We hebben nog steeds te maken met een sterk veranderende arbeidsmarkt, waarbij reorganisaties, meer tijdelijke dienstverbanden en de transitievergoeding enkele actuele thema’s zijn. Tijdens een rondetafelgesprek in het Van der Valk Hotel Ridderkerk spraken vijf branche-experts zich uit over alle ontwikkelingen en bijbehorende gevolgen.
Zippora Porcelijn, oprichter en directeur van ZPITS, Jacqueline den Ouden, directeur/eigenaar van uitzendbureau IJsselmonde (samen met Esther den Breeyen) , Laura van Luipen, arbeidsrechtadvocaat en partner bij het Rotterdamse advocatenkantoor SørensenWeijers&Co, Simone Versnel, oprichter en directeur van Perfect Assistants, en Diana van Nugteren, oprichter en directeur van Secretarion Opleidingen B.V. en Secretarion Interim Services BV, herkenden elkaars inbreng op vele punten, maar er waren ook verschillen.
Porcelijn sprak als eerste haar zorgen uit over frauduleuze uitzendbureaus die de markt overspoelen. “Ze schieten op iedere hoek van de straat uit de grond. Ik vind dat een hele zorgelijke ontwikkeling. Veel ZZP’ers gaan onder de prijs zitten, waardoor salarissen onder druk komen te staan.”
Den Ouden: “Maar serieuze, gerenommeerde bedrijven willen toch geen zaken doen met zulke partijen?”
Porcelijn: “Als ze verstandig zijn, doen ze dat inderdaad niet. Maar het gebeurt ook steeds vaker dat mensen met behoud van uitkering te werk worden gesteld voor een loon dat ver onder het wettelijk minimum ligt. Deze groep heeft vaak ook niet eens uitzicht op een vaste aanstelling.”
Van Nugteren: “Ik vind werkgevers over het algemeen heel terughoudend. Zo’n 10 jaar geleden stonden we ook op dit punt. Er zal vast weer een keer een omslag komen, maar wanneer?”
Den Ouden: “We hebben te maken met een nieuwe realiteit. Die moeten we accepteren. Het wordt waarschijnlijk nooit meer zoals het was.”
Versnel: “In bepaalde niches verwacht ik dat juist wel, maar voor wat betreft ‘reguliere’ functies inderdaad niet.”
Van Nugteren: “In tijden van crisis worden telefonistes aan de lopende band weggesaneerd. Terwijl zo iemand het visitekaartje van het bedrijf is. De gang naar een los toestel met een keuzemenu of een bewaker is bij binnenkomst toch meteen een stuk minder persoonlijk. Natuurlijk snap ik de situatie wanneer een bedrijf moet bezuinigen, maar het valt mij op dat gedane zaken geen keer nemen wanneer de weg naar boven weer is ingezet.”
Inhakend op de visie van organisaties, die soms lastig te doorgronden is, weet Versnel ook nog wel een voorbeeld. “Het valt mij op dat er soms voor bepaalde functies om een hoger niveau secretaresses wordt gevraagd dan daadwerkelijk nodig. Omdat er veel aanbod op de markt is, denken organisaties daar op deze wijze van te profiteren. Maar een manager die iedere dag geconfronteerd wordt met een assistent die meer wil dan de functie biedt, wordt daar ook niet gelukkig van. Terwijl er voldoende kandidaten beschikbaar zijn met de meest uiteenlopende opleidingsniveaus, kwaliteiten en werkervaringen. Er is altijd een passende match te maken en dat kan bereikt worden door een eerlijk en passend profiel op te stellen.”
Professionals inschakelen om de perfecte kandidaat te scoren, gebeurt lang niet altijd.
Versnel: “Hoe gaat iemand die gemiddeld één keer per jaar iemand aanneemt zich door 180 binnengekomen brieven heen worstelen? Vaak wordt dan in eerste instantie gekeken naar de foto, woonplaats en geboortedatum en op die manier een schifting gemaakt. Zo zonde, want op die manier haal je de beste kandidaat er waarschijnlijk niet uit. Wanneer mijn auto stuk is, breng ik hem naar de garage. Ik kan wel zelf gaan sleutelen, maar laat het voor een duurzaam en goed resultaat liever aan iemand over die er echt verstand van heeft.”
Porcelijn: “Wij lichten kandidaten helemaal door en doen uitvoerig research om vast te stellen of hun verhaal eerlijk is. Ook is het noodzakelijk dat kandidaten al eerder met hun voeten in de klei hebben gestaan, anders heeft het geen zin voor onze banen.”
Waar zorgvuldigheid en expertise binnen de bedrijven van de zakenvrouwen voorop staan, worden er vraagtekens gezet in hoeverre die eigenschappen bij de overheid zijn te bespeuren. Maatregelen vanuit de politiek hebben vaak eerder een averechts dan een verbeterend effect, vinden alle deelnemers.
Porcelijn: “De overheid heeft geen goed beeld van wat zich daadwerkelijk op de arbeidsmarkt afspeelt. Kom eens wat meer buitenspelen! Ik heb in mijn branche weinig halfjaarcontracten te vergeven en opdrachtgevers (gemeenten) eisen het wel.”
Den Ouden: “De wet Werk en Zekerheid van minister Lodewijk Asscher brengt natuurlijk veel discussies met zich mee. Het zou voor een betere positie van flexwerkers moeten zorgen, maar de arbeidsmarkt wordt er alleen maar oneerlijker van, omdat bedrijven op allerlei manieren proberen de nieuwe ontslagregels volgens de WWZ te ontduiken. Voor 1 juli wordt er aan de lopende band afscheid genomen van flexwerkers.”
Versnel: “De meeste kleinere organisaties weten wel dat de transitievergoeding eraan komt op 1 juli, maar hebben nog geen idee wat dat straks bij ontslag voor de organisatie betekent.”
Van Luipen: “Het nieuwe ontslagrecht heeft al het een en ander in gang gezet en vanaf 1 juli 2015 is het voor alle werkgevers de nieuwe realiteit. Vanaf 1 januari 2015 mag er in tijdelijke contracten met een looptijd van 6 maanden of minder geen proeftijd meer worden opgenomen. Wanneer je een tijdelijk contract hebt dat langer duurt dan 6 maanden, maar korter dan twee jaar dan geldt een proeftijd van maximaal een maand. Daarnaast geldt vanaf 1 juli 2015 dat een werkgever maximaal drie tijdelijke contracten kan afsluiten in een periode van twee jaren. Na het einde van een tijdelijk contact dat samen met voorgaande contracten twee jaar heeft geduurd, moet de werkgever een transitievergoeding betalen. Je zal daarom veel constructies gaan zien waarbij begonnen wordt met een contract van 7 maanden, dat vervolgens twee keer met 8 maanden wordt verlengd en daarna niet meer. Dan zit je namelijk binnen die twee jaar, is het toegestaan om een maand proeftijd in het eerste contract op te nemen en ben je geen transitievergoeding verschuldigd aan het einde van de samenwerking.”
Porcelijn: “Wij hebben veel meer zekerheid gehad op de arbeidsmarkt dan de jongere generatie die er nu net zijn eerste stappen op zet. Ik vraag me soms af wat woorden tegenwoordig nog waard zijn. Door loze beloften gaat je zelfvertrouwen niet omhoog. Ik denk dat twintigers er knap onzeker van kunnen worden wanneer ze uiteindelijk toch steeds weer worden afgewezen of voor de zoveelste keer op straat komen te staan vanwege het maximale contract van twee jaar in drie fases.”
Van Luipen: “Denken jullie niet dat flexibele contracten voor veel nieuwe betreders van de arbeidsmarkt een vast gegeven vormen en dat veel jongeren jobhoppen prima vinden?
Versnel: “Er zullen er vast tussen zitten die er zo over denken, maar ik denk dat zekerheid voor velen het prettigst is. Een alternatief is om als ZZP’er aan de slag te gaan, maar dat is ook niet eenvoudig. Er zijn er maar weinig die in staat zijn eigen opdrachten binnen te halen.”
Den Ouden: “Jobhoppers worden bij mijn opdrachtgevers vaak afgewezen, zeker wanneer er keuze in overvloed is. Men kiest dan liever voor iemand die twee keer tien jaar ergens heeft gewerkt, dan een persoon die in zo’n periode twaalf werkgevers heeft gehad. Soms weet ik al dat het bij voorbaat zinloos is om jobhoppers ergens voor te stellen.”
Versnel: “Die ervaring deel ik niet als kandidaten op een goede manier ervaring hebben opgebouwd en over een goede motivatie beschikken. Mensen die alleen solliciteren omdat het UWV ze dat oplegt en zelf niet gemotiveerd zijn, daar heb je als organisatie niks aan.”
Van Luipen: “Dat is de hangmat van de WW. Voorheen mochten werklozen een jaar lang puur op passende arbeid solliciteren, maar die termijn gaat omlaag naar zes maanden. Na dat half jaar zou je in feite ook werk in Groningen aan moeten nemen of gaan werken op een veel lager niveau dan waarvoor je bent opgeleid.”
Versnel: “Door die regelvoering ontvangt een organisatie alleen nog maar meer sollicitatiebrieven en gaat de procedure nog meer tijd kosten. Ik zit al lang in dit vak, maar blijf me verbazen. Ik heb ontzettend leuk werk, maar de onnodige complexiteit door alle regelgeving zou ik best willen missen.”