Overig

‘Een daadkrachtige organisatie zijn we altijd gebleven’

523

Rotterdam Topsport bestaat 25 jaar. Gedurende die periode is er zowel voor als achter de schermen enorm veel werk verzet om Rotterdam als topsportstad te profileren en het topsportklimaat op lokaal en (inter)nationaal niveau te promoten en te verbeteren. Mét resultaat, vindt Hans den Oudendammer, directeur Rotterdam Topsport.

Het EK Dressuur in het Kralingse Bos in 2012, de halve finale in de Davis Cup tussen Nederland en de Verenigde Staten in 1994 op de Müllerpier, de finale van het EK Voetbal in 2000, het WK BMX in Ahoy in 2014, de Volvo Ocean Race die Rotterdam als eerste Nederlandse plaats aandeed in 2006; zomaar een greep uit enkele hoogtepunten. “Iedere stad kan zich in principe profileren als dé sportstad van Nederland, maar ik denk dat Rotterdam toch een streepje voor heeft op anderen. Dat zit hem met name in het feit dat wij al 25 jaar een heel bewust topsportbeleid voeren, ontwikkeld samen met de gemeente en Rotterdam Sportsupport. Dat was en is een intensief traject, waarbij ontwikkeling van topsport in Rotterdam, binnenhalen van internationale topsportevenementen, verbetering van de topsportinfrastructuur en talentontwikkeling centraal staan. Onze aanpak heeft later navolging gekregen in onder meer Amsterdam, Den Haag en Utrecht. De concurrentie slaapt niet. Niet in Nederland en niet in Europa. Dat geeft niet, maar heeft als resultaat dat wij er harder voor moeten werken om bepaalde evenementen binnen te halen. Het prijskaartje wordt ook niet minder. Toen in 2010 de Grand Départ van de Tour de France in Rotterdam was, betaalde de stad 2,5 miljoen euro. Dit jaar kostte het Utrecht 4 miljoen.” De media-aandacht die het genereert, de economische spin-off, hoge bezoekersaantallen en side-events die met name de jeugd moet enthousiasmeren voor sport maken dat echter meer dan goed, vindt Den Oudendammer. “Zeker op het gebied van sportparticipatie valt er nog veel te winnen in Rotterdam. Procentueel lopen we achter op andere steden. Dat is een vreemde paradox in een stad met veel sportverenigingen en –evenementen. De bevolkingssamenstelling speelt zeker mee. Niet in alle culturen is het gebruikelijk om in groepsverband te sporten. Op Zuid zijn er bijvoorbeeld procentueel gezien minder sportverenigingen dan in andere wijken. Financieel gezien is het ook niet voor iedereen haalbaar, al zijn daar gelukkig wel potjes voor, zoals het Jeugdsportfonds.” Rotterdam Topsport krijgt sinds dit jaar zelf fors minder subsidie. Het is iets waar Den Oudendammer niet te lang bij stil wil staan. “Het zijn de feiten en we gaan er op de best mogelijke manier mee om. We willen niet te lang in het negatieve blijven hangen, maar zetten de schouders eronder. Dat past ook bij Rotterdam.”

Nog ontzettend veel ambities

Gevraagd naar belangrijke mijlpalen de afgelopen kwart eeuw, noemt Den Oudendammer twee gebeurtenissen die zich nog onder zijn voorganger Jaap Noordenbos afspeelden. “De Davis Cup-wedstrijd Nederland – Verenigde Staten op de Müllerpier was in 1994 een belangrijk moment voor Rotterdam Topsport. Behalve de marathon was er toen in de stad nog nooit een sportevenement van zo’n omvang op een buitenterrein georganiseerd. Het werd geweldig, met bloedstollende duels tussen toppers. Nederland trok met 3-2 aan het kortste eind, maar Rotterdam Topsport vestigde haar naam. Hélemaal toen in 1996 ook nog eens de World League Volleybal naar Rotterdam kwam. De Nederlandse mannen wonnen in de eindstrijd van Italië. Anderhalve maand later pakte datzelfde team op de Olympische Spelen tegen dezelfde tegenstander het goud in een thriller van een finale. Door de evenementen in 1994 en 1996 stond Rotterdam Topsport in één klap op de kaart als een daadkrachtige organisatie. Dat zijn we altijd gebleven.” Den Oudendammer is sinds 1999 werkzaam binnen de organisatie. Inderdaad; het jaar waarin de Coolsingel voor het laatst volstroomde om het landskampioenschap van Feyenoord te vieren. “Ik was nog wethouder toen ik door Rotterdam Topsport gevraagd werd te solliciteren voor het directeurschap. Er waren 90 sollicitanten en ik werd het. Ik heb er best lang over nagedacht, maar besloot uiteindelijk mijn politieke carrière op te geven voor deze baan. Voornamelijk omdat ik veel kansen zag. Ik trof een in ontwikkeling zijnde organisatie, met nog volop groeimogelijkheden. Zowel in activiteiten als in personeel heeft die rek zich vervolgens ook voorgedaan. Naast de bestaande werkzaamheden zijn we de laatste jaren ook druk geweest met de oprichting van regionale talentencentra voor de meest uiteenlopende sportdisciplines. De aanwas van Rotterdamse topsporters hopen we hiermee op korte termijn al flink op te stuwen.” Waar zijn voorganger op zijn 60ste met pensioen ging, is Den Oudendammer die leeftijd al voorbij. “Mijn loopbaan bij Rotterdam Topsport is binnen afzienbare tijd ook eindig. Ik ben van mening dat Rotterdam Topsport ook in de toekomst sterk genoeg is om vol te houden. De contacten met het bedrijfsleven zijn goed. Wij worden door zo’n 90 bedrijven ondersteund, van groot tot klein. Financieel is het door de bezuinigingen die het college doorvoerde spannender en hectischer geworden, maar dat krijgt ons niet klein. Er zijn nog ontzettend veel ambities. Zo komt er na 30 jaar weer een 50-meterbad voor officiële zwemwedstrijden, is het Sparta-stadion de locatie voor wedstrijden tijdens het EK Vrouwenvoetbal 2017, vangt eind september het EK Volleybal Vrouwen aan met Rotterdam als speelstad en staan ook nog het WK Roeien 2016 en WK Shorttrack 2017 op het programma. Daarnaast zijn de plannen voor de vernieuwing van De Kuip natuurlijk actueler dan ooit. Daar zijn de club en de stad hard aan toe. In het verlengde daarvan hoop ik als directeur van Rotterdam Topsport nog een kampioenschap van Feyenoord mee te maken. Na al die jaren is de cirkel dan echt rond.”