Overig

Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (Wet BeZaVa)

501

Sinds 1 januari 2014 is de Wet BeZaVa van kracht. Werkgevers krijgen hierdoor te maken met nieuwe individuele/gedifferentieerde werkgeverspremies voor de Ziektewet (ZW) en WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen). Dit kan belangrijke financiële consequenties hebben voor bedrijven die te maken hebben met werknemers die ziek uit dienst treden.

Werkgevers betalen een gedifferentieerde WGA-premie, afhankelijk van de grootte van het bedrijf. Deze premie heeft betrekking op (ex-)werknemers die de WGA instromen en op de eerste ziektedag een vast dienstverband hadden, ook wel de ‘WGA-vast premie’ genoemd. Sinds 1 januari 2014 worden werkgevers ook geconfronteerd met de ‘WGA-flex premie’. Deze gedifferentieerde premie geldt onder meer voor werknemers zonder vast contract, die destijds vanuit dat niet-vaste contract ziek uit dienst zijn gegaan en zijn doorgestroomd naar de WGA. Voorheen werden deze lasten gefinancierd vanuit een sectorpremie, maar nu worden deze lasten ook (deels) individueel bepaald. Voor de bepaling van deze premie wordt gekeken naar werknemers die vanaf 1 januari 2010 bij de werkgever ziek uit dienst zijn gegaan en na 104 weken ziekte uiteindelijk de WGA zijn ingestroomd.

Ook ten aanzien van de ZW is het nodige veranderd. Voor deze uitkering komen zieke werknemers zonder werkgever in aanmerking, bijvoorbeeld werknemers met een tijdelijk dienstverband die ziek uit dienst zijn gegaan (of binnen vier weken na uitdiensttreding ziek zijn geworden). Het kan ook gaan om werknemers met een contract voor onbepaalde tijd die ziek uit dienst zijn gegaan (of binnen vier weken na datum uitdiensttreding ziek zijn geworden). Ook hier wordt voor werkgevers nu, in plaats van een sectorpremie, een gedifferentieerde premie bepaald. Voor de bepaling van deze premie wordt gekeken naar werknemers die vanaf 1 januari 2012 bij de werkgever ziek uit dienst zijn gegaan.

De hoogte van de premie is afhankelijk van de grootte van het bedrijf. Indien de loonsom van het bedrijf groter is dan € 3.700.000,– (‘100+ werkgevers’), wordt de ZW- en WGA-premie volledig gedifferentieerd. Indien sprake is van een loonsom tussen € 370.000,– en € 3.700.000,– (‘10-100 werkgevers’), wordt de ZW- en WGA-premie deels gedifferentieerd en deels sectoraal bepaald. Voor kleine werkgevers (loonsom van minder dan € 370.000,– per jaar, ‘10- werkgevers’) blijft de premie voor ZW en WGA sectoraal. Kortom: voor bedrijven met meer dan 10 werknemers kan er mogelijk sprake zijn van forse premiestijgingen.

Het is van belang om vanaf 2010 de ziektegeschiedenis van ex-werknemers na te gaan en de overzichten van het UWV te controleren. Indien de informatie van het UWV niet correct is, kan eventueel bezwaar worden gemaakt. Daarnaast kan worden overwogen om de arbeidsovereenkomst van een werknemer die ziek uit dienst dreigt te gaan, maar binnen afzienbare tijd weer zou kunnen herstellen, toch voor een korte periode te verlengen, om zo een verhoging van premies te voorkomen. Ook kan worden afgesproken dat werknemers, bij ziekte bij einde dienstverband of binnen vier weken na einde dienstverband, verplicht zijn dit te melden en moeten meewerken aan begeleidingsmaatregelen. Bij het sluiten van een beëindigingsovereenkomst zou bovendien kunnen worden afgesproken dat een eventuele beëindigingsvergoeding, afhankelijk is van het niet ziek zijn en/of worden binnen vier weken na datum einde dienstverband. Tot slot zou men kunnen onderzoeken of het aantrekkelijk is om eigenrisicodrager te worden voor de ZW.