Home Blog Page 343

‘Het MKB is de kurk waar Nederland op drijft’

0

Het versoepelen van het ontslagrecht, de verhoging van de AOW-leeftijd, steeds meer tijdelijke dienstverbanden en toenemende werkloosheid: allemaal zaken die volop in het nieuws zijn en aangeven dat de arbeidsmarkt aan verandering onderhevig is. Het gaat steeds minder om (vaste) banen, maar het werk blijft bestaan. Hoe spelen we daar met zijn allen het beste op in? Rijnmond Business organiseerde een rondetafelgesprek op het ss Rotterdam. Korrie Louwes, wethouder Arbeidsmarkt, Hoger Onderwijs, Innovatie en Participatie te Rotterdam, Jacqueline Bakker, directeur/eigenaar van Werkend Nederland,  Mai Elmar, Executive Director ss Rotterdam en Albert Kluwen, advocaat met specialisme arbeidsrecht bij De Koning Advocaten spraken zich uit over het veelomvattende thema.

De arbeidsmarkt van morgen

Louwes: “Overal in Europa zijn veranderingen gaande, maar het echte debat is: ‘Hebben we wel een arbeidsmarkt passend bij onze toekomst?’ Als regio moeten we zorgen voor snelle, goede oplossingen om de concurrentie met Europa aan te gaan. De vooruitzichten zijn weinig positief, dus dat het spannende tijden worden staat vast.”

Bakker: “Dan is een mentaliteitsverandering ook niet onbelangrijk. Evenals de invloed van de vergrijzing én ontgroening op de arbeidsmarkt, inmiddels goed te merken. Gelijktijdig wordt pijnlijk duidelijk dat het aanbod van personeel, wat beschikbaar komt, onvoldoende aansluit op de vraag. Als je de toekomst niet helder in beeld hebt, wordt het lastig anticiperen. De visie van de overheid hierop staat naar mijn beleving nog in de kinderschoenen.”

Kluwen: “Daar ben ik het niet helemaal mee eens. Er zijn partijen die wel degelijk visie hebben. Of die visie helemaal juist is, is een tweede. Zo heeft Tweede Kamerlid Fatma Koser Kaya van D66 een initiatiefwetsvoorstel ingediend om het ontslagrecht te hervormen. Haar wet moet het gemakkelijker maken om werknemers te ontslaan of om ontslag te nemen bij een werkgever. Wat velen over het hoofd zien, is dat het huidige ontslagrecht al niet (meer) zo preventief is als we denken! Partijen als de PVV en de PvdA vinden het huidige ontslagrecht niet zo slecht. Andere partijen willen een gewijzigd ontslagrecht zonder preventieve ontslagtoets, o.a. omdat ze denken dat daarmede de flexibiliteit op de arbeidsmarkt wordt vergroot.”

Louwes: “De invloed van de politiek op de reële economie is volgens mij niet heel groot. Dat heeft deels te maken met de flexibele markt. Het gros van de mensen is niet meer zijn hele leven werkzaam binnen één branche.”

Elmar: “Waar ik me binnen de arbeidsmarkt toch over verbaas, is het massale verzet tegen de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd. Als we gemiddeld … 80 tot 100 jaar gaan worden, is het toch logisch dat we niet slechts 50% van onze jaren kunnen werken? In Noorwegen is deze ooit van 70 jaar naar 67 jaar gegaan, daar hebben ze de 65 jarige pensioenleeftijd niet eens ooit gehaald. De verhoging van de pensioenleeftijd in Nederland van 65 naar 67 zorgt voor de gemiddelde werknemer voor slecht driekwart jaar extra werk. Terwijl de perceptie heel anders is.”

Bakker: “In ons land wordt ‘werk’ vaak gezien als een noodzakelijk kwaad. Het is eerder moeten dan graag willen werken. En dat terwijl je het ook anders kan zien. Kijk eens internationaal, genoeg landen waar werken als voorrecht wordt gezien.”

Elmar: “De heersende situatie in Noordwest Europa komt niet uit de lucht vallen, zo ook niet het aantal van 7 miljoen leegstaande m2 in Nederland, dit is een gevolg van het nieuwe werken waar we al ruim 10 jaar geleden mee van start zijn gegaan, zo ook pretenderen we een service en kennis economie te zijn. Service is 7/24 en niet 32 uur van maandag 12.00 uur tot vrijdag 15.00 uur.”

Kluwen: “Ik zie het positiever in. Mijn kinderen zijn 16 en 17 jaar en ik bestempel hun lichting als een generatie met ambities. Het enige waar ik me zorgen over maak is de vraag hoe je het enthousiasme van jongeren vast kunt houden? De (jeugd-)werkloosheidscijfers kunnen ontmoedigend werken.”

Waardering van werk

Bakker: “Het maakt zoveel uit als werkgevers oog hebben voor wat ze in huis hebben. Laat merken dat je medewerkers ertoe doen. Dan kun je samen werken aan succes en de economie dat zetje opwaarts geven. Het gaat bij het gros van de werknemers niet meer als eerste om salaris en promotie. De werknemer van nu zoekt vooral naar waardering, werkplezier en voldoende uitdaging. Als het even kan bij een aantrekkelijk bedrijf.”

Elmar: “Ik ben ondernemer en dan dien je ondernemend te zijn; er voor gaan ook in moeilijke tijden. We dienen ons te realiseren dat er veel 30/40-tigers zijn die in het werkende leven nog nooit recessie hebben meegemaakt. Hoe ga je er mee om en hoe maak je de omstelling.

De huizenmarkt is onzeker, veel mensen zitten met 2 huizen, co-ouderschap en ga zo maar door – mensen kiezen voor zekerheid, echter dient dit niet altijd de flexibiliteit en innovativiteit.”

Bakker: “Bij dertigers en veertigers slaat soms het enthousiasme om in angst. ‘Zit ik wel op de juiste plek’ en ‘heb ik eigenlijk wel de kwaliteiten om manager te zijn?’ Dit kun je wel denken, maar vooral niet uitspreken…stel je voor! Door promotie te ver doorgeschoten wordt voorbij gegaan aan dat waar ze goed in zijn. Vaak voortgestuwd door allerlei drijfveren, doorgaans niet de juiste. Wie vanuit passie ergens vol voor gaat heeft plezier en bereikt meestal veel meer.”

Louwes: “We komen ook uit een tijd van ‘maak je dromen maar waar’. Er ontstond een soort gekte waarbij iedereen maar dacht dat hij minister-president zou kunnen worden. De realiteitszin was ver te zoeken.”

Bakker: “Ook nu nog draait het vaak om status. Een promotie pakt niet altijd goed uit. Waarom niet ‘horizontaal’ verder ontwikkelen? En sterker worden in dat waarin je goed bent? Dat is ook loopbaanontwikkeling. Jammer genoeg is het vaak ’the only way is up’. Met als gevolg dat werknemers op hun tenen moeten lopen en hun kracht verliezen.”

Elmar: “Situaties manage je en mensen geef je leiding. Het zou goed zijn als bedrijven voor een reorganisatie eerst eens kijken wie en wat ze allemaal in huis hebben. Het gevaar is dat het kind met het badwater wordt weggegooid. Er wordt te veel goed personeel weggesneden.”

Kluwen: “Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Ik denk dat dat voor sectoren als de bouw heel erg moeilijk zal zijn.”

Werkzekerheid of baanzekerheid?

Kluwen: “Door het verkorten van de WW-periode en versoepeling van het arbeidsrecht zullen veel meer mensen in de bijstand terechtkomen. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Of je beperkt de WW duur en je zorgt voor een zekere bescherming van de werknemer, of je geeft de werknemer weinig bescherming en je verkort de WW-periode niet of althans weinig”

Louwes: “Als je in een bedrijf zit, heb je alle bescherming. Maar daarbuiten? Daar werd niet over nagedacht. Dus er is meer dynamiek nodig.”

Kluwen: “Maar ga je dat bereiken door het afschaffen van de preventieve ontslagtoetsing? Ik vraag het me ten zeerste af.”

Bakker: “Werkzekerheid? Er is voldoende vraag naar ‘handenarbeid’,  naar mensen met een ambacht. Ook binnen het onderwijs is dit doorgedrongen. Een ambacht leren was bijna minderwaardig geworden. Tal van sectoren, ook onze havens, hebben behoefte aan deze vakmensen. Maar dan wel met de juiste werkmentaliteit.”

Elmar: “We moeten wel met zijn allen waken voor de ‘broodje aap verhalen’. Natuurlijk is er behoefte aan capabel, goedgeschoold havenpersoneel, maar het is niet zo zwart-wit als de media soms wil doen laten geloven. Er zijn veel capabele en goedgeschoolde havenmedewerkers en er komen er gelukkig nog genoeg bij. De haven is internationaal en je kunt er een goede boterham verdienen; een goede kraanmachinist kan met onregelmatigheidstoeslag en zijn expertise wel een ton per jaar verdienen. We dienen als werkgevers focus te hebben op ontwikkeling en in z’n algemeenheid vertellen hoe leuk het is om in de haven te werken.”

Focus op zaken die wel goed gaan

Elmar: “Waarom besteden we zoveel aandacht, tijd en energie aan de 3 procent van de werknemers die niet goed functioneert? Dat betekent dat 97 procent het wel goed doet. Focus je daar dan op. Dat levert veel meer op. In Rotterdam werken en leven alle nationaliteiten samen en volgens mij gaat dat vrij succesvol.”

Louwes: “In het buitenland staat Rotterdam bekend als een goed voorbeeld. Terwijl die erkenning in eigen land er niet is. Natuurlijk zijn er dingen voor verbetering vatbaar, maar veel gaat er goed. Alleen is goed nieuws geen nieuws, ook niet op de arbeidsmarkt. Dus die verhalen horen we niet.”

Bakker : “Dat klopt. Als antwoord op de ontwikkelingen in de arbeidsmarkt worden door het Rotterdamse bedrijfsleven en instanties stappen gezet om medewerkers duurzaam in te zetten. Soms nog in een pril stadium, maar toch. Een mooi staaltje van maatschappelijk verantwoord ondernemen in de praktijk.”

Elmar: “We zijn aanbeland in het post-management tijdperk. We moeten handvatten aanreiken aan diegenen in het middenmanagement om daar mee om te gaan en in gezamenlijkheid een functionaliteit slag te maken.”

Louwes: “In het MKB ontstaat werk, daar zit de nieuwe werkgelegenheid. Het MKB is de kurk waar Nederland op drijft. Bijna niets gaat meer lineair, dus zij zullen de wendbaarheid van deze tijd moeten organiseren. Een grote, maar zeker geen onrealistische uitdaging.”

 

Van Lonkhuizen & Van Oosten Accountants en Belastingadviseurs

0

Grote betrokkenheid bij kleine(re) ondernemers
Voor accountants Frans van Lonkhuizen en Aad van Oosten vormen ‘de cijfers’ maar een deel van het werk. Zij zijn nauw betrokken bij hun klanten en maken vaak een hele bedrijfslevenscyclus, inclusief persoonlijk lief en leed, mee. Frans van Lonkhuizen: “Dat aspect wordt vaak vergeten, terwijl dat juist is wat ons werk zo interessant en uitdagend maakt.

Bijna tien jaar werken ze nu samen, Frans van Lonkhuizen en Aad van Oosten. In 2003 startten ze hun kantoor in het Brabantse Bavel. Vier jaar later kwam daar de locatie aan de Jan Valsterweg in Dordrecht bij. De twee hadden dezelfde visie op de markt en dezelfde achtergrond. Aad van Oosten: “We hebben allebei in het verleden bij grote kantoren gewerkt. Daar misten we vooral het persoonlijke contact met klanten. Door alle lagen in dat soort organisaties is het niet mogelijk om dat vast te houden. Met ons eigen kantoor willen we juist die persoonlijke benadering centraal stellen. Maar wel bij een zodanige omvang dat we de voordelen van een bepaalde schaalgrootte kunnen benutten.” De twee heren zijn goed op weg om die ambitie waar te maken. Sinds de oprichting is het bedrijf in omvang verviervoudigd. Er zijn nu, verdeeld over de twee locaties, zestien medewerkers. Frans: “ We willen nog verder doorgroeien, tot twee volwaardige kantoren met zeker tien FTE’s per vestiging. Dat is voor ons de ideale omvang. Want we willen klein blijven, maar groot genoeg om aan alle relevante ontwikkelingen mee te kunnen doen.” Voor iedereen toegankelijk zijn, dat is het credo van de twee accountants. Frans: “We kijken naar de persoon, niet naar de declaratiewaarde. Elke klant krijgt de aandacht die nodig is.” Aad voegt hier aan toe: “Onze klantenkring is heel divers. Die afwisseling is heel leuk. ’s Middags kan ik met het bestuur van een vennootschap aan tafel zitten, terwijl ik ’s avonds bij een ondernemer aan de keukentafel zit met mijn laptop op schoot.” Ze zijn geen accountants die alleen maar de cijfers controleren, leggen ze uit. Frans: “Onze rol is veel meer gericht op de samenstelpraktijk, het adviseren van ondernemers. In onze werkzaamheden staan we meer naast de klant dan dat we ertegenover zitten. Daarom is het erg belangrijk om te begrijpen wat er gebeurt bij een ondernemer en hoe zijn markt in elkaar zit.” Aad knikt instemmend. “Ook de persoonlijke situatie van een ondernemer neem je mee. Het is nu eenmaal zo dat iemand van in de dertig met twee kleine kinderen heel anders reageert dan iemand van in de vijftig die aan het nadenken is over het verkopen van zijn bedrijf.” Financiële huisartsen noemen ze zichzelf ook wel. Want net als een huisarts maakt een accountant hele levenscycli mee. Frans: “ Ik heb een zakenrelatie die ik al ken sinds 1995, toen ik net begonnen was als assistent accountant. Hij werd klant toen ik voor mezelf begon. De afgelopen jaren heeft hij het nodige meegemaakt, zowel zakelijk als privé. Onlangs heeft hij zijn zaak verkocht, het begin van weer een nieuwe fase. Je bent als accountant bij al die stappen betrokken. Dat is heel bijzonder. Op dit moment hebben we veel te maken met ontslagaanvragen. Klanten hebben daar vaak moeite mee. Wij begeleiden ze daarbij. Dat zijn dingen die je niet in de opleiding mee krijgt, maar die het werk als accountant heel interessant maken.”

Een ontwikkeling waarin Frans en Aad hun klanten momenteel in begeleiden is de digitalisering van de administratie. Aad: “De afgelopen drie jaar is dat echt op gang gekomen. Het gros van onze klanten gaat hier in mee, maar een aantal blijft er huiverig voor. Dat heeft vooral met leeftijd te maken. Ze vinden het moeilijk, willen het liever niet. Terwijl het voor hen een kostenbesparing oplevert. En voor ons betekent het dat onze werkzaamheden nog verder richting advisering verschuiven. Het ouderwetse ‘inklopwerk’ wordt steeds minder. Al zullen we dat blijven doen voor klanten die echt niet over willen stappen.”

Meegaan in nieuwe ontwikkelingen. Het typeert de twee mannen. Frans: “We lopen misschien niet helemaal voorop, maar het scheelt niet veel. Veel kleine kantoren blijven gewoon doen wat ze altijd deden. Wij staan altijd open voor nieuwe wegen.” Zo wil het kantoor zich ook gaan richten op payrolling. Frans: “We kunnen alles met betrekking tot HR uit handen nemen. Dat is prettig voor veel kleinere ondernemers die niet willen investeren in een HR medewerker, maar wel gebruik willen maken van de knowhow.” Ook staat MVO hoog op de agenda. Aad: “Samen met een relatie onderzoeken we de mogelijkheid voor het MKB om tegen beperkte kosten of zelfs kostenneutraal snel vooruitgang te boeken op duurzaamheidsgebied. Klant en milieu varen hier wel bij.” En het kantoor heeft een aparte tak voor interim-werkzaamheden. Aad: “Dat zijn goed opgeleide mensen, echte allrounders. Zij kunnen ingezet worden bij MKB’ers, maar vooral ook bij grotere organisaties, bijvoorbeeld gemeenten en de overheid.”

Plannen genoeg dus voor de komende tijd. Vanuit een net verbouwd en opnieuw ingericht pand wil Van Lonkhuizen en Van Oosten de Drechtsteden regio nog beter gaan bedienen. Want ondanks dat we de hele Randstad bedienen ligt ons netwerk en onze focus hier, zo besluiten ze het gesprek.

SaniGlobe uitgeroepen tot beste ‘Sphinx Concept Center van het jaar 2012’

0

Na tien jaar als installateur voor Loodgietersbedrijf Verbaan te hebben gewerkt, vond Jeroen Middelkoop dat het tijd was voor iets nieuws. Een eigen zaak, natuurlijk wel in de wereld van het sanitair. Jeroen van Middelkoop is opgegroeid in het bedrijf van zijn vader en opa, wat inmiddels meer dan tachtig jaar bestaat. De affiniteit met sanitair is Jeroen dan ook met de paplepel ingegoten. Door zijn ervaring als installateur en servicemonteur staat Jeroen veel in contact met klanten en projectontwikkelaars. Zo heeft hij geleerd dat er behoefte is aan sanitair van kwaliteit voor een goede prijs. Hij startte zijn eigen bedrijf: SaniGlobe. Bij SaniGlobe ligt het accent op de betaalbare badkamer, zonder concessies te doen aan advies, service en persoonlijke begeleiding. Nog maar net op eigen benen, viel Jeroen al in de prijzen. Tijdens de feestelijke opening van de showroom van BV DE SPHINX MAASTRICHT april jl. werd Concept Center SaniGlobe uit Hardinxveld-Giessendam uitgeroepen tot beste Concept Center van het jaar 2012. De bijbehorende award werd door Account Manager Jeroen Hereijgers van Sphinx overhandigd aan de trotse SaniGlobe eigenaar Jeroen van Middelkoop. SaniGlobe wint dit jaar de award omdat zij de Concept Center-gedachte van BV DE SPHINX MAASTRICHT volledig hebben overgenomen.

Paul Schnabel vertrouwt op een goede afloop

0

“De rol van Nederland is nog niet uitgespeeld“

Harder en langer werken en vooral met meer mensen: dat is de remedie tegen de huidige economische crisis. Paul Schnabel is uitgesproken, zoals dat past bij een hoge ambtenaar. Hoewel de 63-jarige directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau genoeg beren op de weg ziet, vertrouwt hij op een goede afloop voor Nederland. “We komen er weer bovenop, we hebben geen keuze.“

Nederland zit wéér in een recessie. En dat terwijl een aantal landen om ons heen wel (licht) economisch herstel vertoont. Hoe kan dit en nog relevanter: hoe keren we het tij? Of is dit het begin van een trendbreuk en moeten we onze samenleving leren inrichten zonder economische groei? “Dat laatste is eigenlijk geen optie,” zegt Schnabel. “Voor de manier waarop wij leven – en dat al decennia doen – is groei een absolute voorwaarde.” Maar ook de hoogleraar aan de Universiteit Utrecht kent de problemen die dit in de weg staan: een relatief oude en afnemende beroepsbevolking, hoge lonen en een matige concurrentiepositie. “Daarom moeten meer mensen aan de slag, moeten zij harder gaan werken en langer doorgaan.” Volgens Schnabel is dat zeker mogelijk, hoewel Nederland het in termen van productiviteit bepaalt niet slecht doet. “Klopt, onze formele arbeidstijd is met 31 uur per week het kortst van Europa. In Griekenland werken ze gemiddeld 11 uur per week langer, terwijl ze daar op dit moment de grootste economische crisis ooit beleven.”

Verwend
Op het eerste oog ligt het dus niet aan de effectiviteit van onze manier van werken. Blijft over: langer werken. “Dat we moeilijk doen over het oprekken van de pensioengerechtigde leeftijd is weinig verstandig, maar wel verklaarbaar. Al was het maar omdat de meeste mensen nu niet op 65-jarige leeftijd stoppen, maar als ze gemiddeld 63 zijn. Verwend als we zijn met VUT-regelingen en prepensioen. Deze horde moeten we eerst nemen, om dan snel door te schakelen naar 66 en 67 jaar.” Veelgehoorde klacht in dit verband is dat ouderen relatief duur zijn. “Inderdaad, en voor economisch herstel is het juist essentieel dat we onze lonen beheersbaar houden. Aan de andere kant, het alternatief dat nog minder mensen de kosten moeten dragen van nog meer mensen is absoluut ongewenst.”

Uittocht
Knelpunt hierbij lijkt echter het beperkte aanbod aan arbeid. De werkloosheid in Nederland stijgt de laatste maanden verontrustend. “Toch zijn er voldoende banen, anders hadden we al die Oost-Europeanen niet nodig. Maar dat laaggeschoolde werk willen wij niet, in ieder geval niet voor dát loon. Polen, Bulgaren en Roemenen doen dat wel, zolang ze in hun eigen land minder verdienen. Als daar echter de economie aantrekt, keren ze terug en laten ons achter met een nieuw probleem. Misschien wordt het dan tijd te verhuizen naar Polen…” Schnabel zegt het met de nodige relativering en een grijns op het gezicht. Toch sluit hij een dergelijke uittocht in de komende jaren niet geheel uit. “Zestig jaar geleden vertrokken teleurgestelde Nederlanders ook massaal naar Canada, Australië en de VS. Op zoek naar welvaart en economische groei.”

Zzp’ers
Dat waren destijds overwegend ondernemende mensen die een nieuw leven begonnen, vaak een bedrijf startten en elders werkgelegenheid creëerden. Om dit soort mensen zit ons land nu weer te springen, lijkt Schnabel te willen zeggen. Maar dan is er toch geen reden tot klagen? Het aantal ondernemers is in Nederland immers nog nooit zo hoog geweest. “Dat zijn vooral zzp”ers. Het kenmerkende aan hen is dat ze juist geen personeel willen. In die zin belemmeren zzp”ers de economische groei.” Een ander kenmerk van veel kleine zelfstandigen is de geringe bereidheid én mogelijkheid om innovatief stappen vooruit te maken. “Omdat bij hen sprake is van een andere dynamiek, meer op stabiliteit en continuïteit gericht, minder op creativiteit en vooruitgang.” Toch vindt Schnabel de trend tot meer verzelfstandiging erg positief. “Ik juich elk initiatief toe waarbij mensen minder nadrukkelijk leunen op de zorgende overheid maar in plaats daarvan kiezen voor hun eigen perspectief, hun eigen toekomst.”

Randvoorwaarden
En die toekomst is er, ook in Nederland. “Onze economie hapert nu, mede omdat we nalaten een aantal cruciale keuzes te maken op het gebied van onderwijs, zorg, huizenmarkt, pensioenen, maar ook duurzaamheid. Tegelijkertijd zie ik in tal van sectoren kansen om ons land verder te onderscheiden. Onze kennis en kwaliteit op het gebied van landbouw, water, logistiek, infrastructuur en communicatie is uniek.” Volgens Schnabel is het vooral een kwestie van visie, lef en leiderschap. “De randvoorwaarden voor economische groei zijn er: het onderwijsniveau, onze internationale handelsgeest en onze logistiek, onze – echt waar – gematigde bureaucratie, maar ook het vermogen om snel te schakelen en te handelen. Nee, de rol van Nederland is nog niet uitgespeeld.”

Signaal
Deze laatste uitspraak brengt het gesprek bijna vanzelfsprekend op Schnabel”s eigen toekomst. Over een jaar gaat hij met pensioen, na een carrière van ruim vier decennia waarvan bijna vijftien jaar als directeur van het SCP. “Op een gegeven moment heb je het gevoel alles al een keer meegemaakt te hebben. Het herhaaleffect overheerst, discussies en trends worden voorspelbaar. Dat is een signaal.” Daarom neemt hij afscheid, hoewel

Schnabel door zijn talrijke nevenfuncties en commissariaten maatschappelijk actief en betrokken blijft. Ook dáárom weet hij dat de economie uiteindelijk weer gaat groeien. “Omdat wij al diverse keren bewezen hebben het vermogen te bezitten om ons aan te passen aan veranderende omstandigheden. Als het moet, zijn we in staat de tering naar de nering te zetten. We hebben geen keuze.”

Nooit meer eenzaam op een netwerkevenement

0

Is contact leggen tijdens een netwerkevenement een kwestie van een vlotte babbel? En wat als u hierin geen buitensporig talent bent?

Zou u ook wel eens meer contacten willen leggen tijdens een netwerkevenement? Terwijl u zich met een aantal bekenden ophoudt, ziet u om u heen dat anderen zonder moeite contacten leggen. Voor de meeste mensen gaat dat echter niet zo gemakkelijk. Een paar tips om u op weg te helepen.

Contact zoeken
Ga niet direct op jacht naar visitekaartjes, maar neem eerst rustig de tijd om te zien welke mensen er allemaal rondlopen. Bij wie of welk groepje heeft u een goed gevoel? Als u alleen bent, wordt u niet tot nauwelijks waargenomen, omdat men vooral met elkaar bezig is. U kunt dus rustig de tijd nemen om de aanwezigen op uw gemak te bekijken.

Contact maken
Heeft u uw keuze gemaakt? Erop af dan, als tenminste het groepje zich hiervoor leent. Als mensen in een groep dicht bij elkaar staan, dan kunt u beter niet inbreken. Is er duidelijk meer ruimte tussen de lichamen, ga dan op zoek naar oogcontact met één van de praters. Wanneer dat lukt, dan zal de groep uiteengaan. Dat is een soort natuurlijk gegeven dat vanzelf gaat. U kunt dan gewoon aanschuiven, even hallo zeggen en vervolgens het gesprek volgen. Begin niet meteen zelf met praten, maar neem wederom even de tijd. Vaak doen we dat niet, omdat we meestal te gespannen zijn.”

Praten
Wat een drukte of het valt nogal mee met de drukte. Het zijn veel gebruikte openingszinnen en klinken misschien wat flauw, maar om diepgang is het die eerste minuten nog even niet te doen. Het gaat in eerste instantie om een onderwerp dat u gezamenlijk deelt met de ander; over het weer, de files, ondernemen in de regio. Even kijken wat voor vlees u in de kuip hebt. En daarna? Blijf vooral bescheiden. Zeuren, roddelen en politiek getinte uitspraken zijn nog even taboe. U ontkomt er niet aan om ook over uzelf te praten, maar doe dat niet te uitgebreid. Stel in plaats daarvan liever open vragen. Wees dus nieuwsgierig.

Afronden
Netwerkevenementen zijn niet bedoeld om het onderste uit de kan te halen. U maakt kennis, deelt kennis, doet inspiratie op en legt de basis voor een waardevol contact. Geef in de afrondingsfase signalen af dat u zo weer verder gaat. Dat kan bijvoorbeeld door uw voeten weg te draaien of wat meer lichaamsafstand te nemen. Wanneer iemand plotseling wegloopt, wordt dat door een ander niet als prettig ervaren.

Afscheid nemen
Neem altijd afscheid met een compliment. Zo van, ik vond het leuk om kennis te maken en u even gesproken te hebben. Daarmee laat u de ander achter met een goed gevoel. Nooit zomaar weglopen, iets wat maar al te vaak gebeurt. En wilt u het niet bij deze ene ontmoeting laten, dan is het zaak om nu uw visitekaartje te overhandigen.

Intercool na 40 jaar nog steeds vernieuwend

0

Al bijna vier decennia zijn Intercool en Toshiba met elkaar verbonden. Als onmisbare schakel tussen de fabrikant en installateurs en adviseurs heeft Intercool een belangrijke positie verworven op de Nederlandse markt voor klimaatbeheersing. En daar profiteert ook het MKB van, want een optimale temperatuurregeling binnen de werkomgeving bevordert de productiviteit.

“We importeren Toshiba airconditioners, een topproduct dat zeer efficiënt met energie omgaat. Het is een Japans, betrouwbaar merk dat garant staat voor een constante en hele hoge kwaliteit,” legt Jeroen van Kaam, directeur Intercool, uit. “Die eigenschappen passen ook goed bij ons bedrijf.” Technische ondersteuning, een omvangrijke productvoorraad en vakkennis over alle Toshiba airconditioners en warmtepompen alsmede haar toepassingen vormen een belangrijke toegevoegde waarde van Intercool. “De vakinstallateurs worden regelmatig up-to-date gehouden middels trainingen en cursussen. U kunt dus blijvend vertrouwen op hun kennis van de Toshiba apparatuur. En door het constant op voorraad houden van vele duizenden artikelen, in combinatie met een betrouwbare transportpartner, kan Intercool snel handelen.”

Waar Toshiba als fabrikant voornamelijk standaards met een potentieel hoog afzetvolume ontwikkeld, voegt Intercool waarde toe aan de apparatuur van Toshiba. “Steeds vaker vraagt de Nederlandse markt om iets speciaals, dus we ontwikkelen ook zelf producten en concepten om desgevraagd meer maatwerk te kunnen leveren. Onze innovaties versterken dan het standaard Toshiba-product,” legt Van Kaam uit. “Zo hebben wij bijvoorbeeld een luchtgordijn gecombineerd met de Toshiba Inverter warmtepomptechniek. Een efficiënt concept en veel energiezuiniger dan de combinatie met een HR CV-ketel.” Nederlandse bedrijven worden zich volgens Van Kaam steeds meer bewust van een passende, duurzame klimaatbeheersing binnen hun werkomgeving. “Bovendien volgen de ontwikkelingen zich steeds sneller op. Bedrijven laten zich goed informeren over alle mogelijkheden, die meer en meer energiezuinig worden.”

Intercool zit zelf ook niet stil. Het bedrijf was gevestigd in Ridderkerk, maar verhuisde onlangs naar een gloednieuw pand in Zwijndrecht. “We zitten op een prachtige locatie. Niet te ver van onze vorige uitvalsbasis, natuurlijk ook rekening houdend met onze professionals.” Op 31 mei verrichtte de Zwijndrechtse burgemeester Antoin Scholten de officiële opening. “Ons nieuwe pand is voor een groot deel ingericht voor onze klanten en relaties. Het beschikt onder meer over een moderne trainingsruimte, een praktijkruimte en een showroom met draaiende Toshiba-systemen en vernieuwende Intercool-concepten.” En de energiezuinigheid werd ver doorgevoerd. “Een deel van de energiebehoefte wekken we zelf op, onder andere middels PV-panelen op het dak. We hebben zelfs een windmolen en de rest kopen we groen in. We hebben dan ook geen gasaansluiting meer, alleen electra. Ook bij de keuze voor het meubilair zijn we in zee gegaan met een fabrikant met een uitgesproken, groen beleid. Speciale hoogfrequente- en ledarmaturen in combinatie met aanwezigheidsdetectie zijn eveneens uitingen van ons energiebewustzijn. We hebben onze CO-2 footprint laten uitrekenen en die lag beduidend lager dan het gemiddelde. Dus goed voorbeeld doet hopelijk goed volgen.”

DOEN! Personeel doet het gewoon

0

Leo van Wijngaarden is nog niet zo lang actief in de wereld van werving en selectie, maar toch heeft hij al naam weten te maken. Sinds november vorig jaar heeft hij zijn eigen bedrijf DOEN! Personeel.

Het is nog maar ruim twee jaar geleden dat Van Wijngaarden werkzaam was als makelaar in bedrijfsvastgoed. Hij besloot echter zijn carrière een wending te geven en startte een uitzendbureau met een kersverse compagnon. Na dik een jaar nam hij opnieuw een belangrijke beslissing en ging helemaal voor zichzelf beginnen met DOEN! Personeel. “Ik heb specifieke opvattingen over het vak en was er aan toe om dit in de praktijk waar te gaan maken. Je kunt niet overal goed in zijn en daarom ligt bij ons de nadruk op bemiddeling van technisch personeel op MBO en HBO niveau. Niet de gemakkelijkste markt op dit moment, maar onze doelstelling is helder: dé intermediair zijn op het gebied van techniek voor de Drechtsteden en de Alblasserwaard.” Inmiddels groeit het bureau gestaag en wordt er hard gewerkt om de zaak verder uit te bouwen en de broodnodige bekendheid te genereren. “Wij zijn niet van de loze kreten. Ik zie in de regio teveel bureaus waar dooddoeners hoogtij vieren. Natuurlijk, iedereen zegt voor kwaliteit te gaan en de juiste oplossing na te streven. En dat geloof ik ook nog, maar het gaat om meer. Mijn mening is dat het vooral draait om vakmanschap, om passie en het allerbelangrijkste: om vakkennis. Als bij ons een aanvraag binnenkomt, wil ik de HR-manager laten blijken dat ik weet waarover het gaat en precies weet wat de behoefte is. Wij pretenderen specialisten te zijn in het zoeken naar het beste technische personeel. Dat moet ons bestaansrecht zijn en daar doen we veel moeite voor, onze accountmanagers weten wat er zich afspeelt op de werkvloer.”

Lange termijn
DOEN! Personeel valt niet direct in de categorie uitzend- of detacheringbureau, maar profileert zich vooral als werving- en selectiebureau. Van Wijngaarden hierover: “De lange termijn telt en daarom zijn onze accountmanagers betrokken, deskundig en betrouwbaar. Naast de commerciële insteek staat het maatschappelijk belang voorop. We volgen nauwgezet de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt zoals het nieuwe werken, optimalisatie van de balans werk en privé en op het gebied van recruitment. En natuurlijk ook alle ontwikkelingen met social media die een steeds nadrukkelijker factor vormen. Bij ons geen wurgcontracten, maar een duurzame relatie met opdrachtgevers en de mensen die wij bemiddelen. Respect voor elkaar en zoeken naar de beste kandidaat op de juiste plek. Dat doen we gewoon.”

Dixi Sanitary Services 200ste bedrijf op CO2-prestatieladder

0

Dixi Sanitary Services heeft onlangs als 200ste bedrijf een CO2-bewust certificaat ontvangen voor het behalen van niveau drie op de CO2-prestatieladder. De Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen (SKAO) en certificerende instelling TÜV Nederland waren in Papendrecht aanwezig om Dixi te feliciteren met het behalen van het certificaat.

Bedrijven stimuleren om zelf iets te doen aan CO2-reductie, dat is de gedachte achter de CO2-prestatieladder. Deze ladder heeft vijf niveaus, opklimmend van één naar vijf. Hoe meer een bedrijf zich inspant om CO2-uitstoot te reduceren, hoe hoger de positie op de ladder. Met het behalen van niveau drie laat Dixi zien dat zij een van de koplopers is op het gebied van duurzaam ondernemen. Dixi levert sanitaire producten waarbij het aspect duurzaamheid expliciet wordt meegenomen. Ook in de eigen bedrijfshuishouding werkt Dixi aan haar CO2-emissiereductie. Daartoe heeft het bedrijf onder andere de eigen CO2-prestaties vastgelegd in een zogenaamde CO2-footprint en is er een reductieprogramma van start gegaan. Deze CO2-footprint is een inventaris van het energieverbruik binnen Dixi Nederland BV en de daaraan verbonden CO2-uitstoot.

In de afgelopen jaren heeft Dixi stappen gemaakt om haar processen nóg efficiënter in te richten. “Duurzaamheid is voor ons vanzelfsprekend,” aldus Hester den Breejen, KAM-coördinator bij Dixi. “Wij vinden het belangrijk om duurzaamheid in onze ondernemingsstrategie te plaatsen. Niet alleen omdat wij het belangrijk vinden maar ook omdat duurzaamheid een impact heeft op de consument, innovatie en productie. Wij zien dat onze klanten er nu vanuit gaan dat wij duurzaam ondernemen en blijven innoveren. Niet meer dan logisch.” De mobiele sanitaire systemen van Dixi zijn zo geproduceerd dat de producten zo min mogelijk energie en water verspillen. Tevens zijn de cabines bewust licht geconstrueerd, zodat er minder brandstof nodig is voor het vervoeren van de cabines. In het kader van de CO2-prestatieladder zal Dixi ook haar wagenpark anders inrichten door bewust te kiezen voor servicewagens die relatief minder CO2 uitstoten. De focus van het duurzaamheidbeleid van Dixi ligt op inkoop, mobiliteit en energiegebruik waarbij er structureel wordt gewerkt aan een duurzame bedrijfsvoering. De doelstelling voor 2020 is de CO2 uitstoot te reduceren met 20%.

Volgens Projectleider Gijs Termeer van de SKAO is het bijzonder dat hij aan Dixi het 200ste certificaat heeft mogen overhandigen: “Met de certificering van Dixi is er weer een bedrijf bijgekomen dat niet direct voordeel heeft met een CO2-bewust certificaat bij aanbestedingen, maar het maatschappelijke en financiële nut inziet van het managen van zijn CO2-uitstoot. Wij zien steeds meer bedrijven deze keuze maken.”

Eli van Tijn, lead auditor TÜV Nederland: “Iedereen heeft tegenwoordig de mond vol van milieu en CO2-reductie; maar als je overtuigend kunt aantonen dat het meer is dan mooie woorden, ben je goed bezig. Dixi heeft laten zien hoe de mooie woorden in de praktijk worden gebracht, en wij als TÜV Nederland zijn er trots op dat wij een steentje hebben mogen bijdragen aan dit resultaat.”

Het Nieuwe Werken en de Arbowetgeving

0

Vanaf 1 juli 2012 zal het beperkte Arbo-regime gelden voor alle plaats- en tijdongebonden arbeid, waardoor elke werkplek anders dan de officiële werkplek is vrijgesteld van de eisen uit het Arbobesluit. Voorts is een wetsvoorstel ingediend dat de Wet aanpassing arbeidsduur moet wijzigen in de Wet flexibele werken. Onder deze uitbreiding vallen bijvoorbeeld het internetcafé, werkplekken bij de klant en flexplekken. Alle beperkingen in het kader van de wet Arbo zijn dan ook voor HNW (Het Nieuwe Werken) weggenomen.

Bij een arbeidsovereenkomst is er echter sprake van een gezagsverhouding. In principe bepaalt de werkgever hoe en waar de arbeid wordt verricht. Door HNW verandert hier dan ook niets. Wat ook niet verandert is de zorgplicht van de werkgever. De werkgever moet zorgdragen voor een veilige en gezonde werkomgeving. De algemene bepalingen van de Arbowet blijven hierop wel van toepassing. De werkgever moet dan ook een risico-inventarisatie maken en maatregelen nemen om de risico’s, die de werknemer in het kader van HNW loopt weg te nemen. Werkgever en werknemer dienen duidelijke afspraken te maken over aard en omvang van werkzaamheden.

HNW wordt mogelijk gemaakt door uitgebreide ICT faciliteiten, waardoor elders een professionele werkplek kan worden ingericht. Het spreekt voor zich dat de werkplek, ook al is deze thuis bij de werknemer ingericht, moet voldoen aan alle eisen, die aan een gezonde en veilige werkplek kunnen worden gesteld. Dit is voor de werkgever in de praktijk echter lastig. De werkplek is op afstand en vaak ingericht bij de werknemer thuis. Dit is voor de werkgever best lastig om te controleren. De werknemer moet dan ook uitgebreid worden voorgelicht en – met enige distinctie – worden ‘gemonitord’. Een goede verzekering tegen de gevaren op de (thuis)werkplek lijkt echter niet overbodig.

– Teun Muller
Voorzitter Werkgevers Drechtsteden

Boetevrij btw corrigeren

0

De Belastingdienst verwacht dat u snel in actie komt als u te veel of te weinig btw hebt afgedragen. Het moet voortaan keurig volgens de richtlijnen, anders riskeert u een vergrijpboete.

Als ondernemer hebt u te maken met verschillende soorten belastingen. De omzetbelasting is hier een bekend voorbeeld van. Afhankelijk van diverse factoren doet u per maand, kwartaal of jaar aangifte voor de omzetbelasting. Onlangs heeft er een belangrijke wijziging plaatsgevonden in de manier waarop fouten in de aangifte omzetbelasting moeten worden hersteld.

Suppletie
Tot 1 januari 2012 was het mogelijk om een fout in een eerdere btw-aangifte te herstellen via een brief. Deze correctie wordt ook wel aangeduid als een suppletie. Indien op basis van zo’n suppletie een aanvullende btw-afdracht verschuldigd was, kon de Belastingdienst daarover een verzuimboete opleggen van maximaal 5% of € 4.920. Bij kleine correcties werd vaak geen boete opgelegd.

Regeling aangescherpt
Vanaf 1 januari 2012 is de regeling voor het indienen van een suppletie aangescherpt. Er geldt voortaan een wettelijke verplichting op het indienen van een suppletie. Indien u de afgelopen vijf jaar teveel of te weinig btw heeft aangegeven, bent u verplicht dit te melden aan de Belastingdienst. Op het moment dat u niet voldoet aan deze actieve meldplicht kan de Belastingdienst een aanvullende vergrijpboete opleggen. Deze boete kan oplopen tot 100% over het door u verschuldigde bedrag.

De nieuwe boete kan worden opgelegd als de correctie wordt gedaan nadat de inspecteur zelf al bekend is geworden met de onjuiste aangifte. Zolang u de verbetering uit eigen beweging indient, geldt alleen het bestaande boeteregime.

Hoe geeft u de btw-correcties door?
Ondernemers kunnen een suppletie indienen door in te loggen op hun persoonlijke domein. Het ingevulde formulier wordt, op dezelfde wijze als een btw-aangifte, elektronisch naar de Belastingdienst verstuurd.

Via formulier
Daarnaast kunt u voor uw suppletie het formulier gebruiken dat de Belastingdienst voor dit doel heeft ontwikkeld. Als u de suppletie niet via het persoonlijk domein instuurt, is het gebruik van dit formulier verplicht. Het formulier is te downloaden op de website van de belastingdienst. U kunt vervolgens het ingevulde formulier per post naar de Belastingdienst sturen. Het retouradres is in de kop van het formulier opgenomen. Ook het gebruik van dit retouradres is verplicht omdat de suppleties centraal worden verwerkt.

Kleine correcties bij btw-aangifte
Om de administratieve lasten te beperken, geldt vanaf 2012 ook een kleine versoepeling in de regels omtrent suppletieaangifte. Kleine correcties (dat zijn correcties tot per saldo € 1.000 te betalen of te ontvangen) kunt u ook verwerken in de eerstvolgende btw-aangifte. U hoeft dan geen gebruik te maken van het verplichte suppletieformulier. De kleine correcties moeten worden verwerkt in de juiste rubrieken van de aangifte. U ontvangt van deze correcties geen naheffingsaanslag of afzonderlijke teruggaafbeschikking.

Voorkomen is beter dan genezen
Door de nieuwe informatieverplichting bent u dus verplicht zelf de foutieve btw-aangifte te verbeteren. Verbeter dus tijdig en voorkom boetes!

DRV Accountants & Adviseurs heeft elf vestigingen in Zuidwest Nederland, waarvan vier in Zuid-Holland: Rotterdam, Hellevoetsluis, Oud-Beijerland en Sliedrecht.

– Ad Verdoorn