Home Blog Page 305

Eerste bedrijfswagentestdag valt in de smaak

0

Het kan op die maandag, de elfde februari 2014, bijna geen toeval zijn. Elf motorische werkpaarden staan opgesteld naast De Kuip, het onderkomen van Feyenoord, de club die het vooral van inzet en hard werken moet hebben.

Het ernaast gelegen horecagedeelte van het Rotterdam Topsportcentrum, is de plek waar de testrijders van de eerste Rijnmond Business Bedrijfswagentestdag prima worden ontvangen.

“De belangstelling en het enthousiasme van de dealers was groot” vertelt organisator Kees van ’t Zelfde, “maar we hebben bij de eerste keer bewust gekozen voor een kleinere opzet. Ik wil hiermee een nieuwe markt aanboren. Je klopt wel bij dezelfde dealers aan als bij de personenwagenstestdagen, maar ze hebben voor dit soort activiteiten weer andere budgetten”.

Volkswagendealer Hoogenboom is present met maar liefst vijf auto’s. Renault-dealer VKV met twee auto’s, Mercedes Hogenbirk levert twee auto’s en er staan ook twee auto’s van Ford-dealer Ardea.

De dealers bevestigen dat het een interessante markt is. Veel bedrijfswagens worden geleasd en moeten na een aantal jaren worden vervangen. Dat maakt de markt minder grillig dan die van de personenauto’s. Daarnaast is de klant meer merktrouw en wordt er veel waarde gehecht aan een goed en snel serviceapparaat. Bovendien worden er steeds strengere milieueisen gesteld aan de bedrijfsauto’s.

“Of dat wel of niet terecht is in deze moeilijke tijden, laat ik in het midden”, merkt Maurice den Boef van Volkswagendealer Hoogenboom op. Hij vervolgt: “Feit is dat bedrijven worden gedwongen het wagenpark te vervangen door schonere auto’s. En schoon zijn tegenwoordig ook de bedrijfsdiesels. Het RDW (Rijksdienst voor het Wegverkeer) hanteert 25% bijtelling bij deze wagens, omdat ze leeg wel zouden voldoen aan de 14%-norm, maar beladen niet. Wij vinden dat ze wel degelijk de Euro 5-norm halen, die straks wordt gehanteerd om toegelaten te worden tot de binnensteden. De Euro 3-wagens van voor 2005 worden dan geweerd. In Utrecht bijvoorbeeld al op 1 januari 2015. Daarnaast wordt de Maasvlakte een Euro 6-gebied voor vrachtwagens met een gewicht vanaf vijf ton, maar dat geldt in de nabije toekomst ook voor bedrijfswagens beneden de 3,5 ton”.

Weinig vraag

“Onze huidige benzine-, aardgas-, hybride-, elektrische- en dieselauto’s halen de Euro 5 of 6 norm”, vertellen Marc Nijhof en Yousef Lemsidi van Mercedes-dealer Hogenbirk. Net als overigens Volkswagen, bevestigt Maurice den Boef.

Hij vertelt: “We leveren in Rotterdam veel ecofuel-auto’s aan Roteb-lease, de beheerder van het gemeentelijk wagenpark. Volkswagen is in dat segment ook marktleider”.

Nijhof: “Toch is naar de elektrische auto’s nu nog weinig vraag”. Thijs Smits van Forddealer Ardea vult aan: “Ik verwacht ook niet dat de elektrische en natural gas-wagens op korte termijn veel zullen worden verkocht.”

Cees Keijzer van Renault-dealer VKV denkt daar anders over. Hij zegt: “Renault was altijd trendsetter en deze elektrische Kangoo is daar het bewijs van. Hij is uiterst compleet, heeft een grote trekkracht, is heel vlot in het verkeer en heeft toch een actieradius van bijna 150 kilometer. Opladen bij een snellaadpaal duurt twintig minuten en daar zijn er steeds meer van in de Rotterdamse regio. De gemeente zet fors in op duurzaam rijden. Dus geloof ik wel degelijk in de elektrische auto”.

Na het maken van de foto’s trekken de testrijders erop uit. Een paar uren later komt het merendeel enthousiast terug, omdat de nieuwe generatie bedrijfsauto’s net zo luxe en prettig in het gebruik blijkt te zijn als personenauto’s. Bovendien neemt de meerderheid de ervaringen van deze dag mee in de keuze van een eventueel nieuwe bedrijfsauto.

Organisator Kees van ’t Zelfde van Rijnmond Business loopt tevreden rond. “Dit is me goed bevallen en de reacties waren prima. Misschien komt er in het najaar een tweede editie met de dealers die nu niet mee konden doen. Maar ik denk ook aan een vrachtwagentestdag. Hoewel je daar een groot rijbewijs voor nodig hebt en dat beperkt het aantal testrijders. Enfin, voldoende stof om over na te denken”.

Netwerktijd

0

Op welk tijdstip netwerk je het beste? Je zult nu vast denken: is Ton quizmaster geworden? Welnee. De vraag is echter niet onbelangrijk: wat is het meest geschikte tijdstip om te netwerken? Waarom ik deze vraag stel, zal ik toelichten. Naar mijn idee is netwerken de enige effectieve manier om extra omzet te genereren. Ik hoor je denken: en adverteren dan? Sales professionals inzetten? Telefonische acquisitie? Mailen? Sociale media? Het is allemaal leuk, maar reken even door of de kosten opwegen tegen de inkomsten. Gewoon twee staatjes maken: sales man = salaris + sociale lasten + vakantiegeld + autokosten + telefoonkosten + secretariële ondersteuning = een duur grapje. Maak dat ook maar eens met reclame maken: advertentie laten maken + plaatsingskosten + administratiekosten…het is niet goedkoop. Telefonische acquisitie dan? Hetzelfde verhaal, allemaal kosten die voor de baat uit gaan en je moet maar zien wat er verdiend wordt. Op welke manier het ook gedaan wordt: steeds moet aan de andere kant van het staatje een flinke omzet staan om die kosten er uit te halen. Groeien de bomen tot in de hemel, dan is het te doen. Maar in de huidige markt groeien die bomen niet zo hard. Ondernemers zoeken andere manieren om de handel naar binnen te krijgen. Gelukkig zijn die er.

Feit: 98% van alle bedrijven krijgt nieuwe opdrachten dankzij mond-tot-mondreclame. Slechts 3% van alle bedrijven heeft een strategie voor mond-tot-mondreclame. Wie als ondernemer wil scoren, ontkomt daarom niet aan netwerken. We doen immers zaken met mensen die we vertrouwen. Bij een goede netwerkorganisatie leer je mensen kennen en nog belangrijker: daar leren de mensen jou kennen. Het antwoord op de vraag, wat de beste netwerktijd is, is daarom: altijd!

Als directeur van 17 chapters van business netwerk BNI Rotterdam, zie ik steeds meer ondernemers de netwerkhandschoen oppakken. Het valt niet mee om dat goed te doen; daarom zorgt BNI er voor dat we de leden trainen om zich goed te presenteren. We hadden echter altijd één grote maar: onze netwerkbijeenkomsten starten om 07.00 uur. Heerlijk voor mensen die voor kantoortijd een inspirerende bijeenkomst achter de rug willen hebben. Minder leuk voor mensen die wat later op gang komen. Voor die laatste groep hebben we goed nieuws. BNI Rotterdam heeft inmiddels ook twee lunch chapters. Dezelfde filosofie. Dezelfde gestructureerde agenda. Dezelfde sales gedreven organisatie met meetbaar resultaat. Alleen dan ’s middags. Voor de kosten hoeft u het niet te laten. Voor de fractie van de prijs van adverteren, salesmensen inzetten, telefonisch te acquireren enzovoorts, creëer je elke week kansen om mensen de gelegenheid te geven jou te leren kennen, te leren vertrouwen en de handel te gunnen. Is het niet rechtstreeks dan wel via hun relaties bij wie ze jou aanbevelen. Over netwerktijd gesproken, wordt het niet eens tijd om dat serieus op te gaan pakken?

Proeftijdontslag in samenhang met ziekte

0

Bij het in dienst nemen van een werknemer wordt veelal een proeftijdbeding opgenomen in de arbeidsovereenkomst. De gedachte hierachter is dat partijen zich, voordat zij zich voor langere tijd aan elkaar binden, gedurende een korte periode op de hoogte kunnen stellen van elkaars hoedanigheden en geschiktheid. Tijdens de proeftijd kan per direct worden opgezegd. De kans bestaat dat een werknemer gedurende (een deel van) de proeftijd ziek is als gevolg waarvan niet of nauwelijks wordt gewerkt. De vraag is vervolgens of de werkgever desondanks tot ontslag kan overgaan.

De hoofdregel is dat tijdens de proeftijd het opzegverbod tijdens ziekte niet geldt, zodat aan een zieke werknemer proeftijdontslag kan worden gegeven. Als er sprake is van een “reguliere” ziekte moet de werkgever wel een bepaalde zorgvuldigheid in acht nemen. Zo is het niet verstandig om uitsluitend de ziekte als reden voor het ontslag aan te voeren, omdat dit als misbruik van recht kan worden gezien. Indien mogelijk kan in plaats daarvan bijvoorbeeld beter aansluiting worden gezocht bij het functioneren van de werknemer of andere (bedrijfsgerelateerde) factoren.

Indien het ontslag is ingegeven door het feit dat de werknemer een chronische ziekte of handicap heeft, is opzegging risicovoller. De werknemer kan een dergelijke opzegging namelijk vernietigen omdat dit een zogenaamd verboden onderscheid inhoudt. Opzegging is wel toegestaan als kan worden aangetoond dat de werknemer niet meer in staat is de essentiële taken van zijn functie uit te oefenen. Dit argument slaagt in de praktijk niet altijd, omdat gedurende de beginfase van de ziekte meestal nog niet beoordeeld kan worden of dit het geval is.

Hoewel de grens tussen “reguliere” en “chronische” ziekte niet altijd even duidelijk is, is het voor de beoordeling van het proeftijdontslag dus van belang de aard van de ziekte zo goed mogelijk te achterhalen, eventueel met behulp van de bedrijfsarts. Om discussie te voorkomen zou een oplossing kunnen zijn om de werknemer het aanbod te doen hem na herstel alsnog in dienst te nemen. De meest zekere weg daarbij is om de werknemer na het ontslag in de proeftijd pas na een tussenpoos van 3 maanden en 1 dag een nieuwe arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aan te bieden, om te voorkomen dat deze nieuwe arbeidsovereenkomst moet worden opgezegd. Let er bovendien op dat het overeenkomen van een verlenging of opschorting van de proeftijd niet is toegestaan.

Gelet op het wetsvoorstel Wet Werk en Zekerheid is het voor arbeidsovereenkomsten die na 1 juli 2014 tijdens de proeftijd worden beëindigd overigens raadzaam om pas na 6 maanden en 1 dag een nieuwe arbeidsovereenkomst overeen te komen.

De les die vakantie heet…

0

Als u ooit zaken heeft gedaan met de Helmink Communicatie Groep dan weet u dat u ondergedompeld wordt in de beste service en hoogste klantvriendelijkheid die u zich maar voor kunt stellen.

Weet u waarom? Omdat ik nog wel eens op vakantie ga!

Die denkt u dan natuurlijk te snappen. Want u denkt waarschijnlijk dat ik dan zo uitgerust en relaxed ben dat ik volop tijd kan besteden aan allerlei ‘klantvriendelijkheidszaken’. Nou… eerlijk gezegd is niets minder waar!

Ik zal het u vertellen… Nadat ik een prachtige som heb mogen overmaken en de voorpret gehad heb komt het moment dat ik ergens naar een stad of zandstrand getransporteerd moet worden.

Van P3 naar de terminal (ik snap wel waarom dat zo heet) is meestal een dollemansrit. Gelardeerd door een bandje met iedere minuut dezelfde boodschap hoe fijn het op P3 toch wel niet is. Ik schuif dan aan bij een balie die voorafgegaan wordt door een prachtig Efteling lintje. Nee… tuurlijk.. doe rustig aan. Ik ben nu toch al twee uur wakker. Dan word ik kordaat in de juiste rij geblaft voor de strip search. Na de nodige handtastelijkheden en broek weer boven knie-niveau trekkend tijd om te shoppen! Oh nee… het is inmiddels duurder dan ‘buiten’ en ‘oh ja…die verrekte instapkaart moeten ze weer hebben..’

Het vliegtuig in. Uiteraard heb ik 9 centimeter extra beenruimte gekocht… Bam! Auw! Weg 9 centimeter. Voorbuurman gaat in de slaapstand. Dan maar een beetje schuin zitten… Bam! Auw! De kar met gestoomde bloemkool met worteltjes tegen mijn schuiten aan! Landen! Gelukkig! Oh ja… laten we vooral allemaal vast even gaan staan… Dat gaat echt sneller. Op naar de autoverhuur… daar hebben ze ‘service with a smile’. Waarom gaan ze dan in mijn geval altijd op hun kop staan?? Enfin… na meestal wel een prettige interval die ik dan vakantie mag noemen, volgt bovenstaande rijtje weer terug. Met mijn laatste vloek op het paradijs dat P3 heet (van het filmpje) omdat ik 4 kilometer moet zigzaggen om bij de dubbele slagboom te komen.

En dan…. weer thuis… hmmmmm! Ik categoriseer mijn reiservaringen inmiddels in de ‘knellende schoenen filosofie’. Die moet je vooral aantrekken voor het heerlijke gevoel dat je krijgt als ze weer uit mogen. En… als ik dan ‘s nachts heerlijk in mijn eigen bedje lig, heb ik maar één drijfveer… ’dit mogen mijn klanten nooit zo meemaken!’ Vandaar! Mocht er dus ooit een wrijving zijn… stuur me op vakantie!

 

Pas op! MIJNENVELD!

0

U had het als ondernemer al niet makkelijk, maar nu kan een foutje bij de belastingen extra kosten met zich mee brengen. De aangiftepraktijk is een mijnenveld geworden en de mijnen worden steeds dodelijker.

Omzetbelasting en loonheffing

Vanaf  januari 2014 krijgt u niet meer een aangiftebiljet toegezonden voor de omzetbelasting of loonheffing. U wordt geacht zelf de aangifte te verzorgen. Zet de aangiften dus  in uw agenda, want bij herhaald verzuim kunnen de boetes in de papieren gaan lopen.

Doe  aangifte in het juiste tijdvak. Als er een in- of verkoopfactuur wordt geboekt nadat u de periode heeft afgesloten, zult u uw aangifte voor die periode moeten herzien. U loopt anders de kans dat de belastingdienst wel de afdracht, maar niet de aftrek voorheffing accepteert.

Doe vooral aangifte voor het juiste bedrag. Denk niet: ‘Ik doe even een 0-aangifte, dan zoek ik het later wel uit’. Sinds januari is het opzettelijk doen van een verkeerde aangifte namelijk een misdrijf.

Vennootschapsbelasting

Ook bij de vennootschapsbelasting is een goede inschatting van de winst over 2014 belangrijk. Mocht het in 2015 blijken dat u te laag heeft ingeschat, dan bent u wettelijke rente op handelstransacties verschuldigd. Die staat nu op 8,25%.

Kort telefonisch uitstel

Mocht u krap bij kas zitten, denk dan aan de mogelijkheid van kort telefonisch uitstel. U kunt dan, onder bepaalde voorwaarden, 4 maanden uitstel van betaling krijgen voor een totaal aan €20.000 belastingen.

Raadpleeg uw adviseur!

Social Enterprise? Liever niet.

0

Maatschappelijk verantwoord ondernemen, social return on investment, social enterprises. Van mij mogen we er per direct mee stoppen. Allerlei instrumenten, labels en merkjes die je op je dienstverlening kunt plakken om te laten zien hoe verantwoord het allemaal wel niet is. Naast winst maken ook een stukje inzetten om te laten zien hoe maatschappelijk betrokken wij wel niet zijn. Direct afschaffen wat mij betreft.

Laten we gewoon gaan ondernemen, laten we vooral weer terug gaan naar dat principe dat winst een gevolg was van de waarde die je wist toe te voegen. Let wel, een gevolg. Dat is even een ander dingetje als wat nu blijkbaar als gemeengoed is. Winst is een doel op zich geworden. Niet een meting van de waarde die je blijkbaar hebt toegevoegd. Als we dat toevoegen van waarde nu eens echt serieus nemen als markt en consument. Dan kan het toch niet anders of alleen ondernemers en ondernemingen die uitgaan van de medemens zullen de winsten maken. En is het dan ook niet zo dat juist die ondernemers precies in staat zijn om verantwoordelijk om te gaan met het geld waarin de winst wordt uitgedrukt.

Keurmerken en labels als Social Enterprise zijn helaas hard nodig op dit moment. Maar moet het niet zo zijn dat ondernemingen die zich niet sociaal opstellen stomweg geen bestaansrecht hebben. Dat betekent dus dat wij daarin de verantwoordelijkheid hebben om geen klant van een dergelijke onderneming te worden.

Dagelijks kom ik het tegen. Keuzes als van: wij hebben gekozen voor de goedkoopste.  Sociaal? Dat is toch niet mijn verantwoordelijkheid? Wel dus.  Sociaal gedrag begint juist bij ondernemers en in ondernemerschap. Daar zitten de leiders, daar liggen de voorbeelden. Juist in de zakelijke omgeving kan een maatschappelijke verandering in gang worden gezet. Juist daar wordt sociaal gedrag bijzonder letterlijk beloont. Jim Collins heeft zich in zijn boek “Good to Great” toch vrij serieus verdiept in de logische link tussen sociaal gedrag en rendement op lange termijn.

Ja, Social Enterprise, ik ben overtuigd lid van die club. Maar laat dat niet inhouden dat er asociale Enterprises bestaansrecht mogen hebben. Laten we met z’n allen ervoor zorgen dat die aparte benaming zo snel mogelijk overbodig is.

Veranderingen in het arbeidsrecht op komst. Bereid u voor!

0

Het zal u ongetwijfeld niet zijn ontgaan. Op 29 november 2013 is het Wetsvoorstel werk en zekerheid bij de Tweede Kamer ingediend. Na jarenlang debatteren lijkt het er dan toch van te komen. Mocht de wet worden ingevoerd, de verwachte planning ten aanzien van de ontslagonderdelen is 1 juli 2015 dan zal o.a. het ontslagrecht rigoureus veranderen.

Hoe is het nu? De werkgever kan – ongeacht de reden voor het ontslag – kiezen tussen twee ontslagroutes: via het UWV of via de kantonrechter. Hoger beroep en cassatie tegen de uitspraak van de kantonrechter is niet mogelijk.

Bij invoering van de wet dient de UWV-route gevolgd te worden indien sprake is van ontslag om bedrijfseconomische reden of ontslag na twee jaar ziekte. De procedure bij de kantonrechter is uitsluitend bedoeld voor een beëindiging om “persoonlijke” redenen. De beslissing van het UWV kan wel worden voorgelegd aan kantonrechter. De lengte van ontslagprocedure kan worden afgetrokken van opzegtermijn. Tegen uitspraken van de kantonrechter kan hoger beroep en cassatie worden ingesteld. Ook wordt de ontbindingsvergoeding vervangen door een transitievergoeding.

Bij ontbinding door de kantonrechter kan onder het huidige recht een vergoeding worden toegekend op basis van de kantonrechtersformule. Bij opzegging na een UWV-procedure kan aanspraak worden gemaakt op een schadevergoeding in geval van kennelijk onredelijk ontslag. Deze (schade)vergoeding is niet gemaximeerd. Bij niet-verlenging van een tijdelijk contract is geen vergoeding verschuldigd.

Onder komend recht heeft de werknemer met een dienstverband van minimaal twee jaar recht op een transitievergoeding bij beëindiging of niet-verlenging van zijn arbeidsovereenkomst. Die vergoeding bedraagt een derde maandsalaris voor de eerste tien dienstjaren en een half maandsalaris voor de jaren daarna met een maximum van € 75.000 bruto. Voor inkomens boven € 75.000 is de vergoeding gemaximeerd op één bruto jaarsalaris. De transitievergoeding is niet verschuldigd bij ernstige verwijtbaarheid van de werknemer. Bij ernstige verwijtbaarheid van de werkgever kan de werknemer aanspraak maken op een aanvullende vergoeding. Die aanvullende vergoeding is niet gemaximeerd.

Een veel gebruikte manier om een arbeidsovereenkomst onder huidig recht te beëindigen is door middel van een vaststellingsovereenkomst tussen werkgever en werknemer waarin de voorwaarden voor beëindiging worden neergelegd. Deze overeenkomst kan op ieder moment rechtsgeldig worden overeengekomen. Onder komend recht geldt voor de werknemer een wettelijke bedenktijd van veertien dagen. Binnen deze termijn kan de werknemer de vaststellingsovereenkomst vernietigen door middel van een schriftelijke verklaring. De wet bevat voorts wijzigingen ten aanzien van de ketenregeling (opvolging van tijdelijke contracten), concurrentiebeding, beëindiging contracten voor bepaalde tijd, WW en proeftijd. De wijzigingen hebben grote gevolgen zowel voor werkgever als voor werknemer zodat het zaak is u tijdig te laten informeren indien u in aanraking komt met onderwerpen die onder de nieuwe wet veranderen.

De boiler room alias The Wolf of Wall Street

0

Eigenlijk zou de AFM iedere potentiële belegger een kaartje voor de laatste film van Leonardo DiCaprio – een film over boilerrooms – ter lering en vermaak moeten geven. Boilerrooms benaderen telefonisch argeloze beleggers om hun geld in waardeloze of nep aandelen te investeren. Het noemen van een mooi rendement is soms al voldoende om vertrouwen te wekken! In mijn optiek kunt u dan beter gelijk naar het casino en inzetten op rood of zwart, dan heeft u in ieder geval nog 50 % kans.

De argeloze belegger tref je aan in vele gedaantes en dat is misschien nog wel het meest fascinerende. Boilerrooms komen blijkbaar zo overtuigend over dat iedereen er in kan stinken. Ondanks alle beleggingsdrama’s uit het verleden en tv programma’s als Radar en Kassa trappen volgens de AFM nog altijd gemiddeld een tot twee beleggers per week in de mooie praatjes van deze organisaties. Gelokt door de mooie rendementen die ze voorgespiegeld krijgen. Helaas speelt hebzucht daarbij vaak een rol.

Maar eigenlijk is het rendement dat deze partijen u beloven totaal niet relevant. De vraag die u  uzelf als belegger eerst moet stellen, is: welk rendement heb ik nodig om mijn doelstellingen te halen? Daar begint uw beleggingsstrategie mee en op basis daarvan kunt u onder meer de assetallocatie van uw vermogen bepalen. Stel dat u bij:

  • een rendement van 2 % na inflatie uw doelstellingen haalt;
  • een rendement van 5 % uw doelstellingen haalt;
  • een rendement van 8 % uw doelstellingen haalt.

Bij een neutraal risicoprofiel (streefrendement rond de 5 %), kunt u zich in de eerste situatie afvragen of u dan nog wel extra risico wilt nemen met uw vermogen. Voor veel mensen is lekker kunnen slapen belangrijker dan extra rendement. In het tweede geval kunt u conform uw neutrale profiel gaan beleggen, bijvoorbeeld voor 20 % in liquiditeiten, 30 % in obligaties en 50 % in aandelen. Maar wat nu als het laatste voor u van toepassing is? Dat betekent dat u ofwel tegen uw zin meer risico zult moeten nemen danwel de tering naar de nering zult moeten zetten. Voor veel klanten is dit al een eerste eye-opener.

In de praktijk blijken klanten vaak geen rendementen van 8 % of hoger nodig te hebben. Ook bij lagere rendementen – zelfs na inflatie – halen ze hun doelstellingen! Klanten worden vaak allerlei angsten aangepraat met maar één doel, u verleiden meer spaargeld in aandelen te beleggen.

Tot slot kunt u zich afvragen waarom een bedrijf dat zegt zulke mooie rendementen te maken, nog aan telefonische acquisitie moet doen. Iets wat goed is vertelt zich vanzelf rond. Daar is helemaal geen agressieve verkoopactie voor nodig. Bezint dus eer gij begint!

Meer weten over het opzetten van een eigen beleggingsstrategie? In mijn boek Keep it Simple komt het beleggen, nalaten en schenken van vermogen, één van de vijf thema’s uit de financiële schijf van 5, uitgebreid aan de orde. U kunt mij volgen via twitter @IrisBrik of een connectie maken via LinkedIn.

Slimme mobiliteit bij Amega

0

Dat Amega zich niet alleen bezighoudt met mobiliteit, maar ook oog heeft voor duurzaamheid, werd meer dan duidelijk op het Drechtsteden Politiek Debat 2014. Tijdens het debat brak Amega-groep directeur Leen de Koning een lans voor meer groene oplaadpunten. Hierin kreeg hij de volledig steun van de aanwezige politici.

Leen de Koning: “De auto is onlosmakelijk verbonden met de brandstof die er in gaat. In onze producten gaat brandstof en er komen emissies uit. Maar het ontwikkelen van nieuwe technieken kunnen we niet meer los zien van de ontwikkelingen van alternatieve brandstoffen. Als we de totale emissies willen reduceren moeten we samenwerken in de keten.” Hij legt uit dat de klant niet kiest voor een groengasauto als er geen groengas tankstation is. En dat een tankstationhouder niet investeert in een groengas tankstation als er geen voertuigen in de buurt rijden. “Het proces van het verkrijgen van laadpalen in de publieke ruimte moet geen bottleneck vormen. Als we nieuwe mobiliteitsoplossingen willen ontwikkelen, zullen we intensiever moeten samenwerken.”

Met haar visie op duurzame mobiliteit wil Amega – vaak in samenwerking met haar stakeholders – haar klanten inspireren om de beslissende stappen naar een duurzaam wagenparkbeheer te zetten. De Koning: “De vraag naar mobiliteit stijgt nog steeds, maar de brandstofprijzen stijgen ook, de bereikbaarheid verslechtert en mobiliteit heeft een directe impact op het milieu. Om die reden concentreren wij ons op slimme mobiliteit, waarbij keuzevrijheid, flexibiliteit en milieuvriendelijkheid voorop staan.”

Als Erkend Duurzaam Plus gecertificeerd bedrijf, heeft Amega zelf al de eerste stappen gezet. “We werken hard om ons restafval te reduceren door actief in te zetten op hergebruik en recycling, maar natuurlijk zetten we ons ook in voor een betere luchtkwaliteit. Wij, als mobiliteitsonderneming hebben hierin een verantwoordelijkheid,” stelt De Koning. “Omdat onze klanten veelal vragen naar de hoeveelheid CO2 uitstoot, hebben wij ons de prioriteit gesteld om luchtkwaliteit aan de orde te stellen. Wij adviseren op het gebied van juiste techniek, alternatieve brandstoffen inclusief elektrisch vervoer. En tot slot de invloed van gedrag op de uitstoot. Laten we luchtkwaliteit meer landelijk op de agenda zetten en meer stimuleren naar schone alternatieven!”

Slimme Deals zorgen voor betere bereikbaarheid in de regio

0

Mobiliteit, oftewel slimmer werken en reizen, is een hot item in onze regio. Dat bleek ook tijdens het Drechtsteden politiek Debat. Tim de Bruin, mobiliteitsregisseur van de Drechtsteden, stelde tijdens het debat ‘de overheid moet niet meer investeren in nieuwe infrastructuur maar in slimme deals’.

Meer asfalt? Slimmer gebruik van het asfalt!
Sander de Rouwe (CDA) pleitte voor meer asfalt, aanleg van fietssnelwegen en carpoolen. Henk Nijboer (PvdA) vond dat het bedrijfsleven het thuiswerken meer moet stimuleren. Wat willen de Drechtsteden zelf en welke acties ondernemen ze? De Bruin: “Een goede bereikbaarheid en verkeersdoorstroming in de regio is van groot economisch belang. Dat kan door de bestaande wegen optimaal te gebruiken. Als medewerkers slimmer reizen en werken – bijvoorbeeld door in het debat genoemde maatregelen – zorgt dat voor minder drukte in de ochtend- en avondspits. Bijkomend voordeel is dat dit ook de luchtkwaliteit verbetert.”

Slimme deals tussen overheid en bedrijfsleven
In het kader van het overheidsprogramma ‘Beter Benutten’ startte De Bruin vorig jaar als mobiliteitsmakelaar in Drechtsteden. “Met overheid en bedrijfsleven kijk ik hoe we samen de Drechtsteden bereikbaar kunnen houden met minder files. Wat kunnen werkgevers en overheden zelf doen, hoe kunnen werkgevers elkaar helpen, en waar kunnen overheden en bedrijven elkaars inspanningen versterken met ‘slimme deals’? De doorstroming van en naar de A16/N3 is al jaren een groot knelpunt. Maar met slimme deals kunnen we dit aanmerkelijk verbeteren. Denk aan de invoering van Het Nieuwe Werken waardoor mensen niet altijd meer naar kantoor hoeven, flexibele werktijden, en meer gebruik maken van het openbaar vervoer.”

Slimmer reizen loont
Volgens De Bruin is het belangrijk dat werkgevers zelf gemotiveerd zijn om in actie te komen: “Voor elke werkgever loont het om over mobiliteit na te denken al verschillen de motieven. Mobiliteit is een grote kostenpost voor elke werkgever, zeker wanneer veel medewerkers een leaseauto hebben. Een medewerker die overstapt van de auto op de fiets, levert de werkgever jaarlijks €1.500,- kostenbesparing op. Daarnaast zijn veel werkgevers bezig met duurzaamheid, zoals het reduceren van CO2 uitstoot. Maar ook is er geen werkgever die een overvol parkeerterrein wil, waar medewerkers en vooral bezoekers geen parkeerplek kunnen vinden.”

Voorbeeld slimme deal: fietsen
De Bruin ondersteunt werkgevers bij het maken van keuzes en het nemen van maatregelen. “Een werkgever kan namelijk veel doen om fietsen te stimuleren waardoor zij de files kunnen ontlopen. Denk aan goede fietsvoorzieningen, fietskilometers belonen, meedoen aan een promotiecampagne of hogere reiskostenvergoedingen. De fiets is een makkelijk en leuk middel om de strijd aan te gaan met het N3-knelpunt. En het levert meer voordelen op zoals een goede gezondheid, betere luchtkwaliteit, meer parkeerruimte en kostenbesparing voor werkgever en werknemer. De overheid verbetert de fietsinfrastructuur en bedrijven willen fietsen promoten. De slimme deal waar we mee bezig zijn, is dat bedrijven de fietssnelwegen F15 en F16 promoten. Zo profiteren overheid en bedrijven van elkaars inspanningen.”

Er staan dit jaar nog diverse andere ‘slimme deals’ op de agenda om werkgevers te ondersteunen die hun mobiliteitsbeleid willen verbeteren, vernieuwen of verduurzamen. Werkgevers kunnen zich bijvoorbeeld aansluiten bij de communities parkeren (hoe loste de buurman zijn parkeerprobleem op?), fietsen (gratis aansluiten bij fietspromotiecampagne in het voorjaar) of duurzame mobiliteit. De Bruin: “De mobiliteit in de regio zal onder andere door slimme deals aanzienlijk verbeteren.”