Home Blog Page 278

Belangstelling voor Cornelisland groeit

0

Steeds meer ondernemers weten de weg naar Cornelisland te vinden. Na de vestiging van Hak Transport, de eerste ‘bewoner’ van het Ridderkerkse bedrijventerrein, heeft PostNL er een groot sorteer- en distributiecentrum voor pakketpost geopend. Van Leeuwen Truckservice B.V. is druk bezig met de bouw van zijn pand en in 2015 zal een begin worden gemaakt met de bouw van een bedrijfshallencomplex. Daarnaast zijn gesprekken met twee andere bedrijven bijna afgerond.

Op het 27 hectare grote bedrijventerrein Cornelisland is plaats voor een diversiteit aan bedrijven, onder andere in de sectoren transport, groothandel, nijverheid en dienstverlening. Het bedrijvenpark is voor afnemers, medewerkers en leveranciers bijzonder goed te bereiken met een directe aansluiting op de A15 en A16 en nabij de havens van Rotterdam en Antwerpen. Het gebied is modern en duurzaam ingericht, omgeven door hoogwaardige bedrijvigheid. Van der Valk zit aan de overkant van de mooie zichtlocatie.

De Ridderkerkse wethouder Henk Dokter merkt tijdens zijn bedrijfsbezoeken en contacten met ondernemers dat lang niet elk bedrijf gebukt gaat onder de crisis. “Sommige bedrijven zijn gevoelig voor de crisis en moeten alle zeilen bijzetten om te overleven. Maar ik zie ook organisaties die zich suf leveren aan China, Dubai en Brazilië. Die vragen zich bij wijze van spreken nog steeds af wat het woord ‘crisis’ betekent.” Een enquête onder lokale MKB-ondernemers wees ook uit dat bijna de helft verwacht de komende jaren te moeten uitbreiden. “Daar kan Cornelisland de vruchten van plukken. Nu hebben bedrijven de mogelijkheid om zich te vestigen op een gloednieuwe A-locatie.”

Duurzaamheid

Duurzaamheid is ook een belangrijk thema met betrekking tot Cornelisland. Elk bedrijf dat zich op Cornelisland vestigt krijgt de mogelijkheid gebruik te maken van het instrument ‘Kansen bij Verkassen’. Dat is een milieuwijzer voor bedrijven bij nieuwbouw, verbouwen, renoveren en verhuizen. Deze milieuwijzer geeft bedrijven snel inzicht in kansen voor duurzaamheid en kostenbesparing. Het doel van de gemeente is bedrijven er van te overtuigen dat duurzaam ondernemen financieel voordeel oplevert, zodat bedrijven extra maatregelen toepassen op het gebied van energiezuinige bedrijfsgebouwen en bedrijfsprocessen. Om dit te stimuleren stelt de gemeente subsidie beschikbaar.

www.ridderkerk.nl/cornelisland

30 jaar Rotterdamse Ondernemersprijs

1

Op 24 november zal in Beurs WTC in Rotterdam voor de 30e keer de Rotterdamse Ondernemersprijs worden uitgereikt. Daar zag het na de uitreiking van deze prijs eind vorig jaar overigens niet naar uit.  1 januari van dit jaar werden de Kamers van Koophandel samengevoegd tot  één landelijk bestuursorgaan en daarmee verdween het bestuur van de Kamer van Koophandel Rotterdam. Het was juist deze Kamer die vond dat succesvol ondernemerschap moet worden beloond en bekroond. En het was dan ook deze Kamer die met ondersteuning van de gemeente Rotterdam jaarlijks de verkiezing van de Rotterdamse Ondernemersprijs initieerde. Er werd gevreesd voor het voortbestaan van de prijs, maar al snel bleek dat ongegrond omdat veel partijen het initiatief een warm hart toedragen.

Onder de vlag van de nieuwe Stichting Rotterdamse Ondernemersprijs wordt de award op 24 november in Beurs-WTC nu voor de 30ste keer uitgereikt. Het bestuur van de stichting bestaat uit juryvoorzitter Arco van Nieuwland (Yuki), Jos van der Vegt (ex-voorzitter KvK Rotterdam), Mai Elmar (Cruise Port Rotterdam/MPI bv), Hans Vervat (Commissaris Feyenoord) en Sascha Marcus (Touchpoint). Dit betekent feitelijk dat de voormalige jury nu zitting heeft in deze nieuwe stichting. Volgens de initiatiefnemers is het hun intentie om deze bijzondere prijs nog vele jaren uit te reiken. Inmiddels is bekend dat de Nederlandse Energie Maatschappij (NEM), Verweij Vastgoed en Funk-e de drie kanshebbers zijn om de prijs dit jaar in de wacht te slepen.  Op 24 november weten we wie de titel een jaar lang mag dragen. Voorafgaand aan de prijsuitreiking wordt voor de vijfde keer de Mr. K.P. van der Mandelepenning uitgereikt aan een Rotterdamse ondernemer die zich naast zijn bedrijf op een bijzondere manier inzet voor de stad Rotterdam.

Van Pelt Recycling opvallende nieuwkomer in de branche

0

In oktober 2012 startten de broers Willem-Jan en Maarten van Pelt hun recyclingbedrijf aan de Klompenmakerstraat in Ridderkerk. Met een andere kijk op het verzamelen en recyclen van metaalafval zetten zij in krap twee jaar een uniek en succesvol bedrijf neer. Een buitenbeentje in de wereld van het oud ijzer.

De broers van Pelt komen uit een tuindersfamilie. Maarten (29) verlegde later zijn activiteiten naar het in- en verkopen van oud ijzer en begon in 2010 voor zichzelf. Willem-Jan (36) was actief in de tuinderij en ontwikkelde retail concepten voor bekende tuincentra. “Toen de tuinderij vanwege onteigening weg moest, hebben we de koppen bij elkaar gestoken en zijn we in de recycling gegaan,” zegt Maarten. “Ik was al een aantal jaren actief in die branche en zag grote mogelijkheden in het verzamelen en recyclen van metaalafval. Bovendien wilden Willem-Jan en ik graag gaan samenwerken.” Aan de Klompenmakerstraat in Ridderkerk stond een bedrijfspand leeg dat volledig voldeed aan de wensen en eisen die de broers voor ogen hadden. “Een centrale plek tussen Rotterdam en de Drechtsteden, opslagloodsen waar particulieren en bedrijven terecht kunnen, gemakkelijk bereikbaar over het water en de weg en voldoende ruimte,” verklaart Willem-Jan de keuze voor de vestigingsplek. Dat laatste argument is alweer enigszins achterhaald, want het recyclingbedrijf groeit als kool.

Kringloop

Op het ruime bedrijfsterrein voldoet niets aan het standaardbeeld dat men voor ogen heeft bij een oud ijzerhandel. Het ziet er schoon en overzichtelijk uit. Duidelijk is aangegeven waar bedrijven en particulieren terecht kunnen voor het inleveren van metalen en elektronica. Van Pelt haalt ook metaalafval op bij bedrijven met eigen container vrachtwagens. Het inleverproces is eenvoudig, de vrachtwagen gaat op de weegbrug met als resultaat een weegcertificaat en vervolgens wordt het afval in de loods opgeslagen en gesorteerd. Metaalrecycling is het speerpunt van de Ridderkerkse onderneming. Van Pelt verkoopt het gesorteerde metaal- en elektronica-afval aan fabrieken over de hele wereld via de eigen exportmaatschappij Furmet BV. Die fabrieken gebruiken het afval weer als grondstof. De optimale kringloop. Maarten is verantwoordelijk voor de internationale handel. “Met Furmet BV brengen wij een continu recyclingproces op gang. Furmet BV vormt dan ook een belangrijke en milieuvriendelijke factor in de relatie tussen de producent en de handelaar. Vanuit verschillende landen in West-Afrika en Zuid-Amerika kopen wij schroot in. De lokale bevolking zamelt het metaalafval voor ons in. Dat verloopt uitstekend, maar vergt wel continu de nodige aandacht. Ik verblijf dan ook meer dan helft van het jaar in het buitenland. In containers wordt het metaalafval naar Rotterdam verscheept en vanuit Rotterdam verder per binnenvaartschip naar Ridderkerk. Op nog geen kilometer van de haven is ons pand. De containers worden opgehaald en geleegd, gesorteerd en in omgekeerde weg weer geëxporteerd naar een aantal fabrieken in de wereld, die het materiaal weer gebruiken voor de productie van bijvoorbeeld auto’s.”

Opvallend 

Van Pelt Recycling is een opvallende nieuwkomer in de branche. “Het gaat bij ons om de beleving, al klinkt dat wat vreemd voor een recyclingbedrijf,” zegt Willem-Jan. “Waarom zou je bij ons geen kopje koffie krijgen als je even moet wachten? Wij maken het de klant zo prettig mogelijk en dat doen we op vele manieren. Bij bedrijven in de regio plaatsen wij gratis containers in iedere gewenste maat. De klant kan bij ons ook terecht voor het vernietigen van machines en materialen en het afvoeren van accu’s. Ook voor het vernietigen van datadragers, zoals cd’s, tapes, usb-sticks en harddisks kunnen zowel bedrijven als particulieren bij ons terecht en ontvangen daarbij een officiële vernietigingsverklaring. Als laatste en niet het meest onbelangrijke zorgen wij voor uitbetalingen per bank binnen 24 uur. Bij particulieren gaat dat zelfs contant.” In de korte tijd van haar bestaan heeft Van Pelt Recycling dan ook al een keur aan bedrijven aan zich weten te binden.

Particulieren

Niet alleen bedrijven, ook particulieren kunnen hun oud ijzer, metaalafval, elektrische apparaten en computers inleveren bij Van Pelt Recycling. Willem-Jan: “Particulieren beseffen te weinig dat hun oud ijzer, computers en elektrische apparaten geld opleveren. Wie gaat verbouwen, houdt gemiddeld zo’n 50 tot 100 euro aan oud metaal over. Denk aan een badkuip, kranen, koperen leidingen, rvs-aanrechtbladen, (elektriciteit)kabels.” Behalve oude metalen recyclet Van Pelt ook elektronica en accu’s. Alle apparaten waar een stekker aan zit kunnen worden ingeleverd, waaronder computers en wasmachines. De elektronica is een groeiende en interessante poot in de branche, benadrukt Willem-Jan. “Nederland heeft shredderbedrijven die elektronische apparaten volledig geautomatiseerd voor 100 procent kunnen recyclen. Via dit proces worden op goedkopere wijze grondstoffen verkregen dan via mijnbouw. Direct delven is duurder. De bereidheid tot recyclen neemt zowel bij de particulier als bij bedrijven toe.”

“Onze branche heeft geen optimaal imago,” vervolgt Willem-Jan. “Daar willen wij in elk geval een uitzondering op zijn. Wij gaan uit van de klant, die verwacht een schoon, helder en servicegericht bedrijf, waar hij op een prettige manier zijn overbodige spullen kwijt kan. Hij moet met een goed gevoel ons pand weer verlaten. Bij veel oud-ijzerhandelaren weet de klant niet waar hij aan toe is en krijgt hij voor zijn gevoel een willekeurig bedrag. Bij ons is dat niet het geval, de prijzen staan elke dag op onze website: www.vanpeltrecycling.nl. Het werken vanuit de retail gedachte heb ik overgehouden vanuit mijn tijd dat ik voor tuincentra werkte. Daar is ook een hele omslag gemaakt en maakt men het nu de klant zo prettig mogelijk. Dat is ook zo bij Ikea en bij Jumbo en dat streven wij eveneens na. Het klinkt wellicht hoogdravend, maar het is ons uitgangspunt. Dat is nieuw in onze branche, maar wij merken dat het onze klanten aanspreekt.”

Eenvoudig

Bij Van Pelt Recycling wordt de klant netjes ontvangen, hij krijgt een kopje koffie en de medewerkers helpen bij het uitladen van de spullen. Die worden gewogen, waarna er een bon volgt met daarop van elke ingeleverde metaalsoort het gewicht en de prijs die de klant hiervoor ontvangt. Met een speciaal pasje kan de klant naar de pinautomaat en ontvangt hij tot op de cent nauwkeurig zijn geld. Een eenvoudige procedure waar geen speld tussen te krijgen is. Dat die aanpak werkt, blijkt wel uit de groeicijfers van het bedrijf. Het idee van op een veilige en eenvoudige manier je metaalafval en apparaten in te kunnen leveren – die vervolgens worden gescheiden en hergebruikt – spreekt zowel particulieren als ondernemers aan.

Groei

Van Pelt Recycling heeft op dit moment twaalf medewerkers in vaste dienst. In de weekenden wordt dat aangevuld met studenten die een centje bijverdienen. De broers over de toekomst: “Vanuit hier kunnen we onze ambities waar gaan maken, want we willen verder. Ridderkerk is het vertrekpunt. In ons land zijn nog genoeg witte vlekken die wij met ons concept kunnen invullen. Als je over goede mensen beschikt en een goede ICT-infrastructuur en heldere uitgangspunten hebt, kun je je overal vestigen,” zegt Willem-Jan hierover. “Gecontroleerd groeien, dat willen we. Wij zijn onderscheidend in personeel, materiaalkennis, service, etc. Kortom; wij zijn een professionele organisatie die elke metaalstroom aan kan. We zijn nog maar twee jaar onderweg en het gaat ons voor de wind, maar we zijn eigenlijk nog steeds bezig ons concept optimaal neer te zetten,” besluit Maarten.

Sociaal ondernemerschap: Goed doen voor de wereld en geld verdienen

0

Yep staat voor Youth Empowerment. De missie van Yep is het empoweren van mensen om zélf de verandering te zijn en de wereld te dienen. Directeur/oprichter Paul Engelsman van Yep: “Empowerment plus sociaal ondernemerschap leidt tot economische groei. Met de empowerment trainingsprogramma’s van Yep proberen wij mensen hun eigen waarden terug te geven. Met als uiteindelijk doel de jeugdwerkloosheid terug te dringen en daarmee de armoede te bestrijden.”

Tegenover ons zit een bevlogen man. Net terug van een reis uit Afrika vertelt Paul Engelsman zijn verhaal. “Sinds 2008 geven wij trainingen aan jongeren en jonge ondernemers op het terrein van zelfredzaamheid in Nederland en Afrika. Met als resultaat; mensen en ondernemingen die het zélf en socialer doen.” Engelsman ziet een geplaveide toekomst voor ondernemers die zichzelf de vraag stellen: welk maatschappelijk probleem wil ik oplossen met mijn onderneming? “Het sociaal ondernemerschap is het antwoord  op de falende systemen en zal  steeds belangrijker worden om ook in de toekomst succesvol te zijn.” Hij is er dan ook bijzonder trots op dat Yep als eerste onderneming in de Drechtsteden officieel erkend is als sociale onderneming door Sociaal Enterprise Nederland.

Je eigen toekomst creëren

Zeven jaar geleden ontstond Yepafrica met een bezoek van Engelsman aan Afrika. “Omdat ik als kind opgegroeid ben in Afrika heb ik altijd al een sterke binding met het continent gehad. Op de vooravond van de financiële crisis reisde ik naar Oeganda en de confrontatie met de armoede daar zette me aan het denken. Ik vroeg me af wat we nu in al die jaren bereikt hebben met ontwikkelingswerk. We hebben vele miljarden gestoken in armoedebestrijding maar het heeft allemaal niet geholpen. Ik voelde de noodzaak om er iets aan te doen. Niet door geld te geven en mensen afhankelijk te maken van anderen, maar door werkloze jongeren te empoweren om hun eigen toekomst te creëren als sociaal ondernemer.”

Terugdringen jeugdwerkloosheid

Na dertig jaar als HR manager gewerkt te hebben bij grote multinationals, besluit Engelsman het roer volledig om te gooien. In samenwerking met anderen ontwikkelt hij trainingsprogramma’s om mensen  hun eigen waarden terug te geven. “Tientallen miljoenen jongeren op het Afrikaanse continent hebben geen vooruitzicht op werk. Dit is een enorme maatschappelijke ramp en een verspilling van economische activa in de betreffende landen. Naast de negatieve sociale en economische effecten zijn er ook gevolgen voor de veiligheid. Omdat wanhoop er gemakkelijk voor zorgt dat jongeren ten prooi vallen aan extremistische groepen, criminele bendes, drugs of illegale migratie.” Engelsman is ervan overtuigd dat het aanpakken van deze problemen begint met het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Hij zegt hierover: “Een land waar jongeren geen toekomst hebben, is een land zonder toekomst.” Om meer werkgelegenheid te creëren investeert Yepafrica in jongeren tussen de 17 en 28 jaar. Zo worden zij zelf de verandering binnen hun dorpen en communities.”

Zelfvertrouwen

De empowerment trainingen en workshops zorgen er voor dat jongeren weer zelfvertrouwen krijgen en in hun eigen kracht komen te staan. Vanuit die kracht worden ze in de actie gezet om hun omgeving weer op orde te krijgen en vervolgens zelf de stap te zetten naar werk. Ook in Nederland blijken de trainingsprogramma’s een schot in de roos. “De jeugdwerkloosheid in Nederland stijgt en een groeiend aantal jongeren dreigt buiten gesloten te worden van deelname aan de samenleving. Sommige groepen worden extra hard getroffen omdat zij alle hoop op een werkende toekomst verliezen en daardoor steeds meer in isolement dreigen weg te zakken,” weet Engelsman. Hij vervolgt: “Inmiddels draaien wij ons empowerment programma voor vier Sociale Diensten en achttien gemeenten, waaronder Dordrecht, met een uitstroom resultaat van tussen de 50 en 70%. In een veilige omgeving met professionele begeleiding stijgen jongeren in twee maanden van een geïsoleerde situatie naar participatie in de samenleving. Jeugdwerkeloosheid is net zo goed in Nederland een probleem. Het aantal jongeren dat op bed ligt of op de bank zit met de gordijnen dicht is schrikbarend hoog. Dat moeten we niet laten gebeuren, maar gewoon wat aan doen!”

Hoop op een werkende toekomst

Met een intensief basis empowerment programma leert Yep jongeren zelf hun eigen toekomst te creëren. Om ze uiteindelijk met een gericht actieplan aan te sporen om het daadwerkelijk zelf te gaan doen. “De jongeren die in isolement verkeren zijn jongeren met een verhaal. Jongeren die op één of meerdere vlakken met persoonlijke belemmeringen te maken hebben en het vertrouwen in zichzelf en in de toekomst verloren hebben. Voor deze jongeren is het ontzettend belangrijk dat ze mensen om zich heen hebben die oprechte aandacht hebben voor hun talent en hun weer vertrouwen geven. Onze trainers zijn allemaal in Afrika geweest en weten hoe het is om niets te hebben.  Zij weten de jongeren aan te spreken en weer hoop te geven op een werkende toekomst.”

Organisaties transformeren naar sociale onderneming

Met zijn verhaal wil Engelsman andere ondernemers en leiders oproepen na te denken over de vraag waartoe zij op aarde zijn en welke bijdrage ze kunnen leveren aan het oplossen van een maatschappelijk probleem. “Met ondernemer- en leiderschap programma’s trainen wij ondernemers die de wereld een beetje beter willen maken. Wij helpen ze hun bedrijf te transformeren naar een sociale onderneming. Er ontstaan enorm veel kansen voor leiders die een sociale ondernemer willen zijn.” Hij geeft een voorbeeld. “Yep verkoopt duurzame producten voor de Afrikaanse markt op het gebied van energie, milieu en gezondheid en verzorgt empowerment trainingen in Nederland. Met een deel van de opbrengst financieren we het empowerment Learning Centre in Gambia die trainingen gratis aanbiedt aan de allerarmste werkloze jongeren in Afrika. Ik heb aan den lijve ondervonden dat  Sociaal ondernemerschap het antwoord is op falende systemen en dat er werkelijk wat aan een maatschappelijk probleem gedaan kan worden.”

Rondetafelgesprek Bedrijfshuisvesting Versnippering leidt tot leegstand

0

Op dit moment staat ongeveer 15% van de bedrijfspanden – voornamelijk kantoren – in Nederland leeg. Dat is niet anders in de Drechtsteden. Leegstaande kantoren dragen niet bij aan de leefbaarheid en het vestigingsklimaat voor bedrijven. Transformatie van kantoren kan hier een oplossing voor zijn. Bijvoorbeeld door kantoren om te bouwen naar woningen of energiezuinige gebouwen. Bij Bellevue Groothoofd in Dordrecht discussiëren we hierover met Marcel de Haan, Martijn Onnink, Wilco van Etten, John Zandbergen, Henk Manden en Ted Rommelse.

Opmerkelijk is dat er ondanks de leegstand nog steeds nieuw gebouwd wordt. Ogenschijnlijk is er nog veel ruimte op het Dordtse bedrijventerrein Kil 3, maar onlangs werd het besluit genomen om bedrijventerrein Dordtse Kil 4 toch te ontwikkelen. Wilco van Etten van ABN Amro begrijpt dit wel. “Voor de regio is het goed dat er nieuwe grond beschikbaar komt ten behoeve van bedrijventerreinen. Je moet Dordtse Kil 4 zien als een investering op lange termijn. Het plan is echter alleen maar levensvatbaar als je je focust op grootschalige huisvesting van transport en logistiek gerelateerde bedrijven zoals het oorspronkelijke plan aangeeft.” Ted Rommelse van Ooms Makelaars knikt instemmend en vult aan. “Als je maar vasthoudt aan je visie en ambitie op langere termijn. Zo zal verkoop en verhuur van kleine kavels en bedrijven op Kil 4 een enorme versnippering opleveren. Daardoor ontstaat er op den duur te veel leegstand van bedrijfspanden waar uiteindelijk alleen nog maar de sloophamer aan te pas kan komen. Een voorbeeld hiervan zijn de kleinere units op Kil 3. Deze grond was in de eerste instantie bedoeld voor grotere bedrijfspanden. Omdat dit niet snel genoeg opgevuld kon worden, is men veel te vroeg begonnen aan de bouw van kleinere panden. Helaas is het leed hier al geschied en is dit niet meer te repareren.”  Martijn Onnink van De Mijl Vastgoed uit Zwijndrecht: “Het bedrijventerrein Louter Bloemen in Dordrecht is een fantastisch bedrijventerrein waar deze kleine ondernemingen zich hadden kunnen vestigen. Nu staat er hier een deel onnodig te verpauperen.”

Dordtse Kil 4

John Zandbergen van Van Vliet Bedrijfsmakelaars meent dat er bij Dordtse Kil 3 in een te vroeg stadium  te veel aan projectontwikkelaars is verkocht. Daarmee is volgens hem de oorspronkelijke gedachte van de gemeente losgelaten en is er te versnipperd gebouwd waardoor er van fasering over het gehele terrein geen sprake meer was. Omdat er nu nog dertig hectare grond beschikbaar is voor Kil 3 lijkt het hem beter om Dordtse Kil 4 verder vooruit te schuiven. Vervolgens zou de gemeente deze grond dan gefaseerd uit moeten geven met een helder beeld voor ogen wat de bestemming betreft. Wilco van Etten merkt op dat dit ook gunstig kan uitpakken om de bereikbaarheid te verbeteren. “Wat betreft infrastructuur moet er nog veel gebeuren voordat Dordtse Kil 4 goed bereikbaar is. De aanpassing knooppunt A16/N3 laat nog een aantal jaren op zich wachten. Er zijn nu al problemen en dat neemt alleen maar toe als transport en logistiek gerelateerde bedrijven zich er vestigen. Het verkeer zal naar verwachting nog meer toenemen. Toch geloof ik in de ontwikkeling van Dordtse Kil 4. Rotterdam heeft tot en met 2030 zo’n 500 hectare te kort en Drechtsteden kan hierbij met Dordtse Kil 4 (65 hectare) fungeren vanuit een bovenregionale opvang voor mainport Rotterdam. Dat is ook gunstig voor de werkgelegenheid in de regio.”

Prijs per m²

Een andere zorg van de heren is dat er nogal wat omliggende gebieden zijn waar veel grond beschikbaar is en waar de Drechtsteden tegen moet concurreren. Ted Rommelse: “Het is lastig om je te onderscheiden. Opdrachtgevers wijken net zo makkelijk uit naar bijvoorbeeld Albrandswaard of Moerdijk. Belangrijke beslispunten voor bedrijven zijn toch de prijs per m2 en de bereikbaarheid. Bij goed vergelijkbare alternatieven geeft de vierkante meter prijs meestal de doorslag.” Mede om die reden is DEAL! Drechtsteden in het leven geroepen, vertelt directeur Marcel de Haan. “De zes Drechtsteden en ROM-D hebben hun bestaande middelen en capaciteit op het terrein van acquisitie en promotie samengevoegd en ondergebracht in en stichting. Het doel is meer bedrijven en meer banen in de Drechtsteden.” Volgens De Haan ligt daarbij de focus vooral op de maritieme en logistieke sector. “Elk bedrijventerrein c.q. gemeente wil grond verkopen en als je hieraan niets doet, blijf je versnipperen wat leegstand in de hand werkt.”

Actuele behoefte in de markt

Dat er veel panden te huur of te koop staan, betekent volgens Henk Manden van Zon&Zo niet dat het gemakkelijk is een nieuw bedrijfspand te vinden binnen de Drechtsteden. Hij zegt hierover. “Wij zijn vorig jaar verhuisd, maar tot die tijd hebben mijn compagnon en ik acht maanden gezocht naar een geschikt pand. Geen pand voldeed aan onze eisen en wensen.” John Zandbergen kan dit wel verklaren. “Als je net als Zon&Zo op zoek bent naar een gecombineerd bedrijfspand merk je dat er in die categorie relatief weinig aanbod is. Dat heeft  te maken met vraag en aanbod, die categorie doet het nog steeds relatief goed. Door de opkomst van e-commerce zie je ook een verschuiving in de vraag. Er zijn steeds grotere panden nodig ten behoeve van de logistieke sector.” Marcel de Haan: “De verwachting is dat we met de bundeling en versterking van de bestaande capaciteit en middelen, slagvaardiger, professioneler en effectiever kunnen optreden richting bedrijven. Onze activiteiten leiden tot meer coördinatie richting het bedrijfsleven, waarmee beter ingespeeld zal worden op de actuele behoefte in de markt en waardoor de bedrijventerreinen interessanter worden voor ondernemers. Op dit moment kunnen we inderdaad nauwelijks een grootschalig distributiecentrum kwijt in de Drechtsteden.”

Duurzaam bouwen

Door de behoefteverandering van de bedrijven voldoen veel panden op bedrijventerreinen die 20 tot 25 jaar geleden gebouwd niet meer en blijft nieuwbouw noodzakelijk. Wilco van Etten stelt hardop de vraag of het niet beter is om deels de bestaande panden te slopen en opnieuw te bouwen en te verduurzamen. “Soms is het beter om te slopen, af te schrijven en opnieuw te beginnen, waardoor het pand een andere functie kan krijgen.” Ted Rommelse is van mening dat veel leegstaande panden hier niet voor in aanmerking komen. “We moeten ons afvragen of leegstand wel zo’n groot probleem is. Eigenaren behalen dikwijls nog rendement op het pand door verhuur.” Vanwege de nadelige gevolgen voor de marktwerking zijn de tafelgenoten hier geen voorstander van. Ze zien dan toch meer in het transformeren van kantoorgebouwen. “In de toekomst zal de vraag naar zorgappartementen enorm toenemen. Ook al is het niet altijd en overal mogelijk, we zouden ons meer kunnen focussen op de transformatie van leegstaande kantoorpanden naar bijvoorbeeld studenten- en seniorenwoningen,” aldus Wilco van Etten. Hij verwacht dat er in de bouwsector nog veel meer gaat veranderen, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid. Duurzaam bankieren is in onze strategie verankerd. Uit onderzoek blijkt dat minder energiezuinige  kantoren gemiddeld een 6,5 % lagere huurprijs opbrengen dan zuinige kantoren. Bovendien is de verkoopprijs van groen gelabelde huizen 5,1% hoger en verkopen deze sneller. Kortom: het is ook in het belang van ons als bank om duurzame bouw te stimuleren.”

Energiezuinige panden

Henk Manden biedt met Zon&Zo duurzame oplossingen voor de advisering, verkoop en installatie. Hij realiseert zich dat er nog veel werk aan de winkel is, voordat de gehele bouwsector inziet dat  de transformatie van bestaande kantoren en bedrijfspanden naar energiezuinige panden nodig is om de panden in de toekomst gemakkelijker verhuurd of verkocht te krijgen. “Tijdens de bouw speelt duurzaamheid nog steeds geen belangrijke rol. Alles moet dan snel en goedkoop. Wij komen er vaak pas na de oplevering aan te pas wanneer de eigenaar of huurder inziet dat er veel valt te besparen op energie.” Martijn Onnink herkent dit. “Huurders stellen ons van te voren zelden de vraag hoe het zit met het energieverbruik.” Toch ziet John Zandbergen een vooruitgang ten op zichte van pakweg vijf jaar geleden. “Het bewustzijn neemt toe, zeker bij grotere bedrijven. In het MKB kijkt men nog te vaak alleen maar naar de prijs per vierkante meter. Het hele serviceverhaal en de energiekosten komen in eerste instantie niet aan bod, terwijl dat soms wel 10 euro per vierkante meter kan schelen.”

Participatiewet vraagt samenwerking van gemeenten én werkgevers

0

“Detacheren maakt inzet mensen met beperking aantrekkelijk“

De Sociale Dienst Drechtsteden gaat per 1 januari ook klanten met een arbeidsbeperking ondersteunen bij het vinden van werk. Dat is een gevolg van de Participatiewet. Die wet biedt tegelijk meer mogelijkheden om werkgevers tegemoet te komen, zoals detachering en langdurige loonkostensubsidie. En er is nog maar één aanspreekpunt: Baanbrekend Drechtsteden.

De Participatiewet vereenvoudigt de huidige wetgeving en brengt verschillende regelingen onder één beleid voor werk en inkomen. Er is geen onderscheid meer tussen de Sociale Werkvoorziening (Wsw), Wajong of Bijstand. “De nieuwe wet wil bereiken dat zoveel mogelijk mensen actief deelnemen in de samenleving, hun talenten inzetten en economisch zoveel als mogelijk zelfstandig zijn. Essentieel bij de uitvoering is de samenwerking tussen gemeenten, werkgevers en maatschappelijke instellingen om nieuwe banen en leerwerkplekken te creëren in de regio,” aldus Rozanne Wijnand, manager van Baanbrekend Drechtsteden, een samenwerking tussen de Sociale Dienst Drechtsteden en Randstad Uitzendgroep.

Brok ervaring in detachering

Baanbrekend helpt al vier jaar klanten voor korte of langere tijd aan het werk bij bedrijven in de regio. Dat gaat zij vanaf 1 januari ook doen voor de nieuwe groep. “Nu al geeft een groot aantal werkgevers mensen een kans op de arbeidsmarkt. Hun ervaringen zijn veelal positief. Het is voor ons een uitdaging om nog meer werkgevers bereid te vinden een werkplek beschikbaar te stellen. Voor reguliere banen en vanaf volgend jaar ook voor detachering met loonkostensubsidie: een kandidaat werkt naar vermogen tegen een aangepast tarief, zonder risico voor de werkgever.”

Deze maatregel maakt het voor bedrijven aantrekkelijker om medewerkers met een arbeidsbeperking in te zetten. “Vanuit Drechtwerk, het sociale werkvoorzieningsbedrijf in de regio, is DrechtwerkPersoneel, het detacheringsbureau voor mensen met een arbeidsbeperking, ondergebracht bij de Sociale Dienst Drechtsteden. Daarmee hebben we een brok aan ervaring binnengehaald op het gebied van detachering,” vertelt Walter Bak, als MT lid verantwoordelijk voor Werk en Inkomen.

Structurele loonkostensubsidie

“Wij ervaren dat er tegenwoordig nauwelijks meer langlopende banen worden aangeboden, maar er is wel veel kortdurend of kort cyclisch werk. En we zien dat werkgevers op zoek zijn naar een flexibele schil. In beide gevallen kunnen wij mensen leveren op detacheringsbasis. Daarbij blijven wij verantwoordelijk voor de arbeidskrachten en ligt het risico bij ziekte of vervanging bij ons.“ Op deze manier werken nu al 500 mensen bij diverse bedrijven in de regio, deels op langlopende contracten.

“Dat aantal willen we uitbreiden en het nieuwe is dat we daarbij structureel loonkostensubsidie kunnen bieden. Tot nu toe was deze subsidie enkel beschikbaar om een periode te overbruggen tot mensen op niveau konden functioneren. Nu kunnen we mensen inzetten op hun kwaliteiten en de werkgever compenseren voor het verlies aan productiviteit. Dat kan oplopen tot de helft van het minimumloon en zelfs totdat iemand met pensioen gaat.”

Quotumwet en boete

Deze nieuwe regeling maakt het volgens Walter Bak ook interessant voor een werkgever om eens kritisch te kijken naar de werkzaamheden van zijn huidige medewerkers. Kan een ‘dure’ kracht zijn tijd wellicht beter benutten door eenvoudiger taken over te laten aan iemand die anders geen werk heeft? “Denk aan iemand op de bouw, die materialen haalt voor de vakman. Een werkgever ontlast zijn krachten en kan goedkoper uit zijn door onze mensen in te zetten. Bovendien past het binnen het maatschappelijk verantwoord ondernemen.”

Rozanne Wijnand wijst daarbij ook op het sociaal akkoord van april 2013. Daarin hebben werkgevers en overheid afgesproken dat ze 125.000 garantiebanen gaan creëren, die in 2026 gerealiseerd moeten zijn. De invulling daarvan, waarbij Baanbrekend Drechtsteden werkgevers kan begeleiden, gaat vooralsnog op vrijwillige basis. Wanneer blijkt dat werkgevers de afgesproken aantallen niet halen, treedt de Quotumwet in werking. Werkgevers met meer dan 25 werknemers worden dan verplicht om mensen met een arbeidsbeperking aan te nemen op straffe van een boete.

Geliefde medewerkers

“Van werkgevers die ervaring hebben met deze doelgroep horen we terug dat ze er trouwe en geliefde werknemers aan hebben. De medewerkers zijn zo blij dat ze kunnen werken, dat ze heel loyaal zijn en bij wijze van spreke elke ochtend te vroeg voor de deur staan. Natuurlijk levert een medewerker met beperkingen ook hobbels op, zoals aanpassingen op de werkplek of extra administratie. Wij proberen werkgevers daarin maximaal te ontzorgen en zetten daarbij de ervaring in van DrechtwerkPersoneel. Datzelfde geldt voor begeleiding op de werkplek. En ook in de nieuwe situatie verzorgt Baanbrekend Drechtsteden kosteloos de voorselectie van de kandidaten, waardoor de werkgever veel tijd en geld bespaart.” Ook voor overheidsopdrachten waaraan een SROI-afspraak is gekoppeld, kunnen mensen met een arbeidsbeperking worden ingezet. Door de Participatiewet is er straks één loket waar bedrijven terecht kunnen voor een goede kracht en worden werkgevers nog maar vanuit één instantie benaderd: Baanbrekend Drechtsteden.

Informatie

Meer weten over Baanbrekend Drechtsteden? Bel (078) 770 87 70 om een afspraak te maken met een van onze accountadviseurs. Of ga naar
www.baanbrekenddrechtsteden.nl

Overheid en bedrijfsleven werken samen aan duurzaam bereikbare Drechtsteden

0

De meest gehoorde woorden tijdens de netwerkbijeenkomst Route169 op donderdag 9 oktober in DordtYart waren ‘samen’ en ‘concreet’. Bedrijfsleven en overheden werken samen aan concrete oplossingen om de bereikbaarheid van de Drechtsteden nu en in de toekomst te garanderen.

Plenair

Drechtsteden en Vaartmakers hielden donderdag 9 oktober het event Route169. Tijdens een plenair gedeelte spraken gedeputeerde Ingrid de Bondt, Marco Zwaap van de Danser Groep, regionaal portefeuillehouder Hans Tanis en Tim de Bruin van Vaartmakers. Onder leiding van dagvoorzitter John Cahuzak benaderden zij het gezamenlijk belang van bereikbaarheid uit verschillende invalshoeken. De vertegenwoordigers van de overheid nodigden eensgezind het bedrijfsleven uit om met initiatieven te komen. Provincie en Drechtsteden staan ondernemers vervolgens graag bij als er praktische belemmeringen zijn. Dat dit in de praktijk al werkt, toonde Danser Group. Dit bedrijf uit de Drechtsteden zet zich zeer in voor duurzame mobiliteit over water. Onder meer door de inzet van een containerschip dat op de schone brandstof LNG vaart. De ombouw van dit schip is mede tot stand gekomen door een bijdrage van de provincie.

Vaartmakers (een initiatief van Rijk, Provincie, Drechtsteden, mobiliteitsplatform en Werkgevers Drechtsteden) liet aan de hand van voorbeelden uit de praktijk zien dat bedrijven al veel initiatieven nemen om te bevorderen dat medewerkers in de spits geen gebruik maken van de auto. Nu nog blijkt driekwart van alle auto’s in de spits een interlokale bestemming te hebben. Daarvoor zijn prima alternatieven, zoals de (elektrische) fiets, waterbus, andere vormen van openbaar vervoer maar bijvoorbeeld ook thuiswerken.

Beursvloer

Geïnteresseerden konden na het plenaire gedeelte deelnemen aan een viertal workshops over onder meer de Waterbus, Het Nieuwe Werken en fietsen naar het werk. Ook was er een beursvloer met ongeveer 30 stands van ondernemers die kunnen helpen bij het vinden van duurzame oplossingen voor mobiliteit. En voor wie ter plekke een elektrische fiets of auto wilde uitproberen waren binnen en buiten parcoursen uitgezet. Op de beursvloer werden ook voor het eerst Vaartmakers Awards uitgereikt voor bedrijven die aantoonbaar bijdragen aan duurzame mobiliteit. De award voor organisaties met maximaal 150 werknemers ging naar Gebr. De Koning uit Papendrecht. In de categorie organisaties met meer dan 150 werknemers ontving Amega de award.

Deelnemers en organisatie hebben de bijeenkomst als positief ervaren. Dat gold zeker ook voor de gelegenheid om te netwerken en onderling nieuwe verbindingen aan te gaan. Vaartmakers blijft de komende periode organisaties adviseren en verbinden die werk maken van mobiliteit en Het Nieuwe Werken. Kijk voor meer informatie op www.vaartmakers.nl.

Als er naast de Vaartmakers Awards nog een prijs te vergeven was geweest, ging die zeker naar Turkish Delight, die met allerlei Turkse heerlijkheden hoog scoorde bij de bezoekers.

Meer en betere samenwerking

0

Via www.vergaderenindordrecht.nl zet Dordrecht zich op de kaart als vergaderstad bij uitstek. Dat is geen nieuw gegeven. In Dordrecht zijn al veel historische bijeenkomsten gehouden. Een

beroemd voorbeeld daarvan is de Eerste Vrije Statenvergadering op 19 juli 1572 in Het Hof van Dordrecht. Daar werd het fundament voor de Staat der Nederlanden gelegd.
Vandaag de dag kent de stad en omgeving nog steeds bijzondere vergaderplekken, in vele soorten en maten: klein, groot, stijlvol, ‘typisch Dordts’. Vaak met een historisch karakter, altijd sfeervol en gastvrij, dat vinden de deelnemers aan het rondetafelgesprek over de vergadermogelijkheden in de Drechtsteden althans. Aan tafel hebben plaatsgenomen Yvonne van Dijk en Joost van der Hout (Van der Valk Hotel ARA), Boy van Prooijen (Het Pakhuis in Vino Veritas), Ad Janssen (GasteRhoon Groep), Marco Verdouw (Stayokay Dordrecht en Rotterdam) en Robert Spakman (MeetingReview).

Reviews

Al tijdens het voorstelrondje ontstaat er een discussie over de verschillende recensiesites die er zijn. Een review van een bezoek aan een vergaderlocatie biedt voor- en nadelen. Robert Spakman gaat hier dieper op in. Hij is ruim een jaar geleden gestart met MeetingReview, een platform waar meetinglocaties en -diensten zich kunnen presenteren. Op MeetingReview kan een gast een review schrijven. Een positieve review is altijd welkom, maar een negatieve review bezorgt de vergaderlocatie meestal de nodige hoofdbrekens. “Een negatieve review is niet erg, maar wel lastig. Als je de review goed oppakt en hierop online reageert, kan het zelfs in je voordeel gaan werken. Bij uiterst negatieve reacties is dit zelfs niet altijd nodig. De bezoeker van een reviewsite is niet gek, notoire zeurpieten worden snel herkend. Overigens leest 80% van de Nederlandse consumenten reviews voordat zij een beslissing nemen.” Boy van Prooijen zegt dat vooral kleinere ondernemers niet altijd weten hoe zij met negatieve reviews moeten omgaan.

Levert samenwerking wat op?

Ruim twee jaar is de website vergaderenindordrecht.nl in de lucht. Een initiatief van Dordrecht Marketing en horecaondernemers. Ad Janssen: “Het is goed om gezien te worden. Zeker voor de langere termijn moeten we er voor zorgen dat we in beeld blijven. Ik hoop dat zich nog meer ondernemers aansluiten.” Marco Verdouw vindt de vergadersite een goed initiatief. “Regelmatig merk ik dat ik Dordrecht moet verdedigen. De stad is nog te onbekend, er zijn echter veel pluspunten. De gezamenlijk slagkracht mag wat mij betreft nog groter.” Joost van der Hout vertegenwoordigt het enige hotel dat Zwijndrecht rijk is. “Samenwerking is altijd goed. Wij zijn positief gestemd over de vergadersite. Bovendien voelen wij ons verbonden met Dordrecht, er ontstaat een wisselwerking tussen de binnenstad en het buitengebied. Ons hotel heeft wat dat betreft toegevoegde waarden.” Dat er meer samenwerking nodig is, zijn de deelnemers het al gauw eens. Ad Janssen, Boy van Prooijen en Marco Verdouw zijn van mening dat bij puur Dordtse evenementen de samenwerking best nog hechter zou mogen. “Elkaar de business gunnen, moet hoger in het vaandel staan.”

Wat gebeurt er nog meer?

De vergadersite is niet het enige wapen in de strijd om de vergaderlocaties volgeboekt te krijgen. Zo nodigt men regelmatig ‘beslissers’ op dat gebied uit om kennis te maken met de vergaderlocaties en de stad. Voor diezelfde beslissers zijn er in 2015 op 26 maart en 24 april proeverijen. Wat doen de vergaderlocaties er zelf aan om de Drechtsteden op de kaart te houden? Yvonne van Dijk:  “Als wij gasten voor een vergadering binnen hebben, proberen wij het verblijf zodanig in te vullen dat de gast ook voor andere (privé)gelegenheden bij ons terugkomt.” Joost van der Hout benadrukt nog maar eens dat de vergadersite optimaal moet blijven met actuele content. Dat is lastig

genoeg en daarbij steekt hij de hand in eigen boezem. Andere beslommeringen zorgen ervoor dat niet altijd gebeurt. Ad Janssen ervaart hetzelfde. “De site ziet er professioneel uit, maar door tijdgebrek kan ik te weinig tijd en energie in de site steken.”

Wat zijn de ontwikkelingen in vergaderland?

Boy van Prooijen: “Veel vergaderingen worden tegenwoordig intern bij het bedrijf of organisatie gehouden. Het is best een lastige markt, ook voor wat betreft het samenstellen van de arrangementen en de bijbehorende prijsstelling.” Ook Marco Verdouw merkt een verschuiving op. “Vroeger werd zelfs het afdelingsoverleg al buiten de deur gehouden. Die tijd is voorbij. Er is gewoon minder budget te besteden. Toch merken we dat de vergadermarkt weer aantrekt, men kiest dan vaak voor back-to-basic. Onze accommodatie is uitstekend geschikt voor trainingen en minder voor The Board of Directors.” Ook Yvonne van Dijk merkt dat er veranderingen zijn. “Ons hotel heeft een unieke ligging, jammer is dat veel buitenactiviteiten tegenwoordig afvallen als er vergaderingen of andere bijenkomsten worden gereserveerd bij ons, terwijl wij daar juist zo geschikt voor zijn.” Ook Ad Janssen heeft zo zijn bedenkingen over de ontwikkelingen. “Wie vraagt er nu bijvoorbeeld nog zaalhuur?” Daarover zijn de opvattingen verdeeld. Bij Van der Valk Hotel ARAis afhankelijk van het vergaderarrangement de zaalhuur en AV-hulpmiddelen inclusief. WI-FI is ook zo’n geval. Moet je dat wel of niet berekenen? Ook hierover bestaat geen eenduidigheid. Stayokay berekent geen kosten door en heeft alleen WI-FI in de gezamenlijke ruimtes. “Het voordeel is dat veel gasten ’s avonds beneden zitten en daarbij ook nog wat bestellen,” zegt Marco Verdouw. Over het algemeen is de tendens dat WI-FI tegenwoordig overal gratis wordt aangeboden.

Bereikbaarheid en parkeren blijft een heet hangijzer?

Dordrecht is evenementenstad van het jaar geweest en de gemeente zet Dor-drecht duidelijk op de kaart. Goede initiatieven om meer bezoekers naar de stad te trekken. Toch is er de nodige scepsis. Van Ad Janssen is bekend dat hij grote moeite heeft met de bereikbaarheid van en het parkeerbeleid in het centrum van Dordrecht. “De stad zit vaak op slot. De praktijk is dat gasten c.q. toeristen het centrum niet kunnen bereiken en parkeren lastig is. Dan is alle promotionele moeite tevergeefs.” Ook Boy van Prooijen heeft met dit fenomeen te maken. “Ik ben dikwijls bezig om onze gasten de stad binnen te loodsen en ze op de juiste manier weer de stad uit te krijgen.” Marco Verdouw snapt de frustratie. “De randvoorwaarden moeten in de binnenstad top zijn en dat is voor wat betreft de horeca zeker niet het geval.”

Het rondetafelgesprek loopt ten einde. Vergaderen in de regio Dordrecht biedt de gasten veel mooie locaties, service en comfort. Om dat onder de aandacht te brengen is er meer nodig dan alleen de vergadersite en wordt er actief gewerkt aan meer bekendheid via tijdschriften, andere sites en social media. Robert Spakman tot besluit: “We moeten de focus ook niet alleen leggen op full online, het is zaak een goede spreiding over de media te vinden. Maar uiteindelijk bepalen de gasten wat ze van je locatie en je diensten vinden. Als ze hun positieve ervaringen met andere delen, kan daar geen campagne tegenop.”

Heeboss Klimaatgroep: Totaaloplossingen in klimaatbeheersing

0

Gedurende de afgelopen tien jaar is de aandacht voor het binnenklimaat en de luchtkwaliteit in gebouwen sterk toegenomen. Dit komt onder meer door onderzoeken waaruit blijkt dat een goed binnenklimaat de productiviteit van medewerkers aanzienlijk verhoogd. Maar dit komt ook ten dele door niet goed ontworpen installaties, met bijbehorende klachten van de medewerkers. Dat komt in alle gebouwen voor: in industriehallen, maar ook in kantoren, bibliotheken, ziekenhuizen, scholen etcetera. In die wereld is de Heeboss Klimaatgroep uit Hendrik-Ido-Ambacht actief.

Een comfortabel klimaat is noodzakelijk om goed te kunnen functioneren. Het gaat niet alleen om de temperatuur maar bijvoorbeeld ook om luchtvochtigheid en luchtsnelheid. Bij Heeboss weten zij er alles van. Algemeen directeur William Bosschaart: “We zijn al twintig jaar actief in deze markt en wij zien steeds meer dat compleet geïntegreerde systemen veel van de eerder genoemde gebruikersklachten kunnen voorkomen. Veel van de ontwikkelingen in onze branche zijn dan ook gericht op integratie van meerdere systemen.”

Een belangrijke ontwikkeling waar ook de installatiebranche mee te maken heeft, is de teruggevallen vraag door de economische crisis. De installatiebranche is nauw gerelateerd aan de ontwikkelingen en situatie in de bouw. Het is echter niet zo dat Heeboss lijdzaam heeft afgewacht tot het beter gaat in de bouwwereld. “Dat kan ook niet,” zegt marketing manager Joeri Giljam. “De markt is continu in ontwikkeling. De veranderingen zijn er door technologische ontwikkelingen in onze branche en door de milieueisen die steeds strenger worden, maar ook door de vraag van de eindgebruiker De overheidsregulering op de branche wordt steeds scherper. Alles moet groener en duurzamer, maar dat is ook goed. Onze producten worden daardoor steeds energiezuiniger. Wat drie jaar geleden als modern op de markt kwam, is nu verouderd en niet meer te verkopen. Daar spelen wij uiteraard op in.” Heeboss ziet de toekomst met het nodige optimisme tegemoet, toch zijn er ook zorgelijke ontwikkelingen. Met name het binnenhalen van gekwalificeerde medewerkers is langzamerhand een probleem aan het worden. “Zeker in onze branche maken de medewerkers het verschil,” zegt Bosschaart. “Het installeren en het plegen van goede service en onderhoud op onze producten is van groot belang. Daarnaast verzorgen wij ook beheer op afstand van installaties voor onze klanten. Ook dit is een discipline waar best veel voor komt kijken. Het is dus cruciaal dat wij over goede medewerkers beschikken. Op de arbeidsmarkt zijn die lastig te vinden, daarom investeren wij zelf steeds meer in interne en externe opleidingen.”

Zo volgt op dit moment een aantal medewerkers een opleiding in verband met de wettelijk verplichte aircokeuring EPBD. Hierbij wordt bij bedrijven het energieverbruik van de klimaatapparatuur in beeld gebracht. “Dat is het gevolg van een nieuwe wet,” verklaart  Giljam. “Wij bekijken niet alleen hoeveel energie de klimaatapparatuur gebruikt, maar controleren ook of dit aan de normen voldoet. Ons advies kan zijn dat bedrijven -op termijn- hun apparatuur moeten vervangen. Dat is, indien de investering binnen een vastgestelde periode wordt terugverdiend, bindend voor het betreffende bedrijf en overigens ook goed voor dat bedrijf. Apparatuur gaat soms al twintig jaar mee, terwijl de verwachte levensduur tien jaar was. Hier is letterlijk veel te verdienen.” Het draait tegenwoordig dus om duurzaam, groen en energiezuinigheid. Heeboss merkt dat er bij bedrijven steeds meer de behoefte ontstaat aan totale ontzorging voor wat betreft de klimaatbeheersing. Bosschaart: “Wij zijn in 1992 begonnen als installatiebedrijf voor airconditioning. Daar hebben we stapsgewijs nieuwe disciplines aan toegevoegd. Zo beschikken we al een aantal jaren over een uitgebreide service en onderhoud- afdeling en vorig jaar is daar de afdeling luchttechniek bij gekomen. Verse, schone en gezuiverde lucht in kantoren wordt inderdaad steeds belangrijker. In andere branches, zoals laboratoria en de industrie is de luchtkwaliteit niet slechts belangrijk, maar is dit cruciaal voor het veilig kunnen werken van de medewerkers. Hier ligt een kans voor ons, zo leveren wij nu veel op klantspecificaties. Maatwerk dus. De specificaties worden gebruikt als input voor de fabrikanten waar wij mee samen werken en zij leveren exact wat de klant wenst. Ook met installatie, service en onderhoud onderscheiden wij ons. Dit heeft vooral met producttoepassingen te maken, maar ook met de complexheid van het gebouw en  specifieke wensen van de klant.” Vanuit de leveranciers, Heeboss koopt in bij fabrieken in onder meer Italië, Duitsland, Zweden en China, komen sowieso steeds groenere en energiezuiniger producten. Giljam: “De producten worden technisch steeds complexer en functioneren nauw samen met andere apparatuur in gebouwen. Het is vaak in één gebouwenbeheerssysteem gekoppeld. Uiteindelijk is het de gebouwenbeheerder die op afstand alles in de gaten houdt. Dat doen wij overigens ook, wij kunnen indien gewenst ook inloggen bij klanten en zorgen voor beheer op afstand.” Een andere belangrijke tak binnen de Heeboss Klimaatgroep is het verhuurbedrijf Recool. Met een ruim verhuurassortiment biedt het bedrijf tijdelijke oplossingen voor vrijwel iedere situatie op het gebied van klimaatbeheersing, koeling, proceskoeling, vochtbeheersing en ventilatie. De apparatuur van Recool vind je onder meer bij datacenters en ziekenhuizen.

Giljam: “Voorlopig zijn we druk met nieuwe ontwikkelingen. Toen wij bijvoorbeeld begonnen met de afdeling luchttechniek wisten we niet dat dit zo’n vlucht zou nemen. Moderne luchtbehandelingapparatuur is voorzien van warmteterugwinning. Dat bespaart heel veel energie, tot wel 90% van de warmte uit een ruimte win je hiermee terug. Bovendien zie je bij nieuwe gebouwen of bij renovaties dat deze standaard worden voorzien van compleet geïntegreerde luchtbehandeling- en airconditioningsystemen. Nog niet zo lang geleden kwamen wij pas in actie als het gebouw klaar was. Dat is nu niet meer zo, wat dat betreft zijn we aardig opgeschoven in de keten. Tegenwoordig zitten we zelfs al aan tafel bij de bureaus die architecten adviseren. Gezien onze kennis en ervaring is dat niet zo vreemd. Wij ontzorgen adviseurs en bedrijven met onze activiteiten. Zo snijdt het mes aan twee kanten.”

Hans van Putten, nieuwe directeur Rabobank Drechtsteden

0

Het nieuwe directieteam is compleet, met nieuw elan opereert Rabobank Drechtsteden in de regio. Hans van Putten (51) is de nieuwe directeur Bedrijven. Hij laat zijn licht schijnen over zijn carrière, de bank en de bedrijvigheid in de regio.

Nog geen drie weken is Hans actief bij Rabobank Drechtsteden ten tijde van dit interview, maar toch hebben de organisatie en het gebied weinig geheimen voor hem. Jarenlang werkte de geboren Rotterdammer bij Rabobank Merwestroom als directeur Bedrijven en als algemeen directeur. “Zakelijke dienstverlening heeft altijd mijn interesse gehad. Ik werk graag met ondernemers, Rabobank Hardinxveld-Giessendam bood mij meer dan voldoende mogelijkheden. De cultuur van de bank sprak mij aan en later ben ik de coöperatieve structuur nog meer gaan waarderen op het moment dat de fusiebesprekingen met Rabobank Sliedrecht aan de orde waren. Wij vragen als bank ondernemers hun koers helder te formuleren en hun plannen te onderbouwen. In zo’n fusieproces gebeurt dat andersom. De leden zijn dan kritisch onze kant op, en terecht. Die wederkerigheid is een groot goed en leidt tot de beste resultaten.”

Als directeur Bedrijven kwam hij bij Rabobank Goeree-Overflakkee terecht, zijn laatste standplaats. Hans miste uiteindelijk toch de dynamiek van een industrieel gebied. Bij Rabobank Drechtsteden was de functie van directeur Bedrijven vacant. “Dé kans om in een prachtig gebied met veel bedrijvigheid aan de slag te gaan.” Bij Rabobank Drechtsteden lagen meer uitdagingen.  Het verder professionaliseren van de klantbediening is onze stip op de horizon. We beseffen dat we onder een vergrootglas liggen, banken staan immers als kritisch bekend. Ook ondernemers zijn tegenwoordig kritischer. Met wederzijds vertrouwen kun je op het scherpst van de snede zaken helder krijgen. Dat is de basis van bankieren. Daar zijn ondernemers ook mee gebaat en daar zetten wij onze expertise en professionaliteit volledig op in.”

Hans noemt de Drechtsteden een uitdagend gebied. “Wij zijn binnen de Rabobank-organisatie één van de weinige banken met een verzorgingsgebied waar zoveel gevarieerde bedrijvigheid is. Van klein tot groot en in vele sectoren. Uitstekende perspectieven voor ons, want wij werken met evenveel liefde voor een starter als voor een gerenommeerde multinational. Wij laten het pessimisme op meerdere fronten achter ons. Met nieuwe kracht en veel vertrouwen gaan wij de toekomst in.”