Overig

De arbeidsmarkt in de Drechtsteden

519

De Drechtsteden vormt een economische regio die meetelt in Nederland. Zakelijke diensten, industrie, handel en zorg en welzijn zijn in onze arbeidsmarktregio belangrijke sectoren.

Van de in totaal 119.300 banen in de Drechtsteden zijn er 78.200 in deze sectoren vertegenwoordigd (66%). Ook in de bouw en transport is het aantal banen omvangrijk. Ten opzichte van Nederland valt op dat het aandeel banen in de bouw, groothandel, het transport en industrie hoog is. Dit maakt Drechtsteden een conjunctuurgevoelige regio. Voor de industrie (met name metaal) is de export van groot belang. Als er sprake is van een (wereldwijde) economische recessie wordt dat hier als eerste gevoeld. Gaat het economisch weer beter, dan merkt de regio dat ook weer als eerste.

Het aantal banen in de Drechtsteden groeit dit jaar naar verwachting met 0,6%. Bijna alle sectoren laten een groei van de werkgelegenheid zien. Alleen in de marktsectoren landbouw en zakelijke diensten krimpt het aantal banen. Dit zijn beide echter kleine sectoren. Tot de zakelijke diensten behoren onder andere makelaars, assurantietussenpersonen en advocatenkantoren, maar ook uitzendbureaus en facilitaire dienstverleners, zoals schoonmaak- en beveiligingsbedrijven. De sector zakelijke diensten heeft het nog niet gemakkelijk, de sector is voor een groot deel conjunctuurgevoelig. Veel opdrachtgevers zijn terughoudend in hun uitgaven en de hele sector heeft te kampen met toenemende concurrentie en prijsdruk. Meer efficiëntie en innovatie lijken sleutelwoorden, want de huidige klant is kritisch en verwacht nog meer professionaliteit, maatwerk en betrokkenheid en dit alles tegen een aantrekkelijke prijs. Desondanks is de prognose voor de langere termijn positief.

Niet alle deelsectoren binnen de zakelijke diensten gaan betere tijden tegemoet. Zo gaat de schoonmaaksector, die al geruime tijd gekenmerkt wordt door hevige concurrentie en prijsdruk, nog een lastige tijd tegemoet. Oorzaken hiervoor zijn niet uitsluitend de economische omstandigheden, maar ook het feit dat de afzetmarkt niet meer groeit en het aantal aanbieders toeneemt (ZZP’ers). Daarnaast zijn er minder werkplekken schoon te houden (bijvoorbeeld door Het Nieuwe Werken) en daalt bovendien de schoonmaakfrequentie. De verwachting is wel weer toenemende vraag dit jaar nu de economische groei definitief doorzet.

Ook de assurantiekantoren hebben het moeilijk. De verzekeringsmarkt is verzadigd en er wordt nog nauwelijks omzetgroei gerealiseerd. Daarnaast blijven consumenten kritisch op hun uitgaven en zoeken ze op internet naar de goedkoopste verzekeringen.

Desalniettemin wordt er dit jaar een substantiële toename van 2,0% verwacht.

In de industrie verlaten wegens de vergrijzing ruim 2.500 werknemers de arbeidsmarkt. De sector die het meest te maken krijgt met de gevolgen van de vergrijzing is zorg en welzijn. Niet alleen verlaten de komende jaren in het Drechtstedengebied ongeveer 3.700 ouderen deze sector, ook is er sprake van een toenemende zorgvraag als gevolg van de vergrijzing. Door bezuinigingsmaatregelen staat de werkgelegenheid in deze sector echter onder druk in vooral de ouderenzorg, thuiszorg, jeugdhulpverlening en kinderopvang.

Ondanks de werkloosheid en het lage aantal vacatures zijn er ook bedrijven die moeite hebben om hun vacatures vervuld te krijgen. Op middelbaar niveau geldt de krappe arbeidsmarkt vrijwel uitsluitend voor technische beroepen, of beroepen met een belangrijke technische component. Vaak is er ook een link met het kunnen beheersen van computergestuurde technieken. Er is krapte in enkele uitvoerende technische functies en bij technisch kaderpersoneel. Voor deze laatste beroepen is MBO-4 het minimumniveau, in toenemende mate wordt gezocht naar HBO’ers. Ook op hoger en wetenschappelijk niveau gaat het vaak om technische functies, maar nu zijn er ook andere segmenten waarin krapte lijkt te bestaan: ICT-beroepen, wijkverpleegkundigen, bepaalde medisch specialisten en financieel specialisten. In het onderwijs lijken vooral problemen te bestaan met het aantrekken van docenten voor specifieke vakken. In het onderwijs kan het lastig zijn om eerstegraads docenten aan te trekken.

Hoe de arbeidsmarkt van de toekomst eruit ziet is onzeker. Onder invloed van technologische en sociale innovaties vinden structurele veranderingen op de arbeidsmarkt plaats. Vertrouwde banen verdwijnen, functies veranderen en nieuwe functies ontstaan. Het gevolg hiervan is dat er andere hogere en specifieke eisen aan het arbeidsaanbod worden gesteld. De vraag naar hoger-opgeleide medewerkers neemt structureel toe. Daarnaast worden lager opgeleiden door hoger opgeleiden verdrongen. Om tijdig op economische en innovatieve veranderingen te kunnen inspelen, zijn werkgevers genoodzaakt om medewerkers flexibele arbeidscontracten aan te bieden.

Het overbruggen van de afstand tussen de gevraagde en de genoten opleiding is een van de grootste uitdagingen in de huidige arbeidsmarkt. Een goed gekwalificeerde instroom van nieuwe medewerkers is alleen te realiseren door een nauwe samenwerking tussen het bedrijfsleven en de diverse regionale onderwijsinstellingen. Hierbij kan onder meer  gedacht worden aan stages en een vergaande uitwisseling van personeel, kennis, technieken en materialen. Het sneller en adequaat inspelen door onderwijsinstellingen op de veranderende opleidingseisen is voor een succesvolle samenwerking van doorslaggevend belang.