Eindelijk heeft Wiebes zijn gedachte over waar het naar toe moet met het pensioen in eigen beheer gegeven en in een brief aan de Tweede Kamer gezonden.
Dividendklem: hoger commerciële waarde
Al geruime tijd loopt ongeveer 35% van DGA-Nederland tegen het probleem aan dat geen dividend kan worden uitgekeerd. De zogenaamde dividendklem. Degene die onder de 35% vallen die weten waar het over gaat. Indien u daar niet onder valt en u bent DGA…blijf er vandaan.
De dividendklem houdt in dat vanwege een hogere commerciële waarde van de pensioenvoorziening ten belope van het verschil met de fiscale waarde in ieder geval geen dividend kan worden uitgekeerd, althans zo vindt de belastingdienst. In de praktijk betekent dit dat een DGA dan totaal geen dividend kan uitkeren uit zijn BV. De DGA kiest in de meeste situaties eieren voor zijn geld. Een verloren procedure kost 72% over de commerciële waarde van de pensioenvoorziening.
Om bovenstaand probleem op te lossen, heeft Wiebes nu een brief aan de Tweede Kamer gezonden met twee mogelijke systemen van het pensioen in eigen beheer: de oudedagsbestemmingsreserve of oudedagssparen.
Oudedagsbestemmingsreserve
Op grote hoofdlijn. Hier gaat het om “slechts” een reserve. Dus nog geen juridisch afdwingbare verplichting. De BV kan doteren aan deze reserve. Deze dotatie vermindert de winst. Aan de dotatie komt ook weer een maximum. Nog niet zeker is hoeveel dit maximum gaat worden. Ik vermoed dat er met Prinsjesdag meer duidelijkheid over komt. Met het gespaarde kapitaal kan bij pensioengerechtigde leeftijd ofwel een lijfrente (inclusief lijfrentespaarrekening en lijfrentebeleggingsrecht) worden gekocht. Ook is het mogelijk vanuit de BV gelijkmatige uitkeringen te doen in een periode van in beginsel 20 jaar.
Behoorlijk nadeel zal zijn dat in deze variant er nog steeds een commercieel/fiscaal verschil zal bestaan. Voor sommigen zal dit geen beletsel zijn, echter voor circa 35% dus wel.
Oudedagssparen
In deze variant kan jaarlijks een percentage (vast of in een staffel opgenomen) van het loon opzij worden gezet binnen de vennootschap. Elk jaar kan worden gekozen óf een bedrag opzij wordt gezet en hoeveel. Inhaal in een later jaar is niet mogelijk.
Vanaf het moment van de opbouw heeft de DGA (en de partner) een juridisch afdwingbaar recht op het opgebouwde ‘potje’.
Het opgebouwde kapitaal wordt jaarlijks verhoogd met de marktrente gebaseerd op het U-rendement. Net als bij de OBR moet het uiteindelijke opgebouwde kapitaal worden gebruikt voor het aankopen van een lijfrente etc. Of voor gelijkmatige uitkeringen gedurende –in beginsel- 20 jaar.
Overlijdt de DGA tijdens de uitkeringsfase dan worden de uitkeringen voortgezet volgens hetzelfde schema als tijdens het leven van de DGA. Alleen ontvangen de partner en de kinderen van de DGA de uitkering. Heeft de DGA geen partner of kinderen? Dan gaan de uitkeringen naar de erfgenamen.
Inbreng tegen fiscale waarde mogelijk?
De bedoeling is dat er overgangsrecht komt voor het bestaande pensioen in eigen om “slechts” de fiscale waarde van de pensioenvoorziening in een OBR dan wel oudedagssparen in te brengen. Voordeel hiervan is dat de problematiek van de dividendklem wordt opgelost (niet in de situatie overigens van de OBR). Men moet wel bedenken dat de pensioenuitkering in veel situaties daarmee lager zal worden. In feite wordt een stuk pensioenuitkering omgezet in dividend.
Conclusie
Per individuele situatie zal een keuze gemaakt moeten worden wat te doen met het pensioen in eigen beheer. Welke twee vragen niet veranderen is wat wilt u nu eigenlijk te besteden hebben indien u minder gaat werken of stopt met werken en wat kunt u daar voor regelen? De mogelijkheden zijn divers.