Het is niet uniek in Nederland, maar wel een opvallend initiatief in de Drechtsteden. Het Stedelijk Dalton Lyceum, het Insula College en het Da Vinci College hebben de handen ineengeslagen voor het ontwikkelen van vakmanschaproutes. “Wij willen bereiken dat de leerlingen op onderwijskundig gebied winst halen op inhoud, tijd en niveau. Maar er zijn meer voordelen,” zegt Marian Luyten.
De initiatiefnemers Marian Luyten, directeur van het Stedelijk Dalton Lyceum, Rien Helvert, directeur Insula College en Rob Gitz, domeinleider van het Da Vinci College besloten zo’n twee jaar geleden om de vakmanschaproutes ‘Techniek’ en ‘Consumptief’ gestalte te gaan geven. “Geen moeilijke procedures en processen, maar gewoon beginnen was ons motto,” zegt Rob Gitz. Sindsdien is er al veel van de grond gekomen. Een pluspunt daarbij is dat de betreffende scholen dicht bij elkaar zijn gevestigd zijn op het
Leerpark. “Er is intensief overleg,” vervolgt Marian Luyten. “Het doel van de vakmanschaproutes is om VMBO-leerlingen beter inzicht en kansen te bieden voor oriëntatie op hun vervolgopleiding en hun uiteindelijke beroepskeuze.” Dat is geen gemakkelijke opgave, zo constateert het drietal. De leerlingen komen vanuit het basisonderwijs in een totaal nieuwe omgeving en moeten op hun twaalfde of dertiende jaar al belangrijke keuzes maken voor wat betreft hun opleiding en beroepskeuze. De vakmanschaproutes moeten hen daarbij ondersteunen. Helvert: “Hoe beter wij het VMBO- en MBO-onderwijs op elkaar afstemmen, hoe beter dat uiteraard is voor de leerling. Zij kunnen dan als het ware naadloos overstappen naar de volgende fase in hun onderwijstraject. Daarbij vormt het bedrijfsleven eveneens een belangrijke factor. Zo zijn wij geïnteresseerd in nieuwe technieken en ontwikkelingen bij de regionale bedrijven om vervolgens te kijken of wij dat kunnen inpassen in onze onderwijsprogramma’s. Wij leiden immers leerlingen op die pas over vier jaar of later hun intrede doen op de arbeidsmarkt. Het is dus goed om actueel te blijven.”
Samenwerking
Oriëntatie is dus het toverwoord. Een feit is dat in de Drechtsteden de vergrijzing de komende jaren keihard toeslaat. Recessie of geen recessie, er zijn in de nabije toekomst veel arbeidsplaatsen in te vullen. Vooral de maakindustrie zit dan verlegen om goede vaklui. Luyten: “Ook daarvoor zoeken we samenwerking met het bedrijfsleven. Wij willen zoveel mogelijk bedrijven bezoeken en leerlingen laten zien wat werken in de praktijk inhoudt; wat doet een lasser nu precies? Het is onze taak om leerlingen af te leveren die klaar zijn voor de arbeidsmarkt.” De samenwerking tussen de scholen en bedrijven is overigens al behoorlijk van de grond gekomen. Praktijklokalen op het Leerpark worden regelmatig vanuit regionale bedrijven voorzien van lesmateriaal. Maar er komt meer kijken voor een leerling om zonder al te grote problemen over te stappen naar het MBO. Gitz: “Wij moeten voorkomen dat leerlingen op het MBO weer helemaal opnieuw moeten beginnen. Zij moeten zonder problemen de draad weer kunnen oppakken. Vandaar dat wij aan de slag zijn gegaan en proberen dit op een simpele manier kunnen verwezenlijken. Zo groeien we steeds meer naar elkaar toe.” Een voorbeeld hiervan is dat vanuit het MBO de suggestie is aangedragen om in het VMBO meer tijd te besteden aan primaire beroepsvaardigheden zoals op tijd komen, zorg voor gereedschap en materialen en dergelijke. Daar hoeft het MBO dan weer veel minder tijd in te steken en is er meer tijd over voor de echte beroepsopleiding.
Uitval
De vakmanschaproutes moeten tevens de schooluitval reduceren. Helvert: “Door jonge leerlingen al snel te laten ontdekken wat ze echt leuk vinden, voorkom je uitval. Kiezen ze bijvoorbeeld voor techniek, dan willen wij het zo aantrekkelijk maken dat leerlingen er in door willen gaan. Dat lost een belangrijk probleem op. Hiermee wordt voorkomen dat leerlingen op het MBO nog veranderen van opleiding en het risico lopen om uit te vallen.”
Bijeenkomst 12 juni
Ze zijn goed op weg op het Leerpark. In de nabije toekomst komen er naast de huidige vakmanschaproutes ook routes voor andere opleidingen. Een belangrijk gegeven voor het regionale bedrijfsleven, dat blijkt geeft zeer geïnteresseerd te zijn in de ontwikkelingen van de vakmanschaproutes. In januari organiseerden de scholen hierover een bijeenkomst. De opkomst was tot verrassing van Marin Luyten boven verwachting. “Uit die bijeenkomst zijn zeer bruikbare ideeën gekomen en konden we al waardevolle contacten leggen. Op 12 juni is de volgende bijeenkomst met als streven naar een nog hechtere samenwerking. Het creëert enorme kansen voor ons, maar ook voor de bedrijven. Wij willen onderwijs bieden vanuit de werkelijkheid van de bedrijven, daar zijn de leerlingen en ook het bedrijfsleven het beste bij gebaat. Er is best nog veel te doen, maar de weg die we zijn ingeslagen motiveert en inspireert ontzettend.”