Overig

Goed ondernemerschap en alimentatie

640

Dat zijn twee woorden die u misschien niet graag in die combinatie wilt zien. Het kan namelijk zo zijn dat door goed ondernemerschap en een goed lopende onderneming, de alimentatie hoger wordt, omdat het inkomen voor een directeur-grootaandeelhouder (DGA) toeneemt door een winstuitkering. Kan er wel worden gezegd dat een winstuitkering MOET worden uitgekeerd? Het antwoord is: niet altijd.

Winstuitkering, reserves of geen van beide

Gangbaar in de rechtspraak is dat een DGA ervoor moet zorgen dat zijn onderneming administratief op orde is en dat aan alle (wettelijke) voorschriften wordt voldaan. Als het goed gaat en er wordt (meer) winst gemaakt, kunnen er grofweg twee dingen met de winst gebeuren. De winst wordt uitgekeerd of de winst wordt in de onderneming gehouden en aan de algemene reserves toegevoegd. Uit het oogpunt van goed ondernemerschap zal een keuze moeten worden gemaakt, zeker gezien het feit dat de DGA vaak een relatief laag vast salaris ontvangt. De keuze die wordt gemaakt kan grote gevolgen hebben voor de hoogte van de te betalen alimentatie. Als de winst aan de algemene reserves wordt toegevoegd, kan het erop lijken dat het inkomen opzettelijk laag is gehouden. De rechtbank zou kunnen oordelen dat een deel van de winst uit de reserves kan worden gehaald moet worden uitgekeerd. Of dat nu feitelijk wel of niet gebeurt, de rechtbank kan er rekening mee houden bij het vaststellen van de hoogte van de te betalen alimentatie. Is dat altijd zo en hoe zit dat in deze tijd van economische crisis?

Goed ondernemerschap in tijden van crisis

Het uitgangspunt is dat de rechtbank terughoudend moet zijn en niet zomaar de jaarstukken van een onderneming kan wijzigen, door te stellen dat de reserves als inkomen of winstuitkering moeten worden uitgekeerd, waardoor de alimentatie wordt verhoogd. Er zijn namelijk vele partijen die op de juistheid van de jaarstukken afgaan. Het is aan de DGA om te oordelen en te bepalen waarvoor hij het positief resultaat in de onderneming aanwendt, zolang dit redelijk is en in het belang van de onderneming. Indien een positief resultaat wordt toegevoegd aan de reserves om eventuele klappen te kunnen opvangen of om investeringen te doen, is sprake van een redelijke bestemming die ook in overeenstemming is met goed ondernemerschap in deze tijd van crisis. Daarbij kan van belang zijn dat de opbouw van de reserves zowel tijdens als na het huwelijk heeft plaatsgevonden. De rechtbank kan dan minder snel van oordeel zijn dat de DGA na het huwelijk met opzet inkomen in de onderneming houdt en daarmee de alimentatie negatief beïnvloedt. Vanuit de reserves hoeft geen winstuitkering te worden betaald en de ondernemer heeft gehandeld naar goed ondernemerschap!

In geval van een verminderd of negatief resultaat door de economische crisis, bestaan er mogelijkheden om de huidige alimentatie aan te passen. Er dient te worden onderbouwd dat de crisis de oorzaak is van het teruglopende resultaat. Door gewijzigde omstandigheden kan de alimentatie die is overeengekomen of die de rechtbank heeft opgelegd te hoog zijn, waardoor de DGA niet aan de verplichting kan worden gehouden om die hoge alimentatie te blijven betalen. In dat geval is een analyse van de reserves van belang en dient de vraag te worden beantwoord of de reserves als winstuitkering worden uitgekeerd, of dat de alimentatie kan worden aangepast. Ook hier speelt goed ondernemerschap een grote rol.

Aanpassen alimentatie?

Het is dus niet altijd het geval dat bij een hogere winst in de onderneming ook meer alimentatie moet worden betaald. Het hangt ervan af wat er met de winst gebeurt en wat er in het verleden mee is gebeurd, ook als het resultaat afneemt in tijden van crisis. Laat u als ondernemer daarom goed voorlichten als u afspraken wilt maken over de alimentatie of als er redenen zijn om door de economische crisis de alimentatie te laten aanpassen.