Home Blog Page 337

Van der Valk Hotel Ridderkerk brengt al vijf jaar mensen bij elkaar

0

Op 29 juni 2007 vond de officiële opening plaats van Van der Valk Hotel Ridderkerk. Vijf jaar later kijkt directeur Freek van der Valk tevreden terug op die periode en blikt hij met optimisme vooruit. “Alles draait hier om persoonlijk contact. Of het nu gaat om een gezellig familie-etentje, een zakelijke meeting of logeerplek voor buitenlandse gasten: wij brengen mensen bij elkaar.”

Van der Valk onderkent dat de wereld om ons heen in rap tempo verandert, maar dat belemmert niet dat gasten de weg naar Van der Valk Hotel Ridderkerk nog altijd feilloos weten te vinden. “We zijn geopend in 2007, nog net voor de economische crisis. Dat was natuurlijk een goed moment om te beginnen. Vanaf het eerste moment zijn de reacties van gasten positief. De prijs-kwaliteit verhouding is bij ons goed, je krijgt waar voor je geld.” Dat is zeker in de huidige economische omstandigheden belangrijk. Ondanks de opkomst van social media en de steeds vluchtigere manier van leven van een groot deel van de bevolking, is Van der Valk ervan overtuigd dat persoonlijk contact nog steeds van onschatbaar grote waarde is. “Die behoefte blijft groot. Wij vormen een zeer geschikte ontmoetingsplek voor veel mensen. We bieden een warme, gezellige sfeer en onze medewerkers zijn altijd gastvrij en vriendelijk. Ook de ligging en de parkeerruimte maken het aantrekkelijk.”

Bij de ontwikkeling van Van der Valk Hotel Ridderkerk vormden gastvrijheid, duurzaamheid en efficiency de kernwaarden. “In die volgorde, omdat het uiteindelijk draait om onze gasten. We hebben bij de bouw van het hotel veel duurzame energietechnieken toegepast waardoor de CO2-uitstoot 40 procent minder is dan bij een traditioneel installatieconcept. De belangrijkste technieken zijn warmte- en koudeopslag in de bodem, hergebruik van vrijkomende warmte uit de koel- en vriesinstallaties en warmte-krachtkoppeling.” Van der Valk ziet dat andere bedrijven het voorbeeld van Hotel Ridderkerk volgen. “Op meerdere gebieden hebben wij een vernieuwingsslag ingezet. Omdat wij een familiebedrijf zijn, denken we waarschijnlijk eerder aan de lange termijn. Het gaat niet om het rendement op korte termijn, maar om de toekomst van meerdere generaties. We willen met ons hotel op een duurzame en verantwoorde manier de toekomst tegemoet.” Van der Valk Hotel Ridderkerk gaat dus met haar tijd mee en is waar mogelijk zelfs voorloper. “Zakelijke gasten reageren verrast op het nieuwe concept. Ik hoor regelmatig dat ze een ontmoetingsplaats als de onze voorheen heel erg gemist hebben in de omgeving van Ridderkerk. Maar het mooiste compliment dat wij krijgen, is toch wel als men positief is over onze medewerkers. Vaak wordt gezegd dat we een enthousiast en professioneel team hebben. En dat klopt ook.” Van der Valk Hotel Ridderkerk gaat op de ingeslagen weg verder en heeft zelfs uitbreidingsplannen. “De boerderij West-einde, die voor het hotel staat, wordt gerenoveerd en omgetoverd tot een feestlocatie voor bruiloften en partijen. Het eerste kwartaal van 2013 zal waarschijnlijk de ingebruikname zijn.”

Uitstekende haring en gezellige party’s

0

Uitstekende haring en gezellige party’s

Ze zijn er weer. De Hollandse Nieuwe Haring. En ze smaken natuurlijk weer beter dan van vorig jaar. Dat zeggen we elk jaar, maar dit keer is het ook echt zo. De haring smaakt meer dan voortreffelijk. Lekker vol, vet en botermals. Kortom: om van te smullen en dat hebben we dan ook gedaan bij de drie haringparty’s die we bezochten. De eerste party was bij voetbalvereniging RVVH in Ridderkerk. Het is inmiddels een traditie geworden dat Mr. Th.A.M. Jansen Netwerk Notarissen, Flynth adviseurs en accountants, de Koning advocaten en ABN AMRO Bank, in samenwerking met Aart van Wijnen van Visspecialist Van Wijnen uit de Ridderhof in Ridderkerk, bij de grootste het hoogst spelende voetbalvereniging van Ridderkerk een haringparty organiseren. Traditiegetrouw was het er erg druk. De organisatoren hadden er rekening mee gehouden dat het weer wel eens onstabiel zou kunnen zijn en hadden vier flinke tenten neer laten zetten op het altijd gezellige sportpark. Later op de avond bleken de tenten niet voor niets te zijn gehuurd. Zo’n driehonderd relaties van de organiserende bedrijven genoten er van de haring, de drankjes en de door La Maremma geserveerde Pizzapunten. Voor een sfeervolle omlijsting zorgde Carlo Teunisse van CT-AV uit Hoogvliet. Er werd ook nog een vaatje haring geveild, waarvan de opbrengst (800 euro) ten goede komt van de jeugdafdeling van RVVH. Het vaatje haring werd overigens geschonken aan bejaardencentrum De Riederborgh, waar elke bewoner werd verrast met een heerlijke haring.

Kaat Mossel

De haringparty bij Kaat Mossel begon met prima weer en ook hier was het een drukte van belang. Ron en Mary-Claire Hirt hadden vergunning om de Admiraliteitskade voor hun brasserie af te sluiten voor het verkeer. Dat bleek, gezien de grote opkomst, geen overbodige luxe. Schmidt Zeevis stond er met kramen en de haringen vonden gretig aftrek bij de bekende gezichten van Kaat Mossel. Entertainer/zanger Ger Vos verzorgde er een optreden en het was dan ook bijzonder sfeervol. Het geluid was ook hier in handen van CT-AV uit Hoogvliet. Dat haringen moeten zwemmen werd bij Kaat Mossel door de weergoden wel heel erg letterlijk uitgevoerd. Aan het eind van de haringparty kwam het water namelijk met bakken uit de hemel. De sfeer onder de nog aanwezige ondernemers werd er echter niet minder door. Het bleef er nog lang gezellig druk.

Old Dutch

Ook Aad en Ineke van der Stel trakteerden hun relaties weer op een gezellige en sfeervolle haringparty. Het vernieuwde terras van Old Dutch zorgt voor een bijzondere ambiance. Met name de overkapping is bijzonder. Naar gelang het weer kunnen de panelen zodanig worden gedraaid dat je juist wel of niet in de zon zit, of dat je droog zit zodra het begint te regenen. Naast veel bekende Rotterdamse ondernemers troffen we hier een flink aantal bekende Nederlanders en celebrity’s. En ook bij Old Dutch vonden de overheerlijke haringen en andere lekkernijen hun weg.

Naast deze haringparty’s waren er ook dit jaar weer bij Bilderberg Parkhotel, Kotug, Flevum en Bon Bon. Volgend jaar doen we vast ook een van deze haringparty’s aan.

 

ROGAM Groep voor tweede jaar op rij uitgeroepen tot Best Managed Company

0

ROGAM Groep, waar de Mercedes-Benz dealers ROGAM en Victoria uit Groot-Rotterdam toe behoren, heeft ook dit jaar weer het predikaat ‘Best Managed Company’ ontvangen van Deloitte. Het accountantsbureau onderzocht samen met TiasNimbas Business School en VNO-NCW welke bedrijven uit het midden- en grootbedrijf het beste worden geleid. De uitkomst was dus wederom positief voor ROGAM Groep, tot vreugde van Hans van Ruiten, algemeen directeur, en Martin den Heijer, operationeel directeur.

In het juryrapport staan lovende woorden over ROGAM Groep. Zo wordt de heldere, strategische visie en bijbehorende daadkracht geprezen. Ook valt het autobedrijf in positieve zin op vanwege de aandacht voor (sociale) duurzaamheid en hoge klanttevredenheid. Van Ruiten is trots op de uitkomst. “Het bevestigt dat we de goede weg zijn ingeslagen. De autobranche is volop in beweging, dus zijn wij dat ook. Het bedrijf is de laatste jaren flink gegroeid. Inmiddels staan er zo’n 220 medewerkers op de payroll. Ondanks de grootte staan we nog steeds bekend als een warm familiebedrijf, met veel oog voor service en persoonlijke aandacht. Afspraak is afspraak, wij doen wat we beloven. Het doet me dan ook deugd dat we in het rapport goed scoren op stabiliteit van de organisatie, klantgerichtheid en onze visie op de toekomstige ontwikkelingen in de autobranche en de positie van ROGAM Groep hierbinnen.”

Deloitte organiseerde het Best Managed Companies programma voor de vijfde maal. Het programma richt zich op niet-beursgenoteerde ondernemingen met een omzet van minimaal 10 miljoen euro, waarvan het management ook een aandeel in het bedrijf heeft. De landelijke jury kende 72 van de 152 bedrijven de titel ‘Best Managed Company’ toe. Volgens Den Heijer gaat ROGAM Groep na de erkenning op dezelfde voet verder. “We doen veel op inzicht en gevoel en dat zal zo blijven. Ook zijn we een open en transparant bedrijf. We werken in een dynamische branche en om aansluiting te houden en waar mogelijk voorop te lopen, blijven we innoveren.” Eén van die innovaties met het oog op de toekomst is de verbouwing van de Victoria-vestiging aan de Autostrada in Rotterdam. Van Ruiten: “Met een showroom van ruim 3000 m2 en een personenwagenwerkplaats die ruim twee keer zo groot wordt als de huidige werkplaats, sluiten we weer volledig aan op de enorme ambities van Mercedes-Benz.” Duurzaamheid is ook onlosmakelijk verbonden aan de bouw van het hypermoderne pand. Den Heijer: “In samenwerking met Van Gansewinkel worden veel materialen volgens het Cradle to Cradle principe hergebruikt. Bij de opbouw van ons nieuwe pand houden we zoveel mogelijk rekening met de toepassing van materialen die voortkomen uit dit recyclingproces. Ook maken we gebruik van LED-verlichting.” Medio augustus opent de nieuwe vestiging aan de Autostrada haar deuren en op 15 en 16 september vindt de officiële opening plaats, in combinatie met de spetterende introductie van de nieuwe A-klasse. Dus bij ROGAM Groep blijft er voldoende reden tot feest.

 

Paul Schnabel vertrouwt op een goede afloop

0

“De rol van Nederland is nog niet uitgespeeld“
Harder en langer werken en vooral met meer mensen: dat is de remedie tegen de huidige economische crisis. Paul Schnabel is uitgesproken, zoals dat past bij een hoge ambtenaar. Hoewel de 63-jarige directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau genoeg beren op de weg ziet, vertrouwt hij op een goede afloop voor Nederland. “We komen er weer bovenop, we hebben geen keuze.“

Nederland zit wéér in een recessie. En dat terwijl een aantal landen om ons heen wel (licht) economisch herstel vertoont. Hoe kan dit en no

g relevanter: hoe keren we het tij? Of is dit het begin van een trendbreuk en moeten we onze samenleving leren inrichten zonder economische groei? “Dat laatste is eigenlijk geen optie,” zegt Schnabel. “Voor de manier waarop wij leven – en dat al decennia doen – is groei een absolute voorwaarde.” Maar ook de hoogleraar aan de Universiteit Utrecht kent de problemen die dit in de weg staan: een relatief oude en afnemende beroepsbevolking, hoge lonen en een matige concurrentiepositie. “Daarom moeten meer mensen aan de slag, moeten zij harder gaan werken en langer doorgaan.” Volgens Schnabel is dat zeker mogelijk, hoewel Nederland het in termen van productiviteit bepaalt niet slecht doet. “Klopt, onze formele arbeidstijd is met 31 uur per week het kortst van Europa. In Griekenland werken ze gemiddeld 11 uur per week langer, terwijl ze daar op dit moment de grootste economische crisis ooit beleven.”

Verwend

Op het eerste oog ligt het dus niet aan de effectiviteit van onze manier van werken. Blijft over: langer werken. “Dat we moeilijk doen over het oprekken van de pensioengerechtigde leeftijd is weinig verstandig, maar wel verklaarbaar. Al was het maar omdat de meeste mensen nu niet op 65-jarige leeftijd stoppen, maar als ze gemiddeld 63 zijn. Verwend als we zijn met VUT-regelingen en prepensioen. Deze horde

moeten we eerst nemen, om dan snel door te schakelen naar 66 en 67 jaar.” Veelgehoorde klacht in dit verband is dat ouderen relatief duur zijn. “Inderdaad, en voor economisch herstel is het juist essentieel dat we onze lonen beheersbaar houden. Aan de andere kant, het alternatief dat nog minder mensen de kosten moeten dragen van nog meer mensen is absoluut ongewenst.”

Uittocht

Knelpunt hierbij lijkt echter het beperkte aanbod aan arbeid. De werkloosheid in Nederland stijgt de laatste maanden verontrustend. “Toch zijn er voldoende banen, anders hadden we al die Oo

st-Europeanen niet nodig. Maar dat laaggeschoolde werk willen wij niet, in ieder geval niet voor dát loon. Polen, Bulgaren en Roemenen doen dat wel, zolang ze in hun eigen land minder verdienen. Als daar echter de economie aantrekt, keren ze terug en laten ons achter met een nieuw probleem. Misschien wordt het dan tijd te verhuizen naar Polen…” Schnabel zegt het met de nodige relativering en een grijns op het gezicht. Toch sluit hij een dergelijke uittocht in de komende jaren niet geheel uit. “Zestig jaar geleden vertrokken teleurgestelde Nederlanders ook massaal naar Canada, Australië en de VS. Op zoek naar welvaart en economische groei.”

Zzp’ers

Dat waren destijds o

verwegend ondernemende mensen die een nieuw leven begonnen, vaak een bedrijf startten en elders werkgelegenheid creëerden. Om dit soort mensen zit ons land nu weer te springen, lijkt Schnabel te willen zeggen. Maar dan is er toch geen reden tot klagen? Het aantal ondernemers is in Nederland immers nog nooit zo hoog geweest. “Dat zijn vooral zzp”ers. Het kenmerkende aan hen is dat ze juist geen personeel willen. In die zin belemmeren zzp”ers de economische groei.” Een ander kenmerk van veel kleine zelfstandigen is de geringe bereidheid én mogelijkheid om innovatief stappen vooruit te maken. “Omdat bij hen sprake is van een andere dynamiek, meer op stabiliteit en continuïteit gericht, minder op creativiteit en vooruitgang.” Toch vindt Schnabel de trend tot meer verzelfstandiging erg positief. “Ik juich elk initiatief toe waarbij mense

n minder nadrukkelijk leunen op de zorgende overheid maar in plaats daarvan kiezen voor hun eigen perspectief, hun eigen toekomst.”

 

Randvoorwaarden

En die toekomst is er, ook in Nederland. “Onze economie hapert nu, mede omdat we nalaten een aantal cruciale keuzes te maken op het gebied van onderwijs, zorg, huizenmarkt, pensioenen, maar ook duurzaamheid. Tegelijkertijd zie ik in tal van sectoren kansen om ons land verder te onderscheiden. Onze kennis en kwaliteit op het gebied van landbouw, water, logistiek, infrastructuur en communicatie is uniek.” Volgens Schnabel is het vooral een kwestie van visie, lef en leiderschap. “De randvoorwaarden voor economische groei zijn er: het onderwijsniveau, onze internationale handelsgeest en onze logistiek, onze – echt waar – gematigd

e bureaucratie, maar ook het vermogen om snel te schakelen en te handelen. Nee, de rol van Nederland is nog niet uitgespeeld.”

Signaal

Deze laatste uitspraak brengt het gesprek bijna vanzelfsprekend op Schnabel”s eigen toekomst. Over een jaar gaat hij met pensioen, na een carrière van ruim vier decennia waarvan bijna vijftien jaar als directeur van het SCP. “Op een gegeven

moment heb je het gevoel alles al een keer meegemaakt te hebben. Het herhaaleffect overheerst, discussies en trends worden voorspelbaar. Dat is een signaal.” Daarom neemt hij afscheid, hoewel

Schnabel door zijn talrijke nevenfuncties en commissariaten maatschappelijk actief en betrokken blijft. Ook dáárom weet hij dat de economie uiteindelijk weer gaat groeien. “Omdat wij al diverse keren bewezen hebben het vermogen te bezitten om ons aan te passen aan veranderende omstandigheden. Als

het moet, zijn we in staat de tering naar de nering te zetten. We he

bben geen keuze.”

 

Ontwikkelingen in de ICT/Telecom markt

0

Vraag naar bandbreedte door bedrijven voor snellere datacommunicatie zal snel groeien

Rijnmond BUSINESS vroeg vijf bedrijven in de regio, die actief zijn op het gebied van telecommunicatie naar hun mening over de ontwikkeling op het gebied van ICT/Telecommunicatie. We legden hen een zestal vragen voor en vroegen hen of zij onze lezers nog een advies wilden geven.

Jan Pieter de Ruiter, directeur van Axoft Netwerk Services BV in Ridderkerk: “Axoft Network Services BV is de KPN Platina Business Partner in groot Rotterdam met advisering op het gebied van data (glasvezel/koper) verbindingen (Internet-toegang en Virtuele Private Netwerken) en Mobiele Telefonie. Tevens worden klanten vrijblijvend geadviseerd over het vaste telefonie portfolio. – Axoft Network Services is flexibel, heeft professioneel personeel met de benodigde kennis gebied van Consultancy, Accountmanagement en advisering, Back office en Support Desk. Axoft Network Services hanteert bij alles wat wij doen voor de klanten, het principe volgens onze kernwaarden persoonlijk, eenvoud, vertrouwen en verantwoordelijk. – Snel groeiende vraag naar bandbreedte voor bedrijven voor snellere datacommunicatie, integratie van vast en mobiele telefonie en outsourcing van geautomatiseerde werkplekken. – Bedrijven met de juiste totaaloplossing voor klanten met continuïteit, zekerheid/veiligheid/beschikbaarheid en vertrouwen zullen een belangrijke rol voor de klanten gaan vervullen. – Er wordt door de klant verwacht dat Axoft Network Services op genoemde aspecten in vraag 5 de juiste advisering kan geven. Dit betekent investeren in kennis en kunde om de klant zo goed mogelijk te ondersteunen in wat het beste is voor de klant. – Telecom en ICT diensten zijn een zeer belangrijke schakel in het totale bedrijfsproces van een klant. Kijk dan ook als klant kritisch naar veiligheid, beschikbaarheid , kwaliteit en continuïteit aspecten die vanuit de leverancier worden afgegeven.”

Duidelijke trend is de acceptatie van Cloud diensten

Micha Helmink, directeur Helmink Telecom in Ridderkerk: “Helmink Communicatie Group is een full service telecommunicatiebedrijf. Vanuit de vestiging in Ridderkerk werken 30 medewerkers verdeelt over 2 business units. – Het team Telecom Zakelijk adviseert, verkoopt, levert en verleend dagelijks service op mobiele telefonie abonnementen en toestellen. Het team van Managed- & IP Solutions houden zich bezig met de verkoop, installatie en onderhoud van Hosted IP telefonie systemen en spraak/data verbindingen over xDSL en/of glasvezel. Beide teams bedienen gezamenlijk dagelijks meer dan 1000 afnemers in het groot Rijnmond gebied. Daarmee is Helmink in 7 jaar tijd uitgegroeid tot een van de beste telecombedrijven van Nederland; waarvoor zij zelfs eind 2010 werden beloond met de titel ‘Beste Zakelijke Dealer’ en ‘Elke dag beter’ Met dit motto werkt Helmink continu aan het verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening en het interne kennisniveau. Hiermee willen wij dagelijks een positieve bijdrage leveren aan het succes van onze klanten/afnemers. – De verplaatsing van eigen hardware (investering)bij de klant in huis naar online applicaties en diensten (kosten) die overal en op elk tijdstip door de klant te benaderen zijn. – Duidelijke trend is de acceptatie van Cloud diensten, de beschikbaarheid van bandbreedte en outsourcen van mensen en middelen. Hierdoor ontstaat er een steeds efficiëntere en schaalbare invulling van de communicatie middelen, waardoor bedrijven in staat zijn hun wensen en eisen op het gebied van communicatie nauwkeuriger en efficiënter te kunnen invullen.

– Dat bedrijven steeds vaker in staat zijn om sneller, eenvoudiger en goedkoper te kunnen communiceren met hun klanten, leveranciers en medewerkers. Iets wat wij bij Helmink als zeer positief ervaren. De laatste 3 jaar hebben we veel geïnvesteerd om deze stroom goed op te kunnen pakken en onze klanten steeds beter van dienst te kunnen zijn. Dit heeft geresulteerd in het feit dat wij steeds vaker in een vroeg stadium mogen meedenken met onze klanten over hun bedrijfsprocessen en de daarbij horende communicatie stromen. Wat weer resulteert in een betere afstemming en eind resultaten van de opgeleverde projecten. Kortom wij zien de toekomst positief tegemoet en zijn er klaar voor! – Laat u s.v.p. niet gek maken door een stroom van container begrippen die onze branche genoten over u heen storten, maar vraag ons hoe u de technische mogelijkheden kunt gebruiken zodat u sneller, efficiënter en/of goedkoper kan communiceren met u klanten.”

We zijn enorm afhankelijk geworden van internet en social media

Edward Knook, Commercieel Adjunct Directeur bij VolkerWessels Telecom | Van Dulmen in Zwijndrecht: “Wij zijn totaalleverancier van voice-, data- en beeldoplossingen, kortom: internet, bellen en televisie kijken! Wij zijn gespecialiseerd in het ontwerpen, aanleggen, onderhouden en beheren van hoogwaardige koperkabel- en glasvezelnetwerken én bieden maatwerkoplossingen voor bedrijfstelefonie, ICT en beveiliging. In Nederland bouwen wij infrastructuur en netwerken voor de internet service providers en dan voornamelijk KPN. Onze positionering ’totaal voor elkaar’ laat onze visie op dienstverlening en persoonlijke benadering zien. Wij hebben voor ieder telecom vraagstuk een passende oplossing en vinden aandacht voor elkaar en voornamelijk de klant, belangrijk! Zo bereiken wij het optimale resultaat: in een plezierige en nauwe samenwerking diensten leveren, die voldoen aan de wensen van onze klanten. Wij nemen de klant mee aan de hand en creëren zo het one-stop-shopping effect. Vakmanschap en kwaliteit staan aan de basis van onze dienstverlening, flexibiliteit en betrouwbaarheid zijn hierbij de kernwaarden. Onze medewerkers zijn zeven dagen per week, 24 uur per dag bereikbaar. Wij hebben onze eigen technische medewerkers en adviseurs in dienst en weten de weg binnen KPN vanwege onze langdurige partnerschap. Het aanbod van bedrijfsspecifieke software, diensten en applicaties die een snel netwerk vereisen, groeit in een enorm tempo. Voor veel bedrijven staat glasvezel in de top-3 van invloedfactoren voor hun locatiekeuze. Daarmee denk ik dat het verglazen van Nederland voor ons als totaalleverancier dé belangrijkste ontwikkeling is en zal zijn, nú en in de toekomst!

Hoe de branche zich zal ontwikkelen durf ik niet te voorspellen. Tien jaar geleden had ik de huidige ontwikkelingen ook nooit kunnen voorspellen, dan had iedereen me bovendien voor gek verklaard. De trends volgen elkaar in enorm hoog tempo op. Die koers zijn we met zijn allen ingeslagen en er is geen weg terug. We zijn enorm afhankelijk geworden van internet en social media. Het enige wat ik erover kan zeggen is dat de dienstenontwikkeling later de bandbreedte zal bepalen. Wat echter nooit verandert, is onze taak om binnen deze dynamische branche de klant altijd een passende oplossing voor te schotelen. Er zullen veel nieuwe marktspelers komen, die als paddenstoelen uit de grond gaan schieten! Omdat er binnen onze branche altijd beweging is, is het van belang voorop te lopen en goed opgeleid personeel is daarbij ontzettend belangrijk. Wij zijn op dit moment, op veel gebieden een belangrijke marktspeler, maar door de opkomst van andere marktspelers moet je een manier vinden om voorop te blijven lopen. Dit betekent dat je als organisatie moet meegaan met de tijd en kunnen inspelen op de marktontwikkelingen. Om ook in de toekomst de klant de gewenste service en knowhow te bieden, volgen wij de ontwikkelingen dan ook op de voet! Ons rest de taak binnen deze dynamische branche de wensen van de klant te vertalen in pasklare oplossingen met daarbij de juiste service en advies te bieden. Op deze manier moeten wij de markt ontzorgen met onze persoonlijke en klantvriendelijke benadering.”

Carlo van Vliet, Consultant en Het Nieuwe Werken Specialist bij Nemesys in Oud-Beijerland: “Nemesys is een fullservice ICT & Telecom leverancier met 60 medewerkers gevestigd in Oude Beijerland. Bewegingen zoals mobiliteit, Het Nieuwe Werken en coud computing faciliteren wij d.m.v. een compleet producten- en dienstenpakket voor ICT, vaste telefonie en mobiele telefonie. Dit omvat alles wat er rondom uw bedrijfsprocessen gevraagd wordt aan spraak- en datacommunicatie. Service en dienstverlening staan daarbij hoog in het vaandel. Onze uitgebreide supportafdeling is 24 uur per dag, 7 dagen per week bereikbaar voor service en onderhoud van uw ICT en Telecom apparatuur. Wij zorgen ervoor dat u zorgeloos kunt communiceren en zich kunt concentreren op uw business. – De USP’s van Nemesys zijn:

  • 20 jaar kennis en ervaring in ICT en Telecom oplossingen
  • compleet pakket voor ICT, vaste telefonie en mobiele telefonie binnen 1 bedrijf onder 1 dak
  • deskundige, gecertificeerde en enthousiaste medewerkers
  • 24/7 supportdesk voor al uw vragen en storingen
  • duidelijke keuze voor A-merken
  • Met een scherp oog voor mogelijke kostenbesparingen

Vier belangrijke trends bewegen momenteel de ICT markt in positieve zin:

  • Het Nieuwe Werken à van proces naar mens gestuurde ICT. Anytime & anyware
  • Bring Your Own Device à gebruikers brengen steeds meer hun “eigen” middelen mee à vrijheid in keuze van apparatuur
  • Cloud computing à het outsourcen van ICT middelen in zowel de oplossing als het beheer
  • Mobiliteit à bewegingsvrijheid d.m.v. het draadloos faciliteren van ICT apparatuur

Gevolgen hiervan voor de marktontwikkeling zijn dat Telecom bedrijven verdwijnen of worden ICT specialisten, gefocust op communicatie-infrastructuur oplossingen. Nemesys heeft deze beweging een aantal jaren geleden al ingezet.

– Het landschap van ICT dienstverleners veranderd, en die verandering zal de komende jaren nog meer doorzetten. Met de opkomst van nieuwe bewegingen is deze verandering ook noodzakelijk. – De vraag is of bedrijven en haar medewerkers kunnen meebewegen in deze verandering. Immers de klantvraag (waar dienstverlening in de basis om draait) veranderd ook!

Dennis Beekhuizen, directeur DB Telecom in Wateringen en Maasdijk: “DB Telecom is een onafhankelijke telecomspecialist met 17 jaar ervaring. Wij adviseren, implementeren en

communicatieoplossingen die het mogelijk maken om altijd en overal op een veilige en efficiënte wijze te communiceren met elkaar. Hierbij stellen wij ons als doel de communicati

eomgeving van organisaties te optimaliseren en het voor hen beheersbaar, inzichtelijk en voordeliger te maken. – Wij onderscheiden ons door vanaf onze geboorte al vaste en mobiele telefonie te leveren met een zeer hoog serviceniveau. Op beide disciplines zijn we specialist en kunnen daarom ook als geen ander een geïntegreerde totaaloplossing bieden. We bieden de klant een one-stop-shop ervaring. – Het kiezen van een passende communicatieoplossing is ten opzichte van een aantal jaar geleden totaal anders geworden. De winst op financieel en functioneel gebied zit niet meer in een goede oplossing voor alleen vaste telefonie, ICT of mobiele telefonie. Wellicht levert het n

u nog het gewenste effect op, maar over een aantal jaar is dit niet meer toereikend. Vaak zijn deze disciplines altijd los van elkaar behandeld en ontbreekt de samenhang. Laat deze samenhang in communicatie nu net hetgeen zijn, waarmee nu en in de toekomst een meerwaarde gecreëerd kan worden voor organisaties. Dit voordeel wordt nog meer versterkt als deze totale invulling ondergebracht kan worden bij één organisatie die deze drie disciplines zelf beheerst. Één partner en één factuur voor alle communicatie zijn bijvoorbeeld zeer praktische voordelen voor uw organisatie. Naast een goede oplossing, heeft de klant juist behoefte aan een organis

atie die de ingewikkelde materie naar eenvoudige stof vertaalt. Hosted telefonie, ‘de cloud’, is iets wat voor veel organisaties nog eng of iets onbetrouwbaars. Dit is niet meer nodig. Tegenwoordig wil men geen (grote) investeringen doen en is er behoefte aan een communicatieoplossing die betrouwbaar is en gemakkelijk mee kan buigen met de ontwikkelingen van een organisatie. Hosted telefonie biedt hier het antwoord op. Dit zal de komende jaren een enorme toevlucht nemen. Verder zal het gebruik van data alleen maar toenemen. Dit zorgt voor een hoop beweging en ontwikkelingen in de markt.

Providers zoals Vodafone en KPN zullen de komende jaren flink investeren in netwerken die de belasting van het toenemende dataverkeer aankunnen. Daarnaast zullen zij zich volledig toeleggen op het gecombineerd aanbieden van vaste en mobiele telefonie in de cloud. Dit zorgt ervoor dat bedrijven

afhankelijker zullen worden van dit soort partijen, maar ze wel tegen veel lagere kosten kunnen genieten van de technische mogelijkheden en geheel ontzorgt worden. – Als onafhankelijke adviseur zullen we voorop moeten lopen in deze ontwikkelingen en ervoor zorgen dat de klant genoeg keuzevrijheid houdt. Men kan hierbij rekenen op een hoogwaardige service. Bij de grote telecomorganisaties wordt er flinke druk gelegd op de kosten wat zich vertaalt naar mindere service. Bij ons blijft dit hoog op de agenda staan. Het uitgangspunt is bij ons ook niet de techniek. Wij willen de klant hiermee niet vermoeien. Ons doel is met onze oplossingen een waardevolle bijdrage leveren aan het bedrijfsresultaat van de klant. – Kijk verder dan alleen uw vaste of mobiele telefonie. Door het als één geheel te beschouwen en de juiste keuze te maken in het begin (uw infrastructuur) bespaart u kosten en voorkomt u desinvesterin

gen. U bent dan tevens in een later stadium flexibeler om de juiste keuzes te maken rondom uw communicatieoplossing.”

 

 

Hoe kunnen ondernemers, over heid, gemeente, burgers, wijken, stichtingen en onderwijs elkaar versterken

0

Sociaal ondernemerschap

In de mei editie van Rijnmond Business hadden we het over de ontwikkelingen op het gebied van de arbeidsmarkt in onze regio. In deze editie een vervolg. Allereerst de visie van Paul Schnabel op pagina 22 t/m 24. En op deze pagina’s het verslag van een door ons, in samenwerking met Chris Noordam (o.a. coach bij JINC voor het programma Ondernemen Doe Je Zo! en bestuurslid van Stichting Jong Ondernemen), georganiseerd ‘Ronde Tafelgesprek’. Het gesprek vond plaats bij ‘In Real Life Meetup’ aan de Schorpioenstraat in Rotterdam. Gastheer in deze inspirerende vergaderlocatie was de directeur ervan, Aart-Jan Eenkhoorn.

Deelnemers aan dit ‘Ronde Tafelgesprek’ waren Cock Lafeber, eigenaar van Actor Consultancy, Gerard van Es, directeur bestuurder van Stichting Werk Incubator, Dwight Krolis, General Director van Stichting Young Up, Cedric Krolis, Communicatie Manager bij Stichting Young Up, Renzo Deurloo, partner en mede-eigenaar van GreenFox en Chris Noordam, die tevens als gespreksleider fungeerde.

Belangrijkste resultaat

De eerste vraag van Chris was, wat het belangrijkste resultaat of succes is dat je hier wilt delen. Cock Lafeber: “we hebben ruim twintig mensen met een verstandelijke beperking aan een baan geholpen. We hebben een drempel weggehaald bij een Rotterdamse garantieregeling. En dat je mensen die wij begeleiden ziet groeien beschouw ik als een groot succes.” Gerard van Es: “Wij hebben met onze Stichting een aantal jongeren op de rit gezet die waren uitgevallen in het onderwijs.” Dwight Krolis: “Na drie jaar als vrijwilligersstichting te hebben geopereerd hebben we nu duurzaamheid in onze business kunnen realiseren. We hebben middels creatieve talkstorms bereikt dat we nu weg gaan van afhankelijkheid van subsidies. We hebben echt duidelijk gemaakt wat er in de stad Rotterdam speelt. We zijn inmiddels met vijftien jongeren actief aan de slag.” Renzo Deurloo: “Dat zijn meerdere successen. Zo hebben we een prijs ontvangen voor meest succesvolle werkgelegenheidstraject in de regio Utrecht, een goed overleg gehad in de 2e Kamer met de wethouders van de vier grote steden (Rotterdam, Amsterdam, Utrecht en Den Haag), directie sociale werkvoorzieningen en kamerleden en gesprek met Gerrit Zalm namens ABN AMRO over de voorfinanciering van onze methodiek. We zijn nu actief met vijftien sociale werkplaatsen. We scheppen werk voor veel mensen met een beperking betaald uit de gerealiseerde energiebesparing. Dit nieuwe licht wordt binnen drie jaar terugverdiend en levert wel vijftig procent energiebesparing.” Cedric Krolis: “Als projectleider ben ik bezig geweest met het realiseren van een evenement ‘Wat had je dan geslacht?’. Hierbij werden verschillen tussen mannen en vrouwen uitvoerig besproken.”

Rotterdam wil graag meer structurele street-wise kennis en ervaring opbouwen

De belangrijkste onderwerpen die in een ‘Street University’ beschikbaar zouden moeten zijn, zijn volgens Dwight Krolis: kernwaarden van de samenleving, historisch besef, de kwaliteit van de stad Rotterdam duidelijker neerzetten, de rol van Rotterdam als docenten en studentenstad meer uitdragen, authenticiteit bij mensen ontwikkelen, autoriteit, leiding en gezag weer goed inhoud geven, maar zeker ook daadwerkelijke gelijkwaardigheid van mensen, met of zonder diploma, uitdragen. We zijn allen mensen. Veel jongeren weten nog niet wat ze willen; daarom helden creeren die hun succeservaringen willen delen en dus voor anderen inspirerende voorbeelden zijn. Maar ook talentontwikkeling en identiteitsvorming: wie ben ik en wat wil ik en middels een stappenplan in een baan terechtkomen.

Politiek is teveel bezig met symptoombestrijding

In plaats van het aanpakken van de oorzaak is de overheid teveel bezig met symptoombestrijding. Als voorbeeld wordt door Gerard van Es genoemd de aanpak van criminele jongeren. Hiervoor heeft hij een project opgestart met 23.000 euro subsidie. Dertien jongeren zijn als werknemer in een door hem opgestarte horecagelegenheid opgenomen. Helaas is het project door de lokale overheid stopgezet. Ook al blijken de kosten voor opvang, huisvesting en onderhoud van criminele jongeren veertig keer meer te zijn. De toenmalig verantwoordelijke wethouder gaf Van Es te kennen dat dat wel klopt maar het geld van de criminele jongeren komt vanuit justitie en het project dat jij draait komt uit mijn budget (sociale zaken, red.) en dat ga ik verder niet invullen. Van Es: “We zijn dus niet echt bezig met een gerichte aanpak, maar meer met geldstromen.” Van Es vult aan dat er gekeken moet worden naar een integrale aanpak en doorverwijzen naar de juiste instelling. Renzo Deurloo laat weten Rotterdam juist een pragmatische ‘club’ te vinden. Of het nu Stadsontwikkeling is of de Roteb, hij krijgt altijd snelle reacties en prima medewerking. Hij is erg te spreken over de contacten met Rotterdam en Rotterdamse instellingen. Zeker in vergelijking met andere steden komt Rotterdam er volgens Deurloo positief van af. Ze zien ons als gelijke en zijn in voor onze ideeën en plannen. Op dit moment hebben we een project op stapel staan voor het ombouwen van duizenden licht armaturen, dit gaat de gemeente Rotterdam een geweldige besparing en werkgelegenheid opleveren. We krijgen prima mensen die graag willen werken en ze doen mooie projecten, zoals bijvoorbeeld bij Diergaarde Blijdorp. Dwight Krolis herkent dat ook wel, maar kent ook de andere kant. Maar zeker positief is dat de gemeente zoekt naar duurzame initiatieven. In alles wat ze doen proberen ze jongeren en projecten bij elkaar te krijgen. Is natuurlijk leuk wat we doen volgens de General Director van Stichting Young Up, maar de vraag is hoe kunnen we talentontwikkeling transparant maken? Als dit concreet gemaakt kan worden dan kun je ook laten zien dat je waarde levert aan de maatschappij. Cock Lafeber geeft aan dat als je een euro investeert in het aan werk helpen van mensen je er twee bespaart.

Paul Schnabel

Chris Noordam: “Er is in Rijnmond grote behoefte aan vakmensen voor ondermeer de haven en techniek.” Vervolgens haalt hij het artikel ( pagina 22/24 van dit nummer) van Paul Schnabel (Sociaal Cultureel Planbureau) aan. Noordam: “Schnabel zegt hierin dat we onze kennis in Nederland van landbouw, water, logistiek, infrastructuur en communicatie, die uniek is, beter moeten benutten. Ook gaat door de vergrijzing in de ambachtseconomie (binnen 5 jaar gaat een kwart van de ruim 1 miljoen werkers met pensioen) veel vakmanschap verloren. Als je dit leest, dan is mijn vraag hoe kunnen we nu sturen op het ontwikkelen van duurzame banen? Wat moeten we in Rotterdam doen om dit te laten starten?”

Cock Lafeber: “De wijksuppoost. Dat is een medewerker die binnen de wijk zichtbaar en dienstbaar activiteiten verricht ter ondersteuning van de lokale samenleving, zoals bijdragen aan de veiligheid in de wijk, maar ook aan sociale cohesie, buurtfeesten organiseren. De WSW cliëntenraad heeft geadviseerd om op wijkniveau te inventariseren aan welke vormen van dienstverlening behoefte is. Bijvoorbeeld de ouderen in de wijken te ondersteunen bij het repareren van rollators et cetera, maar je kunt ook verbindingen maken met het onderwijs. Al werkend kun je mensen diploma’s laten halen. Op lokaal, ja zelfs wijkniveau kun je mensen die uitvallen uit het onderwijs weer oppakken en aan werk helpen en zo dus ook een diploma laten behalen. In Utrecht blijkt dit project aan te slaan. Het vereist natuurlijk een goede samenwerking en continuïteit tussen de lokale overheid, onderwijs, maar ook met ondernemers. Zo’n lokale organisatie moet zich binnen bestaande wet- en regelgeving kunnen bewijzen, ook qua financieringsstroom. Als ondernemer moet je er toch een bepaald rendement uit kunnen halen.” Chris Noordam vraagt of er nog andere ideeen zijn. Zelf noemt hij de Parels van Zuid sessie. Dit zijn zeven bedrijventerreinen op Zuid waar heel veel werk zit. We weten dat niet, maar we maken een soort etalage aan de voorkant waar alle soorten werk van dat bedrijventerrein te zien zijn en de scholen laten we aansluiten zodat ze in die grote etalage kunnen zien wat voor soorten werk er ligt. Dat idee ligt nu bij Marco Pastors om dat uit te rollen. Gerard van Es geeft aan dat er wel heel veel initiatieven liggen, zeker op Zuid. Vaak ook prima initiatieven, maar het zijn ook heel vaak losse ideeen en kleine eilandjes. Als er meer samengewerkt zou worden dan zou het veel krachtiger zijn en de resultaten ervan vele malen hoger. Dwight Krolis haakt hier op in. Hij is met de Stichting Young Up ook bezig om jongeren kansrijk te verbinden. Zo is hij vorig jaar reeds bezig geweest met het Albeda College, Hogeschool Rotterdam en Deltalinqs en meerdere partijen om in kaart te brengen welke initiatieven er reeds zijn en hoe kunnen we er een tijdslijn van maken. Hoe kunnen we er vanuit jongerenperspectieven een soort communicatielijn van schrijven. Met als doelstelling op welk moment moet je jongeren informeren over welke activiteiten er zijn. We zouden er ook een Europees subsidieprogramma voor schrijven, maar na oktober van het afgelopen jaar heeft hij over ‘Rotterdam krijgt Europees geld voor innovatieve jeugdparticipatie’, niets meer gehoord. Rotterdam zou via het Europese URBACT programma geld ontvangen voor het vergroten van kansen van jongeren op de arbeidsmarkt en het versterken van de innovatieve sector. Rotterdam is of was hierbij partner in de twee nieuwe Europese kennisnetwerken: My Generation at Work en Creative Spin. Het is natuurlijk jammer dat dit soort initiatieven dan doodbloeden. Onlangs heeft hij een paar jongeren een afstudeeropdracht laten schrijven. Een over hoe je een sportevenement kunt koppelen aan het informeren over de arbeidsperspectieven in de haven. Iemand kwam met het idee om op de vrijdag tijdens de Wereldhavendagen (dat blijkt een jongerendag te zijn), om dan een soort Havenspelen te organiseren. Zo kun je jongeren spelenderwijs kennis laten maken met de haven en laat je ze ook zien hoe leuk het kan zijn om in de haven te werken. Cedric Krolis is van mening dat er vaker van dit soort koppelingen gemaakt zouden moeten worden. Er zou eigenlijk een soort van cooperatie in het leven geroepen moeten worden om samenhang aan te brengen in alle ideeen en succesvolle activiteiten die er zijn.

Street University

Chris Noordam heeft met Marjolein van Doorn, directeur Stadsbeheer, een keer gesproken over een street university (Street Wise). Wat zouden de tien belangrijkste hoofdstukken van de street university volgens de jongeren aan tafel moeten zijn. Cedric Krolis noemt er meteen twee. Autenticiteit en discipline, maar al pratend volgt ook historisch besef en daadwerkelijke gelijkwaardigheid. Dwight Krolis geeft ook aan autoriteit belangrijk te vinden. En dan gaat het met name om respect. Je hebt bijvoorbeeld altijd leraren waar je als jongere respect voor hebt. Vervolgens komen duurzaamheid, het leren van succes en ervaringen en helden creeren aan bod. Cedric: “Je leert het meest tijdens je stageperiode. Dat is in elk geval mijn ervaring.” Renzo Deurloo geeft ook aan dat je vooral veel leert van je fouten die je maakt. Geef ruimte om fouten te maken.”

Werkend Wachten

Op Werk

Chris Noordam: “Een van mijn helden is Aad van Nes, die in zijn periode als Arbeidsmarktmeester van Rotterdam de werkbeweging heeft opgestart. Werkend Wachten Op Werk vanuit een coöperatievorm. Werk terughalen uit lage lonen landen en dit mensen laten doen. Dit bespaart minstens tien procent van de sterk stijgende zorgkosten in ons land. Gewoon omdat mensen uit hun sociale isolement komen en weer een werkhouding en inzet gaan leveren. Hoe kijken jullie hier tegenaan?”

Renzo Deurloo: “Ik moet zeggen dat ik met wethouder van Rotterdam, Marco Florijn en de directie en bedrijfsmanager van het Ro-bedrijf zeer slagvaardig zaken heb kunnen doen. De inventarisatie van armaturen die we kunnen gaan aanpassen is gedaan en de vervolgstappen worden nu besproken. Echt een verademing als je dit vergelijkt met een aantal andere gemeenten, waar dit veel langzamer is verlopen.”Dwight Krolis: “Werk moet geen straf zijn, maar een uitdaging! Je moet jongeren geen dingen laten doen waar ze op neerkijken. Breng mensen op weg naar een kans, maar let ook op het werkethos. En mensen die al vaker een teleurstelling hebben gehad in beloftes die niet werden waargemaakt doen zo ook niet mee. Papier prikken is niet de oplossing. Cock Lafeber is het daar grondig mee eens: “Werk moet niet als straf worden ervaren. Dan zeggen jongeren dit wil ik niet, dan liever een uitkering. Het moet juist uitdagend zijn.” Renzo Deurloo: “Prima, maar er moet ook wel iets van een verplichting in zitten. Ik vind mijn werk ook niet altijd leuk.”

Vooruitblik naar 2015

Stel het is inmiddels 2015, wat heb je dan als belangrijkste stap gerealiseerd?

Gerard van Es: “Heb met mijn Europese Stichting veel jongeren bereikt. Gratis advies richting baan. Heb jongeren dingen laten ontwikkelen die ze zelf niet wisten. Ook veel opleidingen richting ondernemerschap.” Renzo Deurloo: “We hebben nu zo’n honderd medewerkers van diverse 15 sociale werkvoorzi

eningen voor ons werken. Over drie jaar zijn dat er duizend. In die drie jaar heb ik dan grootschalige werkgelegenheidsprojecten opgezet.” Cock Lafeber: “De baan van wijksuppoost staat als een huis. Het alternatief voor klaverjassen en rummycuppen. Met elkaar hebben we geleerd een stapje terug te doen. Cooperaties draaien waarbij gemeenschappelijke doelstellingen worden gerealiseerd.”

Cedric Krolis: “We hebben veel ervaring opgedaan met jongeren en ondernemerschap met media evenementen. We hebben drie leerlingen van Street University erbij ingezet.”

Over drie jaar zullen we de heren vragen in hoeverre zij hun belangrijkste stappen daadwerkelijk hebben gerealiseerd.

Gorisse en Vermeulen onderkennen meerwaarde relatie met Rotterdam Topsport

0

Pas aan het einde van het gesprek blijkt het zaadje van de relatie tussen Ricoh document center Rotterdam en Rotterdam Topsport reeds in het begin van de jaren negentig al te zijn geplant. Directeur Jorg Gorisse (38) blijkt zonder zich erop voor te staan namelijk een meer dan verdienstelijk badmintonner te zijn geweest. Op landelijke niveau stond hij onder meer in de dubbel aan het net naast Rotterdammer Jeroen van Dijk. “Hij begon, met steun van een toen tamelijk nieuwe organisatie die Rotterdam Topsport heette, als eerste speler in ons land om elke dag te trainen. Toendertijd een noviteit in sport.” En daar waar Van Dijk door het opvoeren van de trainingsintensiteit zich de mondiale top 10 binnen sloeg, koos Gorisse voor zijn studie. “Maar de meerwaarde van de samenwerking met Rotterdam Topsport is mij sindsdien altijd bijgebleven.”

Ricoh opende in de zomer van 2011 een vestiging aan de Laan op Zuid in de Maasstad. Kort daarna meldde Gorisse zich bij Rotterdam Topsport met de vraag of hij soms sponsor mocht worden. Gold Sponsor om precies te zijn. “Wij zijn momenteel onze showroom in Rotterdam aan het uitbreiden om onszelf nog nadrukkelijker als speler in de IT-markt weg te kunnen zetten. Wij zijn met ruim 1.400 klanten sterk vertegenwoordigd in een groot verzorgingsgebied van Rotterdam en de omliggende regio’s. We wilden met Ricoh bewust in het centrum van die cirkel zitten, om nog meer zichtbaar te zijn. Rotterdam dus. De samenwerking met Rotterdam Topsport sloot daar in onze optiek naadloos bij aan. Ricoh is een global brand, dus de marketingstrategie wordt voor heel Europa min of meer centraal bepaald. Je zult onze naam dus niet snel meer op een shirt van een club of bij een bond tegen komen. Rotterdam Topsport daarentegen past goed in de nieuwe aanpak. Wij committeren ons als Gold Sponsor niet aan een club, maar aan een stad, een prachtige sportkalender plus een groot en heel interessant netwerk. Rotterdam Topsport is net als Ricoh een merk. Een A-merk, dat ons als bedrijf een platform biedt om op mee te liften. Bovendien zorgt de titel van Gold Sponsor voor exposure. In onze markt telt dat. Wij hebben zaken intern goed afgewogen. Vraag was, wat kunnen zij voor ons doen en wij eventueel voor hun. Daar waren we snel uit, vervolgens hebben we ons gemeld en zijn we tot zaken gekomen.”

Connect Holland prijkt als Silver Sponsor al veel langer op de lijst met partners van Rotterdam Topsport. Karen Vermeulen is echter pas sinds januari 2012 als senior accountmanager werkzaam bij het Rotterdamse internetbedrijf. “Ik ben consultant geweest in de wereld van hr-software. Zeg maar de portals en websites voor werving en selectie van personeel. Ik vond het na tien jaar een uitdaging om al mijn kennis en ervaring in een andere organisatie te gaan benutten. Voor mijn gevoel zit ik bij Connect Holland op mijn plaats. Het voelt goed en werkt prettig,” aldus de 40-jarige Rotterdamse. Ondanks dat ze persoonlijk nog weinig ervaring heeft opgedaan in de samenwerking met Rotterdam Topsport, ondervond Vermeulen in de afgelopen maanden al wel de meerwaarde van het partnership. “Andere bedrijven binnen het klantenbestand van Connect Holland kijken naar namen als die van Rotterdam Topsport. Daar wordt ook steevast anders en positief op gereageerd dan een commerciële club. Het prettige is dat er bij Rotterdam Topsport veel gebeurt en in grote lijnen op dezelfde manier wordt gewerkt als bij Connect Holland. Dat geeft gevoelsmatig een aansluiting bij elkaar,” aldus de voormalige hockeyster.

Net als Ricoh-directeur Gorisse speelt Vermeulen inmiddels golf. “In heb zelf gemerkt dat Rotterdam Topsport ons als Connect Holland een meerwaarde in de relatie met bijvoorbeeld Randstad bezorgt. Ook dat is een organisatie die zich in de wereld van sport beweegt. Via hen zijn we weer in contact gekomen met sportkoepel NOC*NSF. Dat effect is zuiver toe te schrijven aan de sponsoring van Rotterdam Topsport. Daar waren we anders niet of veel moeilijker binnen gekomen. We komen goed over via de relatie met en het werk dat we voor Rotterdam Topsport verrichten. De site die we voor de Sportstad Awards hebben ontwikkeld, waardoor mensen konden stemmen op hun favoriete sporter of sportster, is een prachtig visitekaartje gebleken. Er hangt niet voor niets een voorbeeld bij ons aan de muur. Daar zijn we trots op en daar wordt vooral door anderen en potentiële klanten naar gekeken. Als Ricoh dezelfde positieve ervaringen opdoet als Connect Holland, heeft Rotterdam Topsport er zeker een tevreden sponsor bij.”

Wilt u volledig op de hoogte blijven over alle topsport in Rotterdam? Volg Rotterdam Topsport dan via:

 

@RdamTopsport

Facebook.com/RotterdamTopsport

Concurrentie door internet vraagt om echte ondernemers in retail

0

‘Werk aan de winkel’

Dinsdag 5 juni organiseerde Rabobank Voorne-Putten Rozenburg alweer haar 19e Inspiratiebijeenkomst. Thema was dit keer ‘Werk aan de Winkel’. Volgens presentator en organisator van de Inspiratiebijeenkomsten namens Rabobank VPR, commercieel directeur Cees Vingerling, moet het duidelijk anders dan winkeliers tot voor kort gewend waren. Tenminste als je als winkelier wilt overleven. Samen met presentatrice Nana Appiah schotelde Vingerling de bezoekers een bijzonder boeiend programma voor.

Het thema ‘Werk aan de Winkel!’ ging over de toekomst van winkels en e-commerce en dat bleek veel ondernemers te triggeren. Bijna 400 bezoekers bezochten de immer succesvolle Inspiratiebijeenkomst van Rabobank VPR in Theater De Stoep in Spijkenisse. Vingerling en Appiah somden op welke elementen een retail-ondernemer allemaal moet inzetten om de kans op overleven te vergroten. De winkelier anno nu moet met klanten communiceren via: bricks: de fysieke winkel – clicks: een website/webshop – ticks: smartphone/iPad – smicks: social media – flicks: flyers en andere gedrukte media. “Als je alle vijf gebruikt doe je het goed”, aldus Appiah. “Zeg maar de Schijf van Vijf.”

Een op de drie winkels verdwijnt

Eén op de drie winkels zal verdwijnen, voorspelt prof. dr. Cor Molenaar, buitengewoon hoogleraar eMarketing en Distance Selling aan de Rotterdam School of Management van Erasmus Universiteit. Die daarnaast een adviesbureau op het gebied van e-commerce (eXQuo consultancy) runt. Molenaar, ook voorzitter van het RFID-platform Nederland en Certificering Thuiswinkel Waarborgmerk, schreef diverse boeken (zoals ‘Het Nieuwe Winkelen’ en ‘Het einde van winkels?’) over de gevolgen van de opkomst van internet voor de detailhandel.

Kopen via internet groeit enorm snel. In 2011 werd online voor 9 miljard euro gekocht. Dit jaar zal dat bijna 11 miljard zijn en in 2020 waarschijnlijk zo’n slordige 20 miljard. Molenaar rekende zijn gehoor voor dat de totale bestedingen niet zullen stijgen, maar dat de groei van internet volledig ten koste zal gaan van de ‘gewone winkels’. De échte doorbraak is nu aan de gang, en dat komt door de beschikbaarheid van draadloze verbindingen en het massale gebruik van laptops, smartphones en tablets. “Er zijn geen barrières meer”, aldus Molenaar. Iedereen is interactief bezig: stemmen op kandidaten in tv-programma’s, LinkedIn, Facebook, Twitter en shoppen.

In Nederland ligt de piek van digitale koopmomenten tussen 22.00 tot 23.30 uur. Dan zitten de partners samen op de bank, tv te kijken met een laptop of iPad op schoot. “De gemiddelde Nederlander heeft dan twee glazen wijn of drie glazen bier op, en dan blijkt de drempel om te kopen veel lager dan op zaterdagochtend met jengelende kinderen en een mopperende echtgenoot in een winkel.”

Vissers moeten jagers worden

Molenaar maakte duidelijk dat er ondernemerschap wordt gevraagd. Volgens hem schieten veel winkeliers op dat vlak tekort. “Velen doen hun winkel om 09.30 uur open, sluiten om 17.30 uur, maken de kassa op en constateren of het een goede of slechte dag was. Het zijn net vissers die elke dag met een hengel en een broodtrommel naar een vijver gaan; als ze geen beet hebben, veranderen ze het aas. Ook al zit er geen vis meer in de vijver.”

Winkeliers moeten van vissers veranderen in jagers, aldus Molenaar. Niet afwachten, maar achter klanten aan. Hen vragen stellen als ze in de winkel komen, via internet en e-mail contact zoeken.

Molenaar adviseert in de winkel vooral de producten met hoge omloopsnelheid (‘short tail’) fysiek beschikbaar te hebben – zodat klanten die meteen mee kunnen nemen. De minder vaak verkochte producten (‘long tail’) moeten klanten ook kunnen kopen, maar die kunnen bezorgd worden en het geeft niet als dat pas één of twee dagen later is. Deze aanpak scheelt aanzienlijk in winkel- en voorraadruimte – en dus ook op de huurkosten. Hij raadt ondernemers uit de detailhandel niet aan zomaar een webshop te beginnen naast de fysieke winkel. Zoiets kun je er niet even bij doen. Wel zou elke winkel een goede website moeten hebben: om in contact te komen en te blijven met de doelgroep en op het netvlies te komen als consumenten op internet naar een bepaald product op zoek zijn. Als ze dat vervolgens willen kopen in een winkel, doen ze dat toch het liefst bij een zaak die voor hen bekend en vertrouwd is.

Leegstand

Door noodgedwongen sluitingen van winkels ontstaat leegstand. Dat gaat een funeste uitwerking hebben op binnensteden en winkelcentra, voorspelde Molenaar. De Rotterdamse plannen voor een nieuw winkelcomplex in de binnenstad verwees hij naar de prullenbak. Dat zou alleen maar nog meer leegstand creëren. Winkels en winkelgebieden moeten veranderen. Het huidige concept dateert uit de zestiger jaren, aldus Molenaar, en dat voldoet niet meer. Hij ziet drie soorten kopers, die elk een ander soort winkel(gebied) met hun eigen sfeer en voorzieningen zoeken: convenience (goods) shopping: gemak, dichtbij – lokale winkelcentra in de wijk voor de dagelijkse boodschappen – social shopping: winkelen is leuk, belangrijk voor de leefbaarheid en mensen zoeken een gezellige stad met terrassen, cultuur en dergelijke – social buying: op pad gaan om te kopen, op een plek waar anderen met zelfde interesse komen. In Spijkenisse is volgens Molenaar 12 procent leegstand. Door de concurrentie van internet komt daar circa 20 procent leegstand bij.

Filmpjes

Aan de hand van vijf filmpjes reageerden Molenaar en twee vooraanstaande retail ondernemers uit de regio, (1) Hans de Wit (eigenaar van twee kledingzaken in Hellevoetsluis) en (2) Hans de Vette (eigenaar van Jumbo-supermarkt in Brielle) op vragen. Een overeenkomst tussen de bedrijven is dat ze service bieden en klanten aandacht geven. Daarvoor hebben ze goed opgeleid en geïnstrueerd personeel. Dat vragen van klanten kan beantwoorden en advies kan geven. Te vaak ervaren consumenten in een willekeurige winkel dat zij door hun oriëntatie vooraf op internet meer weten over het product dat ze willen kopen dan de verkoper.

“Wij zorgen voor sfeer en maken er een feestje van”, zei De Wit. “We organiseren events, kiezen thema’s, zorgen dat er van alles gebeurt.” De Vette merkte op dat dit werkt: “We hadden in Brielle pas een Ladies Night en het was hartstikke druk en gezellig.”

Beide ondernemers pleitten ervoor dat winkels meer samenwerken. Ook op internet en om hun winkelcentrum, dorp of stad in de markt te zetten. De Vette: “Als merk. Dat zouden we als heel Voorne-Putten moeten doen. Alle voordelen en voorzieningen die we hier hebben, zijn te onbekend. We zouden ook onderling kunnen afstemmen wie wanneer een evenement organiseert. Zodat er niet in drie plaatsen tegelijk een feest is.”

Succesvol met

stropdassen

Laatste spreker was Steijn Pelle. De pas 23-jarige ondernemer begon vorig jaar met drie vrienden Cravatta Pelliano. Dat ze willen uitbouwen tot een internationaal succesvol modewerk. Ze zijn inmiddels aardig op weg. Ze verkopen hun producten inmiddels via internet en in meer dan 75 winkels in zeven landen. En dan te bedenken dat de jonge ondernemers pas op 21 oktober 2011 zijn gestart. Niet gehinderd door enige schroom werden bij de opening journalisten en per helikopter ingevlogen. Ze haalden daarmee zelfs het NOS journaal. Dat betekende natuurlijk meteen een enorme naamsbekendheid.

Een andere stunt waarmee Cravatta

naam vestigde, was het uitdelen van grote oma-onderbroeken aan modejournalisten tijdens een respectabele modebeurs in Florence. “Ondernemen moet leuk zijn, ondernemen is entertainen”, citeerde Pelle Aad Ouborg, die met dat motto het bedrijf Princess groot maakte.

Muzikale afsluiting en

netwerken

De inhoudelijk bijzonder interessante avond werd met een muzikaal hoogstandje afgesloten. Vocaliste Francis van Broekhuizen trakteerde, begeleid door pianist Gregor Bak, de aanwezigen op klassieke liederen afgewisseld met humoristische opmerkingen. Dat leverde de artiesten een staande ovatie op..

Na dit bijzondere optreden konden de aanwezigen onder het genot van een hapje en een drankje netwerken in de foyer van Theater De Stoep. De volgende Inspiratiebijeenkomst is op dinsdag 25 september. Dat wordt de 20e editie. Dit lustrum zal zeker niet ongemerkt voorbijgaan.

Wie wil er geld hebben?

0

Daar zit u dan. Jarenlang heeft u hard gewerkt en een mooi bedrijf opgebouwd met goede klanten en een eigen (nagenoeg afbetaald) pand. Net als u wilt doorgroeien, zakken de banken in 2007 in elkaar en storten vervolgens de Grieken Europa in een crisis, waardoor iedereen elkaar een recessie aanpraat. Geen wonder dat 2011, met verlies moest worden afgesloten. Maar één verliesjaar betekent nog niet het einde. U bent tenslotte ondernemer!

Gemakkelijk is het echter niet, met slechter betalende klanten en nerveuze leveranciers. Regelmatig wordt het maximum van de kredietlijn bereikt. Deze maand was het helemaal spannend met de uitbetaling van de vakantiegelden. Vroeger belde u gewoon met uw account manager van de bank voor een tijdelijk overstandje. Nu ging zijn ontkennende antwoord over Basel I, II en III. “Wat bazelt die man toch?” dacht u bij uzelf. Kort samengevat kon de bank niet helpen. Gelukkig werd het probleem van het vakantiegeld uiteindelijk opgelost. Maar hoe nu verder?

Klinkt bovenstaande u bekend in de oren? Ja, het is moeilijker om in deze tijd krediet te krijgen en natuurlijk spelen banken daarin een rol. Maar het is ook goed om in de spiegel te kijken. De tijd dat met één telefoontje een kredietlijn nagenoeg kon worden geregeld is echt voorbij. Was je vroeger een goede ondernemer als je uit de losse pols de financiële stand van zaken van je bedrijf kon toelichten, nu wordt dat gezien als een risico.

Kredietverleners willen meer dan ooit weten hoe een bedrijf er financieel voorstaat. Het aangewezen middel daarvoor lijkt de jaarrekening. Dat klinkt logisch uit de mond van een accountant maar het is niet waar. De jaarrekening is een afsluiting van een jaar én het begin van een nieuw jaar. Uit de jaarrekening zijn kengetallen te halen die een rapportcijfer over de onderneming geven. Hiermee kan de basis worden gevormd voor de prognose voor het nieuwe jaar. Deze prognose geeft aan wat er zal worden verdiend, hoeveel geld er nodig is en wat er met de kengetallen gebeurt.

Een prognose is minder vrijblijvend dan het klinkt. Maandelijks of per kwartaal kunt u aan de hand van de administratie toetsen wat er van de prognose is uitgekomen. U bent beter in staat in te schatten wanneer de liquiditeit onder druk staat en wanneer er wellicht overschotten zijn. Zo kunt u eerder ingrijpen in kosten en overleg voeren over geldverstrekking met de bank en met leveranciers. Dan blijkt dat met goed onderbouwde managementinformatie de bank ook veel meer kan doen.

Is managementinformatie iets van accountants? Nee, natuurlijk niet. Hoe meer u zelf doet, hoe beter. Wel kunnen wij u in fases ondersteunen om de informatie betrouwbaarder te maken en net even de accenten op de juiste plaats te leggen. Graag wisselen wij daarover met u van gedachten. Maar voor we dat gaan doen heb ik nog een tip voor u: Vraag niet alleen krediet aan als u het nodig hebt, doe dit al als uw cijfers daar goed voor zijn. Want een vooruitziende ondernemer telt voor twee!

DRV Accountants & Adviseurs heeft elf

vestigingen in Zuidwest Nederland, waarvan vier

in Zuid-Holland: Rotterdam, Hellevoetsluis,

Oud-Beijerland en Sliedrecht.

De werkkostenregeling, uitvoeren of uitstellen

0

Vanaf 2014 wordt de werkkosten regeling verplicht ingevoerd voor alle werkgevers. Alles wat een werkgever aan zijn medewerker geeft wordt onder de werkkosten regeling als loon aangemerkt. Denk aan maaltijden in de kantine, de fiets, mobiele telefoon, reiskostenvergoeding, etc.

De werkkosten regeling vervangt het oude systeem van vergoedingen en verstrekkingen in de loonbelasting. Het kan u veel geld besparen om zo lang mogelijk gebruik te maken van de overgangsregeling. De werkkosten regeling is in 2011 ingevoerd met een overgangsregeling waarbij werkgevers tot 2013 de keuze hebben tussen het oude regime en het nieuwe systeem. Daartegenover staat dat vergoedingen en verstrekkingen tot 1,4 procent van de loonsom belastingvrij zijn (2013 1,6%). Indien de grens van 1,4% wordt overschreden wordt er een heffing van 80% in aanmerking genomen. De doelstellingen van de werkkosten regeling is vereenvoudiging en lastenverlichting, de praktijk werkt echter anders uit..

Maar levert deze nieuwe regelgeving in werkelijkheid een voordeel op voor werkgevers? Voor werkgevers die niet veel vergoeden en verstrekken aan werknemers kan de wijziging van de wetgeving een voordeel opleveren. Voor de overige werkgevers betwijfelen wij of de werkkosten regeling gunstig zal uitpakken. Denk aan werkgevers die veel loon in natura uitkeren zoals het verkopen van eigen producten van de onderneming tegen korting aan de werknemers, zoals modehuizen.

Werkkosten regeling zeer nadelig voor de werkplek thuis.

Ondanks alle mooie woorden over ‘Het Nieuwe Werken’ van de politiek, is de regeling zeer nadelig voor DGA’s en werkgevers die te maken hebben met vergoedingen van thuiswerkplekken, want onder de werkkostenregeling valt de inrichting van de thuiswerkplek onder het forfait. Zelfs al is het thuisgebruik van de voorzieningen, zoals een pc, papier, printervullingen etc. uitsluitend voor zakelijke doeleinden bestemd.

Op deze manier wordt de vrije ruimte snel overschreden en zal de werkgever te maken krijgen met een eindheffing van maar liefst 80%.

Alleen een DGA of werknemer welke beschikt over ‘zelfstandige’ werkplek ontkomt aan deze heffing. De ruimte moet dan wel zelfstandig verhuurd kunnen worden en bijvoorbeeld een eigen opgang en sanitair hebben.

In de meeste gevallen doet u er goed aan niet te kiezen voor invoering van de werkkosten voordat deze verplicht wordt, in 2014. Wel is het nu al zaak om de werkkosten van de onderneming te inventariseren zodat de administratie tijdig aangepast kan worden voor toepassing van de werkkosten regeling op 1 januari 2014. De regeling is namelijk bijzonder lastig toe te passen. Raadpleeg uw adviseur!