Home Blog Page 300

Rondetafelgesprek: ‘Horeca is een prachtig vak’

0

Dordrecht kent een aantal bekende horeca-hotspots zoals rond het Groothoofd, de Nieuwstraat, het Scheffersplein en de omgeving van de Grote Kerk. Bij café restaurant Merz aan de Korte Kalkhaven zijn Olaf de Bruin, Cees Timmerman, Dennis Hulsebos, Melina van de Merwe en Joeke Warmerdam aangeschoven. Gastvrouw Eva van ‘Merz’ zorgt voor koffie en lekkernijen. De deelnemers aan het rondetafelgesprek zijn stuk voor stuk horecamensen die hun sporen in de Dordtse horeca  al ruimschoots hebben verdiend.

Branchevervaging

Het eerste gesprekonderwerp gaat over branchevervaging. Zo mogen boekwinkels wel drankjes verkopen, maar horeca ondernemers mogen geen boeken verkopen. Dennis Hulsebos van restaurant Zest: “Dat is jammer, de horeca is ongeveer de enige branche waar dit niet mag, tenzij je hiervoor een aparte ruimte creëert. De wettelijke reden hiervoor is dat mensen onder invloed van alcohol niet meer in staat zouden zijn om goede keuzes te maken.” Joeke Warmerdam van De Lachende Gans: “Horeca is beleving, het zou leuk zijn als een gast kookspullen bij ons kan kopen en dan ook nog de lunch kan gebruiken.” Zoals de anderen is ook Olaf de Bruin van Khotinsky het er mee eens, maar het zou te ver gaan als boekwinkels ook wijnproeverijen gaan organiseren. Melina van de Merwe heeft een tussenoplossing voorhanden. “Gasten kunnen in een restaurant bijvoorbeeld een kookboek uitzoeken en dat thuis via internet bestellen. Via je webshop verkopen is een prima oplossing, al is het wel wat omslachtiger.”

Social media

Het gebruik van social media is een ingeburgerd begrip bij de horecamensen. “Via Facebook kom ik aan personeel,” zegt Cees Timmerman van Delicees. “Dat werkt sneller en beter dan een vacature in een krant plaatsen.” Ook Joeke Warmerdam maakt gebruik van social media. “Als er bij mij een mooie verse snoekbaars wordt afgeleverd, zet ik hiervan meteen een foto op Facebook.” Olaf de Bruin maakt gebruik van zowel traditionele als nieuwe media. “Maar je moet er wel goed mee omgaan en weten wat je wel en niet doet. Bovendien kost het ook de nodige tijd.” Iets wat Joeke Warmerdam onderstreept. Dennis Hulsebos tenslotte: “Je moet wel, anders laat je doelgroepen liggen.”

Leegstand

Wat is de beste plek om horeca te vestigen? Daarover ontstaat een flinke discussie. Een restaurant beginnen in een winkelgebied met leegstand wil niet zeggen dat je daar kansloos bent, is de algemene mening. Bij het kiezen van de beste locatie is de aard van de horeca uiteraard een belangrijke factor. Een broodjeszaak starten in een straat met veel leegstand is niet handig, vindt Cees Timmerman. Overigens ligt de belangrijkste oorzaak van het wel of niet slagen vooral bij de ondernemer, zegt Olaf de Bruin. Voor de betere restaurants is de afstand of locatie van minder belang vindt Cees Timmerman. “Meer dan 60% van onze gasten komt van buiten Dordrecht.” De mening van Dennis Hulsebos is dat het voor de horeca beter is om de betere zaken bij elkaar te vestigen. Melina van de Merwe: “In Katendrecht te Rotterdam is dat uitstekend gelukt. Dat was een achterstandswijk en is nu een horeca hotspot. Toeristen vinden het winkelaanbod weleens tegenvallen en dat is niet goed voor ons.” Het is overigens jammer dat Dordrecht geen regiofunctie heeft, zo zegt Olaf de Bruin. “Weinig mensen uit omliggende dorpen en steden komen naar Dordrecht en dat scheelt uiteraard klandizie. Overigens is de situatie wel beter dan tien jaar geleden.”

Samenwerking

De samenwerking in de horeca is niet optimaal is de volgende stelling. Dit spreken de aanwezigen aan tafel tegen, de samenwerking is juist goed onderstrepen ze nog maar eens. Natuurlijk is er sprake van concurrentie, maar dat is prima. Dennis Hulsebos: “De smaakstraat is een succes, de samenwerking verloopt soepel en we organiseren veel activiteiten.” Melina van de Merwe: “Samenwerken is een kwestie van over je angst heen stappen, je moet met elkaar risico’s durven nemen. Maar meestel kiezen de ondernemers toch voor zichzelf. Het is lastig om horecaondernemers bij elkaar te krijgen en gezamenlijk festiviteiten of evenementen te organiseren. Het ontbreekt ze daarbij ook aan tijd en zeker de laatste jaren in een economische crisis is het lastig om dan ook voor andere zaken dan je eigen zaak tijd te maken.” Olaf de Bruin: “Er is best wel sprake van samenwerking, maar te versnipperd. Het is overigens knap lastig om iedereen te laten samenwerken, dat werkt ook niet, dat wordt te stroperig.”

 

Beleving

Over trends in koken zijn de meningen verdeeld. Joeke Warmerdam is daar voorloper in, zijn zaak staat bekend als de zaak waar goed met dieetwensen wordt omgegaan. “Onze gasten dragen dat breed uit. Dat merken wij. Bovendien werken wij veel met streekproducten. Het gaat om beleving en ik vind het leuk om met Hollandse producten te koken. ” Cees Timmerman: “Met trends houd ik me niet meer bezig, wat vandaag gezond is, is overmorgen weer ongezond. Gezond eten is een vaag begrip, ik kook zo dat onze gasten het lekker vinden en automatisch is dat meestal gezond.”

Het horeca-aanbod in Dordrecht is prima en divers vinden de aanwezigen, het blijft jammer dat Dordrecht geen studentenleven kent en dat er relatief weinig uitgaansgelegenheden zijn. Over het verdwijnen van het winkelaanbod zijn Melina, Joeke en Dennis er echter van overtuigd dat dit weer een ommekeer krijgt. Joeke Warmerdam: “Gasten namen vroeger eerst een drankje op het terras en gingen vervolgens naar binnen om wat te eten. Nu maken ze daarin keuzes, mede gezien de economische tijd.” Overigens zijn horecaondernemers ontzettend blij met de tentoonstelling Willem 2 Kunstkoning in het Dordrechts Museum. “Dat zorgt dagelijks voor meer bezoekers in de stad en dat merken wij goed.”

Dienstverlening

Bij de deelnemers aan het rondetafelgesprek blijkt de kwaliteit van de dienstverlening een teer punt. Dennis Hulsebos merkt op dat hij regelmatig gebruik maakt van mystery guests om zijn kwaliteit te bewaken. “Ik ben continu bezig om mijzelf, maar ook mijn personeel te verbeteren.” Toch wordt het vak onderschat en hangt het teveel vast aan studenten in de bediening en onvoldoende geschoold personeel in de keuken. Cees Timmerman: “Dat is overigens alleen in Nederland het geval. In het buitenland is een ober van rond de vijftig heel normaal. Sterker nog, dat wordt als een teken van kwaliteit ervaren.” Joeke Warmerdam: “Een oudere en ervaren rot werkt met liefde voor het vak.” Dennis Hulsebos vindt dat de horecaopleidingen naar een hoger niveau moeten en beter afgestemd op de praktijk. “Schoolverlaters moeten nog veel leren als ze aan het werk gaan. Ze hebben onvoldoende bagage, maar wel snel allerlei eisen.” Het vak heeft te weinig status vindt Melina van de Merwe: “Medewerkers zijn niet bereid alles aan te pakken wat nodig is. En dat is jammer, want horeca is een prachtig vak, met meestal blije en vrolijke mensen om je heen.”

Papendrechtse ontmoeting tussen luchtvaartindustrie en maritiem

0

‘Aerospace meets Maritime’
Voor de regio – en in het bijzonder voor Papendrecht – vond er afgelopen 10 maart een zeer geslaagd en uniek congres in Papendrecht plaats: ‘Aerospace meets Maritime’, een congres waarbij luchtvaartindustrie en maritiem elkaar ontmoetten en volop kennis met elkaar uitwisselden over de toepassing van nieuwe materialen.

In Papendrecht hebben multinationals als Fokker en Boskalis hun hoofdkantoor, terwijl in de regio Drechtsteden grote namen als IHC en Damen Shipyards te vinden zijn, aangevuld met tientallen gespecialiseerde MKB-bedrijven uit deze sector. Het industriële congres was geïnitieerd en georganiseerd door de gemeente Papendrecht. “De maritieme industrie en vliegtuigindustrie wisselen uit zichzelf niet zoveel informatie met elkaar uit. Daarom hebben we op ‘Aerospace meets Maritime’ alle partijen bij elkaar aan tafel gebracht,” vertelt wethouder Richard Korteland (Economisch beleid en werkgelegenheid). “Dit congres heeft geleid tot concrete vervolgstappen. Wat dat betreft was het een prachtige start van een nieuw proces, dat een prikkel voor de economie en innovatie oplevert.”

Composiet

Er werd onder meer naar de toepassing van materialen gekeken. Tot voor kort waren staal en aluminium de belangrijkste basismaterialen die gebruikt werden in de scheepsbouw en vliegtuigindustrie. Daar is verandering in gekomen. Met name binnen de luchtvaart worden steeds vaker nieuwe, lichtere en sterkere materialen toegepast. Deze zogenaamde composiet materialen zijn kunststoffen die met vezels zijn versterkt en  die  het mogelijk maken om veiliger en goedkoper te vliegen. Ook de maritieme sector kijkt met veel belangstelling naar deze nieuwe ontwikkelingen. Kern van de samenwerking is dat innovaties die in de ene sector worden ontwikkeld, ook in de andere worden toegepast. Op die manier worden voor deze wereldspelers en hun toeleveranciers in de Drechtsteden en omgeving nieuwe toepassingen mogelijk. Dat komt de bedrijven maar ook de regionale economie en arbeidsmarkt ten goede.

Competitieve wereldmarkt

Minister Henk Kamp (Economische Zaken) opende het congres ’s ochtends in het Apollo Hotel in Papendrecht. Kamp onderstreepte het belang dat het kabinet hecht aan dit regionale initiatief, waarbij de regio op internationaal niveau meespeelt. “Als het gaat om water, scheepsbouw en luchtvaart staat Nederland aan de top. Drie sectoren die opereren in een zeer competitieve wereldmarkt. En die daarin hun exportpositie de afgelopen jaren, ondanks de economische tegenwind, hebben behouden of zelfs hebben versterkt. In 2012 stegen in de maritieme sector de werkgelegenheid en de toegevoegde waarde, terwijl die in de totale Nederlandse economie daalden.”

Innovatiekracht

Volgens minister Kamp doen deze sectoren het vooral zo goed, omdat ze gedreven worden door een enorme innovatiekracht en de krachtige samenwerking. “Zonder het in Nederland uitgevonden nieuwe materiaal Glare, een combinatie van aluminium met glasvezel, was er geen A380. En onze thermoplasten dragen bij aan energiezuiniger luchtvaarttransport, aan snellere, wendbare schepen en aan lichtere en sterkere buizen en leidingen voor diepzeemijnbouw.”

“De hoogwaardige kennis delen we met elkaar. Tussen grote en kleine bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Deze regio is daarvan een geweldig voorbeeld. U heeft hier grote ondernemingen als trekkers van innovatie en groei: Fokker, Damen en Boskalis. Hun succes hangt weer samen met een sterke keten van toeleverende MKB-bedrijven en samenwerking met excellente kennisinstellingen als TU Delft, Marin en NLR.”

Na de opening van Kamp gaven diverse sprekers een fascinerende kijk op de toekomst. Onder de sprekers Wim Pasteuning (CTO-Fokker Technologies), Sander Steenbrink (Manager Development & Survey Boskalis), prof. ir. Adriaan Beukers (TU-Delft) en Rinke Zonneveld (directeur Innovation Quarter). Dagvoorzitter van het congres Wim de Leur (voormalig Vice President Government Affairs North West Europe Siemens) leidde de ruim 160 deelnemers door het congres heen.

Challenges

In de middag werkten de deelnemers in zogenoemde ‘challenges’ aan oplossingen voor uitdagingen die het werken met nieuwe materialen met zich meebrengt. Kostenreductie, verbindingen tussen nieuwe en slimme materialen en wereldwijde service waren thema’s die daarbij aan de orde kwamen. “Voor Fokker heeft ‘Aerospace meets Maritime’ nieuwe inzichten op het vlak van industrialisatie opgeleverd en geleid tot afspraken over vervolg workshops op het vlak van lijmtechnologie voor composietmaterialen die hopelijk tot een gezamenlijk project gaan leiden. In het verder brengen van deze initiatieven zal, los van de bedrijven, de lokale en regionale overheid alsmede de ROM Innovation Quarter een stimulerende rol hebben,” vertelt Marloes Telgenhof, directeur Europese zaken voor Fokker Technologies, Damen Shipyards Group en Holland Shipbuilding Association.

Schot in de roos

Voor InnovationQuarter was ‘Aerospace meets Maritime’ een schot in de roos. De organisatie – nauw betrokken bij ‘Maritime Delta’- werkt aan het versterken van de economie in de regio door bedrijven te helpen hun innovaties sneller naar de markt te brengen. Veel van de meest spannende en kansrijke innovaties zijn te vinden op het snijvlak tussen verschillende sectoren en clusters. Programmamanager Sander van der Wal van InnovationQuarter: “Doordat we al in een vroeg stadium op uitnodiging van de gemeente Papendrecht bij de inhoudelijke voorbereidingen betrokken zijn geraakt, konden we op een hele prettige manier bijdragen aan dit mooie initiatief. De opzet van het programma heeft ook goede aanknopingspunten geboden voor InnovationQuarter. Juist door ‘challanges’ te formuleren, kan het innovatief MKB goed inspelen op de vraag vanuit de markt. Wij waren in meerdere workshops aanwezig en zorgen ervoor dat die ondernemers die hier graag nog op doorpakken, door ons ondersteund zullen worden. De bijeenkomst was daarom niet alleen een prachtig evenement, maar ook een startpunt voor nieuwe business development in onze innovatieve regio.”

Katalysator

De deelnemers waren allemaal zeer enthousiast over het congres. “Dat er kansen liggen in de uitwisseling van kennis en expertise op het vlak van gebruik en toepassing van materialen tussen de maritieme en de luchtvaart maakindustrie is voor een ieder bijna een gegeven, maar om te komen tot daadwerkelijke concrete projecten, blijkt in de praktijk nog een complex proces,” aldus Telgenhof.

“Aerospace meets Maritime’ heeft in dat proces gewerkt als een enorme katalysator. Op politiek, bestuurlijk en industrieel niveau was een veelvoud aan partijen -van groot tot klein, van bekend tot nieuw- aanwezig die soms grote en soms kleine stappen hebben gezet in het verkennen naar de mogelijke cross overs op het vlak van materiaaltechnologie tussen beide sectoren. Inspirerend, enthousiasmerend en uitdagend.”

NFIAB levert u flinke besparingen op

0

Directeur Conraad de Groot van het Nederlands Facilitair Inkoop en Advies Bureau (NFIAB) stelt bedrijven en organisaties fikse besparingen in het vooruitzicht op hun telefonie- en energiekosten. Daarnaast adviseert NFIAB over soepele integraties van telefonie als onderdeel van ICT. Het bedrijfsleven, de overheid en de zorgsector schakelen het bedrijf dan ook meer en meer in.“Je ziet dat telefonie en ICT binnen bedrijven en organisaties steeds meer naar elkaar toe groeien. Zeker in gevallen als de telefooncentrale aan vervanging toe is en een bedrijf of organisatie wil overgaan op VoIP of vanuit de cloud wil gaan werken. Dan is het aan te bevelen om ons in te schakelen,” zo begint De Groot. “Het zijn namelijk de momenten dat men over het hoofd ziet dat het mis kan gaan. Telecommunicatie en ICT zijn in veel gevallen nog een gedeelde verantwoordelijkheid binnen bedrijven en organisaties. Omdat zowel de facilitair manager als de IT-manager ieder hun ‘eigen deel’ beheren, blijkt soms jaren later nog dat men  betaalt voor lijnen die niet meer in gebruik zijn. De facturen zijn immers ondoorzichtig en het is lastig te ontdekken waarvoor men precies betaalt. Gunstig voor de telecomoperators, want zij melden de bedrijven en organisaties niet dat zij abonnementskosten betalen voor ongebruikte lijnen. Wij helpen bedrijven en organisaties in dergelijke situaties met audits en second opinions, inventarisatie van gebruikerseisen, ontwerp van systemen en leverancierselecties.” Het blijft meestal niet bij advies want vanuit  de projectmanagement hoek begeleidt NFIAB ook implementaties van telefooncentrales, hosted-telefonieoplossingen en andere zaken op ICT-gebied. De Groot: “Steeds vaker doen bedrijven en organisaties een beroep op ons. Wij helpen door mee te denken over de mogelijke oplossingen die er voorhanden zijn.”

Vertrouwen

Op de dagelijkse telefoonkosten kan NFIAB eveneens aanzienlijke besparingen realiseren. Hiervoor zet NFIAB de Telecommunicatie Quickscan in. De Groot: “De opdrachtgever geeft ons inzicht in hun telecomfacturen die wij analyseren op onder andere het aantal en type abonnementen, de gesprekskosten en het werkelijke gebruik van de aansluitingen. Na ons onderzoek schrijven wij een rapportage en een voorstel die aansluiten op de wensen van het bedrijf of de organisatie. De huidige situatie en de mogelijk te realiseren besparingen zijn naast elkaar weergegeven, zodat de opdrachtgever in één blik kan zien wat die besparingen zijn en hoe hij deze kan realiseren.” In het nieuwe en moderne kantoor van NFIAB in Papendrecht zijn al heel wat van deze rapportages en voorstellen de deur uit gegaan. Besparingen zijn er niet alleen op het gebied van vaste telefonie te behalen, ook bij mobiele telefonie is dit het geval, benadrukt De Groot. “Het principe is hetzelfde, wij nemen de contracten onder handen en kijken waar besparingen te behalen zijn. Via NFIAB GSM Beheer hoeven bedrijven en organisaties zich geen zorgen meer te maken over alles wat met hun mobiele communicatie te maken heeft. Het is overigens best een stap om de facturen uit handen te geven,” realiseert De Groot zich. “Dat is toch een kwestie van vertrouwen en gelukkig hebben wij dat vertrouwen inmiddels verdiend.”

Collectieven

NFIAB kan de besparingen onder andere realiseren door bedrijven of organisaties in ‘collectieven’ onder te brengen. Hiervoor zijn contracten afgesloten met verschillende providers. NFIAB is redelijk  uniek wat dit betreft. Zes jaar geleden begon Conraad de Groot met zijn bedrijf. Hij nam toen een landelijke klantenportefeuille over en is volop aan de slag gegaan om deze uit te gaan diepen. “Het staat nu als een huis; in de zorg- en overheidssector hebben wij een uitstekende naam opgebouwd. Sinds een aantal jaren zijn we ook actief in de sector handel en industrie en ook daar loopt het naar wens. Het wordt nu tijd om ook in de Drechtsteden onze naam te vestigen.”

Energie

Het NFIAB is niet alleen gespecialiseerd in telecom en ICT, maar ook in energie. Het NFIAB controleert uw energiefactuur en maakt afwijkingen in verbruik en kosten zichtbaar. In een rapportage adviseert NFIAB over terug te vorderen kosten en als u dat wenst kunnen zij deze terugvorderingen voor u uitvoeren. Maar het NFIAB doet ook aan energieonderzoek en energiemonotoring. De Groot hierover: “Een minstens net zo’n dankbare tak als telecom als het gaat om het voor elkaar krijgen van de nodige besparingen en kortingen. De energiemarkt hebben we goed weten te doorgronden. Een voorwaarde om onze beloftes waar te maken.” Met alle ontwikkelingen op het gebied van telecommunicatie, ICT en energie ligt er een veelbelovende toekomst in het verschiet voor NFIAB.

“Wij hebben het nu alleen nog maar over de besparingen die we bereiken door contracten optimaal in te richten. Maar vergeet niet dat er ook nog veel te halen is met andere besparingen. Met relatief eenvoudige aanpassingen aan installaties en gebouwen is er al geld te verdienen. En ook daarover brengen we graag advies uit. Voor iedere klant kunnen we flinke besparingen realiseren op hun telecom- en energiefacturen,” zo besluit De Groot met stellige overtuiging.

NexTecH ondersteunt u in de slag om techneuten

0

Joop Hylkema is sinds kort voorzitter van NexTecH. Hij volgde Krijn de Zeeuw op die met het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd ook besloot af te treden als voorzitter van NexTecH. “Dat ik werd gevraagd als voorzitter vond ik erg leuk,” zo begint Hylkema. “Ik ben namelijk in 1980 afgestudeerd aan de HTS in Dor-drecht, waar ook de oorsprong ligt van het Industriefonds, wat voorheen de naam was van NexTecH. De doelstelling van NexTecH is om een bijdrage te leveren aan de technologische en innovatieve ontwikkeling in de regio Zuid-Holland Zuid. Deze bijdrage bestaat uit het stimuleren van kennisontwikkeling en het bevorderen van de instroom en het behoud van technisch hoger opgeleiden in de regio. Hylkema: “Hiervoor stellen we financiële middelen beschikbaar aan bedrijven en hun medewerkers en aan technostarters; startende ondernemers en studentondernemers. Het budget daarvoor bedraagt € 100.000,- per jaar. Het blijft echter bijzonder dat er voor ons fonds betrekkelijk weinig belangstelling is. We gaan onze activiteiten dan ook intensiever onder de aandacht brengen.” Arie van den Herik merkt op dat het gelukkig wel de goede kant op gaat. Een gevolg van het voortdurend blijven roepen dat wij er zijn, zegt hij. “Onze bekendheid komt langzamerhand op het gewenste niveau, dat blijkt niet alleen uit het aantal aanvragen, maar ook uit de verscheidenheid daarvan. Ging het vroeger vooral om individuele opleidingen, tegenwoordig zijn we er ook voor technostarters. Jonge ondernemers die een financieel steuntje in de rug kunnen gebruiken om hun innovatieve product of idee op de markt te kunnen brengen.”

Individuele ondersteuning

“Gezien de schaarste aan voldoende en goed opgeleid technisch personeel, zullen bedrijven moeten investeren in medewerkers,” vervolgt Hylkema. “Medewerkers zijn het belangrijkste kapitaal van een bedrijf. Met hoog opgeleide techneuten kunnen bedrijven onderscheidende en nieuwe producten ontwikkelen. Om te zorgen dat je slimme producten kunt leveren, zul je ook slimme mensen moeten hebben. Daarin ondersteunen wij bedrijven met extra financiële middelen voor technologische vernieuwing en kennisontwikkeling. Hierbij wil ik benadrukken dat het ons gaat om individuele mensen en individuele bedrijven. Wij zijn er niet om complete onderwijsprogramma’s te faciliteren.” Hylkema typeert de regio als een ‘heerlijke doe-regio’. “Met name op maritiem gebied geniet onze regio wereldwijde bekendheid. Hier hoort een technische onderwijs cultuur bij en in dat opzicht worden wij met NexTecH steeds actueler. Wij ondersteunen grote en kleine bedrijven door het financieren van scholing- en onderzoekprogramma’s van hun hoger opgeleide medewerkers en stagiaires. Dit doen we in de vorm van een studiebeurs waarmee een bedrijf het opleidingsniveau van het personeel verhoogt en daarmee ook het potentieel van het bedrijf. Tevens wordt voor het begeleiden van stagiaires die participeren in een onderzoeksprogramma, een vergoeding toegekend.  In tijd van schaarste is het noodzaak personeel te boeien en te binden. En, ook niet onbelangrijk, voor technisch personeel is het goed verdienen met uitstekende carrièreperspectieven.”

Meer aanvragen

Het afgelopen jaar kreeg NexTecH enkele tientallen aanvragen binnen. Na een eerste kennismaking en het invullen van een aanvraagformulier volgt er meestal een bedrijfsbezoek. Arie van den Herik: “Het is prettig als je het bedrijf en de mensen leert kennen. En soms blijkt dat het nog niet eens zozeer om een financiële bijdrage gaat, maar kunnen wij mensen en/of bedrijven op weg helpen via ons uitgebreide netwerk waarover wij als bestuur beschikken.” Joop Hylkema vult hierop aan: “Uit de crisis is duidelijk naar voren gekomen dat het uiteindelijk technische bedrijven zijn waar de economie op drijft. Gelukkig komen er bij de technische opleidingen weer meer inschrijvingen binnen, maar het duurt nog jaren voordat de gewenste uitstroom bereikt is. De komende jaren verwachten wij eveneens steeds meer aanvragen. Dat moet ook, want wij willen graag door met het stimuleren van de nodige technologische en innovatieve ontwikkelingen hier in de regio.”

Je sociale kapitaal opbouwen

0

Spreker Henk van der Duim vertelde een goedgevulde zaal van het Da Vinci College in Dordrecht dinsdag 8 april jl. van alles over het inzetten van social media. Tijdens deze Rabobank Management Workshop Drechtsteden kwam het publiek onder meer te weten dat je het beste daar kunt gaat zitten waar je doelgroep zit en dat visualisatie heel belangrijk is bij social media.

Van der Duim, ofwel ‘internetjunkie’ volgens hemzelf, hield de mensen voor dat social media een brug is naar de echte wereld. “Daar kun je contacten verder uitbouwen. Laat klanten met je meedenken via social media. Je kunt wat doen met hun feedback. Kennis en nieuws kun je delen met social media: het ouderwetse zenden.”

Een blog, Facebook, LinkedIn , microblogs, social bookmark, forum, emailmarketing – allerlei vormen van social media kwamen voorbij. Net als allerhande tips van de spreker. “Recycle je content voor nog meer bereik. Zorg er verder voor dat er social media buttons op de website staan. Op Facebook zou je een ‘like’- campagne kunnen starten en op LinkedIn doe je er goed aan om je te proberen te verplaatsen in je doelgroep, qua profieltekst.”

Veelvuldig kwam de tool Hootsuite voorbij, waar je kolommen hebt waar je zoekopdrachten in kunt voeren. Zo krijg je een overzicht van resultaten op social media en kun je snel scannen. Zo bouw je mede je sociale kapitaal op, stelde Van der Duim.

En wat levert het uiteindelijk op, actief zijn op social media? “Het kost veel tijd, maar begin bij één of twee vormen. Bedenk wat je wilt bereiken en neem mee dat je uitbreiding van social media kan krijgen door je relaties. Zit je op meerdere social media, zorg er dan voor dat je herkenbaar bent. Stel doelen, kijk waar je doelgroep het over heeft en dan is het: meten = weten – verbeteren.” Ofwel: de social media strategie, volgens Van der Duim. Hij eindigt met vijf tips, te weten: wees bescheiden, inspireer, start een dialoog, marketing is leren en eerst zaaien dan oogsten.”

Een inspirerende workshop, vindt Dean van der Wekke van Rabobank Rotterdam. “Boeiend om te zien wat de status is van de verschillende platformen die er zijn. Wij zijn als bedrijf redelijk actief bezig met social media, maar het is altijd goed om door zo’n workshop te kijken waar je staat.” Hetzelfde geldt voor Willem Mulder van KT-Vision BV. “Veel sociale netwerken ken je wel, maar de tool Hootsuite kende ik bijvoorbeeld nog niet. Daar wil ik wat mee gaan doen. Ook vond ik het denken in persona’s interessant, zodat je de doelgroep kunt bepalen.”

Innovatie Award 2014

0

Op donderdag 19 juni zal de eerste Innovatie Award worden uitgereikt tijdens een netwerkbijeenkomst in het Postillion Hotel Dordrecht. Nadat Valk Welding de KvK Ondernemersprijs Drechtstreek 2012 in ontvangst mocht nemen, is er in de regio geen netwerkevenement meer van dit statuur georganiseerd.

Tijdens een informeel gesprek tussen uitgever Hendrik Jan van der Rhee van Drechtsteden BUSINESS en voorzitter Teun Muller van Werkgevers Drechtsteden bij een netwerkbijeenkomst kwam dit aan de orde. Zij besloten te onderzoeken of er mogelijk weer een ‘prijs’ in de regio uitgereikt zou kunnen worden.

 

Dit werd de Innovatie Award. Met de jaarlijkse uitreiking van de Innovatie Award willen Drechtsteden BUSINESS en Werkgevers Drechtsteden een positieve bijdrage leveren aan het zelfbewustzijn van de innovatieve bedrijven en organisaties in de regio en de gezamenlijke innovatiekracht stimuleren en vergroten. Door de uitstraling van de award-uitreiking worden de Drechtsteden nadrukkelijk geprofileerd als innovatieve regio.

 

De Innovatie Award richt zich op de technologische maakindustrie. De ‘innovatie’ kan een product, dienst en/of samenwerkingsverband zijn. De genomineerden voor de Innovatie Award worden voorgedragen, maar kunnen zich ook zelf aanmelden. Een beoordelingscommissie gaat aan de slag met de nominaties en beoordelen die op een aantal criteria. De vakjury bepaalt uiteindelijk wie zich winnaar mag noemen van de Innovatie Award. Sjef van Dooremalen is voorzitter van de jury. “De Innovatie Award past uitstekend bij deze regio. De technologische industrie voert hier de boventoon en er gebeuren prachtige dingen. Goed dat er op deze wijze aandacht wordt besteed aan alle technologische ontwikkelingen.” In de jury hebben vooralsnog ook Arie van den Herik, Bram de Nies en Peter Maessen zitting. Voorzitter Van Dooremalen vult de jury nog verder aan.

Stichting

Om de Innovatie Award onafhankelijk, financieel en jaarlijks te borgen is er een stichting opgericht: Stichting Ondernemersprijzen Nederland (SON). Door de oprichting van een stichting is onafhankelijkheid gegarandeerd. Dit zal een positief effect hebben op de fondswerving. Het bestuur van de SON bestaat uit: Teun Muller (voorzitter Werkgevers Drechtsteden), Joop Hylkema (directeur a.i. Drechtwerk) en Hendrik Jan van der Rhee (uitgever Drechtsteden BUSINESS).

Beoordeling innovaties

Uiteraard gaat het om innovaties bij de Innovatie Award 2014. Met de ingediende en/of aangemelde innovaties gaat een beoordelingscommissie aan de slag en beoordeelt deze op de volgende criteria:

  • Of de innovatie is gericht op techniek die toepasbaar is in de technologische maakindustrie, nog niet eerder vertoond is, of een bestaand concept is dat op een aangepaste wijze wordt toegepast zodat het aantoonbaar meer nut in de markt bewijst.
  • Of de innovatie breed toepasbaar is in de technologische maakindustrie. Of het belang van alle betrokken partijen in ogenschouw wordt genomen en zichtbaar is gemaakt. Of er in potentie sprake is van een zekere impact.
  • Is de innovatie ook zonder (grote) subsidie te realiseren?
  • Levert de innovatie voldoende rendement op: is het resultaat van de innovatie ook op lange termijn nog zichtbaar / merkbaar?

Daarna gaat de jury aan het werk beoordeelt de innovatie vervolgens verder op het:

Innovatief vermogen

  • De innovatie biedt een noviteit op technisch gebied en heeft zich in de markt nog niet technisch en/of commercieel bewezen. De innovatie levert een bijdrage aan de maakindustrie.

Focus

  • De innovatie levert in grote mate toegevoegde waarde aan de maakindustrie. Er is behoefte aan / vraag naar.

Rentabiliteitsverwachting

  • De innovatie is binnen een reële termijn (drie jaar) economisch realiseerbaar. Er is een businessplan aanwezig.

Businessplan

  • Het businessplan is op een consistente manier uitgewerkt. De planning is ambitieus-realistisch.

Financiële onderbouwing

  • Financieel is het businessplan voor de innovatie onderbouwd; groeiprognoses, financiering en werkkapitaalontwikkeling zijn doorgerekend.

Zelfredzaamheid

  • Het vermogen om zelf hulpbronnen aan te boren (zoals kapitaal, arbeid, kennis) om tot verwezenlijking van de ondernemingsdoelstellingen te komen.

De Raad van Toezicht en Advies

De Raad van Toezicht en Advies heeft een klankbordfunctie voor het bestuur van SON en adviseert bij de activiteiten die tot de uitreiking van de Innovatie Award leiden. Hiertoe wordt minimaal tweemaal per jaar een bijeenkomst georganiseerd en wordt gevraagd en ongevraagd advies verstrekt. De Raad van Toezicht en Advies bestaat uit:

Jan Dirk Smit – consultant Nationaal Register
Hans Tanis – wethouder economie gemeente Sliedrecht
Arie Verberk – hoogleraar en bedrijfseconoom

Partnerschap en sponsoring

Voor bedrijven en organisaties zich als partner of sponsor aan de IA2014 willen verbinden, is er een aantal proposities samengesteld. Hierover gaan wij graag met u in gesprek. U kunt hierover contact opnemen met Bas den Otter, tel. 06-22 48 62 19.

Meer weten?

Alle actuele informatie over de uitreiking van de Innovatie Award vindt u op
www.innovatieawarddrechtsteden.nl

Voor vragen of meer informatie kunt u natuurlijk ook bellen of e-mailen met
Bas den Otter. T: 06-22 48 62 19 of
E: bas@drechtstedenbusiness.nl

ICT: een snel en boeiend vak

0

In maar weinig branches gaat de innovatie zo snel als in de ICT. De ontwikkelingen volgen elkaar snel op. Neem nu de enorme vlucht die het afnemen van diensten uit de cloud heeft genomen. Veel van deze  ontwikkelingen hebben tot doel om de efficiency te vergroten en de kosten te verlagen, maar kunnen het de ondernemers ook lastig maken omdat zij vaak door de bomen het bos niet meer zien. Tijdens het rondetafelgesprek gaan we hierover in gesprek met vijf ICT-specialisten.

We ontmoeten Gerben van der Veen, Conraad de Groot, Jan Pieter de Ruiter, Arie van ’t Verlaat en Peter de Graaf in de schitterende vergaderruimte van lunchroom Den Witten Haen in Dor-drecht. Met hun bedrijven vertegenwoordigen zij gezamenlijk een breed scala aan diensten binnen de ICT-markt.

Standaardoplossing

We vragen de heren of het met de constante innovatie en doorontwikkeling van de ICT-branche wel mogelijk is om klanten een kant-en-klare oplossing te bieden. Conraad de Groot van NFIAB steekt van wal: “Natuurlijk blijft de ICT-branche altijd door ontwikkelen, maar dat wil niet zeggen dat een project nooit klaar is. Dat is per klant en per case verschillend. We hebben altijd de insteek om een oplossing aan te bieden waarmee onze opdrachtgevers de komende jaren weer vooruit kunnen met hun ICT.” Peter de Graaf van I4-YOU sluit zich daarbij aan. “Als je een standaardpakket kunt toepassen moet je dat niet nalaten. Maar als een bedrijf speciale wensen en/of behoeften heeft, is een standaardoplossing niet altijd de beste keuze. Software is niet alleen maar een middel maar kan ook een strategische keuze zijn.” Jan Pieter de Ruiter van Axoft is onder andere actief in de telecomsector. Daar dekken standaardpakketten heel veel behoeften af. “Natuurlijk blijft het toepassen van maatwerkoplossingen afhankelijk van de sector en diensten, maar er is vanuit de klant veel behoefte aan vereenvoudiging van diensten waardoor het overzichtelijker wordt en beter beheersbaar. Een dienst als KPN is hier een mooi voorbeeld van waarbij meerdere diensten integreren in een overzichtelijk model tegen vooraf gecalculeerde vaste kosten.” Arie van ’t Verlaat van Aspect ICT: “Werken met standaard oplossingen lijkt het beste voor iedere organisatie. Liefst oplossingen die zo flexibel zijn dat vele organisaties hiermee ingericht kunnen worden. Echter werkt dit niet voor iedereen. We treffen ondernemingen en instellingen die kampen met complexere vraagstukken waar geen standaardoplossingen voor zijn. Deze ondernemingen overwegen om hun bedrijfsvoering aan te passen of kiezen voor maatwerk. ICT kan dergelijke organisaties helpen het verschil te maken in hun bedrijfsvoering of concurrentiepositie. Dit laatste brengt dan misschien wel hogere kosten met zich mee, maar daar wordt heel bewust voor gekozen.” Volgens Arie van ‘t Verlaat is het dan van belang de klant goed te informeren om de verwachtingen waar te kunnen maken. Gerben van der Veen van Dataplace kan zich hier in vinden. Hij zegt: “Je moet je relaties er wel van bewust maken dat met standaardisatie niet altijd de oplossing voorhanden is die de klant juist graag wil.”

Migratie

Gerben van der Veen geeft aan dat ICT-aanpassingen ook vanuit overheidswege opgelegd kunnen worden, zoals de verplichte migratie van SEPA waardoor er in 33 landen op dezelfde manier kan worden betaald. Arie van ’t Verlaat: “We worden regelmatig ingehaald door actualiteiten zoals bij SEPA.” Peter de Graaf haakt hierop aan: “Zo’n migratie is niet van de ene op de andere dag uit te voeren, dit vergt een goede voorbereiding.” Gerben van der Veen: “Als bedrijven of organisaties om wat voor reden dan ook hun ICT willen aanpassen, moeten de medewerkers hier achter staan en de noodzaak hiervan inzien. Zij moeten de verandering kunnen accepteren als dat plaats maakt voor een nieuwe, betere werkwijze. Dat scheelt al heel veel bij de implementatie.” Peter de Graaf merkt hierbij op: “Dit is al een stuk eenvoudiger als de ICT-leverancier al langer meeloopt bij het bedrijf en weet hoe het bedrijf in elkaar steekt.” Conraad de Groot is het hiermee eens: “Als de behoefte eenmaal goed in kaart is gebracht, is dat ook gemakkelijker in te vullen met kant en klare oplossingen. Moeten er vervolgens aanpassingen komen, is dat eenvoudiger te implementeren.”

Krachtenbundeling boven one-stop-shopping

Klanten zoeken op ICT gebied steeds vaker een aanbieder waar ze terecht kunnen voor al hun ICT-vraagstukken. De specialisten aan tafel begrijpen dat wel, maar geven zelf eerder de voorkeur aan krachtenbundeling boven one-stop-shopping. Peter de Graaf legt uit waarom: “Voor sommige zaken is zoveel specialistische kennis vereist dat het beter is samenwerking te zoeken, je vormt dan gezamenlijk de totaalspecialist waar de klant naar op zoek is.” Conraad de Groot beaamt dit. “Wij beschikken over een netwerk van partners vanuit verschillende disciplines, waarmee wij samenwerken.”  En ook Axoft werkt op dezelfde manier. “Onze klant prefereert wel degelijk één aanspreekpunt en komt met zijn totaalvraag bij ons terecht waardoor we steeds meer naar one-stop-shopping toe gaan in de beleving van de klant. Dit is eveneens de filosofie van onze business partner KPN. Het is onmogelijk om alle expertise in eigen huis te hebben en dan ook nog de gewenste kwaliteit te leveren,” aldus Jan Pieter de Ruiter. Aspect lijkt hierop een uitzondering en komt heel dicht in de buurt van een one-stop-shop ICT-leverancier. Het bedrijf levert en beheert zowel software als hardware als ook hosting, cloud computing, netwerken en telefonie. Arie van ’t Verlaat: “Wij hebben veel in eigen huis. En als we niet zelf aan de vraag kunnen voldoen, proberen we dat op te lossen door een partner te vinden die kan helpen. Uitgangspunt hierbij is altijd dat een relatie één aanspreekpunt heeft.”

Cloud-oplossingen

Steeds meer ondernemingen maken gebruik van ICT-diensten uit de cloud. Toch is er nog een aanzienlijke groep klanten waarbij cloud-omgevingen de nodige angst inboezemen, ondervindt Peter de Graaf. “De gedachte leeft dat informatie gemakkelijk is te onderscheppen. De kritische gebruiker vraagt zich af hoe veilig het is om te werken in de cloud en hoe groot de kans is dat derden er met bedrijfsgegevens vandoor gaan.” Arie van’t Verlaat snapt dit wel. “Het is onze taak om klanten goed te informeren over de kenmerken van cloud oplossingen.”

Gerben van der Veen: “Misschien is die angst op sommige vlakken wel terecht. Het is nu eenmaal zo dat criminelen er op uit zijn om persoonlijke- en bedrijfsgegevens te hacken.” Hij weet echter ook dat er alles aan gedaan wordt om de cloud-omgeving zo optimaal en veilig mogelijk te laten functioneren.”

Jan Pieter de Ruiter geeft aan dat steeds meer klanten over de emotionele drempel stappen en niet alles zelf meer willen doen waar ze niet goed in zijn. “Ook hiervoor geldt: onbekend maakt onbemind. Over een aantal jaren zullen de gebruikers enorm zijn toegenomen want de cloud biedt ook voordelen. De klant wordt volledig ontzorgd als het gaat om Telecom en ICT diensten en kan zich hierdoor meer op zijn core-business focussen. Conraad de Groot tot besluit: “Ook hiervoor geldt; het valt of staat met de kwaliteit. Bedenk voordat je iets over gaat zetten in de cloud op welke manier er geïnvesteerd en geïmplementeerd wordt. Bedrijven die kiezen voor een goede voorlichting en kwaliteit zullen hier veel eerder baat bij hebben.”

Minister van ICT

Goed functionerende bedrijfsautomatisering is tegenwoordig van levensbelang. Bedrijven investeren daarin veel tijd, geld en energie. Door het enorme aanbod is het voor ondernemers soms lastig de juiste keuzes te maken. Conraad de Groot maakt dit dagelijks mee. “Bij ICT-veranderingen is het voor een onderneming lastig de juiste partij te kiezen. Wij ondersteunen ze daarin en geven advies. ICT staat bij veel bedrijven hoog op de agenda. ICT en telecom groeien bovendien steeds dichter naar elkaar toe, het wordt wat het maken van keuzes betreft er niet eenvoudiger op.” Peter de Graaf meent dat het bij bedrijven soms nog aan de nodige kennis op dit vakgebied ontbreekt. “Wij als ICT-specialisten zijn enorm gebaat met ICT-managers die hun business kennen en de juiste voorwaarden creëren.” Volgens de aanwezigen is het nog te vaak de verantwoordelijkheid van de ICT-afdeling om alert te zijn op nieuwe mogelijkheden binnen de eigen organisatie. Het is niet overal onderwerp van directieoverleg. “Het gekke is dan wel dat er in directies van bedrijven slechts zelden sprake is van een ICT-directiefunctie.” Gerben van der Ven gaat nog een stapje verder. “ICT is een snel en boeiend vak. De ontwikkelingen gaan razendsnel en niemand kan meer zonder. ICT was eerst een middel, maar is nu eerder een strategie. Met die wetenschap is het eigenlijk vreemd dat er nog geen minister van ICT is. Wat mij betreft zou dat weleens tijd worden.”

Helmink eerste Excellence Partner van KPN

0

Er was iets te vieren en dat was duidelijk te zien op 4 april jl. bij het bedrijfspand van Helmink Communicatie Groep in Ridderkerk. Op de parkeerplaats was een mobiele expositiewagen gestationeerd, de vlaggen wapperden in top en de gasten konden lekker in het zonnetje van een drankje genieten. Waar een onthulling zou plaatsvinden was duidelijk; de complete zijgevel van het pand was afgedekt met een doek.

De reden van alle festiviteiten was dat Helmink Communicatie Groep als eerste serviceorganisatie in Zuid-Nederland is benoemd tot volwaardig KPN Excellence Partner. Dankzij deze status kan Helmink voor bedrijven in de regio advies, aankoop, levering, installatie, facturatie én service van het KPN-dienstenportfolio verzorgen. Bedrijven hebben hiermee één vertrouwd aanspreekpunt voor alle diensten en producten.

Sneller of effectiever?

0

We doen het allemaal: onze telefoon trilt, we checken snel een mailtje of SMSje. We reageren op een tweet of poke. Meerdere keren per dag checken we nu.nl of andere nieuwssites. Daarnaast kijken we op onze tablets of laptops en communiceren wat af met elkaar.

De ICT techniek heeft het, zeker de laatste jaren, heel goed mogelijk gemaakt om rechtstreeks digitaal en op elk moment en elke plaats te communiceren en benaderd te worden. Daarmee kunnen zaken sneller en zeker ook beter worden geregeld. Er zijn mensen die toveren met Twitter, LinkedIn en Facebook. All whatsapp-end zijn ze altijd op de hoogte door alle groepsapps waar ze in zitten. Tussendoor natuurlijk een beetje Candy Crush en WordFeud.

Allemaal niks mee en allemaal mogelijk gemaakt door de technische mogelijkheden van nu. Maar laten we niet vergeten dat we zelf ook baas zijn over onze eigen tijd: er is meer dan de signalen van de telefoon of tablet. Door slim om te gaan met de mogelijkheden zoals voicemails en de stil-stand of het op gezette tijden checken van mail (en niet bij elke beep) zijn we effectiever en efficiënter. Het haalt ons even uit de hectiek van de altijd heen en weer vliegende bits en bytes. We zitten zelf weer even aan het stuur.

Je dat af en toe realiseren is een goed iets. Dat maakt ruimte voor een gesprek, het efficiënt afronden van een klus, het schrijven van een column of het ontdekken van een nieuwe kans. Door een goede combinatie van digitale communicatie middelen EN een bewuste keuze wanneer die wel en niet te gebruiken zijn we het meest effectief.

Iets om af en toe eens bij stil te staan . . . Ik wens u goede zaken en veel effectieve ICT!

Teun Muller
Voorzitter Werkgevers Drechtsteden

Pensioen bij scheiding

1

Bij echtscheiding gaat de wet  uit van gelijke verdeling van het tijdens het huwelijk opgebouwde ouderdomspensioen. Slechts in overleg met de andere echtgenoot kan van dit uitgangspunt worden afgeweken.

Bij pensioenopbouw in loondienst of via een pensioenpolis geeft deze regeling niet vaak aanleiding tot problemen. Het pensioenfonds of de pensioenverzekeraar berekent de aanspraken van de ex-echtgeno(o)t(e), zodra de scheiding rond is en tijdig, dat wil zeggen binnen twee jaar na datum echtscheiding, bericht is ontvangen van de scheiding en de gemaakte afspraken over de verdeling van het pensioen.

Pensioen in eigen beheer

Complexer is het als het pensioen door de directeur-grootaandeelhouder (DGA) in de B.V. is opgebouwd. De Hoge Raad heeft in 2007 bepaald dat de DGA van de B.V. in hoedanigheid van ex-echtgeno(o)te, in beginsel verplicht is het deel van het pensioen dat opgebouwd is voor zijn ex-echtgeno(o)te buiten zijn eigen B.V. onder te brengen bij een andere pensioenuitvoerder. Dit is meestal een verzekeraar. Dit heet externe uitvoering van het pensioen.

Uitzondering op deze regel geldt indien met de externe uitvoering van het pensioen dat aan de ex-echtgeno(o)te van de ondernemer toekomt, het voortbestaan van de onderneming in gevaar komt. Deze situatie is meer en meer aan de orde, nu de huidige marktrente veel lager is dan de rente die geldt voor pensioenopbouw in eigen beheer. Daarom kan het gebeuren dat de waarde van het pensioenrecht van de ex-echtgen(o)ote hoger is dan de fiscale waarde van het door de DGA opgebouwde pensioen. In dat geval kan bij externe uitvoering van de pensioenrechten het voortbestaan van de onderneming in gevaar komen.

Een oplossing zou kunnen zijn dat de ex-echtgeno(o)t(e) die externe uitvoering wenst, genoegen neemt met een koopsom, waarmee de ex-echtgeno(o)t(e) zelf pensioen kan aankopen bij een pensioenverzekeraar. In enkele uitspraken van (lagere) rechters is al in deze lijn geoordeeld.

Conclusie

Een beroep op de uitzondering op de regel dat de ondernemer zorg moet dragen voor externe pensioenuitvoering kan kans van slagen hebben, mits dat goed is onderbouwd. De rechtspraak lijkt de hiervoor beschreven problematiek namelijk niet altijd te erkennen. Samenwerking tussen de pensioenadviseur/accountant en de advocaat van de ondernemer is noodzakelijk!

Menno Bos