De Drechtsteden en de maritieme sector zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Deze regio vormt na Rotterdam en Amsterdam het derde maritieme knooppunt van Nederland, met zo’n 850 bedrijven en 8000 werknemers. Burgemeester Antoin Scholten van Zwijndrecht, in het Drechtstedenbestuur verantwoordelijk voor de portefeuille economie en Gido ten Dolle, directeur ruimtelijk-economische strategie & arbeidsmarktbeleid Dordrecht, over samenwerking, opleiding, versterking en kansen en mogelijkheden binnen de branche.
De samenwerking tussen de Drechtsteden op maritiem gebied omschrijft Scholten als ‘steeds intensiever’. “Dat komt mede doordat het Ministerie van Economische Zaken dat promoot. Zij hebben in Nederland topsectoren aangewezen, die de economie het beste kunnen versterken en stimuleren. De maritieme sector is zo’n topsector die van grote waarde is voor de Nederlandse economie. Niet elk bedrijf heeft last van de economische crisis. De provincie inventariseert op verzoek van het Ministerie welke dingen ontbreken of voor verbetering vatbaar zijn binnen de maritieme branche in Zuid-Holland. Wanneer dit wordt onderkend, kan men er actie op ondernemen. Dat zie je in de Drechtsteden al veelvuldig gebeuren. Men zoekt elkaar ook op. Die samenwerking leidt tot versterking.” Binnen de innovatieve branche dragen initiatieven als Proeftuin Maritieme Innovatie en een Maritieme Campus daar aan bij. Ten Dolle: “De Proeftuin Maritieme Innovatie heeft als doelstelling de economische positie van bedrijven die werkzaam zijn binnen het maritieme cluster te versterken middels innovatieve projecten. Zij zijn al aardig op weg. Bovendien brengen zij het bedrijfsleven en het onderwijs dichter bij elkaar. Dat is hard nodig ook, want het nijpende tekort aan bekwaam, technisch personeel moet snel worden teruggedrongen. Dat is ook waar de Maritieme Campus op inzet. Het is geen fysieke campus, maar een netwerk van alle scholen en opleidingsbedrijven uit de regio Drechtsteden, Rijnmond en Gorinchem. In dit netwerk komen innovatievragen, technologische ontwikkelingen, opleidingen, jongeren en beroepen bij elkaar. Zie het als een knooppunt, waar scholen en bedrijven middels een ICT-netwerk met elkaar in verbinding staan en waar innovaties aan opleidingseisen worden gekoppeld.” Volgens Ten Dolle zijn er twee belangrijke verbeterpunten te benoemen als het gaat om hoe het onderwijs en het bedrijfsleven op elkaar aansluiten. “Enerzijds innoveert de sector erg hard, dus het opleidingsniveau gaat snel omhoog. Met als gevolg dat wanneer leerlingen van school komen, hun opgedane kennis niet altijd meer overeenkomt met hoe het er inmiddels in de praktijk aan toegaat.” Het tweede aandachtspunt is dat het vakgebied onder jongeren niet als erg aantrekkelijk te boek staat. “Werken met water, dijken bouwen en schepen ontwikkelen zijn geen zaken die jongeren over het algemeen lijken te enthousiasmeren. Terwijl het een prachtig vakgebied is met voldoende baangarantie, waarin bovendien een goede boterham te verdienen valt. De perceptie is alleen totaal anders. We werken er met elkaar hard aan om dat imago te verbeteren.”
Een ander initiatief is University College, wat de gemeente Dordrecht initieert en faciliteert. “Dit richt zich op academisch niveau. Je ziet nu dat vanuit bestaande academische opleidingen, zoals op de TU Delft, er onvoldoende uitstroom is om te voldoen aan de roep vanuit de markt om hoogopgeleid personeel in het watervak. Daarom willen we vanuit onze regio een verbindende, brede bacheloropleiding op poten zetten, met als thema ‘water’. Hierbij wordt eveneens het bedrijfsleven betrokken, om tot een evenwichtig leeraanbod te komen, dat aansluit op de praktijk. Studenten die deze brede basisopleiding hebben doorlopen, kunnen beter doorstromen naar een vervolgopleiding bij de bestaande universiteiten en uiteindelijk naar het werkveld. Het is de ambitie om in de historische binnenstad van Dordrecht een University College neer te zetten dat plaats biedt aan 600 tot 700 studenten.” Een andere vorm van innovatie is Ecoshape, een onderzoeksinstelling die in 2008 van start ging, op initiatief van de baggerbedrijven Koninklijke Boskalis Westminster en Van Oord Dredging and Marine Contractors, en bestaat naast de twee baggerbedrijven uit een brede vertegenwoordiging van de Nederlandse waterbouwsector. “Ecoshape verenigt 20 partijen, die met elkaar onderzoeken hoe ingrepen in de natuur in harmonie en samenhang kunnen plaatsvinden. Zij doen veel vanuit het onderzoeksterrein en willen ook de kennis ontsluiten voor onderwijs en gemeenten, zodat iedereen ervan kan leren en profiteren. Wederom een voorbeeld van een geslaagde krachtenbundeling.”
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen is een begrip dat ook is doorgedrongen tot de maritieme branche. Scholten: “Het project ‘De Schone Motor’ heeft als doel de bestaande binnenvaartvloot beter te laten presteren wat betreft de CO2-uitstoot, stikstofoxiden en roet. Daarin zijn sowieso grote sprongen gemaakt. Het Zwijndrechtse Deen Shipping heeft veel energie gestoken in de ontwikkeling en realisatie van de groene binnenvaarttanker Argonon, het eerste binnenvaartschip ter wereld dat op LNG (80%) en diesel (20%) vaart. Naast een lagere uitstoot van CO2 en bijna volledige eliminatie van fijnstof, levert het ook een enorme kostenbesparing op. Aardgas is immers een stuk voordeliger dan gasolie. En bovendien net zo veilig. Steeds meer ondernemingen volgen het voorbeeld van Deen Shipping. Dat is een hele positieve ontwikkeling.” Bovendien roemt Scholten de innovatiedrang van bedrijven in deze regio. “Sjef van Dooremalen, voormalig directeur van IHC, vertelde mij eens een mooie anekdote toen ik hem vroeg of hij zich geen zorgen maakte over het namaken van zijn schepen in landen als China. Hij zei: ‘Op het moment dat ze daar een schip helemaal uit elkaar hebben gehaald en in staat zijn om het na te maken, hebben wij alweer een veel nieuwer schip ontwikkeld.’ Dat is de kracht van Nederland en dat vindt ook voor een groot deel plaats in de Drechtsteden. Dat is iets om te koesteren.”