Home Blog Page 295

Duurzaam Sivomatic al ruim 40 jaar succesvolle specialist in kattenbakvulling

0

Sivomatic is specialist in kattenbakvulling. Het bedrijf bestaat ruim 40 jaar en is één van de grootste aanbieders op de Europese markt. Ook op klimaatgebied wil Sivomatic voorop lopen. Daarom is in 2013 samen met Climate Neutral Group een certificatietraject gestart. Dankzij verschillende reductiemaatregelen is de locatie vanaf 2014 100% klimaatneutraal. Dat betekent niet dat het nu een kwestie is van achteroverleunen, want Sivomatic zit vol ambities en plannen die het toonaangevende en milieuvriendelijke karakter op lange termijn nog meer zullen versterken.

Sivomatic is een familiebedrijf en wordt sinds 1996 geleid door Peter Verseveldt. De ontstaansgeschiedenis gaat echter een stuk verder terug. “Mijn opa leende begin jaren ’20 duizend gulden van zijn schoonvader en begon daarmee een dierenspeciaalzaak. Hij werd groot door zelfgemaakte katten- en hondenvoeding, die hij verkocht onder de namen Felix en Bonzo. In de jaren ‘60 begon zijn bedrijf Felix Bonzo NV ook kattenbakvulling uit Amerika te importeren. Dat was daar in 1948 uitgevonden, maar in Europa nog geheel onbekend. Vanwege de hoge transportkosten en de ontdekking dat gelijkwaardige mineralen voor kattenbakvulling ook in Spanje voorhanden waren, ging het bedrijf het sinds 1972 zelf produceren. Dat was het begin van Sivomatic. Mijn vader verkocht Felix Bonzo NV later aan Ralston Purina, het huidige Nestlé.” Vandaag de dag beschikt Sivomatic over drie productielocaties. Naast Moerdijk zijn dat Turkije en Oostenrijk, allen gelegen aan uitstekende weg- en waterverbindingen, waardoor het transport naar de 35 landen waaraan Sivomatic verkoopt gestroomlijnd en efficiënt plaatsvindt. Elke anderhalve seconde wordt er een zak kattenbakvulling van

Sivomatic verkocht. “Kattenbakvulling wordt gemaakt van klei, maar zware Nederlandse rivier- en zeeklei is helaas niet geschikt voor het produceren van absorberende korrels. In het Middellandse Zeegebied daarentegen is de klei perfect voor het maken van ons product. In onze mijnbouwfabriek voor kattenbakkorrels in Turkije werken zo’n 40 mensen. Ook beschikken we over een kleine fabriek in Oostenrijk met zes medewerkers, gelegen aan de Donau. In Moerdijk bestaat de organisatie uit ongeveer 50 personen.”

Gebruik van beste grondstoffen
De wereld van de kattenbakvulling is volgens Verseveldt niet erg conjunctuurgevoelig. “Wij hebben weinig van de crisis gemerkt. Sivomatic is heel stabiel, de omzet daalde in sommige jaren hooguit met een paar procent. Wie een kat als huisdier heeft, doet deze ook in crisistijd niet snel weg. Zo’n beestje maakt vaak echt deel uit van het gezin en men zorgt er goed voor. Door de jaren heen is de gemiddelde besteding per kat aan kattengerelateerde producten zelfs toegenomen.” Sivomatic richt zich met name op de top van de markt, waarbij hoogwaardigheid van de producten hoog in het vaandel staat. “Dat begint al bij het kiezen voor de grondstoffen. Wij gebruiken de beste klei die er voor ons product is. Die hebben we gevonden in Turkije. Daarnaast denken we continu na over de beste en meest gebruiksvriendelijke verpakkingsmogelijkheden en hoe we onze logistieke service nog verder kunnen optimaliseren.” Een hele belangrijke pijler binnen Sivomatic is ook duurzaamheid. “De meest duurzame kattenbakvulling is simpelweg degene waar je het minste van nodig hebt. Onze Turkse kleisoort absorbeert geuren het beste van alle bentonietsoorten in Europa, is zuinig en in termen van CO2 uitstoot is de belasting zeer laag. Ongeëvenaard is bovendien dat deze grondstof over uitstekende klontvormende eigenschappen beschikt. Rondom de uitwerpselen vormt zich een klontje, die de consument er eenvoudig uit kan scheppen. Op die manier hoeven baasjes niet steeds de gehele kattenbak te verschonen, maar alleen bij te vullen.”

100% klimaatneutraal
Sivomatic gelooft heilig dat maatschappelijk verantwoord ondernemen een belangrijke voorwaarde is om als bedrijf succesvol te zijn. In 2013 stelde de organisatie zich ten doel om binnen één jaar CO2-neutraal te zijn. Die doelstelling werd op de locatie Moerdijk gehaald. “Per 1 januari jongstleden zijn wij door Climate Neutral Group, een leidend instituut op dit vlak, gecertificeerd als 100% klimaatneutraal. Om dit te bereiken hebben we in Moerdijk een zonnepanelenproject in gebruik genomen. Uit de Milieubarometer bleek, dat ons stroomverbruik veruit de grootste CO2 belasting gaf. Er zijn daarom 1300 panelen met een vermogen van 330.000 Watt piek op ons dak geplaatst. Dit is één van de grootste volumes in Nederland. Ter compensatie van de overige CO2 uitstoot participeren we in een biogas-project in Ankara. Binnen dit project wordt stadsafval gesorteerd en hergebruikt en worden methaangassen omgezet in elektriciteit. Daarnaast hebben wij op 15 oktober 2013 het milieucertificaat ISO 14001 behaald. Hiermee is ook ons milieuzorgsysteem gecertificeerd. Wij waren reeds vele jaren al ISO 9001 gecertificeerd.” De volgende stap is om de productielocatie in Oostenrijk CO2-neutraal te maken. “Sivomatic heeft maatschappelijk verantwoord ondernemen hoog in het vaandel staan en hoopt op deze manier een steentje bij te dragen aan een groenere en gezondere wereld. Onze investeringen in de zonnepanelen zijn naar schatting pas over 17 jaar rendabel. Dat is een lange terugbetaaltijd, maar ik ben ervan overtuigd dat we er nu al concurrentievoordeel mee behalen. En we maken de wereld er een stukje mooier door.”

Eigen LNG-schip
Wat zich niet in 17 jaar, maar veel eerder moet terugbetalen zijn de investeringen en ambitieuze plannen die Sivomatic heeft omtrent de bouw van een eigen LNG-schip. “Binnen ons productieproces is transport een zeer belangrijke factor. Over water vaart de huidige generatie op heavy fuel oil of marine gas oil, wat gepaard gaat met hoge emissies. Omdat nieuwe regelgeving voorschrijft dat scheepsemissies per 1 januari 2015 drastisch teruggebracht dienen te worden, moet de scheepsvaart filters plaatsen en overstappen op lichtere stookvarianten. LNG is daarvoor als scheepsbrandstof bij uitstek de meest duurzame oplossing. Het vermindert de uitstoot van stikstof met 80 procent, die van zwavel met 92 procent, van CO2 met 23 procent en reduceert de uitstoot van fijnstof zelfs met 95 procent.” Voor binnenvaartschepen werden de afgelopen jaren al diverse innovatieve, duurzame schepen gerealiseerd, maar voor zeeschepen lag dat anders. “Ik dacht: ‘dat moet toch anders kunnen’ en nam contact op met LNG Group en de scheepsbouwers van VEKA Group. Zij vonden het ook de hoogste tijd voor een zeeschip op LNG. Er is een ontwerp bedacht waarbij aan alles is gedacht. Ook de vormgeving, met een spitse voorkant, is voordelig. Dat geeft minder weerstand, dus minder verbruik.” Verseveldt hoopt dat het schip over 2,5 jaar klaar is voor de eerste vaart. “De financiering ziet er goed uit, we hebben een bank gevonden die overtuigd is van ons initiatief. We zoeken nog wel enkele eigen vermogensverschaffers, die willen investeren in duurzaamheid. LNG gaat in de zeevaart een grote rol spelen. Shell investeert er al veel in, dus dan weet je eigenlijk al genoeg. Nederland wil graag een LNG-kruispunt zijn en met ons initiatief dragen wij daar een flink steentje aan bij. Voor Moerdijk is het natuurlijk ook een geweldige ontwikkeling. Ik hoop dat het Havenschap Moerdijk met ons zal meedenken. Wanneer passerende schepen en schepen die hier al laden en lossen in Moerdijk LNG kunnen bunkeren, is dat een enorme toegevoegde waarde.” Verseveldt is er groot voorstander van dat het Havenschap Moerdijk zelfstandig blijft. “Ik hoop niet dat ze zich laten inpakken door Rotterdam. Ik geloof niet dat ze daar de Brabantse belangen serieus nemen. Brabant en Moerdijk zullen dan marginaliseren. Met de aanpak van het recente incident bij Shell heeft het Havenschap haar professionaliteit aangetoond. Bovendien onderscheidt zij zich door een hoge mate van klantvriendelijkheid en prima ondernemersgeest. Moerdijk kan echt wel haar eigen boontjes doppen.”

Veelbewogen

0

De afgelopen anderhalve maand is veelbewogen geweest voor de haven van Moerdijk. De brand bij Shell, de presentatie van de havenstrategie met een bijbehorend maatregelenpakket voor Moerdijk, bespreking van de havenstrategie en Logistiek Park Moerdijk (LPM) in Provinciale Staten en het ontgassingsverbod voor het Hollands Diep.

De brand op het Shell-terrein springt in het oog, juist omdat veiligheid zo’n belangrijk thema is voor de haven. Het is goed om te zien dat er veel lessen geleerd zijn van Chemie-Pack. Gelukkig konden de licht gewonde werknemers weer snel naar huis. Er wordt nu van alle kanten, externe instanties en Shell zelf, onderzoek gedaan naar de toedracht. Saillant is natuurlijk het feit dat deze brand uitbrak op de dag dat de gemeente Moerdijk een boek uitbracht over de aanpak van de brand bij Chemie-Pack.

Eind mei presenteerden het havenschap, de gemeente Moerdijk en de provincie gezamenlijk de nieuwe havenstrategie. Vele stakeholders hebben gereageerd op een eerdere conceptversie van de strategie. Hieruit sprak veel steun voor de economische ambities, samen met zorgen over de leefbaarheid in de omgeving. De havenstrategie zet in op groei voor het haven- en industriegebied. Daarmee kan het op termijn een deel van het werkgelegenheidsverlies van Philip Morris opvangen. Daarnaast is in de havenstrategie meer aandacht uitgegaan naar de omgeving, zowel natuur als omwonenden. Specifiek voor de inwoners van het dorp Moerdijk heeft de gemeente samen met de provincie en het havenschap een maatregelenpakket gemaakt. Dit is erop gericht om het dorp leefbaarder te maken en biedt hen die dat willen de mogelijkheid om te verhuizen.

In juni hebben twee statencommissies zich gebogen over de havenstrategie en het Logistiek Park Moerdijk. Verschillende fracties plaatsten daar kanttekeningen bij de invloed van de economische ambitie voor de leefbaarheid van het gebied. Ook waren de financiële risico’s en die op het gebied van veiligheid onderwerp van discussie. Provinciale Staten en de gemeenteraad van Moerdijk besluiten in principe begin juli over deze strategie. Tot medio juni kunnen geïnteresseerden en belanghebbenden reacties geven op de plannen. Op basis van de reacties volgt een nieuw voorstel. Provinciale Staten nemen naar verwachting eind 2014 een beslissing over het definitieve inpassings- en exploitatieplan.

De provincie Noord-Brabant past de Provinciale Milieu Verordening (PMV) aan om het zogeheten ‘ontgassen’ van binnenvaartschepen op het Hollands Diep bij Moerdijk tegen te gaan. Het terugdringen van ontgassingen met het schadelijke benzeen en benzeenhoudende stoffen zal een positief effect hebben op milieu en gezondheid.

– Yves de Boer

IT: Innovatie Technologie?!

0

In onze vorige column schreven we over de voortdenderende innovatie. ‘Maar alle vernieuwing is nog geen vooruitgang’. Zomaar een reactie die wij ontvingen. Nota bene van een IT-er; zelfs werkend bij een gerenommeerde IT-leverancier. Hij doelde op ontwikkelingen zoals Cloud, Big Data, 3D-printing en Internet of Things. ‘Hypes’, beweerde hij stellig en daarmee was de discussie ten einde. Je zou er maar klant wezen …

Wat wij zien is een 2-deling onder leveranciers in de markt. Zij die vasthouden aan hetgeen ze goed kennen, beheersen en zelf op de markt brengen en zij die doelgericht en weloverwogen zich bekwamen in de vernieuwing die het IT-landschap doortrekt. Op de korte termijn vraagt het om te investeren en dat kost marge. Maar dat levert op de langere termijn meer op. Dáár geloven wij in en dat is ook de reden dat wij een behoorlijk deel van onze tijd daar in steken.

Maar genoeg over IT-leveranciers, ook u als klant moet alert zijn om niet de afslag te missen. Want als u blijft doen wat u deed, dan krijgt u wat u kreeg. Zeker de innovaties binnen IT vragen om de nodige veranderingsbereidheid. Inmiddels kunt u met een gerust hart gebruik maken van de Cloud, dus om daarvoor nog een eigen server – in een vaak onveilige omgeving (bezemkast?) – aan te houden, geeft meer risico. Maar het gaat om meer dan de Cloud. Te vaak wordt die discussie door techneuten gedomineerd en dat belemmert het denken vanuit de business.

Als het gaat om de business dan zien wij een 4-tal ontwikkelingen die de komende tijd in ieder geval de agenda gaan bepalen. Naast de eerdergenoemde Cloud gaat het dan om Big Data,

3D-printing en Internet of Things. In de maakindustrie vindt 3D-printing al zijn weg en zien wij zelfs 3D-factories ontstaan. Als het gaat om Big Data en Internet of Things blijft de aandacht daarvoor achter. Meer als bij andere ontwikkelingen bent u daar als business aan zet! Allereerst door te bedenken welke mogelijkheden er liggen en kansen dit biedt. Om vervolgens aan te geven welke meerwaarde daar voor u ligt. Juist die beoordeling blijft bij technisch ingestelde IT-ers achterwege. Maar gelukkig is er het vakgebied van business-consultancy dat daarin voorziet.

Wij zijn van mening dat de IT-innovaties die nu op ons af komen zeker vooruitgang brengen in de manier waarop met data wordt omgegaan. Simpelweg omdat het niet meer over data maar over informatie gaat. Beveiligd, tijds- en plaatsonafhankelijk beschikbaar. Fijn toch zo’n Cloud!

– Huibert de Hek

Innovatie en samenwerking!

0

Voor een goede gezonde toekomst van de BV Nederland en daarin met bijzondere aandacht voor onze mooie regio is het belangrijk dat er meer samengewerkt wordt en er meer innovatieve ontwikkelingen plaatsvinden. We horen het woord “innovatie” tegenwoordig erg vaak, maar wat wordt er nu eigenlijk mee bedoeld? Innovatie omvat het geheel van menselijke handelingen gericht op vernieuwing van productie of productieprocessen en diensten. Hiervan is sprake als een uitvinding geslaagd is en het product in de markt gezet is.

Achter innovaties liggen altijd factoren ten grondslag waarom er een uitvinding gedaan moet worden. Een stimulans voor een nieuw product kan bijvoorbeeld zijn dat de overheid regelgeving oplegt aan een sector om de uitstoot van een proces te beperken. Als hier een technische oplossing voor wordt bedacht en dit in de markt gezet wordt, is er sprake van een innovatief proces. Hierbij is het van belang dat er een juiste samenwerking is tussen een bedrijf dat de uitstoot verminderd en een bedrijf die dit technisch voor elkaar krijgt. Hoe meer partners met kennis bij dit proces betrokken zijn, des te beter het eindresultaat.

Een voorbeeld hiervan is een scheepsmotor die tegenwoordig anders aangestuurd wordt dan tien jaar geleden. Door middel van intelligente software kan er bespaard worden op brandstof en de uitstoot beperkt worden. Met deze innovatie wordt het milieu minder belast en de eigenaar maakt meer marge doordat hij minder brandstof hoeft in te kopen.

In bovengenoemd voorbeeld is de samenwerking tussen partijen ontzettend belangrijk en moet er een vertrouwensband worden opgebouwd om tot het gewenste resultaat te komen en de kennis te delen.

Partijen moeten bereid zijn informatie uit te wisselen, goede afspraken te maken over intellectueel eigendom (ook wel genoemd: Intellectual property (IP)), mankracht vrij te willen en kunnen maken voor het project en daarnaast niet onbelangrijk; financiële mogelijkheden hebben.

In onze regio zijn er heel veel bedrijven die schitterende producten maken. Als we in staat zijn onze kennis meer te delen en de luiken van onze bedrijven durven open te zetten, ben ik van mening dat er nog meer mogelijk is in deze regio. We vergroten hiermee onze verdienkracht regionaal, nationaal en internationaal.

VMB Besturingstechniek is een bedrijf dat deze handschoen ook met u op wil pakken. Heeft u een bepaald vraagstuk? Neem vrijblijvend contact met ons op. Ons vak is het praktisch automatiseren van machines en processen. En heel vaak is hier innovatie bij nodig.

– Arie Verhoeven

Burgemeester Jac Klijs: ‘Alle bedrijven aangesloten op CBIS alertering’

0

Burgemeester Jac Klijs van Moerdijk windt er geen doekjes om. Hij wil samen met het bedrijfsleven op Zeehaven- en Industrieterrein Moerdijk doorpakken met het alerteringsysteem CBIS. “Van onze kant gaan we het komend half jaar een tandje bijzetten om CBIS beter op de kaart te zetten. Van de bedrijven verwacht ik dat ze zich massaal aansluiten op het systeem. Wat mij betreft is CBIS voor elk bedrijf op Moerdijk een must.”

CBIS staat voor Calamiteiten BHV Informatie Systeem en is een van de resultaten van het Actieprogramma Moerdijk Veilig. “Zeg maar één van de quick wins”, aldus Klijs. “Ruim een jaar nadat we het actieprogramma presenteerden, was CBIS al een feit. Dat hebben we te danken aan de voortvarende inzet van alle betrokken partners zoals de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant en Havenschap Moerdijk. Ook als gemeente hebben we in het systeem geïnvesteerd. Maar zeker zo belangrijk was en is de betrokkenheid van het bedrijfsleven op Moerdijk. Diverse bedrijven zijn betrokken geweest bij de pilotfase.”

CBIS is vorig jaar december, tijdens de tweede Veiligheidstop Moerdijk, officieel ten doop gehouden en is vanaf dat moment verder uitgerold. Op dit moment zijn enkele tientallen bedrijven aangesloten. Klijs: “Dat is te weinig. Blijkbaar hebben we de noodzaak van CBIS nog onvoldoende tussen de ogen en oren gekregen.”

Verantwoordelijkheid nemen
Klijs benadrukt het belang van CBIS. “Aan het systeem zitten eenvoudig gezegd twee kanten: zenden en ontvangen. Ofwel, van bedrijven voor bedrijven. De zender is het bedrijf waar zich een calamiteit voordoet. Dankzij CBIS weten de omliggende bedrijven binnen de kortste keren wat er aan de hand is en hoe zij moeten handelen. Die bedrijven zijn de ontvangers. Het is een misverstand om te denken dat alleen bedrijven die potentieel risico veroorzaken, op CBIS moeten zijn aangesloten. De BRZO-bedrijven bijvoorbeeld. Die zijn inderdaad allemaal aangesloten, dus dat is prima. Maar daar hebben we niets aan, wanneer de ontvangers nog niet meedoen. Die missen dan de communicatie om te kunnen bepalen hoe zij de veiligheid van hun werknemers kunnen waarborgen. En dat moet je als werkgevers eigenlijk niet eens willen. Ik zou tegen alle bedrijven willen zeggen: ‘op Moerdijk hoort CBIS bij goed werkgeverschap’.”

Ook voor de zenders heeft de burgemeester een boodschap: “Maak gebruik van CBIS wanneer zich een incident voordoet. Je aansluiten is natuurlijk mooi, maar dan moet je het systeem ook echt inzetten. Het gaat om verantwoordelijkheid nemen.”

De kracht van CBIS
Vorig jaar was CBIS genomineerd voor de Don Berghuijs Award, een prijs waarmee innovaties op het gebied van veiligheid in de schijnwerpers worden gezet. “Dat zegt eigenlijk al genoeg. CBIS is echt uniek. In Moerdijk hebben we de primeur en kunnen we laten zien dat het werkt. Vervolgens zal het systeem ook elders in Midden- en West-Brabant worden uitgerold. En ik voorspel dat over enkele jaren heel Nederland er gebruik van maakt. Op dat moment hebben we hier in Moerdijk ook een variant in werking voor onze inwoners. Want dat is natuurlijk ook de kracht van CBIS. Van deze communicatietool voor bedrijven gaan we straks allemaal profiteren. Ik heb het al vaker gezegd: 100% veiligheid kunnen we niet garanderen. Maar we kunnen ons wel maximaal inspannen om zowel de veiligheid als de communicatie steeds verder te verbeteren. CBIS vervult daarin een essentiële rol.”

Goed nieuws
De burgemeester heeft goed nieuws voor de huidige en toekomstige CBIS gebruikers. “Die hoeven het eerste jaar niets te betalen voor hun licentie om gebruik te maken van de e-learning module waarmee het systeem is uitgerust. Tel dat op bij de gratis aanschaf, en je betaalt dus helemaal niets als bedrijf om de veiligheid op Moerdijk een stevige duw in de goede richting te geven. Ook na dat eerste jaar is zo’n module trouwens een tientjeskwestie. Dat is veel veiligheid voor heel weinig geld. Daarnaast blijft Centric, het bedrijf dat CBIS heeft ontwikkeld, het systeem verder optimaliseren. De jongste doorontwikkeling is zojuist afgerond. En we blijven natuurlijk testen en oefenen. Als het aan mij ligt, doen we dat met zoveel mogelijk deelnemers. Want ik vind eigenlijk dat bedrijven op Moerdijk geen enkele reden hebben om niet aangesloten te zijn op CBIS. Ik reken eind dit jaar op 100% deelname.”

A2B-online Container B.V. breidt diensten uit naar Immingham en Teesport met charter derde containerschip

0

 

“Vanaf 3 juni zullen we drie schepen in charter hebben”, zegt Gerard de Groot, algemeen directeur van A2B-online Container. “Het is bijna onwerkelijk wat we in een jaar bereikt hebben. De huidige capaciteit van de dienst op Immingham was niet toereikend meer. Bovendien wilden wij de frequentie van het aantal afvaarten opvoeren. Dit heeft ons doen besluiten om de MV ANJA, een 326 TEU container schip, te charteren. Zij is eigendom van het Nederlands bedrijf Holwerda en ideaal geschikt voor zowel Immingham alsmede Teesport welke we in ons vaarschema zullen opnemen.”

Teesport
André Mast, commercieel directeur van A2B-online Container vervolgt: “dit betekent dat wij onze klanten nu vijf afvaarten per week aanbieden naar Immingham wat natuurlijk fantastisch is. Plus één afvaart per week naar Teesport om mee te beginnen.” Gerard de Groot voegt er aan toe: ‘We verwachten dit jaar het aantal afvaarten op Teesport te verhogen. Tevens loopt onze route naar London Thamesport behoorlijk vol, zodat ook hier een verhoging van het aantal afvaarten een logische stap is.”

Trein
Naast deze ontwikkeling zal er ook drie keer per week een ‘dedicated’ trein rijden. Uiteraard zullen de containers middels de short sea diensten verder vervoerd worden. Tevens kunnen deep sea containers, welke met dezelfde trein zullen arriveren, verscheept worden met de barge naar andere terminals.

Kees Vierhouten, de belangrijkste investeerder van A2B-online Container, concludeert: ‘Het is vooral het succes van de cluster van onze klanten, onze partners, onze medewerkers en ons management inclusief de trailer-divisie. Wij zijn trots dat we dit product in de markt hebben kunnen zetten en hebben kunnen door ontwikkelen. Volgens mij is dit niet het laatste”, voegt hij er met een glimlach aan toe.

Visser Media & Design: Verfrissende videoproducties

0

Visser Media & Design legde het Auto Event op 24 april jl. van dit zakenmagazine vast op een verfrissende videoproductie. Het nog jonge mediabedrijf maakt snel naam en faam in de regio en mag gerenommeerde bedrijven zoals Rabobank, Ardea Auto, De Haan Verhuizingen, Hogeschool Rotterdam en HJ Mediagroep tot haar klanten rekenen. En de lijst is dan nog lang niet compleet.

De succesvolle start-ups zijn Patrick Visser (25) en Jort van Meerkerk (24). Zij hebben veel gemeen. Beiden komen ze uit Alblasserdam, volgden een academische opleiding en volgen hun hart in plaats te kiezen voor een carrière met een te voorspellen groeicurve. Patrick maakte al op jonge leeftijd filmpjes en heeft de fijne kneepjes zichzelf aangeleerd met veel doorzettingsvermogen en kijken hoe de ‘grote jongens’ het doen. Hij bleek er oog voor te hebben en geleidelijk aan werd zijn werk professioneler. Terwijl hij nog studeerde besloot hij drie jaar geleden om Visser Media & Design op te richten. Voetbalvriend Jort werd aanvankelijk te hulp geroepen bij de productie van video-opdrachten en raakte eveneens besmet met het hetzelfde virus. Zij besloten samen verder te gaan en maken nu een ongelooflijke groei door. Het geheim van het succes zit in het feit dat het tweetal een videoproductie vanuit de bedrijfsgedachte van de opdrachtgever ‘vertaalt’ in creativiteit. “Vanuit onze bedrijfskundige opleiding denken wij mee met de opdrachtgever over het concept. Wij discussiëren graag over de boodschap van de video in relatie tot de doelgroep waarvoor de video bestemd is. Met regelmaat ontstaan daaruit verrassende inzichten. Dat meedenken appreciëren ondernemers enorm. Scepsis ten aanzien van onze leeftijd en het veronderstelde gebrek aan ervaring, verdwijnt als sneeuw voor de zon,” zegt Patrick.

De ambities zijn torenhoog. “Binnen enkele jaren hopen we een internationaal mediabedrijf te zijn met een uitgebreid team specialisten. Daar werken we hard voor. Bijna elke cent die binnenkomt, steken we in het bedrijf. Blijven investeren is noodzakelijk. Binnenkort krijgen we de beschikking over een 4K-camera en een drone om beelden vanuit de lucht te maken. Daarmee kunnen we nog professioneler opereren.” Het begin is er want nu al is er interesse vanuit het buitenland. “Onze groei zullen we voorlopig met freelancers opvangen, want we willen onze bedrijfsfilosofie van snel leveren vasthouden. Dat is één van onze sterke punten. Als we de opnames achter de rug hebben, gaan we onmiddellijk monteren. Soms adviseren we de opdrachtgever echter ook om een ander tijdstip te kiezen voor de videopresentatie. Een dergelijk advies zit ingebakken in ons totaalconcept om de video zo optimaal mogelijk te laten renderen.”

De jonge cineasten zijn enthousiast en gedreven. Met hun creativiteit gekoppeld aan kwaliteit hebben zij menige opdrachtgever al aangenaam verrast . Ook de promotievideo van het Drechtsteden BUSINESS Auto Event is goed ontvangen. Kijkt u maar op www.drechtstedenbusiness.nl.

Meer weten over Visser Media & Design? Zie www.vissermediadesign.nl

Slimmer reizen en werken noodzaak voor bereikbaarheid

0

Sinds 2011 is Aernout van der Bend directeur van De Verkeersonderneming. In zijn werkkamer – met fraai uitzicht – aan de Boompjes in Rotterdam betitelt hij zijn organisatie als de business developer voor concepten ten behoeve van de wegbeheerders. Met als doel het bereikbaar maken en houden van de regio Rotterdam.

Bereikbaarheid
De Verkeersonderneming is in 2008 opgericht door de gemeente Rotterdam, stadsregio Rotterdam, Havenbedrijf Rotterdam NV en het ministerie van Infrastructuur en Milieu/Rijkswaterstaat om de haven bereikbaar te houden tijdens de verbreding van de A15. Slim gebruik maken van het huidige asfalt, slim reizen en slim werken moest de haven in beweging houden. Door aan de ene kant de huidige infrastructuur te optimaliseren en aan de andere kant zoveel mogelijk automobilisten te verleiden niet met de auto in de spits te rijden. De Verkeersonderneming kreeg vervolgens bekendheid in de regio doordat zij de uitvoeringsorganisatie in Rotterdam werden van het landelijke programma Beter Benutten vanuit het ministerie van I&M. Dit programma is in het leven geroepen om de bestaande infrastructuur beter te benutten.

Het draait bij De Verkeersonderneming allemaal om ‘bereikbaarheid’. “Door de gezamenlijke aanpak van vertegenwoordigers uit de private en publieke sector die in De Verkeersonderneming zijn verenigd, kan de organisatie snel tot resultaten komen. Wij doen gezamenlijk onderzoek naar de knelpunten en dragen daar oplossingen voor aan. Daarmee creëren we tegelijkertijd een veel breder draagvlak voor onze activiteiten.” Het werkgebied van De Verkeersonderneming betreft het gebied groot Rotterdam met uitlopers naar Gouda, Delft en de Drechtsteden. “Daar waar de knelpunten in de regio een raakvlak hebben met de knelpunten in Rotterdam, pakken we ze op,” zegt Van der Bend. Opvallend in het kerngebied is dat een groot deel van de vrachtauto’s afkomstig van de haven van Rotterdam, dit gebied helemaal niet verlaat. “Ruim de helft blijft gewoon in de regio Groot Rotterdam. Ook de A15 richting Duitsland is zo’n voorbeeld. Tussen Alblasserdam en Gorinchem is er fileleed. Maar we zien dat er op iedere vijf kilometer nieuwe kentekens staan. Dit betekent dat gebruikers een stukje van de snelweg benutten en er via verschillende wegen op en af gaan. Zegt de verkeersinformatie dat er 25 kilometer staat, dan bestaat die file voortdurend uit andere voertuigen.” Om de knelpunten in bereikbaarheid en doorstroming aan te pakken, maakt De Verkeersonderneming gebruik van een aantal programma’s. In Groot Rotterdam is dat onder meer Het Beter Benutten pakket. Er is 170 miljoen euro uitgetrokken om de files in de stadsregio te bestrijden. Dat geld wordt besteed om knelpunten op te lossen en aan maatregelen die zorgen dat automobilisten buiten de spits rijden. Van der Bend: “Dit lost niet alles op. In de regio is er nog steeds sprake van bevolkingsgroei en bedrijfsgroei. Meer asfalt is dan ook nodig en een project zoals de aanleg van de Blankenburgtunnel maakt daar onderdeel van uit.”

Drechtsteden
Voor de Drechtsteden zal er eveneens een Beter Benutten pakket komen. “Afgelopen maart is voor de regio Groot Rotterdam de ambitie uitgesproken om voor nog eens 100 miljoen aan maatregelen te gaan bedenken voor de jaren 2015, 2016 en 2017. Het Rijk draagt hier 50 miljoen aan bij en de overige 50 miljoen komt van andere (regionale en lokale) overheden (30 miljoen) en de private sector met een bijdrage van 20 miljoen. De Beter Benutten pakketten betreffen maatregelen voor zowel werkgevers als werknemers. Alleen door een combinatie van beter benutten én bouwen kunnen we de bereikbaarheid verbeteren. Hiervoor is ook een inspanning van het bedrijfsleven noodzakelijk. Doel is effectiever gebruik van bestaande infrastructuur door onder meer het spreiden van spitsverkeer over een groter deel van de dag en door automobilisten over te halen meer thuis te werken of de fiets of het openbaar vervoer te gebruiken,” zegt Van der Bend.

Spitsmijden
Spitsmijden is zo’n concept om automobilisten te verleiden de spits te mijden. En het werkt, deelnemers blijken bereid hun gedrag over langere periode te wijzigen als ze hiervoor (een korte periode) worden beloond. In Rotterdam is hiermee al veel ervaring opgedaan met het verminderen van spitsverkeer op de A15. “Het spitsmijdenproject Spitsmijden010 lukte het om maar liefst 1.500 spitsmijdingen per dag te realiseren, onder andere door automobilisten te belonen als zij op andere uren rijden en doordat ondernemingen hun werknemers alternatieven bieden voor het spitsverkeer. Werkgevers stellen bijvoorbeeld elektrische fietsen en scooters aan hun werknemers beschikbaar.” Spitsmijden010 werd in februari 2014 afgerond. Dat de spitsmijdacties succesvol zijn, blijkt recentelijk uit de belangstelling voor het nieuwe spitsmijdenproject Wild! Van de Spits op de A16, A20 en de Algerabrug in Capelle aan den IJssel/Krimpen aan den IJssel. Dit project is nu een maand geleden echt gestart en de teller staat nu al op gemiddeld 3.000 spitsmijdingen per dag.

Logistiek
Van der Bend: “Bedrijven kijken nu nog teveel naar hun eigen vrachtwagencombinaties. Meer transport over water vanuit de Rotterdamse haven richting Dordrecht en verder is een mogelijkheid. Als bedrijven samen optrekken kunnen ze makkelijk een binnenvaartschip vullen. Daarin is nog veel te halen. Ik weet dat er in de Drechtsteden bedrijven in zijn algemeenheid al flink nadenken over vraagstukken op het gebied van mobiliteit. De komende jaren gaan we daar de nodige vruchten van plukken.” Onlangs is De Verkeersonderneming gestart met de Marktplaats voor Logistieke Innovaties. Aanbieders van logistieke diensten worden uitgedaagd met innovatieve oplossingen te komen die bovendien een spitsmijdend effect hebben. Ketenpartijen (verladers, vervoerders en ontvangers) beoordelen deze oplossingen op bestaande processen en op financiële haalbaarheid.

Meer weten?
Zie www.verkeersonderneming.nl

Gunstig perspectief voor 2014

0

De Nederlandse scheepsbouwcluster en maritieme toeleveranciers hebben in 2013 een goed resultaat geboekt. De totale jaaromzet steeg van € 6,1 miljard in 2012 naar € 6,4 miljard in 2013. Bovendien nodigen de aanzienlijk grotere orderboeken dan een jaar geleden ook uit tot verdere groei in 2014.

Brancheorganisatie Netherlands Maritime Technology verwacht dit jaar een verdere toename in de omzet van de complete Nederlandse scheepsbouwcluster. Chairman ir. J.J.C.M. van Dooremalen: “Alles wijst erop dat de economie het diepste dal achter zich heeft en weer langzaam gaat groeien. Netherlands Maritime Technology roept de overheid op om deze positieve ontwikkeling te stimuleren door ook in 2014 volop te blijven werken aan maatregelen voor het versterken van het technisch onderwijs en het innovatief vermogen, voor het handhaven van een ‘level playing field’ en voor het bevorderen van export.”

Door intensieve samenwerking met reders lopen de Nederlandse maritieme bedrijven voorop bij de ontwikkeling en bouw van groene en efficiënte schepen en systemen. Hiermee zetten zij zich op de kaart en kunnen eenvoudiger beschikken over financiering voor dergelijke projecten. Nederlandse toeleveranciers hebben hun orderportefeuilles kunnen versterken. De bedrijven behouden hun kennis en regiefunctie bij de Nederlandse vestigingen. De bedrijven hechten grote waarde aan hun positie in een sterk cluster en in een stabiele en innovatieve thuismarkt. De groei zit vooral in exportactiviteiten en bij activiteiten van buitenlandse vestigingen.

De Nederlandse scheepsbouwcluster was in 2013 goed voor een omzet van € 6,4 miljard (2012: € 6,1 miljard) en een totale werkgelegenheid van 29.361 fte (2012: 29.466 fte).

Zeescheepsnieuwbouw
In totaal zijn er in 2013 77 zeegaande schepen opgeleverd (2012: 95). De orderintake betrof 136 schepen (2012: 61 schepen) met een waarde van € 2,3 miljard (2012: € 764 miljoen). Het exportaandeel bedroeg 59% (2012: 58%).

Maritieme toeleveranciers
De maritieme omzet van de circa 670 Nederlandse maritieme toeleveranciers bedroeg in 2013 € 3,42 miljard (2012: € 3,37 miljard). De totale werkgelegenheid in de Nederlandse maritieme toelevering is 17.361 voltijds arbeidsplaatsen (2012: 17.616 fte). Over 2013 zijn er voor het eerst ook cijfers beschikbaar over de hoeveelheid tijdelijke arbeidsplaatsen bij de maritieme toeleveranciers. Er waren gemiddeld 2.257 fte aan tijdelijke krachten aan het werk bij de maritieme toeleveranciers gedurende 2013.

Reparatie, conversie en onderhoud
De omzet bedroeg in 2013 € 515 miljoen (2012: € 551 miljoen). De werkgelegenheid 2.635 fte (2012: 2.000 fte).

Kleine scheepsbouw en binnenvaart
In 2013 werden er 114 schepen (2012: 90 schepen) opgeleverd. De orderportefeuille bedroeg per 31 december 84 schepen (2012: 73 schepen).

Grote jachtbouw
In 2013 zijn 23 superjachten opgeleverd (2012: 18 superjachten) met een waarde van € 807 miljoen (2012: € 657 miljoen) en 36 nieuwe opdrachten zijn genoteerd (2012: 14) met een waarde van € 1,4 miljard (2012: € 589 miljoen). De orderportefeuille betrof eind december 66 superjachten (2012: 59 superjachten) met een waarde van bijna € 2,7 miljard (2012: € 2,2 miljard).

Scheepsbouw in de wereld
In 2013 was er voor het eerst sprake van een duidelijke afname van de hoeveelheid opgeleverde schepen. Wereldwijd werd er 20% minder tonnage opgeleverd dan in 2012. De hoeveelheid nieuwe orders nam echter sterk toe, waardoor het wereldwijde orderboek weer steeg. Na 2014 zal de hoeveelheid opleveringen dan ook waarschijnlijk alweer gaan stijgen. Een terugkeer naar de pieken van enige jaren geleden ligt echter niet in de lijn der verwachtingen, omdat het orderboek nog steeds maar de helft bedraagt van het topjaar 2008. Daarnaast wordt met name in China toch echt werk gemaakt van het terugbrengen van de scheepsbouwcapaciteit. Veel grote Aziatische werven hebben inmiddels ook een deel van hun capaciteit ingezet voor de lucratieve bouw van offshore schepen en -platforms. De opleving in de scheepsbouw wordt voornamelijk gedreven door de instroom van private equity geld en door de trend van vergaande reductie van brandstofverbruik en emissies.

Europa profiteert ook mee van de opleving in de scheepvaart, zij het niet op dezelfde schaal als Aziatische werven. Dit komt doordat Europese werven vooral draaien op de bouw van specialistische schepen, zoals offshore schepen, cruiseschepen, baggerschepen en sleepboten. Deze segmenten zijn minder geraakt door de economische crisis. Een aantal Europese landen, waaronder Nederland, wist een zeer sterke orderintake te realiseren in 2013. Europese werven als geheel haalden zo’n 50% meer opdrachten binnen dan in 2012. Binnen de EU deden Italië en Duitsland het ook goed, terwijl Spanje weer opkrabbelde, mogelijk daarbij geholpen door de nieuwe versie van de Tax Lease (een financieringsconstructie). Noorwegen en Turkije boekten goede resultaten op het gebied van offshore schepen.

Buiten de drie grote Aziatische scheepsbouwnaties China, Korea en Japan en de ontwikkelingen in Europa valt het vooral op dat de Filippijnen inmiddels de vierde scheepsbouwnatie ter wereld zijn. Rusland haalde verder veel het nieuws met grote plannen om haar scheepsbouwsector op te vijzelen. De Brazilianen, die de laatste jaren een groot orderboek opbouwden, steken nu veel energie in het opleveren van al die schepen.

Bovenstaande cijfers werden op 8 mei 2014 tijdens de openbare ledenvergadering van brancheorganisatie Netherlands Maritime Technology gepresenteerd.

In Europa zijn er lassers genoeg!

0

Als voorzitter van een zeer actieve ondernemersvereniging als Werkgevers Drechtsteden voer je vele gesprekken over tal van onderwerpen. In al die gesprekken en ontmoetingen staat altijd het belang van de in de regio gevestigde bedrijven centraal. Het ene moment zijn het vertegenwoordigers van Rijkswaterstaat en houden we een indringend pleidooi voor de aansluitingen N3/A15 en N3/A16, maar ook verbreding van de A15 ter hoogte van Alblasserdam/Papen-drecht/Sliedrecht. Het andere moment zijn we als bestuur aanwezig bij Drechtwerk en spreken we met onder meer de directeur a.i. en de directeur van de Sociale Dienst over de kansen van het invoeren van de Participatiewet.

In één van de ontmoetingen kwam het onderwerp van de regionale arbeidsmarkt aan de orde. Onze werkgeversorganisatie is al langer van mening dat de opleidingen in de regio dienen aan te sluiten bij de vraag in de regio. Hierover worden bijvoorbeeld gesprekken gevoerd met de directie van het ROC Da Vinci College. Ook ondersteunen we elk initiatief dat zou kunnen leiden tot een aanbod van hoger technisch onderwijs in de regio. Hiertoe wordt door meerdere leden van het bestuur actief gelobbyd via onder meer deelname aan stuurgroepen en andere overleg structuren.

Tijdens één van deze overleggen kwam de problematiek aan de orde van het gegeven dat in de regio een grote vraag naar gekwalificeerde lassers wordt verondersteld. Een vaststaand feit zo lijkt het. De kranten melden namelijk regelmatig berichten over de goed gevulde orderportefeuille van de scheepwerven in de regio. En deze schepen worden voor een niet onbelangrijk deel ook nog in de regio (af)gebouwd. Voeg dit bij het feit dat de capaciteit aan opleidingsplaatsen voor lassers, als mede de belangstelling voor dit vak, de afgelopen jaren substantieel is afgenomen en de conclusie ligt voor de hand.

En dan zo’n opmerking . . . in Europa zijn lassers voldoende . . . Een opmerking die me aan het denken heeft gezet. Hoe houdbaar is de stelling dat het onderwijs in de regio moet voorzien in de vraag van de in de regio gevestigde bedrijven?

Misschien toch eens anders kijken naar de regionale arbeidsmarkt?

– Teun Muller
Voorzitter Werkgevers Drechtsteden