen doen. De inventarisatie van armaturen die we kunnen gaan aanpassen is gedaan en de vervolgstappen worden nu besproken. Echt een verademing als je dit vergelijkt met een aantal andere gemeenten, waar dit veel langzamer is verlopen.”Dwight Krolis: “Werk moet geen straf zijn, maar een uitdaging! Je moet jongeren geen dingen laten doen waar ze op neerkijken. Breng mensen op weg naar een kans, maar let ook op het werkethos. En mensen die al vaker een teleurstelling hebben gehad in beloftes die niet werden waargemaakt doen zo ook niet mee. Papier prikken is niet de oplossing. Cock Lafeber is het daar grondig mee eens: “Werk moet niet als straf worden ervaren. Dan zeggen jongeren dit wil ik niet, dan liever een uitkering. Het moet juist uitdagend zijn.” Renzo Deurloo: “Prima, maar er moet ook wel iets van een verplichting in zitten. Ik vind mijn werk ook niet altijd leuk.”
Vooruitblik naar 2015
Stel het is inmiddels 2015, wat heb je dan als belangrijkste stap gerealiseerd?
Gerard van Es: “Heb met mijn Europese Stichting veel jongeren bereikt. Gratis advies richting baan. Heb jongeren dingen laten ontwikkelen die ze zelf niet wisten. Ook veel opleidingen richting ondernemerschap.” Renzo Deurloo: “We hebben nu zo’n honderd medewerkers van diverse 15 sociale werkvoorzi
eningen voor ons werken. Over drie jaar zijn dat er duizend. In die drie jaar heb ik dan grootschalige werkgelegenheidsprojecten opgezet.” Cock Lafeber: “De baan van wijksuppoost staat als een huis. Het alternatief voor klaverjassen en rummycuppen. Met elkaar hebben we geleerd een stapje terug te doen. Cooperaties draaien waarbij gemeenschappelijke doelstellingen worden gerealiseerd.”
Cedric Krolis: “We hebben veel ervaring opgedaan met jongeren en ondernemerschap met media evenementen. We hebben drie leerlingen van Street University erbij ingezet.”
Over drie jaar zullen we de heren vragen in hoeverre zij hun belangrijkste stappen daadwerkelijk hebben gerealiseerd.