Home Blog Page 294

HRM en Onderwijs, MVO: ADHD-er kan niet meekomen???? De Juf kan niet snel genoeg lesgeven!!!

0

Uit het leven gegrepen. Ik hoor het haar nog zeggen, Marco, je zoon moet aan de pillen anders kan hij niet meekomen. Dit schoot mij direct weer te binnen bij het zien van het thema van deze Rijnmond Business. Er wringt direct iets wanneer je de laatste D van ADHD en Onderwijs naast elkaar zet. Volgens mij is de persoon niet “Disorderd” maar heeft hij of zij alleen maar een iets complexere gebruiksaanwijzing. En dat is nu het mooie, juist de productiemiddelen met een complexere gebruiksaanwijzing kunnen vaak ook nog eens resulteren in onverwachte successen. Als je het dan toch over onderwijs hebt! Hoe zorgen we dat wij die complexere instrumenten in onze samenleving ontwikkelen tot briljantjes. In het onderwijs ontdekken we de gebruiksaanwijzingen die vervolgens binnen HRM moeten worden gelezen. En hoe HRM eraan toe is op dit moment durf ik niet met zekerheid te zeggen. Vaak bekruipt mij het gevoel dat HRM vanuit de risico’s wordt gestuurd en niet vanuit de kansen. Het CV moet als excuus dienen voor de HRM manager om niet de schuld te krijgen voor het falen van de medewerker. Een beetje een complexe zin wellicht. Maar een universitaire graad van een onverantwoordelijk niet betrokken persoon lijkt belangrijker dan de waardevolle inzichten en bijdragen van een intelligente betrokken ADHD-er die niet de spanningsboog had om een universiteit af te ronden. Volgens mij is het zo dat wanneer we deze lessen aan elkaar knopen we pas echt een goede invulling kunnen gaan geven aan MVO. Zo’n mooi ander onderwerp wat in de markt hangt. Het principe is toch simpel. Als je goed voor je personeel zorgt, zorgt het personeel goed voor jou. Maar ook voor de omgeving

De Broccoli en Pizza Portefeuille

0

“Voor een aantal mensen is het moeilijk om van het idee af te stappen dat beleggingen spannend moeten zijn.  Aandelen of opties selecteren kan heel leuk zijn en daarna kun je natuurlijk opscheppen over je goede timing en inzicht naar je kennissen en vrienden.”

Voor deze mensen is beleggen geen onderdeel van een doordacht financieel plan maar meer een hobby. Zij volgen de beleggingsanalisten van hun bank,  de marktspecialisten, de “beleggingsguru’s” en zuigen zich vol met nieuws uit de financiële media. Zij zijn er van overtuigd op deze manier een winnende strategie te hebben. Ondanks dat uit wetenschappelijk onderzoek een hele andere uitkomst blijkt.

Een deel van dit gedrag kan verklaard worden door de natuurlijke houding van mensen die leidt tot zelfoverschatting. Zo vinden wij onszelf allemaal meer dan goede autobestuurders maar dat is niet de werkelijkheid. Met beleggen is dat niet veel anders. Velen geloven dat het mogelijk is om de markten te kunnen verslaan en het beter te doen dan andere beleggers.

In 2010 is een onderzoek gepubliceerd van Duke University (USA) onder een groep van corporate executives. Zij kregen het verzoek om een voorspelling te doen over de S&P 500 index. De uitkomst was : “the survey found executives’estimates of future returns and actual outcomes were negatively correlated” ( Dit is een technische manier om te zeggen dat zij hopeloos faalden…)

Er wordt ook gesuggereerd dat veel aan- en verkopen binnen een portefeuille gebaseerd zijn op  genetische eigenschappen. Het testosteron gedreven instinct van mannen kan een reden zijn om zich te laten gelden.  Het blijkt zo te zijn dat vooral mannen het moelijker vinden om te accepteren dat zij de markt niet kunnen verslaan.  Voor deze “red meat eaters” is een portefeuille die is gebaseerd op werken met de markt, een wereldwijde spreiding, efficiënte kosten en fondsen, discipline en aandacht voor belastingen en inflatie, het financiële equivalent van een broccoli en rauwkost salade:  gezond maar saai!

Misschien is voor deze mensen een goede oplossing om de vermogensplanning te gaan splitsen. Het lange termijn investeringsplan wordt vorm gegeven door een evenwichtige, markt gerelateerde en efficiënte vermogensoplossing,  terwijl een gedeelte wat hier niet direct voor nodig is gebruikt kan worden om die “gouden tips” achter na te gaan of je eigen inzicht te gebruiken. Het is begrijpelijk dat voor mensen beleggen een soort hobby is. Maak hier je eigen Pizza portefeuille van en je weet eigenlijk al dat het niet gezond maar wel lekker is! Nog mooier is in zo’n geval dat je geen zorgen hoeft te maken over de invloed van je Pizza portefeuille op je eigen financiële planning. Want die is door je financieel adviseur evenwichtig samengesteld, met de juiste risico en opbrengst verhouding. Een uitgebalanceerd dieet en de mogelijkheid om af en toe uit de band te springen, wie wil dat nu niet?

Btw-privégebruik auto van de zaak: op weg naar wéér een nieuwe regeling?

0

Sinds 2011 verkeert de btw-behandeling van de auto van de zaak in permanente staat van onrust. In 2011 oordeelde de rechter dat de toen geldende regeling in strijd was met het gelijkheidsbeginsel: milieuvriendelijke auto’s en minder milieuvriendelijke auto’s werden ongelijk behandeld. Vanaf de tweede helft van 2011 is een nieuwe regeling in werking getreden. Inmiddels is de rust nog steeds niet teruggekeerd. Vele bezwaarschriften tegen de oude én nieuwe regeling hebben geleid tot een rechterlijke procedure. Enkele weken geleden gaf ik een presentatie over dit onderwerp tijdens de autotestdag. Zoals beloofd kom ik in mijn column nog even terug op de btw-methoden.

Twee methoden om btw te verwerken

In Nederland kennen we twee methoden om de verschuldigde btw in de aangifte te verwerken. Bij de eerste methode mag je geen btw aftrekken voor het deel dat geldt als privégebruik van de auto. De tweede methode ziet het privégebruik van de auto als een dienst van de werkgever aan de werknemer. Over deze dienst moet de werkgever btw afdragen. Hoewel de methoden verschillen, beogen zij hetzelfde resultaat: betaling van btw over het privégebruik van de auto.

Voorheen werd de btw voor het privégebruik berekend aan de hand van de eerste methode en werd aangesloten bij de bijtelling in de loonbelasting. Dus: de hoogte van de bijtelling bepaalde over welk deel btw betaald moest worden. Berekening van de bijtelling is echter afhankelijk van de CO2-uitstoot en de rechter oordeelde in 2011 dus dat deze berekening voor de btw in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Immers: hoe lager de bijtelling voor privégebruik, des te lager de btw. De uitspraak heeft ervoor gezorgd dat sinds 1 juli 2011 de tweede methode wordt toegepast. In de praktijk betekent dit, dat 2,7% (na 5 jaar: 1,5%) van de cataloguswaarde als btw-correctie gehanteerd moet worden.

Ook discussie over de tweede methode

Echter; ook de tweede methode werd ter discussie gesteld. De vraag die bij de rechter is voorgelegd, is hoe moet worden omgegaan met een lease- of huurauto die als auto van de zaak ter beschikking wordt gesteld. De rechter gaf aan dat alleen sprake kan zijn van een dienst, als de auto kan worden aangemerkt als een investeringsgoed van de werkgever. Lease- of huurauto’s zijn dat niet, waardoor de tweede methode ongeschikt is. In die gevallen moet worden teruggevallen op elementen van de eerste methode. Een ander geschil betrof de vraag hoe moet worden omgegaan met een bijdrage van de werknemer voor het privégebruik, wanneer de bijdrage lager is dan gebruikelijk. Belastingplichtigen stelden dat de belastingdienst een bijdrage alleen mag verhogen tot de gebruikelijke of ‘normale’ waarde indien sprake is van fraude of belastingontwijking. Deze stelling is volgens de rechter onjuist.

De discussie is nog niet ten einde

De uitspraken van de rechter overziend, kan niet anders worden gezegd dan dat de belastingdienst tot nu toe als ‘winnaar’ uit de bus is gekomen. Belastingplichtigen hebben echter hoger beroep aangetekend en daarbij aangegeven te willen doorprocederen tot bij de Hoge Raad en eventueel het Hof van Justitie van de Europese Unie. Of de huidige regeling in stand blijft is allerminst met zekerheid te zeggen. Toepassing van de tweede methode blijft daarom leidend, totdat er meer duidelijkheid is .

Wij houden de veranderende regelingen inzake het privégebruik van de auto van de zaak continu in de gaten, waarbij wij vooral oog hebben voor de praktische gevolgen van veranderingen voor ondernemers. Heeft u vragen over dit onderwerp, neem dan gerust contact met ons op.

Boijmans Business Club leden krijgen 24/7 toegang tot museum

0

Maandagavond 7 april vond het oprichtingsdiner van de Boijmans Business Club plaats. Dit nieuwe high end bedrijvennetwerk van Museum Boijmans van Beuningen is in januari 2014 van start gegaan.

Burgemeester Ahmed Aboutaleb had de eer als beschermheer van het museum deze avond te openen. “Museum Boijmans van Beuningen is een van de grote iconen van de stad Rotterdam. Met deze nieuwe business club, waarmee ondernemers zich voor langere termijn kunnen verbinden aan het museum, laat Boijmans wederom zien dat het museum ondernemend is,” aldus Rotterdams burgemeester.

Boijmans Business Club

Op dit moment telt de pas gestarte club acht leden. De founders zijn onder meer IMCD, Brunel en Pro-Delta, terwijl tijdens het oprichtingsdiner Breedveld Staal zich daaraan toevoegde. Leden van de Boijmans Business Club betalen 12.500 euro per jaar en dat voor een periode van drie jaar. Hiervoor ontvangen bedrijven unieke privileges zoals bijvoorbeeld 24 uur toegang tot het museum en een gratis toegangsdag voor alle medewerkers. Naast de Boijmans Business Club heeft het museum 35 Boijmans Corporate Members, die voor 2.500 euro per jaar zijn aangesloten bij het museum.

Garantiefonds

De gezamenlijke bijdragen van de Corporate Members en de Business Club leden vormen een garantiefonds voor de grote voor- en najaarstentoonstellingen die ook belangrijk zijn voor de dynamiek van Rotterdam. Directeur Sjarel Ex, die de nieuwe leden toesprak, liet weten dat het museum zich blijft ontwikkelen door met initiatieven als deze een aantrekkelijke plek te zijn voor het bedrijfsleven. De succesvolle start van de Boijmans Business Club laat zien dat ondernemers dit inzien en Boijmans van Beuningen waarderen.

‘Rotterdamse Ondernemersprijs té toonaangevend om mee te stoppen’

0

Omdat succesvol ondernemerschap moet worden beloond en bekroond organiseerde de Kamer van Koophandel Rotterdam met ondersteuning van de gemeente Rotterdam jaarlijks de verkiezing van de Rotterdamse Ondernemersprijs. Toen op  1 januari jongstleden echter de Kamers van Koophandel werden samengevoegd tot  één landelijk bestuursorgaan verdween daarmee het bestuur van de Kamer van Koophandel Rotterdam. Even werd gevreesd voor het voortbestaan van de prijs, maar al snel bleek dat ongegrond omdat veel partijen het initiatief een warm hart toedragen.

Onder de vlag van de nieuwe Stichting Rotterdamse Ondernemersprijs wordt de award op 24 november in Beurs-WTC voor de 30ste keer uitgereikt. Het bestuur van de stichting bestaat uit juryvoorzitter Arco van Nieuwland (Yuki), Jos van der Vegt (ex-voorzitter KvK Rotterdam), Mai Elmar (Cruise Port Rotterdam/MPI bv), Hans Vervat (Matrans) en Sascha Marcus (Touchpoint). “Ik ben ontzettend blij met de voortzetting van de Rotterdamse Ondernemersprijs,” trapt Van Nieuwland af. “Toen vanwege een reorganisatie bij de KvK de toekomst van de prijs in één klap ongewis werd, rees de vraag of de Rotterdamse Ondernemersprijs dan nog wel bestaansrecht had. Het antwoord was een duidelijk ‘ja’. Vanuit verschillende hoeken hoorden we dat de prijs té toonaangevend en té belangrijk voor de regio en de metropool Rotterdam is om mee te stoppen. Het leeft enorm bij ondernemers. Bij een uitreiking zijn gerust 800 mensen aanwezig en de respons die winnaars krijgen is ontzettend groot en genereert veel (inter)nationale aandacht.” Met steun van partners, vrienden en mediapartners werd daarom besloten in stichtingsverband verder te gaan. De KvK en gemeenten dragen ook hun steentje bij.

Historisch moment

Van Nieuwland: “Het thema van de Rotterdamse Ondernemersprijs is ‘grensverleggend ondernemen’. Rotterdam is volgens de reisgids Rough Guide een van de beste steden ter wereld om in 2014 te bezoeken. De havenstad bekleedt een achtste positie in de top 10. Dat geeft iets aan over het nog steeds groeiende internationaler karakter van de stad, ook als het gaat om ondernemen. Ik wil trouwens benadrukken dat de Rotterdamse Ondernemersprijs betrekking heeft op de gehele regio. De winnaars en genomineerden komen ieder jaar net zo goed uit plaatsen als Barendrecht, Westvoorne, Hoek van Holland, Spijkenisse, Ridderkerk en Schiedam.” De jury kijkt dit jaar extra naar de wisselwerking tussen het bedrijf en de regio. Welke rol speelt het bedrijf in de regio, hoe gebruikt zij deze en wat geef het bedrijf aan de regio terug? De stichting heeft op dit moment de middelen om de prijs voor minimaal drie jaar te continueren. Iets wat Van der Vegt kan bekoren. “Als voorzitter van de KvK Rotterdam zei ik tijdens de uitreiking van vorig jaar in een emotionele bui dat het de laatste keer zou zijn dat de prijs werd uitgereikt. Dat deed me wel wat. En mij niet alleen, want er kwamen die avond zo ontzettend veel reacties van mensen die spontaan hun hulp aanboden bij de voortzetting van de prijs. Niemand wilde de traditie verloren laten gaan. Al snel kwam ik erachter dat het niet alleen bij woorden bleef, maar dat men daadwerkelijk de schouders eronder wilde zetten. Heel veel partijen tonen nu daadkracht. Dat is voor mij een historisch moment, omdat ik nu heel concreet meemaakte voor hoeveel verschillende partijen de Rotterdamse Ondernemersprijs er echt toe doet.” Marcus denkt te weten waarom deze prijs zich onderscheidt van veel andere awards die jaarlijks aan ondernemers worden uitgereikt. “Het is bijzonder dat de Rotterdamse Ondernemersprijs een onafhankelijke en objectieve insteek heeft. Het is geen prijs die vanuit marketingoogpunt is opgezet en de procedure en het selectietraject verlopen heel inhoudelijk en zorgvuldig. Via www.rotterdamseondernemersprijs.nl kan een ondernemer zijn bedrijf of dat van een ander aanmelden na het invullen van een formulier met verschillende vragen over het bedrijf. Na de uiterste inschrijfdatum maken wij een selectie uit de aanmeldingen en bezoeken samen met onze accountant diverse bedrijven. Het zegt veel dat voormalige winnaars van de Rotterdamse Ondernemersprijs ook jaren na dato nog floreren en laten zien dat het innovatieve, gezonde en florerende organisaties zijn. Bovendien betekenen zij allen veel voor de metropool Rotterdam.” Vervat: “Daar wil ik nog aan toevoegen dat de bedrijven in onze regio stuk voor stuk uitstralen dat ze trots zijn op het Rijnmondgebied. De metropool is voor de meesten echt heilig. Ik hoor vaak van ondernemers dat zij nergens anders gevestigd willen zijn. Ik begrijp dat wel, want we hebben het over de sterkste regio van Nederland als het gaat om ondernemerschap, die bovendien alleen maar mooier wordt. Het bruist rondom het Blaakkwartier, waar de Markthal dit jaar opent, het gebied rondom het Centraal Station heeft veel meer allure en zo zijn er nog veel meer voorbeelden. Er zijn slechts een paar steden ter wereld die energie geven. Als ik een paar dagen in New York ben, kom ik opgeladen terug. Hetzelfde effect heeft Rotterdam.” Elmar: “Ik heb het ook bij San Francisco en Hong Kong. Dat is dan een mooi rijtje toch?”

Meest prestigieuze ondernemersprijs binnen de metropool

Alle bestuursleden zijn het erover eens dat de Rotterdamse Ondernemersprijs de meest prestigieuze ondernemersprijs binnen de metropool is. Elmar: “Als je de winnaars van de afgelopen jaren analyseert, is de gemene deler dat het stuk voor stuk daadkrachtige organisaties met een heldere visie zijn. Bovendien zijn ze bereid om hard te werken en niet bang voor innovatie. Ik denk dat dat de rode draad is. Je merkt aan alles dat de Rotterdamse Ondernemersprijs in de gehele regio serieus wordt genomen. Het is een objectieve prijs, die zijn sporen door de jaren heen heeft verdiend. Niet alleen in Rotterdam, maar in de gehele regio.” Van Nieuwland: “Samenwerking is in dit gebied van groot belang om de economie uit het slop te trekken. En wanneer een onderneming die gevestigd is in de regio de Ondernemersprijs wint, dan bevestigt dat in mijn ogen alleen maar het belang van de regio voor Rotterdam en omgekeerd.” In oktober maakt de Stichting Rotterdamse Ondernemersprijs de drie genomineerden bekend. Marcus: “Vaak is het een nek-aan-nekrace om de eerste plaats. Op 24 november weten we wie de titel een jaar lang mag dragen. Voorafgaand aan de prijsuitreiking wordt voor de vijfde keer de Mr. K.P. van der Mandelepenning uitgereikt aan een Rotterdamse ondernemer die zich naast zijn bedrijf op een bijzondere manier inzet voor de stad Rotterdam. Dat de voormalige jury nu zitting heeft in een gloednieuwe stichting vervult me met trots. Er is een brug geslagen naar een toekomst met blijvende ruimte voor de Rotterdamse Ondernemersprijs.”

‘Ook in crisistijd is Rotterdam blijven investeren’

0

Dat de bouw hard is getroffen door de crisis, behoeft geen verdere uitleg. Nieuwbouwontwikkelingen kwamen tot stilstand en er is veel leegstand ontstaan van zowel bedrijfspanden als kantoorgebouwen. Toch is het niet allemaal kommer en kwel, vinden de deelnemers aan het rondetafelgesprek over stedelijke ontwikkeling. Een gesprek over licht aan het einde van de tunnel, transformatieprocessen, verduurzaming, gebiedsontwikkeling, installaties en toekomstvisie.

Dat De Rotterdam, het grootste gebouw van Nederland, eind vorig jaar in de Maasstad werd opgeleverd is volgens sommige aanwezigen een positief en krachtig  signaal. De 150 meter hoge kolos van glas en staal op de Kop van Zuid, heeft de gemeente als grootste gebruiker. De totale oppervlakte van het gebouw aan de voet van de Erasmusbrug beslaat 160.000 vierkante meter, verdeeld over 7588 verschillende ruimtes. De Rotterdam bestaat uit drie torens vlak naast elkaar. Het heeft een volledig glazen gevel en elke verdieping heeft ramen van de grond tot het plafond. De kanttekening dat het gebouw gevuld gaat worden door nieuwe gebruikers, met leegstand op andere plekken in de stad tot gevolg, wordt aan tafel besproken.

Van Nederpelt: “De gemeente Rotterdam heeft er uitdrukkelijk voor gekozen om zich te centraliseren op vier locaties, met als gevolg dat ze veel locaties achterlaten. Een voordeel is dat die allemaal binnenstedelijk zijn. Qua transformeren biedt dat meer mogelijkheden. Algehele sloop of transformeren in bestaand casco is ook voor ons een veelvoorkomend vraagstuk.”

Van Dilst: “Op welk moment bepaal je de keuze voor slopen of transformeren? Wat is daarvoor de voedingsbodem?”

Van Nederpelt: “Elke kantoorbelegger kijkt in eerste instantie of hij met zo min mogelijk aanpassingen nieuwe huurders kan werven. Maar we weten ook allemaal dat er heel veel leegstand is. Met name gedateerde kantoorgebouwen staan steeds langer leeg. Des te langer je wacht, des te sneller het nog onaantrekkelijker wordt. Daarbij komt dat sommige beleggers het zich niet meer kunnen permitteren om te investeren.”

Van Dongen: “Het blijven helaas rekensommetjes. Wij zijn voor een aantal partijen bezig met het transformeren van enkele kantoorpanden op de prachtige Noordsingel. Een reële optie is daar echter ook wel degelijk slopen en nieuwbouw. Die belegger heeft een wat grotere portemonnee en hanteert een veel langere exploitatieperiode. Dan kun je andere beslissingen nemen.”

Installaties zijn in het geheel vaak nog een ondergeschoven kindje, is een opmerking aan tafel.

Van Dongen: “Daar wordt te vaak pas heel laat naar gekeken. Dan moet je oppassen dat je vervolgens niet het deksel op de neus krijgt. Met een grote aannemer hebben wij onlangs ook weer een hele aannemerssom uitgekristalliseerd en zij willen natuurlijk ook graag die installaties tot hun eigen aanneemsom laten behoren. Dan merk je wel dat zij daar een iets te grote broek in aantrekken, omdat het toch wel heel specialistisch werk is.”

Van der Veen: “Bij nieuwe installaties is het natuurlijk ook van belang dat het op een duurzame manier geschiedt.”

Van Dongen: “De grootste duurzaamheid vind ik dat het gebouw blijft staan.”

Bulters: “De gemeente Rotterdam laat voornamelijk leegstaande gebouwen achter. Is het verantwoord om dat op dit moment te doen? Het is natuurlijk wel krom, want de gemeente wil zich ook nadrukkelijk profileren als dé grote verduurzamer. Ze willen ondernemers in de regio op dat gebied stimuleren, terwijl ze zelf niet het goede voorbeeld geven. Zelf gaan ze naar een spiksplinternieuw gebouw en laten ze de rotzooi achter. ”

Van Nederpelt: “Er is een transformatieteam in het leven geroepen om gestructureerd kantoorgebouwen te transformeren naar een andere bestemming. Het afgelopen jaar is er 200.000 m2 getransformeerd. Dat zijn natuurlijk best flink metrages.”

De aanwezigen hebben bij verschillende partijen die panden kopen zo hun twijfels met betrekking tot de vraag of zij degenen zijn die er iets moois van kunnen maken.

Bulters: “De waarde van vastgoed is ook dusdanig verdampt, dat kleine particulieren die wat geld kunnen losmaken een object kunnen kopen, maar vervolgensgeen geld meer hebben om het op te knappen. Verpaupering is dan het gevolg. Ik ben van mening dat we bewuster moeten nadenken over leegstand. Wat gaan we er mee doen? Herbestemmen? Nog meer hotels creëren? Vaak ontbreekt er een visie, omdat er zo veel belangen en partijen in het spel zijn.”

Van Dilst: “Ik vraag me af waar de kansen liggen voor panden om gewoon door te gaan in het jasje waar ze al in zaten? Is het niet goed om iets op te knappen, duurzamer te maken en als kantoorfunctie te houden?”

Van Dongen: “Het HBU-gebouw aan de Coolsingel is door een clubje investeerders aangekocht en die hebben gezegd: ‘wij houden het gewoon als kantoor’. Het is het plan om beneden een mooie entree te maken, per verdieping te verhuren en luxe uit te stralen. Dat vind ik leuk en eigenwijs. Er zijn al te veel kantoren, maar toch geloven ze in dat project. Door kwaliteit toe te voegen zijn ze overtuigd van de meerwaarde.”

Schäperkötter: “Waar zit die extra kwaliteit hem dan in?”

Van Dongen: “Het is een monument, heeft marmeren vloeren en een hoge kwaliteit kamerinrichting. Daar kun je je mee onderscheiden.”

Schäperkötter: “Zelf heb ik wel het idee dat er veel flexibeler verhuurd wordt. Met name ingeven door leegstandsbeheerders wordt er verhuurd met minder randvoorwaarden. Dit biedt meer ruimte voor innovatie om de gebruiker gericht te ondersteunen in haar huisvesting. Het belang van goede huisvesting wordt door organisaties/gebruikers steeds meer erkend. Echter, er zijn nog veel organisaties/gebruikers die zich nog onvoldoende bewust zijn van de impact van huisvesting op hun ROI. Hier meer de nadruk op te leggen, biedt eigenaren en beheerders de kans om hun dienstverlening daar gericht op af te stemmen. Hiermee wordt ook kwaliteit toegevoegd aan het gehuurde. Huurder en verhuurder versterken elkaar dan. Nu staan ze nog teveel tegenover elkaar. Maar die omslag komt langzaam op gang. Kwaliteit van vastgoed zal ook meer transparant worden gemaakt. Tot voor kort was de bepaling van de functionele- of gebruikswaarde van een gebouw voor een groot deel een subjectieve aangelegenheid. Teneinde de gebruikswaarde van gebouwen op een objectieve te kunnen vaststellen, is de NEN8021 ontwikkeld. Ik neem namens de IVBN, zitting in deze NEN commissie. Middels deze norm kan de gewenste prestatie vastgelegd worden en de werkelijke prestatie bepaald worden. Hiermee zal ook meer bewustwording gecreëerd worden bij huurders voor goede huisvesting, waardoor vastgoedeigenaren ook gerichter kunnen inspelen op de gewenste gebouw prestaties.”

Rotterdam is volgens de reisgids Rough Guide één van de beste steden ter wereld om dit jaar te bezoeken. De havenstad bekleedt de achtste positie in hun top 10. De Rotterdam en straks De Markthal worden onder meer genoemd als must visits. De vraag waar Rotterdam over 15 jaar staat en welke positie de bedrijven van de aanwezigen dan innemen, is het sluitstuk.

Van der Veen: “Ik denk dat het motto ‘geen woorden, maar daden’ alleen maar meer op Rotterdam van toepassing gaat zijn. Wij als ondernemers hebben daar louter baat bij. Ik zie Rotterdam als een bruisende stad. Unica wil daarin de kwalitatief beste dienstverlener in het installatietechnieksegment blijven.”

Van Dongen: “De afgelopen jaren zijn er prachtige dingen in de stad gebeurd en nog gaande. Het Centraal Station, de Markthal en het gebied rondom Katendrecht zijn daar voorbeelden van. Met 2d vastgoed hoop ik in de toekomst op een nog hoger en stabieler niveau te kunnen acteren, waarbij het herbestemmen van bestaand vastgoed een steeds prominentere rol in zal nemen.”

Van Nederpelt: “Ook in crisistijd is Rotterdam blijven investeren. Dat is een pluim waard. Dit jaar en volgend jaar worden er wederom weer heel wat projecten opgeleverd. Ooms is weer flink aan het groeien. Het laatste half jaar hebben we zelfs al vijf extra werknemers aan moeten nemen.”

Bulters: “Bilfinger heeft ook een mooi jaar achter de rug en is groeiende. Dit jaar ziet er heel positief uit. Ik mag met recht spreken over een prachtige organisatie, met vertrouwen in de toekomst.”

Van Dilst: “De crisis heeft Rotterdam op een bepaald vlak ook geholpen. Diverse leegstaande kantoorpanden zijn immers getransformeerd naar woningbouw, waardoor meer mensen de stad in getrokken zijn. Dat heeft het centrum een behoorlijke impuls gegeven. Rotterdam bruist echter nog niet zo hard als Amsterdam, moet ik met pijn in het hart bekennen. Ik hoop dat dat er wel weer wat meer van komt, ook in de weekenden.”

Schäperkötter: “Ik vind Rotterdam wel een levendige stad. De ontwikkelingen in het centrum zijn inspirerend en vernieuwing heeft een goede aantrekkingskracht op huurders. Zeker in de binnenstad is Rotterdam goed bezig.”

Vastenhout: “Ik werk nu 7 jaar in Rotterdam en heb gedurende die periode de stad zich letterlijk en figuurlijk zien ontwikkelen. De Weena is jarenlang een bouwput geweest, maar overal komt gelukkig een einde aan en het resultaat mag er zijn. Een periode van 15 jaar vooruit kijken is heel ver, maar ik zie het op alle gebieden positief in.”

Powervrouw in de wolken? BAR zakenvrouw staat met beide benen op de grond

0

Op 22 januari 2014 veroverde Danielle de Wilde in Baren-drecht-Albrandswaard-Ridderkerk de titel Zakenvrouw BAR 2013. Daarmee werd zij verkozen tot de eerste in wat mogelijk een lange rij van BAR Zakenvrouwen zal worden. Onder voorzitterschap van Steven Enneman, Directeur Bedrijven van de Rabobank Ridderkerk Midden-IJsselmonde, werden uiteindelijk vijf kandidaten door de jury aan de tand gevoeld over hun ondernemerskwaliteiten. Met glans won Danielle de Wilde de titel. Een echte powervrouw noemde de jury haar. Zichtbaar trots, maar met haar altijd blijvende nuchterheid en rust, nam zij haar titel in ontvangst in het Van der Valk Hotel in Ridderkerk.

Natuurlijk wilde de redactie van Rijnmond Business weten hoe het Danielle is vergaan sinds de verkiezing. ‘Ik vond het super om de titel te winnen. Ik was al verrast en vereerd.’ Ze was zeker verrast dat ze was voorgedragen. Het werd pas echt spannend toen ze bij de laatste vijf bleek te behoren. ‘De laatste fase naar de uiteindelijke uitverkiezing was ontzettend spannend voor mij en natuurlijk geweldig om de titel te mogen winnen. Ik had niet verwacht dat het zo ontzettend veel aandacht en publiciteit zou genereren! Twitter, Facebook, Linkedin en email liepen over. Volop bloemen en cadeaus, radio-interviews, AD en lokale pers. Dit is echt een enorme opsteker voor mijn ondernemerschap. Het is voor mij persoonlijk de erkenning dat ik het zowel als ondernemer als vakinhoudelijk goed doe. Voor mijn bedrijven beschouw ik het als een keurmerk en erkenning uit de markt. Momenteel betekent het heel veel publiciteit, waarvan ik en mijn zakenpartners hopen dat dit zich uiteindelijk ook vertaalt in omzetgroei en groei van beide bedrijven.’

Danielle werkt samen met haar zakenpartners hard aan de doorontwikkeling van haar ondernemingen. Voor het komend jaar hebben de bedrijven weer een paar mooie opdrachten gekregen. Communicatie- en evenementenbureau In ’t Hout & de Wilde in Barendrecht is weer bezig met een aantal grotere evenementen, waaronder in mei de 1e paalslag van het nieuwe pand van Focus Beroepsacademie in Barendrecht. In juli een Talentendag voor 2.000 basisschoolkinderen in opdracht van de gemeente Rotterdam. De 3e editie van de GreensParade komt er aan in september voor zo’n 5.000 bezoekers in Barendrecht. En in november organiseren zij alweer de 7e versie van Business Meets Rabo in Theater Het Kruispunt in Barendrecht. ‘Het is fijn dat we worden gevonden door lokale ondernemers. Binnen ons bedrijf gaat het om kwaliteit en niet om de grootte van het evenement. Bijvoorbeeld voor de organisatie van een jaarlijks personeelsuitje of -feest, het jubileum of een jaarvergadering is kwaliteit even belangrijk als voor Business Meets Rabo.’ In het andere bedrijf van Danielle, Rotterdam Business Events, is het druk met de organisatie van bedrijfsuitjes voor groepen. RBE is begin april verhuisd naar het Beurs World Trade Center in Rotterdam en het team is uitgebreid naar 5 personen. De hele website is vernieuwd en het aanbod aan programma’s wordt nog steeds uitgebreid en vernieuwd. ‘We blijven inspelen op de actualiteit qua aanbod van locaties en spelvormen. Zo hebben we onlangs een segwaygame geïntroduceerd en we zijn bezig met een speciale smartphonegame. De stad staat centraal in de uitjes. Onze gasten krijgen bij ons niet alleen een leuke dag, maar hebben tijdens het spelprogramma ook de highlights van de stad gezien. ‘Wij zijn Rotterdammers, kennen de stad op ons duimpje omdat we er middenin zitten en zijn trots op deze stad!

Natuurlijk blijven er ambities bij Danielle en haar partners. In ’t Hout & de Wilde verwierf bekendheid in het Barendrechtse met de grootschaliger evenementen. Zij merken dat  de lokale ondernemer hen minder benadert voor kleinschaliger evenementen. Dat vinden zij jammer. Zo wil Danielle lokale ondernemers graag meer bedienen ook voor de minder grote evenementen. Een evenement, groot of klein, is pas succesvol als de organisatie echt goed is en de beeldvorming daarmee positief. Daar is elke klant, groot of klein, bij gebaat. Daar is In’t Hout & de Wilde sterk in. ‘Wij willen ook gebeld worden door de kleinere ondernemers met een vraag op het gebied van communicatie of evenementen. Voor een bedrijfsevenement zoals een opening of een personeelsuitje of het communicatief stroomlijnen van een organisatie, een bedrijfsfeest of een jubileum. De komende twee jaar ligt onze focus dan ook op het vergroten van onze lokale omzet met dit soort activiteiten.’ Rotterdam Business Events is nu één van de grotere spelers in de markt van Rotterdamse aanbieders van bedrijfsuitjes. ‘Deze positie willen wij de komende jaren nog verder versterken en tevens willen wij het team verder uitbreiden.’

Tijdens de verkiezing BAR Zakenvrouw 2013 kwam het al even aan de orde. Wat maakt een goede ondernemer? Een die altijd bezig is met haar ondernemerschap. Danielle werd gevormd tot ondernemer bij haar eerste werkgever nadat zij haar studie aan de Hoge Hotelschool afrondde. Ze ging in 1994 werken als accountmanager in de partycatering- en evenementenbranche. ‘Ik kwam terecht bij een bedrijf waarbij alle accountmanagers zeer zelfstandig te werk gingen met volledige verantwoordelijkheid. Ik heb in die ruim 6 jaar daar qua bedrijfsvoering en qua vakkennis heel veel geleerd en had, mede door een overname en een aantal fusies, mijn eigen visie ontwikkeld over hoe een evenementenbureau moest functioneren. Dat heb ik vanaf 2001 in de praktijk gebracht. Ondernemerschap betekent voor mij mijn eigen koers kunnen varen en de dingen doen zoals ik denk dat ze goed zijn. Ik omschrijf mijn vorm van ondernemen wel eens als ‘met gezond verstand op mijn intuïtie vertrouwen’. Keerzijde is dat ik geen ondernemer bent tussen 9.00 en 17.00 uur, maar 24/7. En doordat ik werk en woon in hetzelfde dorp loopt mijn zakelijk en privéleven vaak door elkaar heen. Op zaterdagmorgen kan ik met mijn dochter en zoon in de rij bij de bakker naast een opdrachtgever staan. Al snel zijn we dan in gesprek over alles wat ondernemerschap boeiend maakt. Alles heeft zijn charme! Voor mij is één ding echt heel belangrijk en ik hoop dat startende ondernemers dit zullen beseffen: ‘Ga ondernemen als het bedrijf dat je wilt opzetten je passie heeft. Niet omdat je snel rijk wilt worden!’

Positie van Haven Moerdijk versterken door middel van krachtenbundeling

0

De ambities omtrent de toekomst van de Moerdijkse haven zijn groot, maar om ze te realiseren moeten de neuzen van alle betrokkenen dezelfde kant op staan. Door samenwerking en het creëren van een eenduidige visie zal het vergroten van overslagvolumes immers makkelijker haalbaar zijn. De opkomst bij het enige tijd geïnitieerde rondetafelgesprek over dit onderwerp was in ieder geval bemoedigend. Afgevaardigden van de meest uiteenlopende organisaties gingen met elkaar het gesprek aan.

Onder leiding van Wim van Sluis, die de voorzittersrol op zich nam, zaten op 12 mei afgevaardigden van onder meer OBM, Van Uden, DMT, Dubbelman, Euro Nordic, Prolog, DP World en Euro Nordic met elkaar aan tafel. “Het was een gemêleerd gezelschap en iedereen heeft een duit in het zakje gedaan. Ik heb diverse aanknopingspunten gehoord voor toekomstige, mogelijke samenwerkingen.” Op dat gebied valt volgens Van Sluis nog veel te winnen. “Te veel ondernemers kijken te weinig om zich heen. Ook de rol van de ondernemersvereniging in het havengebied is nog niet optimaal. Zij zouden zich meer kunnen laten gelden en een actievere rol kunnen aannemen gericht op kruisbestuivingen. Moerdijk zal als draaipunt tussen twee grote havens slimmer gebruik moeten maken van de eigen faciliteiten. De ligging biedt immers zo veel mogelijkheden. Onze toegevoegde waarde aan dat krachtenspel om ons heen kan flink groot zijn,” doelt Van Sluis op de havens van Rotterdam en Antwerpen. “Ik verwacht dat we door slimme samenwerkingen op termijn veel meer variatie krijgen. Er zal een grotere diversiteit aan ladingsstromen ontstaan. Moerdijk is zeer geschikt als hub voor zowel short sea als binnenvaart. Voor Stolthaven is de verdere ontwikkeling van het chemiecluster en het pijpleidingnetwerk voor chemische producten van belang. Ik zie in Moerdijk veel potentieel. Er zijn al een aantal organisaties die door intensief met elkaar te clusteren goede resultaten hebben neergezet. Laat dat motiverend werken. Met de bijeenkomsten gaan wij in ieder geval door. Binnenkort worden er twee iets kleinschaligere bijeenkomsten ingepland, zodat we nog gerichter kunnen proberen om een aantal ketens te maken.”

Gerard de Groot, algemeen directeur van A2B-online Container, was één van de aanwezigen tijdens de startsessie. Hij kijkt met een positief gevoel terug op de bijeenkomst. “Het was nuttig om bij elkaar te komen en ieders filosofie omtrent de havenvisie te horen. Ik ben van mening dat het vooral van belang is om op alle gebieden een gelijk speelveld te creëren ten opzichte van concurrerende havens, bijvoorbeeld als het gaat om gronduitgifte, havengeld en loodskosten. Ook moet het makkelijk zijn om Moerdijk binnen te komen, dus goede bereikbaarheid is een belangrijk punt. Door het samenbrengen van lading wordt het opzetten van spoorverbindingen een stuk haalbaarder. Het Havenschap Moerdijk kan daar een belangrijke faciliterende rol in spelen.” De kansen voor de haven zijn volgens De Groot eindeloos. “Moerdijk ligt geografisch uitstekend, tussen mainport Antwerpen en Rotterdam. Als centraal laad- en lospunt zijn wij voor zowel shortsea als binnenvaart zeer aantrekkelijk. Bovendien beschikken wij over een hoge productiviteit per trekkende eenheid. Een ander voordeel is de hoge omloopsnelheid en het feit dat Moerdijk beschikt over een congestievrije haven. Kortom; alle ingrediënten zijn aanwezig om een speler van groter formaat te worden. We moeten bepaalde faciliteiten alleen nog flink doorontwikkelen. Dat lukt alleen als we de handen ineen slaan. Alleen kom je niet ver, iedereen is afhankelijk van andere partijen. Aan A2B zal het zeker niet liggen. Wij zijn vorig jaar gestart en hebben nu al drie containerschepen in de vaart. Wij clusteren veel met andere partijen en vervullen op dat gebied misschien ook wel een voortrekkersrol. Als transportbedrijf hebben wij ons gespecialiseerd in het vervoeren van groupage, deelzendingen en volle ladingen van en naar het Verenigd Koninkrijk. Ook bieden wij totaaloplossingen op het gebied van freight management. De zaken gaan bij ons mede zo goed, doordat we met vakkundige partners werken. In Moerdijk moeten we elkaar ook nog meer opzoeken. Het startschot is in ieder geval gegeven.”

Ook Luc Smits, algemeen directeur van CCT Moerdijk, juicht het initiatief van harte toe. Hij refereert meteen naar A2B als succesvol voorbeeld van wat er met gerichte samenwerking kan worden bereikt: amper een jaar na oprichting al drie schepen in charter, waarmee ze hun klanten vijf afvaarten per week aanbieden naar Immingham, terwijl ook andere routes zeer populair zijn. Naast deze ontwikkeling zal er ook een ‘dedicated’ trein drie keer per week Moerdijk aandoen. Uiteraard zullen de containers middels short sea diensten verder vervoerd worden. Tevens kunnen deep sea containers, welke met dezelfde trein zullen arriveren, verscheept worden met de barge naar andere terminals. “Dit is de start van de tri-modale opzet zoals deze in mijn ogen door het Havenschap van Moerdijk bedoeld is in hun strategie en short sea visie. Dit is hét bewijs dat er op deze wijze wel degelijk mooie resultaten zijn te boeken. Je moet openstaan voor elkaar. Alleen dan lukt het om Moerdijk vooruit te stuwen. Van havenautoriteiten tot aan een stuwadoor; iedereen moet gezamenlijk aan tafel om een volledig netwerk te creëren. Positief blijven vind ik ook een belangrijk punt.”

Smits vindt dat de Moerdijkse haven vooral moet uitgaan van het realiseren van gezamenlijke kracht binnen de gemeentegrenzen en niet te veel naar de concurrenten Rotterdam en Antwerpen moet kijken. “Zorg dat je hard werkt, een hoog serviceniveau biedt en je daarmee onderscheidt. CCT brengt dat iedere dag in de praktijk. Wij zijn enorm flexibel en staan dag en nacht voor onze klanten klaar. Maar we spiegelen ons niet aan een nieuwe terminal op de Tweede Maasvlakte. Dat is een oneerlijke strijd. Toch moet men Moerdijk niet onderschatten. “Zonder de aandrijving van een klein duwbootje komen grote duwbakken nergens”, is de metafoor die ik daar voor gebruik. Natuurlijk is het beroerd dat bedrijven voor de crisis investeringen hebben gedaan om te groeien, maar de volumes niet zien toenemen en wel de kosten omhoog zien gaan. Maar met goed ondernemerschap, slimme oplossingen en krachtenbundeling kan het balletje heus weer de andere kant op rollen.”

Het motto van Overwater: ‘Kennis, advies en uitvoering’

0

Vol trots meldt Ad Woestenberg dat Overwater één van de grootste en meest gerenommeerde adviesbureaus in Nederland is voor wat betreft grondzaken en rentmeesterij. Overwater is gevestigd in het voormalige gemeentehuis van het landelijke dorp Strijen.

De historie van Overwater begint meer dan twee eeuwen terug. Rond 1800 woonde de familie Overwater in Strijensas waar zij de kost verdienden als veerlieden, herbergier en boer. In 1804 ging Arij Overwater grond beheren over ‘de Gorzen en Aanwassen van den Lande van Essche’ en werd hij rentmeester. Overwater verzorgde eveneens de jacht in de Hoeksche Waard voor het koninklijk huis, waarbij een voorwaarde was dat zij aan een harde weg gevestigd moesten zijn. Er zat niets anders op dan te verhuizen naar Strijen. Peter Overwater is inmiddels de achtste generatie van de familie die in het bedrijf actief is.

Nieuwe dimensie
Overwater bestaat uit een Rentmeesterskantoor, dat op de agrarische grondmarkt bemiddelt en zo’n 12.000 hectare grond beheert, een Grondbeleid Adviesbureau en een Kenniscentrum. Ad Woestenberg is mededirecteur van het Grondbeleid Adviesbureau. Hij heeft eerder binnen het vakgebied bij het ministerie van Landbouw en bij de gemeente Tilburg gewerkt. “Toen Overwater bijna vijf jaar geleden met de vraag kwam of ik interesse had in een directiefunctie, heb ik gekozen voor een nieuwe dimensie in mijn carrière. Dat Overwater in haar adviezen steeds een hoge kwaliteit nastreeft, speelde daar een belangrijke rol in. Daar heb ik nog geen seconde spijt van gehad.”

Het Grondbeleid Adviesbureau van Overwater is in heel Nederland actief, in het stedelijk en randstedelijk gebied. Tot de werkzaamheden behoren onder meer taxaties, grondverwerving en het geven van strategische adviezen over grondbeleid. “Onze opdrachtgevers zijn overheden, waterschappen, corporaties, projectontwikkelaars, bouwers, agrariërs, particulieren en bedrijven. Een breed spectrum, want ook advocaten- en accountantskantoren maken regelmatig van onze diensten gebruik.” De opdrachten zijn meestal veelomvattend en tijdrovend, het betreft vaak langdurige trajecten. Eén van de diensten die Overwater levert, is het taxeren van onroerend goed voor waardebepaling bij koop en verkoop. Maar ook voor gevallen waarbij de getaxeerde waarde wordt gebruikt als onderdeel van een advies bij het bepalen van schadeloosstellingen, planschades of balanswaarderingen. Daarnaast zijn grondverwerving en onteigening belangrijke diensten van het Strijense kantoor. “Op deze gebieden nemen wij provinciale overheden en gemeentes veel werk uit handen. Op tijd grond verwerven is van cruciaal belang bij het ontwikkelen van een locatie. Niet zelden komt daarbij een onteigening om de hoek kijken. Onteigening is een vak apart. Wij voeren onteigeningsprocedures voor gemeenten, provincies en waterschappen uit. Het gaat dan vaak om intensieve trajecten die met de nodige emoties gepaard gaan. Onze focus is dan gericht op kwaliteit en tijd, de procedures mogen de planrealisatie immers niet in de weg staan.”

Belangenbehartiger
Overwater kent het klappen van de zweep en heeft de kennis en ervaring in huis voor een brede belangenbehartiging. “Wij zitten met overheden aan tafel die grond willen verwerven, maar ook met de grondeigenaren.” Ook bij -mogelijke- schades wordt van de expertise van Overwater gebruik gemaakt. De problematiek in Groningen met de gasboringen van de NAM en de schade aan woonhuizen wordt als voorbeeld aangehaald. Maar ook dichterbij huis is Overwater actief. Bij de dijkverzwaring tussen Kinderdijk en het Schoonhovense veer behartigt Overwater de belangen van tientallen huizenbezitters en bedrijven. “Deze dijkverzwaring heeft ingrijpende gevolgen. Andere, soms tijdelijke huisvesting, voor de bewoners van huizen en bedrijven die niet meer of nauwelijks bereikbaar zijn en minder bedrijfsruimte tot hun beschikking krijgen. Dan gaat het niet altijd om de hoogte van schadevergoedingen,” zo zegt Woestenberg. “Bewoners en ondernemers willen vooral ongestoord en prettig wonen en werken.” Tot kort voor de economische crisis zag het werkveld er voor Overwater anders uit. Het kantoor was toen regelmatig actief bij grootschalige gebiedsontwikkelingen. De markt werd bepaald door projectontwikkelaars die niet naar de behoefte van de markt keken, maar vooral zoveel mogelijk wilden bouwen. De leegstand in de kantorenmarkt is hier een voorbeeld van. Die tijd is voorgoed voorbij stelt Woestenberg. Niet alleen als gevolg van de stagnerende economie, maar ook door demografische ontwikkelingen zijn grootscheepse gebiedsontwikkelingen verleden tijd. Daarom richt Overwater zich nu, meer dan voorheen, op zakelijke klanten. Volgens Woestenberg liggen daar genoeg mogelijkheden op het gebied van grondbeleid. Het kantoor werkt onder andere voor bedrijven in de Drechtsteden, Rijnmond en Moerdijk.

Meer dan cijfers
Op dit moment is Overwater behoorlijk actief met grondtaxaties voor gemeenten, projectontwikkelaars en corportaties. De actuele waardering noopt soms tot afschrijvingen van vele miljoenen euro’s. “Wij zijn dan de boodschapper van het slechte nieuws, maar schuwen dit niet. Het gaat niet alleen om de cijfers, maar vooral om de onderbouwing. Wij staan voor het totaal ontzorgen van onze opdrachtgevers, het leveren van service en kwaliteit. Dat is al 210 jaar onze kracht.”

Halen en brengen bij onafhankelijke Burenraad Moerdijk

0

Toen Guus Govaart anderhalf jaar geleden de vacature zag waarmee De Burenraad Moerdijk kenbaar maakte op zoek te zijn naar een nieuwe voorzitter, raakte hij getriggerd en besloot hij te solliciteren. Echter niet voordat hij research had verricht naar het overlegorgaan, want hij had er nog nooit van gehoord. Hij was niet de enige, want De Burenraad was bij buitenstaanders óf onbekend óf stond bekend als een onduidelijke praatgroep.

Dat misverstand helpt Govaart graag uit de wereld. “Ik ben een bouwer, dus er gaat veel gebeuren. Dat proces is al in gang gezet.” Vice-voorzitter Frans Gerritsma, die op 22 april 2004 al aanwezig was tijdens de allereerste vergadering van het overlegorgaan, beaamt dat de meerwaarde van De Burenraad in de toekomst nog duidelijker zal worden.

Al ruim een decennium komen vertegenwoordigers vanuit de op het industrie- en haventerrein gevestigde of te vestigen bedrijven, het Havenschap Moerdijk, de Stichting Behoud Buitengebied Moerdijk en inwoners en bewonersorganisaties uit de om het industrie- en haventerrein gelegen woonkernen eens per kwartaal bij elkaar om te overleggen. Het doel van de bijeenkomsten, met een gemiddelde opkomst van zo’n 30 personen, is het vergroten van de kennis over activiteiten die plaatsvinden op het industrie- en haventerrein en het verstrekken van informatie over de manier waarop deze activiteiten worden uitgevoerd en ervaren, en het daarop aanspreken van elkaar. “Het leek mij best een belangrijk overlegorgaan, dus ik vond het vreemd ik het helemaal niet kende toen ik de advertentie las,” vertelt Govaart. “Ik ben geboren in Zevenbergen, maar later naar de Randstad verhuisd. Mijn bedrijf Aerde Advies & Bouwmanagement is echter gevestigd in Tilburg en ik woon inmiddels weer in Zevenbergen. Ik ken de regio goed, maar had dus nog nooit van De Burenraad gehoord. Het bleek dat de organisatie redelijk in zichzelf was gekeerd, dus dat verklaarde een hoop. Ik had direct het gevoel dat ik van waarde kon zijn om de positie van De Burenraad te versterken.”

Verhitte discussies
Tijdens de eerste vergadering die hij bijwoonde, was Govaart naar eigen zeggen flabbergasted. “Ik wist niet wat ik meemaakte. Ik zag partijen helemaal losgaan tegen elkaar. De emoties liepen bij bepaalde onderwerpen hoog op, met verhitte discussies tot gevolg. Er waren ook veel misvattingen. Ik moest uitleggen dat de privaatrechtelijke kant van het Havenschap niet gaat over vergunningen en meer van dat soort zaken. Wat vooral belangrijk was, is dat we terug moesten naar de basis. De vraag ‘waarom zitten we hier als buren met elkaar aan tafel?’ moest opnieuw worden beantwoord.” Gerritsma: “Moerdijk heeft qua gebeurtenissen natuurlijk een vrij roemruchtig verleden en dat dragen verschillende partijen nog als een molensteen achter zich aan. Het idee dat bedrijven en de overheid onbetrouwbaar zijn, moet slijten. Dat heeft tijd nodig. De recente brand bij Shell kwam voor diverse omwonenden redelijk bedreigend over, maar er zijn geen excessen uit voortgevloeid. Die explosie en brand zijn voor Shell zelf trouwens de grootste klap. Maar voor oude koeien en negativisme zitten we niet bij elkaar. Bij De Burenraad draait het om in contact treden met elkaar en het kweken van wederzijds begrip. Als wij zo problemen en escalaties kunnen voorkomen, wordt de overheid veel minder met dat soort zaken belast. Die neemt tegenwoordig sowieso al minder verantwoordelijkheid. Probeer ook daarom wat kan eerst zelf op te lossen en voer de dialoog.” Govaart: “Het is echt niet zo dat als een toezichthouder de andere kant opkijkt, er snel een kraantje wordt opengedraaid om gevaarlijke troep weg te laten lopen. Maar we hebben in Moerdijk te maken met zo’n complex geheel, dat 100 procent perfectie onmogelijk is. Maar als er eens iets niet goed gaat, moeten we niet ineens allerlei indianenverhalen de wereld in helpen. Dat strookt niet met de perceptie.”

Complexe vraagstukken
Gerritsma benadrukt dat De Burenraad Moerdijk, in tegenstellig tot sommige andere Burenraden, geheel onafhankelijk opereert. “Wij bepalen onze eigen koers.” De Burenraad wil vooral een platform zijn, waar buren met elkaar in conclaaf kunnen over de meest uiteenlopende zaken. Govaart: “Los van of je ergens recht op hebt, kun je gewoon de discussie voeren. Wij willen niet het industriegebied verankeren in de maatschappij, maar ondernemers verankeren in de maatschappij. De belangen op het industriegebied zijn groot, terwijl Moerdijk een relatief kleine gemeente is. Met beperkte middelen moeten er complexe vraagstukken worden opgelost. Dat is voor alle betrokkenen een uitdaging, maar ik weet zeker dat we het met elkaar kunnen. Het industriegebied gaat niet weg en de bewoners voorlopig ook niet, dus je moet op de meest prettige manier met elkaar dealen. Met De Burenraad willen we naar een situatie toe waarbij partijen niet alleen iets komen halen, maar ook komen brengen. Een gezonde wisselwerking met ieders belang in het achterhoofd; daar willen we naartoe.” Gerritsma: “De zoektocht naar synergie zal uitwijzen dat De Burenraad zeker geen onbenullige praatclub is, maar een serieus overlegorgaan met tastbare resultaten.”