Het woord ‘stilzitten’ ontbreekt in het woordenboek van de medewerkers van ZHD Stevedoring. De organisatie kan getypeerd worden als dynamisch, hecht, hardwerkend en altijd in ontwikkeling. Mede dankzij gerichte investeringen groeit ZHD nog ieder jaar. Een gegeven waar veel bedrijven jaloers op zullen zijn. Wick Bornet, directeur-grootaandeelhouder van ZHD, vertelt samen met zijn zoon Alain over ambities en ontwikkelingen, plannen voor uitbreiding van het bedrijfsperceel in Dordrecht en de komst van Havenbedrijf Rotterdam (HbR) in het Zeehavengebied.
ZHD Stevedoring is een zelfstandig, particulier stuwadoorsbedrijf. Het familiebedrijf bestaat 45 jaar en heeft eigen terminals in Dordrecht en Moerdijk. Daarnaast is het met zelfvarende kranen ook actief in Rotterdam. Het dienstenpakket is uitgebreid. ZHD is specialist in de overslag van droge bulk, stukgoed, staalproducten, opslag en terreingerelateerde projecten. Ook overslag van containers is een kernactiviteit. “Dat gebeurt op onze terminals, maar met behulp van ons mobiele kranenpark kunnen stuwadoorsdiensten ook op het terrein van een klant worden verricht,” legt Bornet uit. ZHD heeft zich de afgelopen jaren op vele fronten ontwikkeld. Er werd onder meer geïnvesteerd in kades, kranen en loodsen. Het laatste wapenfeit is de zelfvarende drijfkraan Ahoy 50, die in september in gebruik werd genomen. “Het geheel is in eigen regie ontwikkeld en opgebouwd. Gezien het hefvermogen (50 ton), kunnen we er ook echt groot werk mee aan. In deze regio is er nog nooit een grotere kraan voor bulkoverslag ingezet.” Alain: “Waar de Ahoy 50 ook bijzonder in is, is het zelfvarende vermogen. De eigen voortstuwing is vrij uniek.” Het project stond in 2012 hoog op de agenda binnen ZHD. Bornet typeert het als een karwei van het hele bedrijf. “Uiteraard van de technische dienst, maar als mensen van andere afdelingen tijd over hadden staken ze ook de handen uit de mouwen bij de op- en afbouw. En de dames van kantoor bemoeiden zich met de inrichting, want daar hadden zij natuurlijk het beste oog voor. Het heeft het ‘wij-gevoel’ enorm laten toenemen.”
Weer dubbel meetellen
ZHD heeft de ambitie om de weg naar boven te blijven bewandelen. De terminal in Dordrecht werd in de loop der jaren stapsgewijs uitgebreid en meet inmiddels twintig hectare. “Voor meer efficiency en groeimogelijkheden zijn er plannen om het bedrijfsperceel met tien hectare uit te breiden. Hiertoe wensen wij een gedeelte van het havenbekken te dempen.” De gesprekken met de gemeente Dordrecht en havenbeheerder Havenbedrijf Rotterdam zijn hierover gaande. “Het is een feit dat wij ver landinwaarts zijn gelegen, maar met een terminal van 30 hectare met 9,5 meter diepgang tel je weer dubbel mee. Als wij dit plan weten te realiseren, krijg je een terrein met aan de ene kant een zeekade van 600 meter en aan de andere kant van 750 meter. Dat betekent dat je dan een aantal grote schepen gelijktijdig aan de kade kunt afmeren. Bovendien biedt het de mogelijkheid om de goederen met kranen eenvoudig en direct naar de plek van opslag te brengen. Het vergroot de efficiency en zorgt voor een instant moderniseringsslag. De terreinindeling kan bovendien per productgroep worden georganiseerd.” Bornet benadrukt ook dat het alternatief, ergens anders een compleet nieuwe terminal beginnen, veel nadelen kent. “Dan moet je in vrijwel alles dubbel investeren en mis je de synergie-effecten. Voor ons uitbreidingsplan geldt bijvoorbeeld dat volstaan zou kunnen worden met het bestaande kranenpark. Ik ben optimistisch gesteld over de haalbaarheid. 2013 zal het jaar van de waarheid worden. Wij hopen dat dit jaar de knoop wordt doorgehakt.”
Pril huwelijk
In juli 2011 nam Havenbedrijf Rotterdam het nautisch beheer van de Dordtse zeehaven over van de gemeente Dordrecht. In december 2012 werd de tweede fase van de samenwerkingsovereenkomst getekend en is alles definitief in kannen en kruiken. Hoe kijkt Bornet hier tegenaan? “Havenbedrijf Rotterdam is een professionele, grote organisatie, met veel knowhow. Het is een totaal andere orde van grootte. In Dordrecht zijn wij bezig met ons plan om een gedeelte van de Wilhelminahaven te dempen, in Rotterdam leggen ze de Tweede Maasvlakte aan. Daarmee vergeleken vallen die extra tien hectare van ons natuurlijk in het niet. Toch merk ik dat wij sinds de exploitatie door HbR serieuzer genomen worden. Wij horen er in één klap bij. Dat merk ik aan alles. Om een voorbeeld te noemen: HbR heeft onder andere in het Dordtse informatiebijeenkomsten georganiseerd, waarbij het bedrijfsleven in de gelegenheid is gesteld om haar visie en mogelijkheden naar voren te brengen. In dit verband hebben wij onze uitbreidingsplannen nader kunnen presenteren. Zodoende is dit plan inmiddels concreter dan ooit geworden. Verder zijn wij al langere tijd lid van het Rotterdam Port Promotion Council, een promotor van het Rotterdamse havenbedrijfsleven.
Op de internationale transportbeurzen, waaronder ook die van München, staan we dan als één van de partners in de stand van Rotterdam. De regionale samenwerking wordt zodoende breed uitgedragen. Ik ben hoopvol gestemd dat de komst van HbR het begin is van een langdurige, fijne samenwerking. Een keerzijde ben ik nog niet tegengekomen. Het is nog een pril huwelijk, maar de voortekenen zijn gunstig.”