“De rol van Nederland is nog niet uitgespeeld“
Harder en langer werken en vooral met meer mensen: dat is de remedie tegen de huidige economische crisis. Paul Schnabel is uitgesproken, zoals dat past bij een hoge ambtenaar. Hoewel de 63-jarige directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau genoeg beren op de weg ziet, vertrouwt hij op een goede afloop voor Nederland. “We komen er weer bovenop, we hebben geen keuze.“
Nederland zit wéér in een recessie. En dat terwijl een aantal landen om ons heen wel (licht) economisch herstel vertoont. Hoe kan dit en no
g relevanter: hoe keren we het tij? Of is dit het begin van een trendbreuk en moeten we onze samenleving leren inrichten zonder economische groei? “Dat laatste is eigenlijk geen optie,” zegt Schnabel. “Voor de manier waarop wij leven – en dat al decennia doen – is groei een absolute voorwaarde.” Maar ook de hoogleraar aan de Universiteit Utrecht kent de problemen die dit in de weg staan: een relatief oude en afnemende beroepsbevolking, hoge lonen en een matige concurrentiepositie. “Daarom moeten meer mensen aan de slag, moeten zij harder gaan werken en langer doorgaan.” Volgens Schnabel is dat zeker mogelijk, hoewel Nederland het in termen van productiviteit bepaalt niet slecht doet. “Klopt, onze formele arbeidstijd is met 31 uur per week het kortst van Europa. In Griekenland werken ze gemiddeld 11 uur per week langer, terwijl ze daar op dit moment de grootste economische crisis ooit beleven.”
Verwend
Op het eerste oog ligt het dus niet aan de effectiviteit van onze manier van werken. Blijft over: langer werken. “Dat we moeilijk doen over het oprekken van de pensioengerechtigde leeftijd is weinig verstandig, maar wel verklaarbaar. Al was het maar omdat de meeste mensen nu niet op 65-jarige leeftijd stoppen, maar als ze gemiddeld 63 zijn. Verwend als we zijn met VUT-regelingen en prepensioen. Deze horde
moeten we eerst nemen, om dan snel door te schakelen naar 66 en 67 jaar.” Veelgehoorde klacht in dit verband is dat ouderen relatief duur zijn. “Inderdaad, en voor economisch herstel is het juist essentieel dat we onze lonen beheersbaar houden. Aan de andere kant, het alternatief dat nog minder mensen de kosten moeten dragen van nog meer mensen is absoluut ongewenst.”
Uittocht
Knelpunt hierbij lijkt echter het beperkte aanbod aan arbeid. De werkloosheid in Nederland stijgt de laatste maanden verontrustend. “Toch zijn er voldoende banen, anders hadden we al die Oo
st-Europeanen niet nodig. Maar dat laaggeschoolde werk willen wij niet, in ieder geval niet voor dát loon. Polen, Bulgaren en Roemenen doen dat wel, zolang ze in hun eigen land minder verdienen. Als daar echter de economie aantrekt, keren ze terug en laten ons achter met een nieuw probleem. Misschien wordt het dan tijd te verhuizen naar Polen…” Schnabel zegt het met de nodige relativering en een grijns op het gezicht. Toch sluit hij een dergelijke uittocht in de komende jaren niet geheel uit. “Zestig jaar geleden vertrokken teleurgestelde Nederlanders ook massaal naar Canada, Australië en de VS. Op zoek naar welvaart en economische groei.”
Zzp’ers
Dat waren destijds o
verwegend ondernemende mensen die een nieuw leven begonnen, vaak een bedrijf startten en elders werkgelegenheid creëerden. Om dit soort mensen zit ons land nu weer te springen, lijkt Schnabel te willen zeggen. Maar dan is er toch geen reden tot klagen? Het aantal ondernemers is in Nederland immers nog nooit zo hoog geweest. “Dat zijn vooral zzp”ers. Het kenmerkende aan hen is dat ze juist geen personeel willen. In die zin belemmeren zzp”ers de economische groei.” Een ander kenmerk van veel kleine zelfstandigen is de geringe bereidheid én mogelijkheid om innovatief stappen vooruit te maken. “Omdat bij hen sprake is van een andere dynamiek, meer op stabiliteit en continuïteit gericht, minder op creativiteit en vooruitgang.” Toch vindt Schnabel de trend tot meer verzelfstandiging erg positief. “Ik juich elk initiatief toe waarbij mense
n minder nadrukkelijk leunen op de zorgende overheid maar in plaats daarvan kiezen voor hun eigen perspectief, hun eigen toekomst.”
Randvoorwaarden
En die toekomst is er, ook in Nederland. “Onze economie hapert nu, mede omdat we nalaten een aantal cruciale keuzes te maken op het gebied van onderwijs, zorg, huizenmarkt, pensioenen, maar ook duurzaamheid. Tegelijkertijd zie ik in tal van sectoren kansen om ons land verder te onderscheiden. Onze kennis en kwaliteit op het gebied van landbouw, water, logistiek, infrastructuur en communicatie is uniek.” Volgens Schnabel is het vooral een kwestie van visie, lef en leiderschap. “De randvoorwaarden voor economische groei zijn er: het onderwijsniveau, onze internationale handelsgeest en onze logistiek, onze – echt waar – gematigd
e bureaucratie, maar ook het vermogen om snel te schakelen en te handelen. Nee, de rol van Nederland is nog niet uitgespeeld.”
Signaal
Deze laatste uitspraak brengt het gesprek bijna vanzelfsprekend op Schnabel”s eigen toekomst. Over een jaar gaat hij met pensioen, na een carrière van ruim vier decennia waarvan bijna vijftien jaar als directeur van het SCP. “Op een gegeven
moment heb je het gevoel alles al een keer meegemaakt te hebben. Het herhaaleffect overheerst, discussies en trends worden voorspelbaar. Dat is een signaal.” Daarom neemt hij afscheid, hoewel
Schnabel door zijn talrijke nevenfuncties en commissariaten maatschappelijk actief en betrokken blijft. Ook dáárom weet hij dat de economie uiteindelijk weer gaat groeien. “Omdat wij al diverse keren bewezen hebben het vermogen te bezitten om ons aan te passen aan veranderende omstandigheden. Als
het moet, zijn we in staat de tering naar de nering te zetten. We he
bben geen keuze.”