Home Blog Page 224

Cleve & Zonen heeft bewezen om ook in turbulente tijden door te kunnen groeien

0

Bij het 81 jaar bestaande Cleve & Zonen is Frank M. Niebling al ruim 20 jaar General Manager. Voor hij bij Cleve & Zonen aan de slag ging, heeft Niebling gewerkt bij Van Ommeren (het huidige VOPAK). Meer Specifiek voor het Groupage bedrijf VOTAINER.Voor deze organisatie was hij onder meer werkzaam in Rotterdam, Los Angeles, Antwerpen en Milaan.

In de laatste stad heeft hij een nieuwe vestiging opgezet. Toen hij terugkwam naar Rotterdam, maakte Niebling al snel de overstap naar Cleve & Zonen. “Toen ik bij Cleve & Zonen begon waren er zo’n 40 medewerkers. Inmiddels zijn dit er 150 verdeeld over de diverse bedrijven,waaronder een vestiging in Antwerpen. We bedienen wereldwijd ruim 100 bestemmingen. We zijn als logistiek dienstverlener gespecialiseerd in Groupage zeevracht.. Maar we bieden ook andere diensten aan, zoals importnominatie, douanezaken, verzekeringen, opslag en distributie. Cleve & Zonen is een echt familiebedrijf. Naast DGA. G.B. van Pelt hebben we een sterk en ervaren management team .We hebben korte lijnen en kunnen snel beslissingen nemen. Zelf heb ik onder meer sterke bemoeienis met personeelszaken. Het is belangrijk dat iedereen binnen de organisatie op de juiste plek zit. Als manager zit ik er best wel kort op. Gemotiveerde medewerkers en een laag ziekteverzuim is immers van groot belang voor een organisatie. Dat geldt ook voor de onze. En gelukkig hebben we hier een heel laag ziekteverzuim, weinig verloop en een actieve personeelsvereniging. Die organiseren bijvoorbeeld uitstapjes,bijeenkomsten en workshops  en dat versterkt de onderlinge band en saamhorigheid.

Werken en leren

We hebben veel jongeren in dienst. Er moet hier altijd een stroom aan documenten worden verwerkt. Jongeren zijn bij uitstek bijzonder handig met de automatisering. We hebben veel en een goed contact met het STC. (Scheepvaart en Transport College)  Er komen hier 17-18 jarigen van school 4 dagen per week werken en dan gaan ze ook nog een dag naar school. Vanaf het begin krijgt zo’n BBL medewerker een begeleider mee. Die bekommert zich om de leerling medewerker en ziet er op toe dat deze zich aan de opdracht houdt en hem begeleidt. We nemen deze jongeren aan op basis van een contract voor bepaalde tijd. Ze leren op deze manier erg veel in de praktijk. Het is niet zo dat ze automatisch een baan bij ons aangeboden krijgen zodra de leerling stopt op school. We hebben daarnaast  goede banden met de Hogeschool van Rotterdam. Zij hebben internationale HBO studenten. Ook zij kunnen bij ons ervaring opdoen tijdens hun 2e jaars stage. Het vast middenkader is direct verantwoordelijk voor de begeleiding van deze jonge mensen. Maar, en dat is best wel uniek, we werken hier ook  met een groep van gepensioneerden die de jongeren begeleiden en een controle functie hebben. Hier zitten ook de vormalig directeuren van grote expeditie bedrijven in die een schat aan ervaring meebrengen.Hun controle richt zich met name op het financiele aspect van het dossier.Dit geeft een veilig gevoel als de financiele rapportages gedaan worden. We werken in een conjunctuurgevoelige branche. Gaat het minder in de economie, dan hebben we vaak minder lading per opdrachtgever, zodra het beter gaat zien we weer vaker volle containers. Maar ook de koers van de dollar is voor ons enorm belangrijk.Veel Zeevrachten worden immers nog in dollars afgerekend. Verder hebben we te maken met steeds veranderende wetgeving. Niet alleen in Nederland of Europa, maar over de hele wereld. Zo zijn de regels voor aanmelden en controle na nine eleven voor het verschepen naar de VS sterk aangescherpt.Iedere zending dient vooraf aan vertrek via geautomatiseerde systemen aangemeld te worden bij de Amerikaanse Overheid.  Na de VS, volgde Canada, Japan, China en ook Mexico. Hierop moet je anticiperen. Daarom hebben we ook een zogenaamde filing desk opgezet bij Cleve & Zonen. Dit betekent o.a. dat de klant vooraf op moet geven wie de daadwerkelijke ontvanger van de container of de inhoud ervan is. Wat er in zit, zonodig en gevraagd  moet een kopie van het paspoort bij, wie is de vervoerder etc. Voldoe je niet aan een van deze aan ons opgelegde regels, dan kun je wel vergeten zaken te doen met genoemde landen en zijn boetes, en mogelijk uitsluiting, het gevolg. Op deze afdeling werken inmiddels 3 M/V. En er komt alleen nog maar meer regelgeving bij. Per 1 juli 2016 ben je bijvoorbeeld verplicht om exact het gecertificeerd gewicht van een container aan de rederij door te geven. Dit is dan weer een wereldwijde maatregel. In overleg met onze partners in de keten en met onze brachvertegewoordiger de FENEX zijn we al weer volop bezig om hierop in te spelen.

Groeimogelijkheden

We zien nog steeds genoeg kansen in de markt. Er zijn nog voldoende mogelijkheden om verder te groeien. West-Afrika is bijvoorbeeld een regio waar wij volop kansen zien. We hebben een prima sales groep die actief is op diverse fronten voor onze organisatie.Daarnaast,er gaat nog veel (Groupage) lading buiten ons om ! Er zijn sterke gebieden en iets minder sterke. Wij bewerken beide om zodoende onze markpositie verder te verstevigen. Over de gehele linie is Cleve & Zonen een winstgevend bedrijf en daar zijn we trots op. Zeker met de komst van Maasvlakte2, wat een fantastisch project is, heeft Rotterdam wereldwijd een goede naam opgebouwd. Een minpunt is echter de ontsluiting. Als er ook maar ergens een auto met een lekke band staat loopt het verkeer in de regio volledig vast. Hierdoor verknoeien we als Nederland transportland veel tijd. En dat kost geld!”

Bij Rotterdam World Gateway-terminal is automatisering het meest doorgevoerd

0

Kort na de officiële opening van Rotterdam World Gateway-terminal, door burgemeester Ahmed Aboutaleb, spraken wij met Ronald Lugthart over de meest moderne havenoverslagterminal van de wereld. Tijdens de openingshandeling zij burgemeester Aboutaleb over de nieuwste aanwinst in de Rotterdamse haven: “Als we als wereldhaven een wereldspeler willen blijven, hebben we excellente bedrijven nodig die klaar zijn voor de toekomst. RWG is zo’n bedrijf.” “En zo is het ook,” aldus de 48-jarige Ronald Lugthart, managing director van de RWG-terminal.

Lugthart vervolgt: “We zijn met deze terminal nu al de meest moderne containerterminal van de wereld en in onze visie is RWG in 2030 voor wereldwijd opererende rederijen hét complex voor containerlogistiek. De containerterminal van RWG is toonaangevend in termen van veiligheid en duurzaamheid en staat bekend om zijn efficiënte en betrouwbare doorvoer van containers. Rotterdam is in 2030 het belangrijkste zeehaven- en industriecomplex van Europa, een sterke combinatie van een ‘global hub’ en een Europees industrieel cluster. In ons missiestatement staat: RWG onderhoudt voor zijn klanten een veilige, betrouwbare, duurzame en concurrerende containerterminal in de belangrijkste doorvoerhaven van Europa. Daarbij is RWG niet alleen een betrouwbare partner, waarbij afspraak ook daadwerkelijk afspraak is, maar we zijn ook flexibel en duurzaamheid staat hoog in het vaandel. Het exploitatiebeleid voldoet aan de strenge eisen van het Havenbedrijf Rotterdam en RWG beperkt zijn visie niet alleen tot het economische aspect. Investeringen van vandaag mogen immers nooit ten koste gaan van de leefkwaliteit van morgen. Daarnaast anticipeert RWG voortdurend op veranderende markten en wensen van betrokken partijen.”

RWG is meer IT-bedrijf dat containers overslaat

Volgens de boeiend sprekende Ronald Lugthart is RWG geen traditioneel havenoverslagbedrijf, maar meer ‘een IT-bedrijf dat containers overslaat’. “Je ziet, als je ons gebouw binnenkomt, ook niet direct dat wij een havenoverslagbedrijf zijn. Het kan elk willekeurig kantoor zijn. Er zitten hier maar liefst 90 IT-specialisten. Dat is de helft van ons totale personeelsbestand. Daarbij is maar liefst 45 man academisch geschoold. – Bijna al het werk hier is geautomatiseerd. De software waar RWG op draait is 3.0. Dit betekent dat de bedrijfsprocessen op de terminal volledig geautomatiseerd kunnen verlopen. En hoewel de kranen van onze overbuurman APMT2 (Maersk) ook volledig automatisch kunnen werken hebben wij ervoor gekozen de automatisering op de terminal nog een stapje verder door te voeren. Bij ons zijn namelijk ook de douaneprocedures en zowel het gate proces als de afhandeling  van de trucks die de containers komen afleveren en ophalen eveneens volledig geautomatiseerd. Alleen het sjorren en wisselen van de stekkers van de koelcontainers is nog handwerk. Dit werk wordt uitbesteed aan gespecialiseerde bedrijven met een haven CAO. Bij RWG is de robotisering het verst gevorderd, maar Rotterdam ligt wat automatisering betreft in de containeroverslag sowieso al een straatlengte voor op de concurrentie. Vier van de vijf containerterminals met agv’s en gerobotiseerde kranen staan namelijk in Rotterdam.”

Opleiding

Om bij een bedrijf als RWG te kunnen werken heb je dan ook een andere opleiding nodig dan in het verleden het geval was. Volgens Lugthart dien je over minimaal havo of mbo-4 te beschikken als basis. Lugthart: “Mocht er ergens in het proces iets niet goed gaan, dan signaleren onze computers dit meteen en kunnen de systeembeheerders hierop meteen anticiperen. Dit zijn elementen vanuit je opleiding en gelinkt aan de huidige generatie studenten aan het middelbaar- en hoger beroepsonderwijs, alsmede aan universiteiten. . We zijn dan ook getransformeerd van een ‘hands-on, naar aan brains-on’ organisatie. De havenarbeider anno nu draagt bij ons geen helm en een veiligheidshesje, maar die komt met een aktekoffertje naar kantoor om voor een beeldscherm te zitten. Dit betekent overigens ook dat het personeel van RWG gemiddeld genomen heel jong is. Er werken hier veel mensen van in de twintig, dertig en veertig jaar. De haven is niet meer het traditionele bolwerk van hands-on gedreven personeel.”

Afstand

“Het is voor ons ook mooi te constateren dat de medewerkers er geen enkel probleem mee hebben dat we ‘helemaal’ op Maasvlakte2 zitten. Was voor onszelf best nog wel even een dingetje. We hebben zelfs nog overwogen om ergens in de stad een kantoor te betrekken. Maar dat bleek na onderzoek niet nodig. De meeste medewerkers rijden met veel plezier naar Maasvlakte2.”

Medewerkers belangrijk voor RWG

Voorafgaand aan de officiële openingsceremonie had Lugthart nog een speciaal moment ingelast om zijn personeel te bedanken. De medewerkers hadden op de tribune een ereplaats gekregen. Ze zaten namelijk op de hogere rijen. Op verzoek van Lugthart gingen alle circa 700 genodigden, waaronder  aandeelhouders, stakeholders en klanten van RWG,  staan, om zich vervolgens om te draaien en te applaudisseren voor de medewerkers om hen zo te bedanken voor hun enorme inzet. Onze medewerkers zijn bijzonder betrokken bij de organisatie, dat waarderen wij uiteraard enorm. Uiteindelijk zijn zij het die de afgelopen jaren de stap hebben genomen om deze terminal te realiseren. Het applaus voor hen tijdens de opening was dan ook meer dan terecht. We zijn er ook trots op dat we een heel laag ziekteverzuim en ook een gering verloop hebben bij RWG.”

Exploitatie Maasvlakte2

Om Maasvlakte2 goed te kunnen exploiteren wilde het Havenbedrijf zoveel mogelijk rederijen aan Rotterdam binden. Schepen van Maersk meren af aan de terminals van APMT. Terwijl MSC een vaste plek heeft op de ECT-Deltaterminal. De Euromax Terminal is de home-terminal van de CKYH-alliantie. Lugthart: “Wij vormen met RWG een consortium van het Franse CMA CGM, APL uit Singapore, het Japanse MOL en het Koreaanse Hyundai Merchant Marine en samen met terminal operator Dubai Ports World (DP World). Het zijn de rederijen die het initiatief voor RWG hebben genomen. Zij moesten er op verzoek van het Havenbedrijf een operator bij zoeken. Deze ‘liners’ hadden toen al door dat de ontwikkeling van de grote containerschepen alleen maar door zou gaan. Ze waren, met de bouw van die schepen, hun tijd dus eigenlijk ver vooruit.”

Capaciteit

“Een terminal waar schepen met een capaciteit van 18.000 TEU tot 20.000 TEU aanleggen kan absoluut niet zonder een ver doorgevoerde automatisering. De landzijdige afhandeling op de terminal is van eminent belang. Hoe verder geautomatiseerd,des te  gestructureerder de processen verlopen. Kort gezegd gaat het erom hoe snel de container van het schip af kan en via de diverse modaliteiten de terminal kan verlaten. We zijn eind vorig jaar gestart met een testfase, waarbij we één schip per maand bediende. Dit voorjaar zijn we gestart met de commerciële operatie. Volgens planning moet de terminal eind volgend jaar volledig operationeel zijn. De doelstelling is om dan 2,35 miljoen TEU te kunnen behandelen. Of dit zal worden gerealiseerd is onder meer afhankelijk van de economische ontwikkeling en het ladingaanbod. Maar de terminal draait en volgend jaar gaat het gas er op.” Lugthart besluit met: “De innovatiekracht van RWG stelt ons bedrijf in staat een mondiale terminal neer te zetten: efficiënt, betrouwbaar, duurzaam en op technisch gebied de meest geavanceerde in zijn soort. Nu en in de toekomst.”

Bezoekersregistratie geopend voor People’s Business 2.0!

0

Kom ook naar hét netwerkevenement van regio Rijnmond op 13 en 14 januari 2016 en meld u nu aan voor People’s Business 2.0!

Dit jaar staat samenwerken, innoveren en elkaar versterken centraal. Dit wordt onder andere gedaan door een uitgebreid kennisprogramma, tientallen exposanten, nieuwe pleinen en een geheel nieuwe vormgeving. Ook pakt People’s Business 2.0! uit qua horeca en entertainment, beide dagen zullen feestelijk worden afgesloten.

Aanmelden is simpel

bezoek www.pbrotterdam.nl en meld u direct aan. Door voorregistratie heeft u gratis toegang tot het evenement!

Meer over People’s Business en het programma vindt u uiteraard op de website www.pbrotterdam.nl.

Aandeel vrouwen in de haven groeit

0

Banen in de havensector belandden vroeger automatisch bij witte grijze mannen. Volgens het Kenniscentrum Emancipatie Dona Daria, de gemeente Rotterdam en de STC-Group moest dat anders. Dona Daria startte met de gemeente de glossy ‘Haven Vrouwen’ en het STC begon ‘Hoge hakken in de Haven’. Of het aan deze campagnes heeft gelegen, weten de vrouwen niet. Eén ding staat wel vast: het aantal vrouwen in de haven groeit gestaag.

Precieze cijfers zijn er niet, maar dat er een stijgende lijn in het aantal vrouwen in de haven zit, is zeker. Vooral op kantoor zou de verdeling man/vrouw bijna 50/50 zijn. “Zo heb ik de laatste tijd een aantal vrouwen aangenomen voor de functie van VesselTrafficService operator; daarin ga je over de verkeersbegeleiding van schepen via een radarsysteem. Er meldden zich sowieso al veel vrouwen aan, en de vrouwen waren toevallig ook het beste,” aldus Nathalie Backx, recruiter bij het Havenbedrijf Rotterdam. Ook in het onderwijs voor de haven groeit het aantal vrouwen. Hoewel op 1 oktober 2013 163 meiden kozen voor een VMBO of MBO opleiding op het Scheepvaart Transport College, was dat in 2014 alweer 205 en dit jaar zelfs 332. Bij het HBO stegen deze cijfers in 2013 van 63 naar 93 in 2015.

Geschikte kandidaat

De gestage groei schrijven Dona Daria en het STC deels toe aan hun campagnes. “We startten in 2013 met de glossy ‘Haven Vrouwen’,” legt Carola Doğan namens Dona Daria uit. Deze glossy, die begon als een eenmalige uitgave maar nu al drie keer is verschenen, brengt vrouwen die in de haven werken, onder de aandacht. “Zo hadden we op de cover van onze eerste glossy een Turkse meid. Zij werd vervolgens door bedrijven gevraagd om daar te komen werken en werd zo een voorbeeld voor andere meiden.” Ook de STC-Group werkt veel met rolmodellen. “In het kader van ‘Hoge hakken in de haven’ nodigen wij veel meiden van het VMBO bij ons uit om te laten zien dat het oude imago van de haven dat zij hebben, niet meer klopt. Het werk in de haven is niet per se meer zwaar of iets voor mannen. Dat wordt verteld door meiden die al voor een technische opleiding hebben gekozen,” aldus Simonette Kraaij van de STC-Group. Toch speelt de crisis in de gestage groei van havenvrouwen de grootste rol, denkt Nathalie Backx. Ze was twee jaar HR adviseur bij het Havenbedrijf en trok daar een project om meer diversiteit in de haven te bevorderen. Nu is ze corporate recruiter bij hetzelfde bedrijf. “Door de crisis hebben meer meiden gekozen voor een technische opleiding, omdat daar gewoon sneller een baan in te vinden is. Ik denk dat dat harder meespeelt dan dat ze overgehaald zijn met dure campagnes omdat techniek zo leuk zou zijn. Het blijft gewoon vraag en aanbod. Er moeten zich genoeg geschikte vrouwen aanmelden. Vrouwen willen geen baan krijgen omdat ze vrouw zijn, maar omdat ze de geschikte kandidaat zijn.”

Niemand piept ernaar

Ondanks de goede signalen, is het nog geen tijd om te juichen. In het maritieme gedeelte van de haven is nog maar 10% vrouw. Dat heeft een aantal redenen. “Veel meiden weten niet wat je kunt doen in de haven. De Haven is zo’n containerbegrip, dat het niet duidelijk is dat je daar ook laborant of HR medewerker kunt zijn,” aldus Doğan. “Bovendien doen niet veel bedrijven in de haven aan part time werken, wat veel vrouwen willen.” Volgens Backx is het probleem te vinden in de opvoeding. “Het idee dat technische taken voor mannen zijn, wordt ons al heel vroeg ingepeperd. Ik stuur mijn dochter ook naar haar vader toe als haar band geplakt moet worden. Als we op de basisschool en naschoolse opvang meisjes  meer technische dingen laten doen, blijft dat beter hangen en zullen ze later sneller voor een technische opleiding kiezen.” Maar ook als meiden voor een technische opleiding kiezen en later een baan in de haven bemachtigen, zullen ze nog tegen problemen aanlopen, stelt Doğan. “Je moet je als vrouw in de haven harder bewijzen dan een man. Je moet ook een weerwoord hebben tegen seksistische opmerkingen.” Backx zette zich jaren in om deze problemen aan te pakken, maar heeft daar in haar nieuwe functie weinig tijd meer voor. “Maar niemand piept ernaar; dat zegt wel wat. Gelukkig worden de sollicitanten vanzelf steeds diverser, ook aan de maritieme en technische kant.”

Niet shinen, maar samenwerken

Toch zitten mannen te wachten op vrouwen in de haven, zegt Doğan. “Mannen vinden dat vrouwen de sfeer op de werkvloer aanzienlijk verbeteren. Zij denken namelijk minder rationaal, maar leven zich eerder in hun collega’s in. Bovendien zijn vrouwen meer bereid om elkaar te helpen; ze hoeven minder zelf op te vallen.” Alle meiden die een opleiding volgen voor een baan in de haven bij het STC, moeten op stage. Dit is de eerste keer dat ze het beroep met hun mannelijke collega’s echt ervaren. Deze ervaring is vaak positief. “Mannen moesten wel even aan vrouwen wennen, maar we zien dat dat nu komt. Mannen beginnen de toegevoegde waarde van vrouwen nu te zien,” aldus Kraaij.

Toekomstperspectief

De dames werken elke dag nog hard om het aantal vrouwen in de haven te laten groeien. Zo heeft Dona Daria net de derde editie van ‘Haven Vrouwen’ gelanceerd en staan er workshops op het STC gepland voor meiden in de haven. Ook is het netwerk ‘Port Angels’, dat een aantal jaren geleden werd opgezet als tegenhanger van het ‘Old Boys Network’ nog redelijk actief. “We hebben ervoor gekozen dit organisch te laten groeien, dus we zijn niet meer heel actief, maar we weten elkaar te vinden als het nodig is,” aldus Backx, ook Port Angel. Volgens Kraaij zal het vanzelf gaan. “Er is nog steeds een behoefte aan technische mensen en we zien dat bedrijven vrouwen ook belangrijk vinden in de haven, dus ik verwacht dat het later helemaal goed komt.”

‘Hart (net)werken aan de toekomst’

1

Ruim 70 jongeren, 150 ondernemers, ambtenaren, docenten en veel vertegenwoordigers van het bedrijfsleven kwamen afgelopen 16 oktober bijeen,  op de James Cook van de Spido Rederij, tijdens de eerste editie van VMCC XXL “Hard met het hart (net)werken aan de toekomst.” Een initiatief van Stichting Marokkanenbrug in het coachingstraject van het project VMCC Link2work.

De stichting is drie jaar geleden begonnen met het project Vrijdagmiddag Couscous Jong en ondernemend (VMCC J&O). Marco Kranenburg, de oprichter van Stichting Marokkanenbrug, bespeurde de enorme strubbelingen van jongeren om stageplekken te vinden en gelijktijdig kreeg hij regelmatig de vraag verbinding te maken tussen jongeren, scholen en ondernemers. Hij is vervolgens op pad gegaan om te onderzoeken waarom deze partijen elkaar niet konden vinden. Uit deze periode van sociaal maatschappelijk research bleek dat op verschillende momenten van contact tussen deze partijen verbetering aangebracht kon worden op het gebied van laagdrempeligheid in verbinding en bekendheid met elkaars referentiekaders. De jongeren missen een goed netwerk en de juiste tools om deze aan te boren. De scholen willen meer netwerk voor hun jongeren, om daarin stageperiodemogelijkheid waar te maken. De jongeren zijn voor de ondernemers moeilijk te bereiken om zo de haalbare stappen te maken, teneinde  zo vorm te geven aan de verantwoordelijk ondernemerschap. Zo kwam uiteindelijk de VMCC tot stand en startte met een daverend evenement om de duurzame missie ‘Samen essentieel, effectief en efficiënt verbinding’ te leggen.

Het Team VMCC streeft naar gelijkwaardigheid, verbondenheid en organische groei binnen het participatieproces van de samenleving en arbeidsmarkt. Zo komen de jongeren van het VMCC team uit een breed opleidingsscala met verschillende culturele achtergronden, die stage en/ of wel vrijwilligerswerk doen binnen de stichting Marokkanenbrug. Onder regie van Marco Kranenburg en met de vrijwillige ondersteuning van diverse experts, generalisten en sponsors die begaan met hetzelfde ideaal.

De studenten binnen het VMCC team rouleren in taken en leren, door het te doen, alle facetten van evenementen organiseren, begeleiden, coachen en coördineren. In communicatie, social skills, presentatie en motivatie zijn zij voorbeeld van de volgende lichting van leerling, gezel en meester principe. Als wij, als mens, een betere toekomst willen verwezenlijken, zullen we met zijn allen, in alle betrokkenheid en inzet de schouders er onder moeten zetten.

Drie jaar lang heeft het team laagdrempelige bijeenkomsten georganiseerd om ontmoetingen, verbindingen en netwerken tot stand te brengen op wijkniveau met daarin de vraag en het aanbod transparant en helder in kaart te brengen. Het enthousiasme in anticipatie en inzet was buiten de verwachting. De unieke aanpak en invulling van de VMCC events zijn ongekend populair geworden. Speciaal voor een Rotterdams stedelijk evenement, had het VMCC team bedacht een spectaculaire variant uit te voeren en zo werd de VMCC XXL Rotterdam ‘Hart (net)werken aan de toekomst’  geboren.

Tijdens het traject naar het event ‘Hart (net)werken aan de toekomst’ van 16 oktober 2015 werd het VMCC team aangenaam verrast door de bereidwillige steun en hulp in donatie en sponsoring van diverse bedrijven, scholen en ondernemers.

Zo hebben sociaal betrokken ondernemers als Leo Blok, directeur Spido Rederij Rotterdam de James Cook als locatie beschikbaar gesteld en verzorgde Astrid Aliredjo van Sol Y Flores het bloemwerk op de boot. Techsoup (Microsoft, Adobe en Symantec) sponsorde met geweldige programma’s die nodig zijn voor de VMCC.

Spoken Word artist YMP tekende een samenwerkingsovereenkomst met de stichting en hij zal als VMCC ambassadeur meer aandacht vragen voor het sociale netwerk van kwetsbare jongeren uit de stad.

Ruim 250 deelnemers deden mee, waarvan 40 leerlingen van het Rotterdams Vak College de Hef. De avond werd omlijst door geïnspireerde sprekers zoals  o.a. El Batoul Zembib, Chris Noordam, Derek Otte, Salim Makhloufi, Simon A. Cohen, Spoken Word artist YMP, Sidi Amine en Nejra Burzic, de winnaar van de VMCC Spoken Word Contest. Nejra won uiteindelijk podiumplek bij de afgelopen TEDx Coolsingel. Deze personen, bedrijven, stichtingen en organisaties zijn een inspiratiebron voor andere bedrijven in hun streven naar duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Na een waanzinnige editie VMCC XXL ‘Hart werken aan de toekomst’ kijkt de organisatie vol trots terug op een grandioos succesvolle avond. Rijnmond business was getuige op deze bijzondere avond. Alhoewel de focus lag op het leggen van verbindingen tussen jongeren en ondernemers, sprak het grote deel van de bezoekers over een ideale / gewenste kleurrijke samenleving in een oase van rust en saamhorigheid. Zo behoort een samenleving te zijn, een Wij samenleving.

Het VMCC bestond uit: Aicha, Chris Noordam, Jessica van Ooijen, Joey Tez, Karima Ouchan, Marco Kranenburg, Miriam Ramdani, Nora Chikar, Nourdin Hammaoui, Sarah Tatahi, Wieda Husseini en Zohra.

Van Bodegraven Elektromotoren kijkt vooruit

0

Van Bodegraven Elektromotoren staat al decennia lang bekend als een deskundige en betrouwbare leverancier van elektromotoren. Dat heeft ervoor gezorgd dat het Dordtse familiebedrijf is uitgegroeid tot een gerespecteerd bedrijf dat wereldwijd opereert.

Directeur Frank van Bodegraven is de derde generatie die in het familiebedrijf aan het roer staat. Gedegen vakmanschap en de liefde en passie voor elektromotoren zorgde ervoor dat Van Bodegraven aan vrijwel alle klantvragen snel en betrouwbaar kan voldoen als het om draai- en gelijkstroommotoren en transformatoren gaat. Wij praten hierover met verkoopleider Ed van de Peppel en bedrijfsleider Richard Renee. Van de Peppel is een aantal maanden geleden gestart bij het bedrijf als verkoopleider: “Van Bodegraven kent sinds de oprichting in 1937 een gestage groei. Kenmerkend is dat het bedrijf met de juiste visie een gezonde groei weet te realiseren. De kennismakingsgesprekken met relaties leerden mij veel over het bedrijf. Van Bodegraven’s kennis en kunde wordt zonder uitzondering geroemd. Ook onze onafhankelijke positie als dealer van een groot scala aan gerenommeerde merken is voor onze klanten belangrijk. Snel, adequaat reageren én betrouwbaar zijn in de verkoop van nieuwe en gemodificeerde elektromotoren in combinatie met een gedegen technisch advies, dat is Van Bodegraven ten voeten uit. De verhuur van motoren, generatoren en transformatoren is minder bekend, net als onze dienstverlening als het om de verkoop van losse onderdelen betreft. Ons onderscheidend vermogen is de ‘open’ samenwerking met onze relaties om klant-specifieke oplossingen te leveren. Een nieuwe relatie verwoordde het eigenlijk het beste: ‘Ik realiseerde me dat ik de goede keuze had gemaakt toen ik erachter kwam dat concurrenten – waar ik ook mijn vraag had uitgezet – Van Bodegraven raadpleegden voor de juiste oplossing.’”

Echter, de wereld verandert en dat betekent dat het tegenwoordig ook om andere klantvragen draait dan alleen het leveren en repareren van elektromotoren. Meedenken en pragmatische oplossingen bieden op de organisatie- en managementdoelen van onze klanten. Van Bodegraven’s corebusiness is daarmee nog steeds het bieden van maatwerk. Richard Renee: “Wij leveren en modificeren elektromotoren. Ons doel is om nog meer proactief in dienst van klanten te gaan opereren. Om zo de bedrijfsprocessen, uiteraard waar het elektromotoren betreft, efficiënter en effectiever te laten verlopen door te zorgen voor kortere doorlooptijden van onderhoudswerkzaamheden en minder stilstand. Ook om dit te bewerkstellingen is Ed onze gelederen komen versterken om onder meer bij onze relaties boven water te krijgen of onze gedachte en aanpak overeen komt met hun organisatiedoelstellingen.”

“Dan hebben we het over antwoord geven op klantvragen om kostenbesparingen te realiseren door efficiency te verhogen, denk bijvoorbeeld aan productieverliezen door stilstand van een bedrijfskritische machine, aangedreven door elektromotoren, tot een minimum kunnen beperken. Ontzorgende oplossingen bieden door onder andere fysieke opslag en beheer van motoren te realiseren, inclusief transport en passende verzekeringsvoorwaarden én 24/7 beschikbaarheidsgarantie.”

“Bijna zonder uitzondering wordt er enthousiast gereageerd op onze aanpak,” zo vervolgt Van de Peppel. “Organisaties zijn steeds meer bezig met duurzaamheid, besparingen en
efficiency. Het blijkt dat zij graag gebruik maken van onze kennis en ervaring met elektromotoren. Aan de hand van beschikbare informatie kun je preventief onderhoud op elektromotoren plannen op het optimale moment voor de klant en gezamenlijk bepalen hoe investeren in een nieuwe elektromotor maximaal rendeert. Onze primaire doelstelling is dat de klant optimaal gebruik kan maken van zijn elektromotoren. Wij zijn als het ware ‘sparringpartner’ van onze klant met correctief en preventief onderhoud. Klanten staan achter deze nieuwe aanpak. Zij ervaren deze proactieve benadering in de samenwerking als extra toegevoegde waarde op hun financieel resultaat.”

Richard Renee: “Preventief onderhoud is de manier om de betrouwbaarheid van de elektromotoren binnen een bedrijf te vergroten. Hierdoor wordt de kans kleiner dat de motor op het meest ongelukkige moment defect gaat. Door regelmatig onderhoud uit te voeren, wordt ook nog eens de levensduur verlengd en blijft het product of installatie stabiel, waar de elektromotor zijn diensten aan verleent. Samen met de klant stellen wij een onderhoudsplan op. Alleen al omwille van de kostenbesparing op de energierekening loont het goed naar het aantal operationele elektromotoren te kijken. Dat heeft ook alles met duurzaamheid te maken.”

Van Bodegraven heeft de zaken goed voorbereid. Richard Renee: “Onze aanpak, specifiek inspelend op de individuele klantvraag, resulteert in een voorspellend karakter op managementdoelen zoals kostenbesparing. Motoren kunnen gepland naar de werkplaats, wij zorgen voor onderhoud en mogelijk reparatie en als het moet leveren wij tijdelijk een vervangende motor met dezelfde snelheid en betrouwbaarheid die onze klanten gewend zijn in de verkoop van nieuwe en gereviseerde motoren.”

“Inspelen op de klantvraag is geen nieuw fenomeen, onze zorgeloze aanpak wel,” vervolgt Van de Peppel. “Het gaat erom dat de klant optimaal gebruik kan maken van zijn machines. Energiezuinig is de trend. Zo’n 60% van de Nederlandse energieconsumptie komt voor rekening van elektromotoren, dus als je daar enkele procenten op kunt besparen? Dat zijn geen onderhoudskosten, dat zijn onderhoudsopbrengsten!”

Scharrelvleesspecialist Willem Boon; “Het is bij ons de smaak die telt”

0

Wie op zoek is naar een heerlijk stuk kwaliteitsvlees, kan niet om Scharrelvleesspecialist Willem Boon heen. De ambachtelijke slager
is van mening dat de basis van een goed en eerlijk product begint bij de natuur. “Bij ons vind je uitsluitend puur-natuur-producten. Want bij ons is het niet de massa, maar de smaak van onze klanten die telt.”

We ontmoeten Willem Boon in de prachtige winkel in Winkelcentrum de Schoof te Hendrik-Ido-Ambacht. Het valt hier direct op dat klanten niet alleen komen voor de smaak, maar ook voor de service. Zo wordt er nog echt de tijd genomen voor de klanten bij de ambachtelijke slagerij. Willem Boon: “We vinden het belangrijk om advies te geven, onze klanten producten te laten proeven en om ze kennis te laten maken met nieuwe smaken.”

En er zijn nog meer redenen dat de Scharrelvleesspecialist kan rekenen op een grote schare fans tot ver buiten de regio. Ze komen bijvoorbeeld ook voor het gevarieerde totaalassortiment van hoog niveau. “Behalve vlees en vleeswaren bieden wij aanvullende kwaliteit specialiteiten zoals salades, specials en maaltijden. Hierbij is al het vlees afkomstig van beesten die op diervriendelijke, bewuste wijze zijn grootgebracht.” Boon geeft aan hierbij de kosten laag te kunnen houden, door het complete dier te verwerken. Daarnaast is maar liefst 85% van alle producten volledig vrij van smaakversterkers en foute E-nummers, zodat het vlees ook nog eens gezonder is. Dit alles leverde Boon in september negen bekroningen met goud – waarvan zes met ster – op bij vakwedstrijden.

SantaRun Dordrecht, editie 2015, komt eraan!

0

Op 19 december 2015 is het zover! Dan vindt de vierde editie van de SantaRun Dordrecht plaats. Al vier jaar achter elkaar organiseert Rotary Club Dordrecht de SantaRun, een funloop voor het goede doel van circa drie kilometer dwars door het prachtige historische centrum van Dordrecht.

“De SantaRun brengt al drie jaar meer dan 1.000 Kerstmannen, -vrouwen, en -kinderen op de been die samen voor het goede doel lopen,” zegt Marc ter Haar, eigenaar van financieel adviesbureau THP Financial Guidance en voorzitter van de organiserende commissie Rotary Helpt. “We zetten ook dit jaar weer in op een geweldig evenement.”

Dit jaar loopt jong voor oud, en samen rennen de deelnemers tegen eenzaamheid. Uit onderzoek blijkt dat meer dan een miljoen mensen zich sterk eenzaam voelt in Nederland, met slechts één keer in de maand een sociaal contact. Mensen vereenzamen en kunnen in een sociaal isolement geraken, met alle mogelijke gevolgen van dien.

Jong loopt voor oud, samen tegen eenzaamheid
“De SantaRun wordt – de naam verklapt het al – gehouden rond Kerst. Het is een periode waarin men van oudsher de warmte en gezelligheid van vrienden en familie opzoekt,” zegt Ter Haar. “Toch zijn er in onze samenleving mensen, waaronder veel ouderen, die eenzaam zijn en misschien niet de mogelijkheid hebben om de feestdagen met vrienden of familie door te brengen. Daar willen we lokaal wat tegen doen.”

De opbrengst dit jaar gaat naar Humanitas Drechtsteden en Stichting Rotary Helpt. Humanitas Drechtsteden is de lokale afdeling van de landelijke vereniging Humanitas die met de opbrengst het komende jaar een zestal activiteiten gaat organiseren om eenzaamheid onder ouderen in Dordrecht en omgeving tegen te gaan. Stichting Rotary Helpt steunt direct waar nodig lokale projecten in Dordrecht. Dit zijn tal van acute gevallen waar Rotary Helpt direct bij kan springen.

Ook is er een actie voor scholen en sportclubs waarmee een deel van het inschrijfgeld ten goede komt aan een school of sportclub. Bovendien is er zelfs een cheque van € 250 voor een school en sportclub in Dor-drecht. Met deze actie wil Rotary Club Dordrecht actief de lokale jeugd steunen in hun sportieve en schoolse activiteiten.

“Wij hopen dit jaar 1.500 lopers op de been te brengen onder het motto jong loopt voor oud, en samen lopen we tegen eenzaamheid – hoe mooi!” zegt Ter Haar.

Enthousiaste reacties
SantaRun Dordrecht komt dankzij de samenwerking met en steun van verschillende partners uit de omgeving Dordrecht succesvol tot stand. En de reacties zijn ook dit jaar weer bijzonder positief.

“We hebben wederom weer mooie partners uit de Dordtse omgeving aan ons weten te binden en hebben ons doel om € 15.000,- euro aan het goede doel te schenken al bereikt,” aldus Ter Haar. “Daar mogen we trots op zijn!”

De SantaRun kan dit jaar de volgende bedrijven tot haar partners rekenen: AA Lease, Vrije Tijds Centrum Dordrecht, Koninklijke Van der Wees Groep, Dolderman, Zwartbol Houtimport, BMW Dubbelsteyn, THP Financial Guidance, Sani-Dump, Schiltenschoonmaak, Nouwen Makelaardij, Van Gent autoverhuur, Postillion Hotel Dordrecht, Netflex, ABN AMRO, Zoomer Makelaardij, Wasstraat de Walvis, Seris Security, O2 Accountants, Kroonint Protective Coating B.V., Sport 2000 Dor-drecht, OZP Makelaars, Veldhuizen&Nuiten Advocaten en Nannings Catering.

Bedrijven in de Drechtsteden moeten meer techniek zaaien

0

Rondetafelgesprek techniek

De Drechtsteden zijn uniek en vormen met de maritieme maakindustrie een belangrijke economische factor in Nederland. De ‘techniekbedrijven’ zijn er van groot tot klein en hebben, zelfs wereldwijd, een goede naam opgebouwd. Tijd voor een rondetafelgesprek met het thema ‘techniek’.

Deelnemers aan het gesprek zijn Marco Kirsenstein (FME), Arie Verhoeven (VMB Besturingstechniek), Wim den Boef (Valk Welding), Jacob Klink (Reehorst Installatietechniek) en Peter de Korte (De Korte Techniek). Het rondetafelgesprek vond plaats tijdens een heerlijke lunch bij het sfeervolle Grand Café Willaerts in Papendrecht, waar wij de deelnemers een aantal vragen voorlegden.

Onderscheiden op prijs is voor de Nederlandse maakindustrie vrijwel onmogelijk. Wat is uw onderscheidende factor?

Peter de Korte vertelt dat hij zich als eenmansbedrijf wel degelijk op prijs kan onderscheiden. “Tien jaar geleden ben ik voor mijzelf begonnen nadat ik voor een aantal grote installateurs had gewerkt. Ik word nu ingehuurd voor het adviseren en calculeren bij kleine en middelgrote bouwprojecten in de installatietechniek. Dit kan ik goedkoper doen dan andere bedrijven vanwege lagere overheadkosten. Tevens huren opdrachtgevers mij in vanwege mijn flexibiliteit.” Omdat de prijzen binnen de sector waarin Jacob Klink zich begeeft nagenoeg gelijk liggen, moet Reehorst Dordrecht zich wel degelijk op andere fronten onderscheiden. “Wij zijn sowieso voor alles wat wij doen gecertificeerd. Dat is verplicht voor ons werk. Van wettelijke verplichte KIWA-erkenningen voor ontwerp, realisatie, keuring, onderhoud en sanering van boven- en ondergrondse opslaginstallaties en leidingsystemen voor (milieugevaarlijke) vloeistoffen. Daarnaast is het de kunst om snel op vragen te reageren. Een offerte bijvoorbeeld gaat bij ons binnen een paar dagen de deur uit.” De onderscheidende factor van Valk Welding ligt vooral op het innovatieve vlak. Wim den Boef geeft als voorbeeld een onlangs ontwikkelde lasercamera. Hij vervolgt: “Daarnaast proberen wij onze concurrenten voor te blijven door het leveren van kwaliteit, service en het snel aanbieden en reageren. Onze basis vormen standaardoplossingen, maar wij worden vooral gevraagd voor het klant-specifiek bouwen.” Arie Verhoeven van VMB ziet veel raakvlakken met de USP’s van de vorige twee deelnemers. “Ook wij kunnen onze klanten van A tot Z ontzorgen.” Zijn bedrijf bestaat uit vier bedrijfsonderdelen. “Door deze onderdelen te gaan samenvoegen kunnen wij beter en meer efficiënt een totaaloplossing bieden waarmee een complete fabrieksbesturing gegarandeerd is.”

3D-printen is één van de technologieën die de gang naar digitale productie mogelijk maakt. Zijn jullie al actief met 3D-printen?

Peter de Korte: “Het 3D-printen wordt nog niet veel in de installatietechniek toegepast, echter het 3D-tekenen, ofwel het modelleren, komt steeds vaker voor. Het is een efficiënte manier van werken omdat details en aansluitingen van de verschillende onderdelen – en hierdoor de overlapping in de tekening – direct zichtbaar zijn. Met als gevolg dat faalkosten nagenoeg nihil zijn. Bovendien scheelt het ook veel tijd omdat je niet meer bij elkaar hoeft te komen om je over een tekening te buigen.” Jacob Klink vertelt dat in de installatietechniek het 3D-printen nog nauwelijks voorkomt en ook het 3D-tekenen nog niet aan de orde van de dag is. “In onze branche hanteren wij de nieuwste technieken, echter zijn wij nog helemaal georiënteerd op het 2D-tekenen omdat dit voor onze doeleinden prima werkt.” Arie Verhoeven onderstreept dat het 3D-printen nog niet vaak aan de orde is zijn branche. “Voor bedradingen van A naar B is dat ook niet relevant. Wel printen wij onze eigen codeerplaten via een plasticprinter.” Wim den Boef geeft aan dat Valk Welding al jaren gebruik maakt van 3D-tekenen om zo direct simulatieprogrammas te kunnen inlezen. “Het 3D-printen volgen wij zijdelings. Wat wel in de toekomst een enorme vlucht kan gaan nemen is het Hybride Laserlassen. Dit werkt volgens dezelfde technologie als 3D-printen waarbij een laser warmte creëert. Daarnaast hebben wij ook een machine ontwikkeld waarmee je op 3D-basis volumes automatisch kunt berekenen.”

De regio staat bekend als centrum van de maritieme maakindustrie. Heeft u daar raakvlakken mee?

Marco Kirsenstein vertelt dat de maritieme maakindustrie een belangrijke tak in de regio is, maar dat er nog veel meer soorten bedrijven in de maakindustrie zijn die de regio typeren. Zo telt de regio diverse high-tech bedrijven. “Met Smart Industry tracht FME de Nederlandse industrie te versterken door maximaal gebruik te maken van de technologische ontwikkelingen, zodat bedrijven efficiënter, flexibeler, kwalitatief beter en slimmer kunnen produceren.” Hij geeft als voorbeeld het FME Vaartmakersprogramma, een innovatieprogramma waarmee bedrijven de uitdaging aangaan om hun eigen disruptie te creëren en zo nieuwe wegen naar succes te vinden, het bedrijf veerkrachtiger, efficiënter en smarter te maken. Ook VMB heeft aan dit programma deelgenomen. “Onze opdracht hierbij was om met een aantal medewerkers een onderneming te creëren die wil uitgroeien tot de grootste concurrent van ons eigen bedrijf. Hierdoor kom je tot nieuwe inzichten. Wij hebben ervan geleerd dat we ons meer moeten richten op ons vakmanschap, daarom hebben we een expertisecentrum opgericht,” aldus Arie Verhoeven. Wim den Boef is ook van mening dat expertise steeds belangrijker wordt binnen de techniek, en dat begint al bij de verkoop. “Steeds vaker gaat een verkoper samen op stap met een engineer om de specifieke klantenwensen beter te doorgronden en op die manier scheppen we een duidelijker verwachtingspatroon.”

Duurzaamheid, circulaire economie: er is geen ontkomen meer aan. Wat zijn jullie activiteiten op dit front?

Jacob Klink geeft aan dat duurzaamheid een belangrijke plaats inneemt binnen zijn bedrijf. “Dat moet ook wel, want vooral als het gaat om milieutechniek zoals bodemonderzoek en bodemsanering, tank- en installatietechniek en chemische installaties zijn wij verplicht ons te houden aan milieueisen.” Arie Verhoeven zegt dat duurzaamheid in de genen van zijn bedrijf zit. “Wij letten goed op onze afvalstromen en rijden in auto’s met een lage of geen CO2 uitstoot. Daarnaast hebben wij een paar jaar geleden een duurzaam pand in Hendrik-Ido-Ambacht gebouwd. Tevens is retro-fit een belangrijk onderdeel van onze activiteiten waarbij we met nieuwe besturing oude machines een nieuw leven inblazen.” Peter de Korte ondervindt dat het voor de opdrachtgever vooral van belang is in welke tijdsperiode hij zijn investering terugverdiend alvorens te kiezen voor een duurzaam gebouw met waterpompen en/of zonnepanelen. Marco Kirsenstein merkt op dat er nog veel te winnen valt voor bedrijven die zich richten op maatschappelijk verantwoord ondernemen. “Wij zien dat techniekbedrijven hier nog veel te bescheiden in zijn en hier niet snel mee naar buiten treden. Daarom helpen wij ondernemers om hun branding meer op duurzaamheid af te stemmen.”

In het kader van de vergrijzing van de arbeidsmarkt in de regio ontstaat er een gebrek aan vakbekwaam personeel. Houdt u zich daarmee bezig?

Jacob Klink steekt meteen van wal door te zeggen dat hij geen enkel probleem heeft om goed personeel te vinden. “Het is simpel, wij leiden onze mensen zelf op. Bij ons is attitude belangrijker dan wat iemand aan kennis meebrengt. En om tijdelijke pieken op te vangen maken wij gebruik van een flexibele schil.” Als ZZP’er en tevens voorzitter van stichting ZZP’er Drechtsteden, juicht Peter de Korte dit van harte toe. “Steeds meer bedrijven zien de toegevoegde waarde van een ZZP’er. Wij proberen steeds meer bekendheid te geven aan de voordelen van ZZP’ers door samen met andere ondernemersverenigingen bijeenkomsten te organiseren.” Arie Verhoeven geeft aan dat hij het lastig vindt om goede mensen te vinden. Vooral hoger opgeleiden zijn schaars. “Natuurlijk werken wij samen met scholen en hebben wij verschillende netwerken. Bij ons hebben ze nog minstens drie tot vijf jaar praktijkervaring nodig alvorens ze het vak goed beheersen.” Bij Valk Welding lossen ze een tekort aan personeel anders op. Wim den Boef: “Binnen ons bedrijf worden de medewerkers gestimuleerd en wordt de ruimte gecreëerd om zelf voor een vervanger te zorgen. Voor je zestigste moet je eigenlijk al beginnen om je eigen vervanger op te leiden. Daarnaast werken wij samen met het onderwijs. Wij ondersteunen docenten om de nieuwste technieken onder de knie te krijgen en helpen zo eigenlijk bij het opleiden van onze toekomstige werknemers en klanten.” Hiermee slaat hij volgens Marco Kirsenstein de spijker op zijn kop. “Wil je techniekleerlingen gedegen kennis bijbrengen, heb je als bedrijf ook als taak docenten op te leiden. Op deze manier kun je ook een bijdrage leveren aan het tekort van goed geschoold technisch personeel. Je moet eerst zaaien voordat je kunt oogsten. Bij deze doe ik dan ook een oproep aan de bedrijven in de Drechtseden om meer techniek te zaaien. Door bijvoorbeeld mee te doen aan Game on Drechtsteden op 23 en 24 mei 2016.”

Natuurlijke voorkeur voor denkstijl

0

 

Whole Brain Thinking: dat stond centraal bij de Rabobank Management Workshop Drechtsteden die 10 november jl. bij het Da Vinci College in Dordrecht gehouden werd. Spreker Erwin Oskam nam de goedgevulde zaal mee op reis in de hersenen.

Gewapend met een kaart vol gekleurde bolletjes begonnen de deelnemers met het onder de loep nemen van passende eigenschappen. Maar voordat zij daarover uitleg kregen, vertelde Oskam over de Whole Brain Thinking theorie. En hoe kon dat beter uitgelegd worden dan aan de hand van het welbekende A-Team?

“Daarin zitten allemaal verschillende types. Eén van de mannen denkt logisch, de ander denkt praktisch, weer een ander denkt empathisch en tot slot denkt een van de heren creatief. Eén van de denkstijlen gaat je gemakkelijk af dan de rest. Je wordt geboren met een natuurlijke voorkeur voor een van de denkstijlen. Je moet je bedenken: word ik gedreven door resultaat, mensen, zekerheid of vernieuwing? Ofwel: door de realiteit of juist door je intuïtie? Alles waar je je aan ergert bij anderen, zegt wat over je eigen denkstijl.”

De spreker hield de groep ook voor dat mensen alleen dingen zien die ze zelf graag willen zien, geïllustreerd met voorbeelden en filmpjes die de denkwijzen typeren, zoals reclames van banken en verzekeraars die allemaal in een ander denkbeeld passen. “Soms moet je je boodschap omdraaien, afhankelijk van je publiek. Stap in de denkwereld van een ander. Probeer beide kanten aan te spreken: rood, van emotie en blauw van realiteit. Bedenk je: wat is echt aanwezig in je bedrijf, wat maak je echt waar? Je moet de waarheid verkondigen. Denk in Whole Brain Teams, denk als in een A-Team!”

Aan het eind van de workshop werden de resultaten van de zogenoemde BrainSells Indicator bekeken. De een scoorde veel in het groene vlak, ‘form’, de ander scoorde juist goed in het roze vlak van de ‘feelings’.

Een ‘zeer verhelderende workshop, vindt Frank Sep van Schoonenberg achteraf van de Rabobank Management Workshop Drechtsteden van Da Vinci College en HBO Drechtsteden. “Omdat de werking van de hersenen heel dynamisch werd uitgelegd. Je komt te weten dat het één niet zonder het ander gaat. Ik had geen uitschieters in mijn BrainSells Indicator. Dat was voor mij niet verrassend. De tip dat je één persoon niet twee verschillende types kunt laten zijn, ga ik zeker onthouden.” Ook Annemieke Slager van Stichting HoorProfs is te spreken over de avond. “Heel interessant. Leuk om met die kleuren mensen in te kunnen schatten. Dat is ook toepasbaar voor in werksituaties, dan kan er meer begrip komen onder collega’s.”