Home Blog Page 183

De scholarships van NexTech worden steeds breder gedragen

0

Het is alweer vijf maanden geleden dat in het Postillion Hotel Dordrecht de uitreiking plaatsvond van de Innovatie Award 2016.

BTF Transport uit Zwijndrecht ging met die prijs aan de haal, maar er was dezelfde avond ook voor studenten iets moois te winnen, namelijk een scholarship van NexTech. Drechtsteden Business blikte terug met winnaars en andere betrokkenen, maar besprak ook heden en toekomst.

Ter verduidelijking: dit jaar werden de scholarships van NexTech voor de tweede keer uitgereikt, bedoeld als steuntje in de rug voor talentvolle techniekstudenten. NexTecH heeft als doel om een actieve bijdrage te leveren aan de technologische en innovatieve ontwikkeling in de regio. Het stimuleren van kennisontwikkeling, het bevorderen van de instroom en het behoud van technisch hoger opgeleiden in de regio vormen enkele belangrijke speerpunten. Om dat te bereiken stelt NexTech financiële middelen beschikbaar. Niet alleen aan techno-bedrijven en hun medewerkers, maar ook aan studenten. Er waren dit jaar weer vier studiebeurzen van 2100 euro per jaar, voor de duur van vier jaar, te vergeven aan leerlingen uit 5 havo en 6 vwo die overtuigden met hun profielwerkstuk met technische inhoud. In de Duurzaamheidsfabriek schoven winnaars Liscia Beenhakker, Julia Bartels, Bart van der Hee en Edwin van der Kooij aan om samen met Paul den Otter, rector van het DevelsteinCollege, André Boer, bestuurslid NexTech en general manager van Krohne Altometer, Rob Beindorff van De Lage Waard en Bert Bult, bestuurslid NexTech, dieper in te gaan op het initiatief.

Profielwerkstukken van hoog niveau

Waar tijdens het eerste jaar van de uitreiking van de scholarships het aanbod nog beperkt was, bleek de animo dit jaar een stuk groter, vertelt Boer. “Het initiatief is in korte tijd al een stuk bekender geworden. Natuurlijk kan het altijd beter, maar iets nieuws heeft altijd tijd nodig. De eerste jaren staan vooral in het teken van opbouwen en het project onder de aandacht brengen. Daar ben ik niet ontevreden over. Er kwamen de tweede keer een kleine 25 inzendingen binnen. En nog belangrijker: het niveau van alle profielwerkstukken lag ontzettend hoog. Dat maakte het kiezen van winnaars niet makkelijk.” Boer merkt dat de scholarships van NexTech bij leerlingen, leerkrachten en directies hoger op de agenda staan dan in 2015. “Het wordt breder gedragen. Zo heb ik zelf bijvoorbeeld onlangs de mogelijkheid gehad om voor een groep van 300 middelbare scholieren te vertellen over de te winnen studiebeurzen. Na afloop van de pitch kwamen er direct veel vragen op me af. Dat is een goed teken, want dan zijn mensen geïnteresseerd.” De scholarships in het traject voorafgaande aan het maken van profielwerkstukken nog meer onder de aandacht brengen van leerlingen, kan volgens Bartels zeker geen kwaad. De eerstejaars studente tandheelkunde wist bij het kiezen van een profielwerkstukonderwerp nog niet af van de prijs. “Ik ben van mezelf al heel gedreven, maar ik denk dat het toch een extra motivatie geweest zou zijn als ik voorafgaande aan mijn onderwerpkeuze op de hoogte was van de scholarships.” Van der Kooij, Van der Hee en Beenhakker denken er net zo over. “Een zesje voor je profielwerkstuk is voldoende voor het behalen van je diploma, maar die instelling hebben wij denk ik geen van allen,” aldus Van der Kooij. “Mijn drive werd alleen maar groter. Ik zie het als een uit de hand gelopen hobby.” Beenhakker nam haar taak vanaf het begin al heel serieus. Zij won met het idee voor een prototype fiets met aangepast remsysteem voor reumapatiënten.

Monteur met een Porsche

Omdat sinds 1 september 2015 de basisbeurs voor nieuwe bachelor- en masterstudenten is komen te vervallen en vervangen door een leenstelsel, vindt Boer het ondersteunen van technische talenten belangrijker dan ooit. “Het zou immers zonde zijn wanneer zij vanwege het financiële plaatje besluiten om niet te gaan studeren. NexTech wil juist zo veel mogelijk jonge mensen interesseren voor techniek en aantrekkelijke randvoorwaarden scheppen, zodat een technische opleiding op HBO- en WO-niveau een logische vervolgstap is. Alle beetjes helpen en met de scholarships dragen we daar aan bij. Ieder mens blijft zijn hele leven leren, maar dat geldt zeker voor techneuten. De ontwikkelingen in die branche volgen elkaar immers in rap tempo op. Het begint dan allemaal met goede educatie op scholen.” Op dat gebied zijn decennialang helaas grote tekortkomingen geweest. Beindorff: “Na de Tweede Wereldoorlog is in Nederland te vaak gedacht en geroepen: ‘Vanaf nu hoeven we nooit meer met onze handen te werken’. Een grote misvatting, die heeft geleid tot het huidige gapende gat tussen vraag en aanbod van vakkundig technisch personeel. Jongeren zijn veel te lang niet geïnteresseerd geweest in techniek. Werken met je handen was ook onzichtbaar voor de jeugd. Toen ik opgroeide, waren een timmerman of een smid zichtbaar in het straatbeeld. Nu al lang niet meer. Dan word je ook niet geprikkeld om voor zo’n beroep te kiezen. Daarnaast werd technisch werk vaak gezien als vies, zwaar en slecht betaald. Maar die perceptie klopt ook niet. Ik zeg weleens gekscherend: een monteur kan straks eerder een Porsche betalen dan een advocaat. Je kan er in ieder geval een hele goede boterham mee verdienen.” Daar is Bult het mee eens. “Er is een groot tekort aan met name hoogopgeleide techneuten. De opleiding metalogie bestaat in Nederland niet eens meer. Die mensen halen we uit het buitenland, bijvoorbeeld India. Daar combineren ze het vaak met werktuigbouwkunde, wat helemaal een gouden combinatie is. Ook elektrotechnici moet je in Nederland met een zaklamp zoeken.” Den Otter: “We proberen bèta-onderwijs echt aantrekkelijker te maken voor onze leerlingen. Het begint echter met goede leerkrachten en die zijn helaas moeilijk te krijgen.” Beindorff ziet dat ook met lede ogen aan. “Wie voor het grote geld gaat, prefereert natuurlijk het bedrijfsleven. Het leraarschap is welbeschouwd niet meer dan een aardig betaalde hobby.” Den Otter vult aan: “Maar wel een mooie hobby.”

Voorlichting

Of Beenhakker haar baan later ook vooral als mooie hobby ziet, is nog koffiedik kijken. Het zou zomaar kunnen. “Ik vind techniek al langere tijd interessant. Natuurkundige puzzeltjes oplossen en helpen het leven van mensen makkelijker te maken door middel van techniek spreekt mij daar met name in aan. Ik werd pas echt enthousiast toen ik naar een voorlichtingsdag over technische studies ging. Dat trok me over de streep om die richting op te gaan. Anders studeerde ik nu waarschijnlijk radiologie.” Van der Kooij: “Ik wilde vroeger accountant worden. ‘Dat is lekker makkelijk geld verdienen’, dacht ik. Uit een beroepentest kwam echter naar voren dat iets met techniek mij veel beter zou passen. Toen ik mij daarin verdiepte, werd ik steeds enthousiaster. Nu ik met mijn profielwerkstuk een scholarship heb gewonnen, weet ik helemaal dat ik goed op weg ben. In die zin is het een fijne stimulans.” Van der Hee: “Voor mij stond al vrij vroeg vast dat ik de technische kant op zou gaan. Ik heb mij eerst verdiept in het Technasium, maar De Lage Waard vond ik een leukere school.” En daar kwamen de scholarships van NexTech ook gewoon onder de aandacht, net als op het DevelsteinCollege. Bult: “De eerste contacten op scholen waren lastig. Er was wat overredingskracht nodig om van buiten naar binnen te treden. Toen het vertrouwen er eenmaal was en de contacten versterkt, liep de samenwerking gesmeerd. We zijn welkom voor presentaties en promotiemateriaal en de kwaliteit van de technische profielwerkstukken is door de kans om een scholarship te winnen al duidelijk verhoogd, horen wij van verschillende scholen. Dat is een hoopvol signaal met het oog op de toekomst.”

Prijsuitreiking in een zaal met 300 ondernemers

Nadat de leerlingen zich hadden aangemeld en hun profielwerkstuk instuurden, was het een kwestie van afwachten. Bult: ‘We hebben beoordeeld op inhoud en daarnaast de motivaties doorgrond. Wie oog had voor circulariteit, duurzaamheid en enige betrokkenheid bij de maatschappij had net even wat meer kans om te winnen.” Het verlossende mailtje riep voor de leerlingen eerst nog wat vragen op, maar na twee keer lezen kon het toch niet anders dan dat er iets te vieren was. Bartels: “Ik las het bericht net na een moeilijk wiskunde-B tentamen. Mijn baalstemming sloeg meteen om in een juichstemming. De uitreiking tijdens de Innovatie Award vond ik naderhand ook echt een mooie toevoeging en waardering.” Beenhakker is het daarmee eens. “Heel bijzonder om de prijs te midden van 300 ondernemers te mogen ontvangen. Je zet jezelf toch op de kaart. Ik heb ook nog even gesproken met de directeur van het winnende BTF Transport. Leuk om als beginnend student zulke gesprekken te voeren.” Het leidt geen twijfel dat de studiebeurzen van NexTech ook volgend jaar weer worden uitgereikt. Boer: “Het initiatief is groeiende. Ik verwacht in het derde jaar weer meer ingezonden profielwerkstukken. Heel voorzichtig kan je dan wel spreken van een succesformule.” Den Otter: “Ik zie de scholarships ook als een mooi iets. Het gaat de goede kant op. Ik ben heel trots als leerlingen van onze school in de prijzen vallen. Hopelijk gebeurt dat in de toekomst nog veel vaker.” Beindorff: “Er worden vaak nieuwe ideeën of plannen gelanceerd, maar het gros sterft na een grootse aankondiging een stille dood. Dat voorzie ik niet voor wat betreft de scholarships. Ik geloof erin dat we dit met elkaar kunnen continueren.”

Nationale Koffiedag

0

Een mooi en nieuw initiatief van Fortune Coffee

De derde dinsdag van september is voor iedereen een begrip. Bent u echter al bekend met de vierde dinsdag van september? De week na Prinsjesdag en de Algemene Beschouwingen vieren we – als het aan Fortune Coffee ligt – voortaan Nationale Koffiedag. De eerste Nationale Koffiedag werd gevierd op dinsdag de 27e september, bij Hofstede de Paradijshoeve in Ridderkerk. En dat feestje begon al bij aankomst waar de genodigden vanuit de koffiekar van Fortune Coffee werden getrakteerd op – hoe kan het ook anders – een heerlijk kopje koffie. Tevens kregen de gasten een fortune cookie overhandigd. Na het openbreken van het bekende gelukskoekje bleken er meerdere geluksvogels in de prijzen te zijn gevallen.

Rond de koffieautomaat

Dat deze koffiedag geen gewone netwerkbijeenkomst is, werd al snel duidelijk toen de gasten uitgenodigd werden op de zolderverdieping van de schitterende authentieke boerderij. Hier stond een groot Wheel of Fortune klaar voor het spelen van een interactieve spelshow. Voorafgaand werd er echter eerst een film getoond met uitleg over het ontstaan en de betekenis van Nationale Koffiedag. De dag is volgens Fortune Coffee namelijk het uitgelezen moment om met de kennis van wat er het komende jaar te gebeuren staat, te bedenken wat er in uw bedrijf gaat veranderen of welke nieuwe verbindingen u aangaat. En die ideeën en nieuwe contacten doe je nou eenmaal op rond de koffieautomaat.

Koffie houdt de economie draaiende

Dit alles werd nog eens onderstreept door presentator Tommy Netten “Zonder koffie komen we niet op gang en zonder koffie worden die nieuwe ideeën niet bedacht en ontstaan die waardevolle relaties ook al niet. Of je nu van espresso houdt of liever een cappuccino drinkt, een doppio prefereert boven een latte of juist andersom, koffie houdt de economie draaiende. Wie regelmatig een kopje koffie met een andere ondernemer drinkt, breidt z’n netwerk uit en komt op vernieuwende ideeën. Wekelijks 3 netwerk-kopjes koffie is goed voor de (zakelijke) contacten, baanbrekende ideeën en verfrissende inzichten. Dat is niet veel als je bedenkt dat we jaarlijks 150 liter koffie wegdrinken.”

Koffiekenner van het jaar

Met zoveel koffiedrinkers in een ruimte was het tijd op zoek te gaan naar de koffiekenner van het jaar. Aangevoerd door Mariska Lamme, Anko Blokland en Jorden Kleinjan, de gezichten van Fortune Coffee regio Rijnmond, streden drie teams om de eer ‘de koffiekenner van het jaar’. Met spellen, quizvragen en een finalespel waarbij de vele smaken van Fortune Coffee geraden moesten worden, kwam uiteindelijk team groen als winnaar uit de bus. De film en de spelshow gaven naast de plannen van Prinsjesdag de aanwezige ondernemers en de bestuurders genoeg stof tot napraten, en dat kon natuurlijk onder het genot van een kopje koffie of een drankje en een hapje in de tuin van de Paradijshoeve. De gezellige warme sfeer werd nog eens versterkt door het najaarszonnetje en de vrolijke noten van zanger en gitarist Edward Val. Dit alles maakt Nationale Koffiedag een netwerkfeestje om volgend jaar weer naar uit te kijken.

Verstegen accountants en adviseurs najaarsbijeenkomst

0

‘Het is maar van welke kant je het bekijkt’

De drukbezochte, jaarlijkse najaarsbijeenkomst van Verstegen accountants en adviseurs begon meteen goed. Op het scherm in de Augustijnenkerk verscheen namelijk de RUMAG-tekst: ‘Als ik dood ben, wil ik gecremeerd worden. En dan moet iemand mijn as naar de Belastingdienst sturen met de woorden: ‘dit was de rest, nu hebben jullie alles.’

De kwinkslag vormde de opmaat naar serieuze zaken. Namens Verstegen trapte Dick Klop op donderdag 6 oktober af om de aanwezigen zo vlak na Prinsjesdag bij te praten over de kabinetsplannen voor 2017. Hij ging onder meer in op de afschaffing en afbouw van pensioen in eigen beheer, verruiming van de schenkingsvrijstelling eigen woning tot 100.000 euro, wijzigingen heffing box 3, eventuele verdere verlaging van het vennootschapsbelastingtarief en wel of geen fictief rendement over het vermogen in de BV van de directeur-grootaandeelhouder. Koning Willem-Alexander zei in zijn troonrede dat Nederland er beduidend beter voorstaat dan enkele jaren geleden en weer meedoet in de kopgroep van Europa. Klop bevestigde die woorden met cijfers. “Nederland staat vierde op de ranglijst van meest concurrerende economieën ter wereld. Dat blijkt uit The Global Competitiveness Report 2016-2017 van het World Economic Forum, een jaarlijkse graadmeter van het concurrentievermogen. Het onderzoek is uitgevoerd onder 140 landen. Zwitserland voert de ranglijst aan, gevolgd door Singapore en de Verenigde Staten.” Daarnaast werd getoond dat het herstel van onze economie doorzet met een groei van 1,7 procent en de consumptie toeneemt met 1,8 procent. Nog meer cijfertjes en interessante weetjes volgden: de staatsschuld bedraagt bijvoorbeeld 465,8 miljard euro. Per inwoner van Nederland komt dit neer op een bedrag van 28.209 euro en per Nederlandse werknemer zelfs op 56.418 euro. “Gelukkig wordt dit niet geregistreerd bij het BKR in Tiel,” merkte Klop droog op. Hij wist de aanwezigen vervolgens te boeien met een interessante uiteenzetting over de nieuwe heffingssystematiek van box 3. In een notendop: onder de huidige regeling wordt de belasting in box 3 van de inkomstenbelasting berekend aan de hand van een vast forfaitair rendement van 4%. Vanaf 2017 wordt het forfaitaire rendement gebaseerd op de gemiddelde verdeling van het box 3 vermogen over spaargeld en beleggingen, in combinatie met een in het verleden in de markt gerealiseerd rendement op beide componenten. “In Nederland hebben we gezamenlijk een box 3 vermogen van 423 miljard euro, waarvan 335 miljard op een spaarrekening staat. De gemiddelde rente op een Nederlandse spaarrekening is al gedaald naar 0,5 procent. Een oude tegeltjeswijsheid luidt daarom niet voor niets: investeer uw spaargeld in belastingen, want die stijgen altijd,” grapte Klop. Het pensioen in eigen beheer voor directeur-grootaandeelhouders vormde verderop in zijn presentatie een onderwerp dat breed gedragen de aandacht had. Het kabinet wil af van die regeling, omdat deze naar hun zeggen voor zowel veel ondernemers als de Belastingdienst in de loop der tijd steeds meer een molensteen om de nek is geworden. “Het is een dure en administratief lastige passiefpost. Het wetsvoorstel ‘uitfasering pensioen in eigen beheer’ komt er daarom echt doorheen, dat lijdt geen twijfel. Straks kunnen dga’s de regeling afkopen met een flinke belastingkorting. Daar zijn zij echter niet toe verplicht, want er komt ook een spaarvariant voor dga’s die wel aan de pensioenregeling vast willen houden.” Na de presentatie van Klop was het de beurt aan prof. mr. dr. Bernard Schols, die op luchtige en verdiepende wijze de Schijf van Vijf op het gebied van erven en schenken introduceerde. Estate planning is niet alleen voor de ‘rich and famous’. Iedereen doet er verstandig aan om goed na te denken over de overgang van vermogen naar- meestal- de volgende generatie, zo werd al snel duidelijk. Schols sprak over onder meer huwelijkse voorwaarden, schenking, testament, levensverzekeringen, pensioen en sociale zekerheid. ‘Schenken is erven zonder te sterven’, was één van zijn stokpaardjes. “Wie slim gebruikmaakt van de vrijstellingen in het schenkingsrecht, kan veel geld besparen. Toch werkt niet alles. Bewust scheiden om zo een kind twee keer in een jaar een schenking te geven kan bijvoorbeeld niet. Dat is zo vastgelegd in de wet.” Een recente ontwikkeling is dat er opnieuw een jubelton-vrijstelling van 100.000 euro komt voor het eigen huis. Die mogelijkheid was er in 2013 en 2014 ook al, maar toen maakte de leeftijd van degene die de schenking ontving niet uit. Dat is nu wel ingekaderd. De ontvanger moet straks tussen de 18 en 40 jaar oud zijn. Wellicht gebruiken sommige ouders het als een oprotpremie wanneer ze vinden dat kroost te lang thuis blijft wonen. Dan is dit een mooie uitweg,” merkte Schols monter op. “In het vak van estate planning geldt altijd: wat er bij de één bijkomt, gaat er bij de ander af. Het is dus maar van welke kant je het bekijkt.”

Duurzaamheid is dé overkoepelende ontwikkeling voor de bouw, vastgoed en alles wat daar maar mee te maken heeft

0

In dit nummer staat de ontwikkeling op het gebied van vastgoed centraal. We hebben het onder meer over opvallende trends, over de transformatie van lang leegstaande kantoorpanden in woonappartementen, maar ook over duurzaamheid. Het laatste is een telkens terugkerend onderwerp in ons blad. In dit kader spraken we Maxime Verhagen, voormalig minister en sinds juli 2013 voorzitter van Bouwend Nederland.

Maxime Verhagen: “Duurzaamheid is dé overkoepelende ontwikkeling voor de bouw, vastgoed en alles wat daar maar mee te maken heeft. Er is echt een grote verandering gaande. Vanuit het Energieakkoord gebeurt er al veel, zoals nu een campagne om miljoenen huiseigenaren en honderden corporaties veel meer huizen te laten verduurzamen. Daarbij zit de nieuwbouw in de lift en elk huis dat nu gebouwd wordt is ‘ZEN’, ofwel Zeer Energiezuinige Nieuwbouw, terwijl ook materialen, maar ook bouwmachines en –processen duurzamer worden.

Om ons heen nemen we opvallende ontwikkelingen waar. Bijvoorbeeld dat er ‘groen geluid’ komt van organisaties als VNO-NCW en De Nederlandse Bank. Wie had dat nog maar een paar jaar geleden kunnen denken? Dat is echt nieuw en het betekent veel voor een duurzame toekomst, een toekomst met een duurzaam georiënteerde economie. En dus voor de bouw, want bouwen aan een duurzame toekomst doe je voor de langere termijn. Voor tientallen jaren.

We willen dat heel Nederland warm gaat lopen voor duurzaam wonen en klimaatbestendige wijken. Dat doet nog lang niet iedereen, daarom zullen we het succesvol moeten verbinden met de wensen en verlangens van alle Nederlanders. Dus zeker ook met zorg, veiligheid en werkgelegenheid. Met de hele economie dus. We bouwen immers aan het fysieke fundament voor onze economie en samenleving. En dat moet dan ook onze scope zijn. Hoe ziet Nederland er in 2040 of 2050 uit, wat is er dan nodig? En wat is er nodig in de tussentijd? En hoe innovatief kunnen we dat oppakken?

Dat moet het perspectief zijn voor Nederland.

Kijken we over onze schouder, dan zien we dat in de afgelopen 60 jaar bijvoorbeeld heel veel gebouwd is. Met goede redenen, want voor een groeiende bevolking met een groeiende mobiliteit. Nu de vergrijzing steeds verder gaat, denken veel mensen dat we kunnen stoppen met bouwen. Het tegendeel is het geval. Want de samenleving verandert.

En dat vertaalt zich dus ook in “bouwkundige aanpassingen” aan onze leef- en werkomgeving.

Dan zien we dat er heel veel te doen is. Ruim 7 miljoen woningen moeten nog veel energiezuiniger gemaakt worden, ook zal een flink deel van de verouderde woningvoorraad vervangen of fors gerenoveerd moeten worden. Hetzelfde geldt voor heel veel bruggen, viaducten en andere infrawerken, die aan het einde van hun latijn zijn. Hetzelfde geldt voor schoolgebouwen, zorggebouwen en bijvoorbeeld heel wat bedrijventerreinen.

Onze leef- en werkomgeving heeft dus ook altijd onderhoud en aanpassing nodig.

Daarin kunnen we echt grote stappen zetten, met behulp van slimme innovatie. Dat kan beter dan ooit, want de digitale revolutie en het belang van duurzaamheid werken door in de samenleving. Tegelijkertijd komen er grote uitdagingen aan zoals vergrijzing maar ook iets heel anders als de klimaatverandering. Daar zijn slimme, integrale antwoorden voor nodig, die vergezeld gaan met andere processen en meer samenwerking. Dat betekent heel veel.

Opdrachtgevers, overheden en technische universiteiten pakken samen met de bouw- en installatiesector thema’s op als ‘smart mobility’, ‘smart buildings’, ‘smart construction’, ‘smart energy’ en nog enkele zaken. Ze hebben die ondergebracht op de Themakaart Bouw.

Het woord ‘smart’ is een kenmerk voor al die ontwikkelingen. Want we zien dat het veel slimmer moet. Maar hoe smart ook, als ik het getal van 7 miljoen noem, beseft iedereen meteen dat dit een gigantische klus is, die we niet in enkele jaren geklaard hebben.

Energieverbruik terugdringen is maar één aspect van duurzaamheid. Onze omgeving is een ander aspect. Nederlanders horen veel over klimaatverandering en dat is iets waar we ons land op moeten voorbereiden. In het groot, wel te verstaan. We leven immers in een kwetsbare, laag-liggende delta aan de zee. Onze meest dichtbevolkte gebieden en economische centra moeten daarom beschermd zijn door goede dijken. Dat gaat iedereen aan, zeker in de Rijnmond en de Drechtsteden!

Maar het gaat niet om dijken alleen, onze omgeving moet ook ingericht zijn op hevige regenval en hogere temperaturen in de zomer. Dat vraagt om meer groen en meer blauw, ofwel meer bomen en andere begroeiing, zodat er meer schaduw is en meer capaciteit om intense regen op te vangen. Meer watergangen, singels, vijvers et cetera maken daar dus ook deel van uit. Dat is geen slecht nieuws, want hierdoor krijgen 18 miljoen Nederlanders een veilige en aantrekkelijke leefomgeving.

Daarbij is het nog eens een wereldwijde exportkans, want talloze steden liggen vaak aan rivieren en/of kust. Wat we hier bedenken, kan waarschijnlijk ook toegepast worden in India, Zuid- en Noord-Amerika en China, om maar eens groot te denken. Daarbij zal de auto steeds vaker moeten wijken voor de fiets en de voetganger. En bovendien is die auto steeds vaker elektrisch. Als we zo onze steden kunnen aanpassen, worden ze nog aantrekkelijker om in te wonen en werken.

De stad van de toekomst is geen duistere metropolis, zoals je die in science-fiction films nog wel eens ziet. Nee, het zijn park-achtige, groene woonomgevingen met een minimum aan luchtvervuiling. En zo is een natuurlijke overgang mogelijk met het groene ‘buitengebied’, zoals dat wel genoemd wordt.

Wie dacht dat Nederland af is, komt dus – gelukkig – bedrogen uit. Nederland is niet af. Na jaren van crisis worden er opeens weer vele duizenden huizen extra gebouwd. De markt is ‘booming’, zeker in de Randstad. Die blijft werken als een magneet, op heel veel mensen. En degenen die er wonen, willen er blijven. Provinciale steden hebben in hun regio die aantrekkingskracht ook.

Dus we weten dat er veel vraag zal blijven naar woningen met karakter, naar kantoren als hippe nieuwe werkplekken. En steeds meer ontwikkelt zich de vraag naar ouderenwoningen in combinatie met kleinschalige zorgcomplexen.

Maar die moeten er dan wel zijn!

Gemeenten trappen via verouderde bestemmingsplannen en exorbitante grondprijzen nog op de rem. Je ziet het in het dramatisch ingezakte aantal bouwvergunningen. Dat heeft ernstige consequenties. Als het aantal woningen niet dramatisch uitgebreid wordt, dan kunnen alleen de rijken zich straks nog een ruime woning met tuin veroorloven. Alle anderen zullen genoegen moeten nemen met een klein appartement, zoals je ook al vaak ziet in New York, Londen en Parijs.

Dat willen we niet, in Nederland.

Dus moet er gebouwd worden. Tot 2040 zal er in de Randstad een half miljoen woningen bij moeten komen. Buiten de Randstad hebben we het in totaal over een zelfde aantal, in die periode. En gemeenten gaan dat nu pas weer zien. Stel je nou voor dat provincies en gemeenten het roer omgooien en tijdig met voldoende plancapaciteit komen, binnen en soms ook buiten de grenzen van de huidige bebouwing, waar nodig. Dan moeten er nieuwe slimme leefomgevingen ontwikkeld worden. Het moet gaan om kwaliteit, waarmee we deze eeuw verder in kunnen.

Aantrekkelijke groene leefomgevingen met ruimte voor wonen, water en verbindingen van alle soorten. Met ruimte om meer water op te vangen, vanwege de klimaatverandering, maar ook voor capaciteit aan datakabels, waardoor alle woningen met bijvoorbeeld hun domotica aangesloten zijn op het Internet of Things.

Ook zullen we dan meer fietspaden zien, omdat we vaker de razendsnelle elektrische fiets gaan pakken en de auto laten staan.

En dat zijn nog maar een paar elementen. Het gaat om het samenstellen van een omgeving waarin zowel ouderen als jonge gezinnen graag wonen en blijven wonen.

Dat vraagt om een slimme, gezamenlijke aanpak van gemeenten, bouwsector en partijen als zorgaanbieders en corporaties.

We staan in dit land voor een uitdagende toekomst. En alles komt tegelijkertijd, juist in die fysieke omgeving. Dat is dus niet op te lossen met een snelle upgrade of een wetswijziging. Er is meer ambitie nodig voor een verduurzaming die hand in hand gaat met wat Nederland ook nodig heeft. Want de renovatie van 7500 basisscholen wacht niet op de bouw of aanpassing van 1,6 miljoen ouderenwoningen. En de vervanging van 4.400 bruggen wacht niet op het noodzakelijke onderhoud aan 100.000 kilometer riolering. Ook wacht de herbestemming van 2,9 miljoen vierkante meter kantooroppervlak niet op het verduurzamen van 290.000 hoogbouw-woningen. We zullen het zo slim mogelijk moeten aanpakken. Maar we geloven wel dat het kan. We geloven ook dat de duurzame oplossingen die wij hier bedenken, in deze dichtbevolkte delta, exportpotentieel hebben.

Hoe dan ook, er is ongelooflijk veel te doen, op alle fronten. Nederland is niet af, nu niet en ook in 2040 niet. We kijken dus uit naar de toekomst!”

Grote opkomst op informatief ZZP Event in Zwijndrecht

0

Zo ongeveer uit alle Drechtsteden waren ze er: ondernemers met een jong bedrijf die kwamen netwerken en informatie inwinnen op het ZZP Event. Deze bijeenkomst, die 225 bezoekers trok, was maandag 10 oktober georganiseerd door de Kamer van Koophandel, Contact Jonge Bedrijven Drechtsteden en de Drechtstedengemeenten. Twee bekende sprekers – Guido Thys en Erik Peekel – hielden een spiegel voor en gaven tips om klanten te vinden en contacten te leggen. De avond werd geopend door dagvoorzitter Angèle Magré, die enkele stellingen voorlegde aan wethouder Robert Kreukniet van Zwijndrecht, Jeroen Put (voorzitter CJBD) en Jaap Docter, directeur bij de KVK.

Unieke samenwerking

“Wanneer je samenwerkt ben je sterker”, stelt Jeroen Put, voorzitter van ondernemersplatform CJBD. “Dat is de kern van onze vereniging. In dat kader organiseerden wij met onze regionale achtergrond samen met de gemeenten in de Drechtsteden de afgelopen jaren een brede najaarsbijeenkomst voor (startende) ondernemers. Dus was het niet vreemd dat, toen de KvK ook zoiets wilde, wij de handen ineen hebben geslagen. Met als resultaat een brede informatiemarkt, goede sprekers én een netwerkevent met een fantastische opkomst. Daar zijn we als samenwerkende partijen heel tevreden mee. We hebben afgesproken snel te kijken hoe we dit event op de agenda kunnen houden.”

Veel informatie en contacten

Op de uitgebreide informatiemarkt konden de ondernemers informatie inwinnen bij vele standhouders, zoals de Drechtsteden, de Belastingdienst, Kamer van Koophandel, Rabobank, FNV of Qredits en bij ondernemersplatforms als Zelfstandigen Bouw, ZZP-er Drechtsteden en natuurlijk Contact Jonge Bedrijven Drechtsteden.

Maar het netwerken voerde de boventoon. Links en rechts werden nieuwe contacten gelegd en oude opgefrist. Vooral ook dankzij de inspirerende sessies in de zaal, waar de soms zeer puntige Guido Thys – ‘wat geef jij je klant extra!’ – en de enorm dynamische Erik Peekel – ‘hoe kom jij over en hoe wordt netwerken succesvol’ de ondernemers volop boeiden en van handige tips en trics voorzagen.

Drechtsteden in de ban van nog meer samenwerking

0

De Drechtstedengemeenten bundelen hun energie om de economische kracht van de regio verder te versterken en de aantrekkelijkheid van het gebied voor bedrijven, organisaties, investeerders en inwoners te vergroten. Daarop aansluitend luidde het thema van de jaarlijkse, gezamenlijke bijeenkomst van negen regionale ondernemersverenigingen ditmaal: ‘Drechtsteden in de ban van!’, met als ondertitel ‘de rem er af’.

Tijdens het event op 21 september zetten de leden van negen regionale ondernemersverenigingen uit de Drechtstreek het licht op groen voor het instellen van een economisch sociale raad of economic Board van statuur en doorzettingskracht. Het belangrijkste doel daarvan? De regio nadrukkelijker op de kaart zetten en de samenwerking tussen de bedrijven in het Drechtstedengebied optimaliseren. Zo’n 400 regionale ondernemers luisterden aandachtig naar de plannen voor het nieuwe initiatief tijdens de bijeenkomst in het Postillion Hotel Dordrecht. Maar voor het daarover ging kwam als eerste de Dordtse burgemeester Arno Brok, tevens voorzitter van het Drechtstedenbestuur, in die laatste hoedanigheid aan het woord over de economische effecten van de miljoenennota op de eigen regio. Het was een verhaal met twee kanten. Blij was hij bijvoorbeeld met de groeiende samenwerking in de Drechtsteden op tal van terreinen. Met name de ondernemersverenigingen uit de regio zwaaide hij lof toe. Maar Brok bleef ook realistisch en plaatste ook enkele kanttekeningen. “We zien in de troonrede dat de werkgelegenheid stijgt, maar in onze regio achterblijft. Dit vraagt van u als ondernemers dus meer inspanningen,” aldus Brok. Reden genoeg voor hem om een pleidooi te houden voor duurzame samenwerking tussen bedrijven, onderwijs en de overheid. “Want de stedelijke gebieden, dus ook de Drechtsteden, blijven de motor van onze economie.” Brok onderstreepte ook de noodzaak om met elkaar de leefbaarheid in de regio te verbeteren, te investeren in de infrastructuur en de veiligheid op het spoor te optimaliseren. Zijn uiteindelijke conclusie: “Onze regio blijft op sociaal en economisch gebied achter. En dat vergt wat van ons allemaal.”

Zijn toespraak vormde de opmaat naar de noodzaak om een economic Board in de regio in het leven te roepen. En het was Anouk van Eekelen, nieuwe wethouder in Papendrecht, met economie en de Drechtsteden in haar portefeuille, die daarover verder het woord nam. Ze hield een enthousiast pleidooi voor het in leven roepen van zo’n Board. Een idee dat ze samen met Peter Heijkoop, wethouder in Dordrecht, handen en voeten wil geven. Waarom? “Juist om kansen te benutten en onderwijs, bedrijfsleven en de politiek meer met elkaar te laten samenwerken.”

Definiëren van wat ondernemers bindt

Vervolgens was het de beurt aan vier toppers uit het regionale bedrijfsleven om hun zegje te doen middels het format van een CEO-forum. Het waren Joop Mijland van containerterminal Alblasserdam, Leen de Koning van Amega, Peter Rietberg van Van Leeuwen Buizen en Peter van der Meer, voorzitter van de Raad van Bestuur van het Albert Schweitzer ziekenhuis, die een betoog hielden. Een kwartet dat glashelder duidelijk maakte hoe belangrijk samenwerking voor het bedrijfsleven is. Maar ook innovatie en het definiëren van wat de ondernemers bindt scoorden hoog. En uiteraard werd de noodzaak van goede infrastructuur met name genoemd. Oók over het water. Andere thema’s die met name werden genoemd: meer aandacht voor het aantrekken van bedrijven in de regio, want die zijn nodig, plus een pleidooi voor HBO-onderwijs in Dordrecht. Al met al een reeks van wensen. De aanwezige ondernemers reageerden positief op de aangedragen suggesties. Eén ding werd tijdens deze bijeenkomst duidelijk: de wil om de handen waar mogelijk ineen te slaan is beslist aanwezig.

CT-AV biedt betaalbare oplossingen op het gebied van geluid, beeld en licht

0

Carlo Teunisse, eigenaar van installatie- en verhuurbedrijf CT-AV, gelooft heilig in de kracht van een goed audiovisueel plan. Enthousiast vertelt hij op het kantoor op bedrijvenpark Gadering te Hoogvliet over het full service pakket dat deze audiovisuele inrichter haar klanten biedt.

Met name het onderdeel geluid is een discipline waar voor ondernemers nog veel in kwaliteit is te winnen. “Vaak denken gebruikers dat het simpelweg ophangen van aantal luidsprekers een bevredigend resultaat zal geven, maar er komt veel meer bij kijken. Als beroepsdeformant kijk ik in een ruimte toch onmiddellijk hoe het geluidsysteem is uitgevoerd. Benieuwd welke componenten zijn gebruikt, de spreiding en het klankbeeld, maar ook waarom de installateur heeft besloten zijn plan op deze wijze uit te voeren. Helaas concludeer je al te vaak dat er helemaal niets is bedacht, maar dat er op willekeurig vrije plaatsen in de ruimte maar wat is opgehangen. En dat is jammer, vindt Teunisse. “Een degelijk en wetenschappelijk onderbouwd geluidsplan zorgt ervoor dat rekening houdend met budgetten, er vaak een beter bedieningsgemak en efficiëntere keuze in componenten en bekabeling wordt gemaakt. Tevens is mogelijk middels simulaties resultaten al kenbaar te maken, voordat een systeem fysiek wordt geïnstalleerd. In sommige gevallen kunnen zelfs met de bestaande installatie al betere prestaties worden behaald.” Dat goede geluid is volgens Teunisse erg belangrijk. “In een winkel of restaurant draait het steeds meer om beleving. De geluidsinstallatie is daarom een belangrijk instrument. Voor ondernemers van een dergelijk bedrijf is het belangrijk om te weten wat de wensen van hun doelgroep zijn. De consument staat misschien niet direct stil bij de muziek in de winkel, maar het gehoor is net als reuk en smaak een zintuig, en dit zorgt onbewust voor prikkels. En dat is toch wat ondernemers willen bereiken, dat ze hun klanten weten te prikkelen.”

Als professioneel installatiebedrijf levert CT-AV niet alleen geluidsystemen voor bedrijven, maar verzorgt ook alles wat met beeld en licht te maken heeft. Van beeldprojectoren voor vergaderzalen, kantoren tot en met complete boardrooms. “Wij leveren op dit gebied een totaalpakket, vanaf de planning tot en met de installatie. Ons sterke punt is altijd te streven naar een systeem met een gebruiksvriendelijke bediening en een hoge efficiëntie en bedrijfszekerheid.”CT-AV is een compact bedrijf met korte lijnen. “Service naar de klant toe is onze kracht. Wij willen het traject van A tot Z voor ze verzorgen, op een transparante en makkelijke manier.” De ontwikkelingen in de audiovisuele markt gaan snel, wat het voor ondernemers soms moeilijk maakt om de juiste oplossing te kiezen. CT-AV helpt daarbij.”Er zijn steeds nieuwe trends en onze klanten stellen steeds hogere eisen. Toch weten ze niet altijd waar ze voor moeten kiezen. Ze wensen een hogere standaard in beeld- of geluidskwaliteit en duurzaamheid, maar tegelijkertijd ook een beperking in aanschaf- en exploitatiekosten. Wij houden de ontwikkelingen in de markt nauwlettend in de gaten en spelen zoveel mogelijk in op hun wensen. Door onze kennis en ervaring kunnen wij uitstekend adviseren over mogelijkheden en te bewandelen trajecten.”

Ontdek ook het ‘wow-effect’ bij partycentrum Hipper & Kolfbaan

0

Iedere gast een ‘welkom thuis-gevoel’ geven: dat is niet meer dan normaal voor Bianka den Breejen en het kundige team van Hipper & Kolfbaan. Goed gastheerschap en optimale culinaire verzorging van evenementen, vergaderingen, recepties, bedrijfsfeesten en meer staan bij het partycentrum voorop.
En dat valt op in positieve zin. Zozeer zelfs dat Hipper & Kolfbaan is genomineerd voor de titel ‘Onderneming van het Jaar’ in de gemeente Gorinchem, in de categorie retail & horeca.

Trots en vreugde overheersten toen Bianka onlangs het mooie nieuws te horen kreeg. “In die week was ik precies 10 jaar officieel eigenaresse van Hipper & Kolfbaan en ook nog eens jarig. Het bleef maar feest!” De twee andere genomineerden in dezelfde categorie zijn Bronkhorst Orthopedische Schoentechniek en Brickshop Holland. De ondernemers achter die bedrijven zijn geen onbekenden voor Bianka. “André en Liesbeth de Goeij, de eigenaren van Brickshop Holland, zijn zelfs getrouwd bij Hipper & Kolfbaan. De genomineerde bedrijven zijn totaal verschillend. Wat ons bindt, is dat we allemaal goed zijn in wat we binnen ons eigen vakgebied doen. Wie er gaat winnen is echt niet te voorspellen. We hebben allemaal evenveel kans.” Een goede indruk maken op de jury van het Business Event gemeente Gorinchem kan in ieder geval helpen. “We zijn allemaal uitgenodigd om ons middels een pitch van 2 minuten te presenteren aan de jurycommissie. Ik denk dat ik de focus ga leggen op de persoonlijke aandacht die wij altijd voor onze gasten hebben en de veelzijdigheid die Hipper & Kolfbaan vanwege de vier zalen en unieke binnentuin te bieden heeft. En daarnaast gooi ik al mijn charmes in de strijd,” lacht Bianka. De jury zal zich ook intensief verdiepen in de bedrijfsvoering van alle ondernemingen. Visser & Visser Accountants-Belastingadviseurs duikt hiervoor de boeken in en brengt rapport uit. Of Hipper & Kolfbaan er met de winst vandoor gaat, wordt op 28 november duidelijk tijdens het Business Event Gorinchem in theater de Nieuwe Doelen. “Die dag is mijn vader jarig, dus als wij de prijs in ontvangst mogen nemen zou dat een heel mooi cadeau zijn.” En een kroon op al het harde werken en steeds blijven vernieuwen, want dat is wat Bianka van huis uit meekreeg. “Mijn ouders zijn in 1991 gestart op deze locatie aan de Torenstraat en hebben meteen aangepakt. Mijn vader heeft twee rechterhanden, dus door de jaren heen zijn er heel wat verbouwingen en uitbreidingen geweest.” Vandaag de dag beschikt Hipper & Kolfbaan over vier zalen, met de Parelzaal als meest recente toevoeging. “We zijn er wederom in geslaagd het ‘wow-effect’ te creëren, wat zo kenmerkend is voor alle zalen. Die hebben trouwens allemaal een eigen uitstraling en karakter, waardoor er voor ieder wat wils is. Naast een unieke event- en meetinglocatie is Hipper & Kolfbaan ook een officiële trouwlocatie. De ruim opgezette binnentuin is bij mooi weer een prachtig decor, net als éen van de vier zalen. In de Parelzaal zorgen bijvoorbeeld de twee imposante kroonluchters voor extra veel sfeer. Het terras heeft een eikenhouten vloer, fraaie loungebanken en een open haard. Als basiskleur is gekozen voor wit, in combinatie met mooie, warme goudtinten.” De Parelzaal biedt plaats aan ongeveer 250 personen, net als de Spiegelzaal en de Hipperzaal. In de Napoleonzaal kunnen gezelschappen tot ongeveer 120 personen vertoeven. Bianka benadrukt dat Hipper & Kolfbaan ook goed is in het organiseren en faciliteren van eindejaars- en nieuwjaarsborrels- en diners/buffetten. “Aan alle wensen van bedrijven en organisaties kunnen wij voldoen. ‘Nee’ komt in ons woordenboek niet voor. Alles is in overleg te regelen. December is bij uitstek de maand waarin werkgevers hun medewerkers in het zonnetje zetten. Ook een sinterklaasfeest maken wij tot een succes. Een groot voordeel van Hipper & Kolfbaan is bovendien onze centrale ligging in het land. Bedrijven met meerdere vestigingen vinden het bijvoorbeeld om die reden interessant om voor ons te kiezen. Een pré is ook dat parkeergarage Kazerneplein pal naast de deur ligt. Deze is 7 dagen per week en 24 uur per dag geopend. Iedere dag is het na 17.00 uur gratis parkeren, behalve op donderdag. Dan kunnen gasten vanaf 21.00 uur hun auto kosteloos wegzetten. En voor overdag kunnen wij desgewenst uitrijkaarten regelen. Per spoor en over water is Hipper & Kolfbaan ook heel goed te bereiken.”

Uitstraling en vriendelijkheid

Gasten zijn bij Hipper & Kolfbaan altijd verzekerd van de beste service en persoonlijke aandacht. Dat begint al bij binnenkomst. “Wij heten gasten persoonlijk welkom bij de deur. Daar begint het ontzorgen al.” Dit geldt uiteraard ook voor de zakelijke markt. “Ondernemers regelen hun zaakjes goed binnen het eigen bedrijf en wij nemen dat stokje over op het moment dat zij hier voet over de drempel zetten. Bij Hipper & Kolfbaan genieten zij gegarandeerd van de allerbeste service en faciliteiten. Dat kan in zowel een formele als informele sfeer en voor grote of kleine gezelschappen. Er zijn mogelijkheden voor elk budget.” Gastvrouw Bianka en haar vakkundige team zorgen dat het gasten aan niets ontbreekt. “Iedereen bedient hier met een glimlach en gastvrije houding. Uitstraling en vriendelijkheid doen heel veel. Dat vind ik bij sollicitatiegesprekken ook de belangrijkste criteria. Iedereen kan ik leren met een dienblad te lopen, maar het gaat in dit vak om gastvrijheid. Meestal geeft een eerste indruk al weer of iemand geschikt is om ons team te komen versterken. Mijn sollicitatiegesprekken duren daarom nooit lang.” Op de vraag of Bianka een strenge baas is, moet ze even nadenken. “Niet per definitie streng, maar ik ben wel perfectionistisch. Ik zie en hoor alles. Dat kan soms misschien een beetje vermoeiend zijn, maar levert wel tevreden gasten op. Ieder detail moet kloppen, dat mogen gasten van ons verwachten. Dat betekent dat de lat intern hoog ligt. Dat is een kracht en geen zwakte. Maar je moet wel meekunnen in het hoge tempo, initiatief nemen en plezier hebben in wat je doet. Anders wordt het niets als medewerker van Hipper & Kolfbaan. Gelukkig kan ik niet anders dan zeggen dat ik beschik over een gouden team. Stuk voor stuk snappen ze hoe je gasten optimaal in de watten legt.” Ondernemen zit Bianka in het bloed. Voordat ze Hipper & Kolfbaan overnam van haar ouders, runde ze discotheek Privilege aan de Westwagenstraat. “Daar begon ik mee op mijn 19de. Heel jong inderdaad, maar mijn familie bestaat voornamelijk uit aanpakkers. Dus in dat licht bezien was het helemaal niet zo raar. In die tijd werkte ik overdag ook nog bij het belcentrum van D-reizen. Ook heel leuk werk. Dan verkocht ik gerust een drieweekse reis naar Curaçao aan mensen die oorspronkelijk van plan waren om een busreis naar de Ardennen te boeken. Dat commerciële zat er al vroeg in.” Als eigenaresse van Hipper & Kolfbaan is het vooral een kwestie van onmogelijke uren maken, een helikopterview houden, snel schakelen en gasten altijd op de eerste plaats zetten. Daar geniet ik iedere dag van. Je bent nooit klaar, maar dat is ook helemaal niet erg. De waardering die wij van gasten krijgen maakt het dat allemaal waard. Geregeld ontvangen we na afloop van een evenement of feest een lief kaartje met complimenten. Van ‘wat een geweldige bediening liep er rond’ tot aan ‘we kwamen de hele avond niets tekort en hebben volop genoten’. Daar doe je het voor. En dat we in Gorinchem nu ook genomineerd zijn voor de titel ‘Onderneming van het Jaar’ in de categorie retail & horeca is natuurlijk helemaal geweldig. Ik vind het een enorme eer. Wanneer Hipper & Kolfbaan wint, zou dat een kroon op al het werk van zo vele jaren zijn. Maar natuurlijk betekent dat niet dat we daarna achterover kunnen leunen. Van stilzitten word ik sowieso onrustig. Er zijn altijd zaken die geoptimaliseerd kunnen worden. Of het nu gaat om akoestiek, inrichting, faciliteiten of personeel: het is allemaal al heel goed, maar we blijven altijd alert. Anderen zitten immers ook niet stil. Gelukkig weten wij onze gasten na al die jaren nog steeds te verrassen. Als kers op de taart zou het helemaal fantastisch zijn wanneer wij er op 28 november met de trofee vandoor gaan.” Die krijgt dan ongetwijfeld een mooi, prominent plekje in de zaak.

Wonen doe je niet in een huis

0

De kop van deze column klopt niet. Maar hij klopt ook wel. Natuurlijk, de meeste mensen wonen in een huis. Bewoners van woonboten, caravans en andere onderkomens zijn nog steeds ruim in de minderheid. Maar je woont niet alleen in dat huis, je woont net zo goed in de buurt, de stad en de streek waar dat huis staat. Dat blijkt alleen al uit de prijzen van huizen. Een herenhuis aan de grachtengordel in Amsterdam is, zacht uitgedrukt, tamelijk duur. Terwijl er op andere plekken in Nederland huizen staan die minstens even oud en mooi zijn en toch aanmerkelijk minder kosten. In Dordrecht bijvoorbeeld. En als u nu verwacht dat ik ga betogen dat je beter in Dordrecht dan in Amsterdam kunt wonen: dat is wel zo, maar daar gaat deze column niet over.

Je woont dus niet alleen in je huis, maar ook in de stad waar het staat. Toch spelen juist die stad, de omgeving en alle voorzieningen in woonpromotie nog vaak een te beperkte rol. Vooral bij nieuwbouwprojecten. Terwijl ook uit onderzoek blijkt dat de stad, een historische omgeving en culturele voorzieningen een belangrijke vestigingsfactor zijn. Overigens niet alleen voor nieuwe inwoners, maar ook voor bedrijven. En ook dat laatste is niet onbelangrijk. Want zijn we ons daar bewust van en zetten we dat dus ook bewust in? Niet iedereen zal zich dat realiseren, maar het Dordrechts Museum, Schouwburg Kunstmin, het historische havengebied van Dordrecht en Het Hof van Nederland kunnen allemaal helpen Dordtse Kil 3 en 4 te vullen.

Er wordt op dit moment gelukkig weer vol goede moed en enthousiasme gewerkt aan de ontwikkeling van Stadswerven. Een prachtig nieuw woongebied, omringd door water, gelegen bij prachtige voorzieningen als Villa Augustus, het Energiehuis en de bioscoop. Maar evenzeer op een steenworp afstand van de Dordtse binnenstad. Door de verbinding met een brug straks op loop- en fietsafstand. Het mooie is dat in de marketing en promotie van Stadswerven nu de nabijheid van de Dordtse binnenstad met haar historie en voorzieningen wordt meegenomen in de positionering. Zie het prachtige filmpje op stadswerven.nl, waarin ook beelden uit onze ‘Dordrecht, Bijzonder Dichtbij’-campagne een prominente rol spelen. Het mooie is dat dit mes zo aan meer kanten snijdt: het is goed voor Stadswerven, het is goed voor de binnenstad, het is goed voor Dordrecht.

‘Goed voorbeeld, doet goed volgen’ zegt een oud spreekwoord. Ik hoop van harte dat veel ontwikkelaars, bedrijven en anderen in de stad ook op een vergelijkbare manier de verbinding met de binnenstad leggen. Wij helpen daar graag bij.

Jezelf opnieuw uitvinden!

0

Het najaar is voor mij altijd een drukke periode. Er staan veel reizen naar het buitenland op het programma, waarbij beurzen in China, Amerika en Barcelona elkaar in rap tempo opvolgen. Uiteraard allemaal belangrijk, zeker omdat de concurrentie op het gebied van Internationale Congressen hard toeneemt nu de economie weer aantrekt. Zoals het hoort gun ik iedereen zijn deel van de taart, maar gun ik mijzelf toch ook echt zeker mijn eigen deel. In zo’n periode heb ik dus de kans om over de hele wereld te kunnen genieten van Gastvrijheid.

Waar in China de Gastvrijheid in rap tempo zelfs Europa voorbij streeft, heeft Amerika langzamerhand een echt probleem. Het zijn, in mijn ogen, de kernwaarden van Gastvrijheid waar het misgaat. Laat ik de drie belangrijkste toelichten:

Allereerst gaat het om de niet oprechte Gastvrijheid. Ik heb al eens betoogd op deze pagina dat Gastvrijheid uit je tenen moet komen. Je kunt het ook niet veinzen. Je bent het, of je bent het niet. Dit als toneelstuk opvoeren is heel moeilijk en komt bijna nooit over. Het “Hi, so great to have you here! Please come and follow me to your fabulous table” kan oprecht helpen aan een warm begin van je avond maar als het met veel poeha wordt uitgesproken start je irritatie dan al.

Ten tweede het serveren. Hier lijkt het wel alsof in Amerika helemaal geen vaktechnische aspecten worden bijgebracht. Het serveren, zelfs in een gerenommeerd restaurant als Hakassan, gebeurd vanaf grote plateaus, het liefst met gestapelde borden. Wel zo
efficiënt. Dit terwijl het juist charme heeft als er met maximaal drie borden gelopen wordt. Het gaat niet om snelheid als je gaat eten. Het gaat om de kwaliteit.

Ten derde gaat het helemaal mis als je (bijna) klaar bent. Zodra je hebt besloten dat je geen dessert meer wilt, of je net je koffie hebt besteld dan volgt direct de rekening. Zonder dat je erom vraagt…. Enige zin om lekker na te praten van een heerlijk diner is je direct ontnomen.

Dit zijn allemaal tekenen dat de Gastvrijheid in Amerika ook steeds meer een melkkoe is geworden. Een plek waar geld verdienen overduidelijk nummer één is. Een trend die we helaas ook in Nederland steeds vaker zien. Dit terwijl Gastvrijheid geld oplevert als je het vanuit je tenen blijft doen. Alles wat je aandacht geeft, groeit, toch? Ik maak me zorgen over de ontwikkelingen in Nederland. Want zeg nu zelf, hoeveel plekken kunnen we nu opnoemen waar Gastvrijheid nog met een hoofdletter “G” wordt bekroond? Kortom, laten we onze branche weer opnieuw gaan uitvinden. Terug naar de basis: waar Gastvrijheid met een hoofdletter “G” wordt geschreven!