Overig

“Er is hier de komende jaren nog genoeg te doen”

968

In het Postillion Hotel Dordrecht kwamen Walter Plaisier, Douwe de Haan, Mellanie Dellaert, Arjen Versteeg en Linda Fortuin samen om over hun vakgebied te praten. Stuk voor stuk professionals op het gebied van personeelsbemiddeling. Geen wonder dat er een levendige discussie ontstond over de ontwikkelingen in de uitzendbranche en de arbeidsmarkt.

In Nederland heeft ruim 70% van de werkzame beroepsbevolking een vast contract. De flexschil is dus bijna 30% en hiervan is ongeveer 9,8% ZZP’er, 4,7% is zelfstandige met personeel, 8,3% heeft een tijdelijk contract, 4,5% heeft een nul-urencontract of is oproepkracht en 2,3% is uitzendkracht (bron: ABU).

In 2014 groeide de uitzendsector in volume met 7% en gingen er ruim 50.000 uitzendkrachten extra aan het werk, een trend die in het begin van 2015 is doorgezet. De verwachting voor 2015 is een verdere groei van het volume van circa 8% (bron: Rabobank).

Volle toeren

Na een eerste kennismaking (zie verderop in dit artikel) gaan de deelnemers over tot het gespreksonderwerp. De economie draait weer op volle toeren, wij vragen de deelnemers of dit ook van toepassing is voor onze regio en of de uitzendmarkt als cyclische sector mee profiteert van de verder aantrekkende economie? Mellanie Dellaert is stellig in haar mening: “Het gaat zeker beter in de regio, dat merken wij dagelijks in de gesprekken die wij voeren met opdrachtgevers.” Linda Fortuin sluit zich hierbij aan: “De markt trekt zeker aan. Vooral in de techniek merken we een stijgende lijn.” Ook de andere deelnemers beamen dit. “De Drechtsteden doen het gewoon goed,” zegt Walter Plaisier. Arjen Versteeg onderstreept dit met de opmerking dat ook zijn bedrijf meer vraag krijgt voor het bemiddelen van financieel personeel. Dat brengt de vraag met zich mee of er wel voldoende aanbod is van geschikte kandidaten. “Dat is best lastig,” zegt Arjen Versteeg hierover. “We moeten diep in de markt graven om aan goede kandidaten te komen. We werken redelijk veel met ZZP’ers, een trend die stevig doorzet.” Arbeidsjurist Douwe de Haan merkt op dat ondernemers er wel van doordrongen moeten zijn dat als een ZPP’er feitelijk als werknemer in hun bedrijf functioneert, het risico aanwezig is dat de ZZP’er ook juridisch als werknemer wordt beschouwd, met alle gevolgen van dien.

Kandidaten

Mellanie Dellaert heeft eveneens soms moeite met het vinden van geschikte kandidaten. “Vooral technici in het hogere segment zijn lastig te vinden. Het zijn vaak latent zoekenden, maar wie zijn dit? Het is moeilijk om inzicht in die markt te krijgen.” Zij ziet dat vooral hoger opgeleiden kiezen voor het ZZP bestaan. “Hoger opgeleiden hebben een plan, een doel en zien kansen. Lager opgeleiden starten vaker noodgedwongen en hanteren eerder lagere tarieven. Uiteindelijk verdienen zij vaak een salaris dat lager is dan dat van een werknemer.” Linda Fortuin: “Toch is het bij veel bedrijven policy om een flexibele schil van techneuten op te bouwen. Zo is er nu veel  vraag naar MBO ZZP’ers elektrotechniek.” Arjen Versteeg weet dat hoog opgeleide werkzoekenden zijn bedrijf een tijdje volgen om dan pas contact te zoeken. “Hoger opgeleiden zijn kritisch, alles moet kloppen, ze houden niet van flauwekul. Zij willen zeker weten dat zij zich bij het juiste bureau aansluiten.” Linda Fortuin herkent dit fenomeen. “Je moet zorgen dat je bekend staat als partner van innovatieve klanten en leveranciers. Alleen zo kun je ervoor zorgen dat kandidaten zich aan je willen binden.” Walter Plaisier vindt dat het tekort aan goed personeel van alle dag is. “Dat is altijd al zo geweest en zal zo blijven. Hoogwaardige techbedrijven zijn altijd op zoek naar mensen, veelal gaat het om horizontale verplaatsingen. Wij zoeken daarvoor naar kandidaten van één niveau lager, zodat wij perspectieven kunnen bieden. Maar het is moeilijk om ze eruit te pikken. Bovendien kunnen wij niet in alle vacatures voorzien, niet voor niets zie je steeds meer specialistische bureaus ontstaan. Een ICT-er zal eerder uitkomen bij andere IT-specialisten dan bij van nes + plaisier personeelsdiensten.” Arjen Versteeg haakt hier onmiddellijk op in. “Specialisme is dan ook een bewuste keuze van ons. Wij streven ernaar als business partner te opereren voor bedrijven. Door regelmatig over de vloer te komen bij een opdrachtgever en mee te denken met zijn bedrijfsvoering ontstaat er een langdurige en duurzame relatie. Voor beide partijen ontstaat er zo een win-win situatie.”

Ver van mijn bed

De Wet Werk en Zekerheid wordt genoemd. Volgens Douwe de Haan voor talloze ondernemers nog de ver van mijn bed show. De realiteit is echter anders. “Onze ervaring is dat de Wwz nog niet in hoge mate leeft bij MKB-ondernemers. Dat is jammer en het is aan te bevelen dat werkgevers zich toch in de materie verdiepen. Het ontslagrecht is er namelijk niet gemakkelijker op geworden. Een goede dossieropbouw is noodzakelijk en ook functioneringsgesprekken en een goede verslaglegging hiervan zijn nu meer dan ooit nodig. Dit vergt een omslag bij ondernemers.” Dan ontspint zich de discussie wat nu eigenlijk een goede dossieropbouw is hoe moet worden omgegaan met alle ontwikkelingen binnen het arbeidsrecht. Walter Plaisier: “Er is nog geen jurisprudentie voor wat betreft de eisen aan dossieropbouw en bovendien is ook de markt nogal in beweging.” Feiten die ook de anderen niet zijn ontgaan. Het is noodzakelijk om bij te blijven wat betreft aanpassingen in de wettelijke regels van het arbeidsrecht. “Zeker wat het arbeidsrecht betreft gebeurt er veel,” zegt Douwe de Haan. “Er zijn in de nieuwe wet veel punten die om duidelijkheid vragen en waar rechters zich nu over buigen. Wij volgen dit op de voet.”

Veranderingen

De markt is aan veranderingen onderhevig, zoveel is wel duidelijk. Zeker de laatste tijd is er sprake van veel ontwikkelingen binnen de uitzendbranche. De prognose voor de komende drie tot vijf jaar is gematigd positief. De Rabobank verwacht dat de uitzendmarkt verder zal groeien door de verdere flexibilisering van de arbeidsmarkt en de verder aantrekkende economie. Naast het aantal uitzendkrachten/gedetacheerden zal de komende jaren ook het aantal tijdelijke contracten en ZZP’ers toenemen. Door de digitalisering en automatisering zullen de komende jaren veel banen voor lager en middelbaar opgeleiden verdwijnen. Uitzenders zullen zich daarom meer moeten richten op de bemiddeling van hoger opgeleiden. Er zijn tal van kansen en uitdagingen voor de uitzendbranche. De Participatiewet zou zo’n kans kunnen zijn, maar de aanwezigen hebben nogal wat bedenkingen ten aanzien van de uitvoering van deze wet. “Ondernemers denken er wel over na om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt werk te bieden, maar in de praktijk blijft het regelmatig bij nadenken en worden er geen knopen doorgehakt. Dat is voor alle partijen teleurstellend,” zegt Douwe de Haan. Mellanie Dellaert heeft hierover een andere mening. “Mijn ervaring is dat bedrijven juist wel naar mogelijkheden zoeken en deze ook bieden. Ik ben dan ook van mening dat er binnen iedere organisatie werk is voor deze groep mensen.”

Genoeg te doen

Tot slot ontstaat er een levendige discussie over de toekomst van het vak. Vergrijzing, 55-plussers, automatisering en digitalisering. Thema’s met veel impact voor de uitzendbranche. Het aantal vestigingen van (grote) uitzendbureaus krimpt en de interne processen worden verder gedigitaliseerd, zoals het zoeken en screenen van kandidaten, maar ook in het bedrijfsleven vindt deze digitalisering c.q. robotisering plaats. En sneller dan we denken, zegt Linda Fortuin hierover. Het uitzendbureau zal meer moeten bieden dan alleen de inzet van uitzendarbeid, bijvoorbeeld door intensievere samenwerking met de opdrachtgever, zaken waar de aanwezigen al volop mee bezig zijn. Maar ook het verbreden van de dienstverlening staat op de agenda. Steeds meer organisaties kiezen voor een flexibele schil, dit biedt kansen voor uitzenders. Zij kunnen bijvoorbeeld de planning voor hun rekening nemen en volgens Arjen Versteeg biedt ook het interimwerk volop kansen in de toekomst. Een toekomst waar de aanwezigen nadrukkelijk mee bezig zijn. “Wij verkeren in de gelukkige omstandigheid dat we een actieve en economisch gezonde regio als ons werkgebied hebben. Er is hier de komende jaren nog genoeg te doen,” zo luidt het eensluidende slotakkoord van dit rondetafelgesprek.