Overig

Koop van aandelen en de geldleningsovereenkomst

807

Veel aandelentransacties worden als volgt gestructureerd. Verkoper wenst de door haar gehouden aandelen in een vennootschap te vervreemden. De koper bedingt van de verkoper een geldlening om de koopsom van de aandelen te financieren. De contractsdocumentatie kan twee overeenkomsten omvatten: de koopovereenkomst en de geldleningsovereenkomst. Ook komt het voor dat lening- en koop in één contractsdocument worden neergelegd. Mag de koper haar renteverplichtingen uit hoofde van de geldleningsovereenkomst opschorten indien zij van mening is dat verkoper haar verplichtingen uit de koopovereenkomst schendt? Deze veel voorkomende praktijkvraag was onderwerp van een arrest van de Hoge Raad (3 februari 2012, LJN BU4907). De koopovereenkomst bevatte een balansgarantie en een aanpassingsclausule op basis waarvan koper van mening was dat de koopprijs van de aandelen naar beneden diende te worden bijgesteld. In afwachting van de bijstelling schortte koper haar renteverplichtingen uit hoofde van de lening op. Verkoper sommeerde koper de termijnen te voldoen en ontbond uiteindelijk de overeenkomst. Klaarblijkelijk was de ontbindingsbevoegdheid niet uitgesloten. Het hof was van oordeel dat de verkoper in haar recht stond. De aandelen waren immers verkocht en geleverd zodat de koper hier het genot van had. Het enkele feit dat partijen het niet eens waren over een aanpassing van de koopsom ( opgenomen in de koopovereenkomst) maakte niet dat koper niet aan haar verplichtingen uit hoofde van een andere overeenkomst – de geldlening – hoefde te voldoen.

De Hoge Raad deelde deze mening niet en casseerde het arrest van het hof. Koper had gesteld dat sprake was van samenhangende overeenkomsten en dat de balansgarantie en aanpassingsclausule er toe leiden dat de koopsom naar beneden dient te worden bijgesteld waarbij verkoper schadeplichtig is. Volgens koper vormde de koopovereenkomst en de leningsovereenkomst één geheel – althans een zodanige samenhang behorende tot één transactie, de aandelentransactie. Er was voor een separate vastlegging geopteerd om de geldlening niet aan derden kenbaar te maken. De Hoge Raad was op basis van deze stellingen van oordeel dat sprake was van een zodanige samenhang dat koper gerechtigd was haar verplichtingen uit hoofde van de leningsovereenkomst op te schorten en spreekt zich dan ook – op basis van de voorgelegde casus – uit voor een samenhang. Het feit dat voor de aanpassing van de koopprijs een specifieke procedure is voorgeschreven – en de aanpassing van de koopprijs dus nog niet vaststaat – doet volgens de Hoge Raad niets af aan het opschortingsrecht. Dit komt voor risico van de koper. Wat betekent deze uitspraak voor u in de praktijk? Er zijn mogelijkheden om in contracten en onderhandelingen de risico’s van deze uitspraak zowel voor koper als voor verkoper te minimaliseren / uit te sluiten. Wees dan ook bewust van deze uitspraak en de gevolgen hiervan.