Overig

Huwelijkse voorwaarden en de ondernemer

652

De meeste ondernemers trouwen na het maken van huwelijkse voorwaarden, om te voorkomen dat zij bij echtscheiding de waarde van de zaak moeten delen met hun ex. Het maken van huwelijkse voorwaarden alleen is echter niet afdoende, de ondernemer zal er ook naar moeten handelen. Doet de ondernemer dat niet, dan kan dat leiden tot nare verrassingen bij de echtscheiding.

De zaak
Na enkele jaren te hebben samengewoond, besluiten Peter (eigenaar van een eenmanszaak) en Jolanda in 1999 te gaan trouwen. Ze willen allebei graag huwelijkse voorwaarden laten opstellen bij de notaris. Peter wil niet dat bij echtscheiding zijn eenmanszaak mede aan Jolanda toekomt. Jolanda wil na echtscheiding niet opdraaien voor de zakelijke schulden van Peter.

Op aanraden van de notaris nemen Peter en Jolanda –naast uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen- een zogenoemd periodiek verrekenbeding op in hun huwelijkse voorwaarden. Een dergelijk beding wordt in veel huwelijkse voorwaarden “standaard” opgenomen. Het houdt simpel gezegd in dat de echtelieden ieder jaar de inkomsten en het vermogen welke overblijven na de kosten voor de huishouding en kinderen 50/50 moeten delen.

Omdat de zaken goed gaan, besluit Peter in 2002 een BV op te richten. De benodigde investering (destijds € 18.000,00) heeft Peter door zuinig te leven gespaard.

Peter en Jolanda besluiten in 2009 te scheiden. Peter meent dat zijn BV die inmiddels miljoenen waard is, vanwege de huwelijkse voorwaarden buiten schot blijft. Daar denkt Jolanda anders over. Zij maakt aanspraak op de helft van de waarde van Peter’s BV.

Argumenten van Jolanda
Jolanda meent dat Peter’s investering van € 18.000,00 verrekend had moeten worden. In de huwelijkse voorwaarden staat dat dat jaarlijks verrekend moet worden maar dat is nooit gebeurd. De wet zegt dat in dat geval het ten tijde van de scheiding aanwezige inkomen en vermogen alsnog 50/50 verrekend moet worden.

Verweer van Peter
Peter stelt dat de waarde van zijn BV niet verrekend hoeft te worden. Daar staat namelijk niets over vermeld in de huwelijkse voorwaarden. Ook stelt Peter dat zelfs als het al zo zou zijn dat de BV (lees: de aandelen) alsnog verrekend moeten worden, het dan toch niet zo kan zijn dat de relatief kleine investering (€ 18.000,00) automatisch betekent dat de volledige waarde van de BV verrekend moet worden!

De uitspraak
Helaas voor Peter geeft uiteindelijk de Hoge Raad Jolanda gelijk. De Hoge Raad stelt dat de investering in de BV verrekend had moeten worden. Dit staat nu eenmaal in de huwelijkse voorwaarden. Omdat vast staat dat de investering in de BV verrekend had moeten worden, doet het er niet toe of beoogd is dat aandelen al dan niet onder het verrekenbeding vallen. Bovendien moet de volledige waarde van de aandelen ten tijde van de scheiding verrekend worden, aldus de Hoge Raad.

Slot
Deze uitkomst had voorkomen kunnen worden indien de ondernemer beter op de hoogte zou zijn geweest van de inhoud en strekking van zijn huwelijkse voorwaarden. Een check van uw huwelijkse voorwaarden tijdens het huwelijk of advies voorafgaand aan het huwelijk omtrent huwelijkse voorwaarden kan veel ellende voorkomen.

– Menno Bos