Home Blog Page 270

Bijzonder geslaagde eindejaarbijeenkomst Rijnmond BUSINESS en Rotterdams LEF

0

Dinsdag 2 december organiseerde Rijnmond BUSINESS ism Rotterdams LEF een eindejaarbijeenkomst in HAL 4.1 in Rotterdam voor de ‘Vrienden van Rijnmond BUSINESS’ en de relaties van Rotterdams LEF. De bijeenkomst begon met een interessant panelgesprek dat onder leiding stond van voormalig Tweede Kamer voorzitter Frans Weisglas. Deelnemers aan het gesprek waren Marjolein Warburg (Managing Director at Rotterdam Port Promotion Council), Roland Wondolleck (Directeur Rotterdam The Hague Airport), Bram Peper (vml. Burgemeester van Rotterdam en Minister Binnenlandse Zaken), Caroline Nagtegaal-van Doorn (Programma Manager Europa bij Port of Rotterdam), André Kramer (CEO Kramer Group), Chantal Roest (Director International Trade & Investment at Rotterdam) en Ron Voskuilen (Algemeen directeur Stadsontwikkeling bij Gemeente Rotterdam).  Direct aansluitend vertelde Hans van der Linde, directeur van Van der Linde Catering + Evenementen over het bijzondere jaar dat zij met hun organisatie achter de rug hebben. Zo hebben ze de catering verzorgd tijdens de nucleaire top dit voorjaar en onlangs werden ze door Misset bekroond tot beste party cateraar van Nederland in 2014. Dat ze daar erg goed in zijn konden de 150 bezoekers direct aansluitend ervaren. Er stond namelijk een fantastisch buffet opgesteld waarvan de bezoekers konden genieten. De bijeenkomst werd op feestelijke en muzikale wijze afgesloten middels een optreden van Ger Vos, die een dag eerder nog zijn derde concert in successie gaf in een bomvol Nieuw Luxor Theater in Rotterdam.

Rijnmond BUSINESS blijft verrassen, ook in 2015!

Best bezochte indoor herentennistoernooi

0

Toptennis en zakendoen op het hoogste niveau

Het ABN AMRO World Tennis Tournament vindt van 9 t/m 15 februari 2015 voor de 42e keer plaats. Het toernooi kent een rijke tennishistorie en behoort al vele jaren tot de belangrijkste tennistoernooien ter wereld. De hoge kwaliteit van het deelnemersveld is vanaf het begin in 1974 tot heden onveranderd gebleven. Van Arthur Ashe, Jimmy Connors, Björn Borg, Ivan Lendl, John McEnroe tot Roger Federer en Rafael Nadal, vrijwel alle legendes van het internationale tennis hebben deelgenomen aan het ABN AMRO WTT in Ahoy.

Het ABN AMRO World Tennis Tournament staat echter voor meer dan alleen spectaculair toptennis. Het toernooi is immers ook de plaats waar bedrijven in een sfeervolle en aangename omgeving relatie met klanten aanhalen of nieuwe relaties ontmoeten.

Luxueuze ambiance om uw gasten te ontvangen

Het centre court, het VIP-dorp ‘The Club’, Tennis Plaza en Sports Plaza bieden uitgelezen mogelijkheden om relaties op een bijzondere manier te ontvangen. In ‘The Club’ kan men bovendien de hele week genieten van de verfijnde keukens in één van de vele toprestaurants.

Design

Het VIP-dorp ‘The Club’ is ontworpen door architect Tom Postma, onder meer verantwoordelijk voor het ontwerp van Tefaf, Prix de Rome in Kunsthal Rotterdam en Art Basel.

Sports Plaza

Sports Plaza is een uitgebreid activiteiten-plein waar bezoekers gedurende de dag onder deskundige begeleiding zelf verschillende tennisvormen kunnen beoefenen. Het gevarieerde aanbod biedt ruimte om zelf een unieke tenniservaring op te doen. Ook bestaat voor bedrijven de mogelijkheid om met relaties deel te nemen aan de diverse clinics en sportdemonstraties te bekijken. Bovendien kunt u hier van 10 t/m 14 februari 2015 terecht om de wedstrijden van het ABN AMRO World Wheelchair Tennis Tournament te aanschouwen.

Tennis Plaza

Op Tennis Plaza treft u een stijlvol vormgegeven horecaterras dat toegankelijk is voor alle bezoekers. Diverse shops en het mediaplein met dagelijks interessante sprekers en interviews zijn gesitueerd aan weerszijden van dit terras, bieden jaarlijks meer dan 100.000 bezoekers extra vermaak.

kijk voor uitgebreide informatie op
www.abnamrowtt.nl

‘2014 was het jaar van de hoop’

0

Gespreksleider Kees van ’t Zelfde bracht een exemplaar mee van het decembernummer 2013 van Rijnmond Business om met terugwerkende kracht enkele citaten van Coert Beerman, toen nog directievoorzitter van Rabobank Rotterdam, te toetsen. Hij zei onder meer dat 2013 een bar slecht economisch jaar was en voorspelde dat 2014 iets minder slecht zou worden. Is dat uitgekomen?

Van de Velde: “Voor de retailbranche geldt in zijn algemeenheid dat 2014 een jaar was waarin het nog slechter ging dan in 2013. In de binnenvaartsector juichen ze ook nog niet. Daarentegen zitten sportevenementen en de woningmarkt wel weer in de lift en groeien diverse ICT-bedrijven tegen de stroom in.”

Beekman: “De stad komt langzaam weer op gang, maar je hebt ook te maken met een bepaalde doorlooptijd. Niet iedere sector of elk bedrijf zal direct de vruchten plukken van de lichte groei van de economie. Dat duurt even.”

Huijers: “Het valt mij op dat dit jaar veel advocaten voor zichzelf zijn begonnen. Het Beurs-World Trade Center heeft veel nieuwe huurders uit dit segment mogen verwelkomen. Wij verhuren kantoorruimten vanaf 34 m2. Voor wie zich als eenling of met zijn tweeën afsplitst van een groot advocatenkantoor, is zo’n oppervlakte natuurlijk aantrekkelijk.”

Van Raaij: “In gesprekken met klanten merk ik dat hun mindset is veranderd. Men ziet vaak weer kansen in plaats van problemen en zoekt naar vruchtbare samenwerkingen. Waar 2013 een vrij somber jaar was, zou ik 2014 omschrijven als het jaar van de hoop.”

Beekman: “De sfeer in de stad is anders. De leegstand van kantoren neemt af en vanuit het buitenland komt er steeds meer interesse van investeerders die hele pakketten en soms zelfs wijken willen kopen. Ook toeristen weten de weg naar Rotterdam vaker te vinden.”

Van Vliet: “In 2013 waren klanten nog vrij afwachtend. Daar is dit jaar een kentering in gekomen. Men is positief, ook als het gaat om de verwachtingen voor 2015. Rotterdam bruist en er ontstaan veel nieuwe initiatieven.”

Van Raaij: “Mee eens, maar toch zeuren we met elkaar soms nog te veel. Neem bijvoorbeeld de Markthal. Het is een gigantisch succes en na drie weken waren er al 1 miljoen bezoekers geweest. In plaats van daar trots op te zijn, wordt nog te vaak gezegd: ‘Dat succes houden ze toch nooit vol, want straks is de nieuwigheid er vanaf.’ Zulke reacties vind ik jammer.”

Huijers: “De overheid trekt zich steeds meer terug en bezuinigingen treffen heel veel instanties. Rotterdam Topsport viert volgend jaar haar 25-jarig bestaan, maar krijgt in 2015 zo’n 350.000 euro minder subsidie van de gemeente. Zij worden dus hard getroffen. Ik vind dat het bedrijfsleven in zulke gevallen moet inhaken, maar dat ontslaat de overheid niet om te blijven investeren in dit soort zaken. Het thema van de komende editie van People’s Business is sport. Een bewuste keuze, want zo kunnen wij Rotterdam Topsport een platform bieden en een handje helpen.”

Van de Velde: “Ik was onlangs op de 21ste Bep van Klaveren Memorial in het Topsportcentrum Rotterdam. Daar was de teneur ook droevig. De organisatie van het jaarlijkse boksgala kost ‘maar’ 40.000 euro, maar toch is ook de toekomst van het event onzeker. Van steeds meer kanten wordt de geldkraan dichtgedraaid. Boksen is dan wel niet volkssport nummer één , maar we moeten er voor waken dat Rotterdam als sportstad devalueert.”

Zijn er in de stad voldoende samenwerkingsverbanden of weten bedrijven, kennisinstellingen en de overheid elkaar onvoldoende te vinden, waardoor er eilandjes ontstaan?

Van der Velde: “Er komen langzaamaan meer krachtenbundelingen, maar ik mis een beetje een Masterplan. Het is me nu te veel ad hoc. Toen Ivo Opstelten nog burgemeester was, bespeurde ik in Rotterdam meer geïntegreerde visie. Hij deed er veel aan om de stad op de kaart te zetten, onder meer door dance-events en City Racing Rotterdam. Tegenwoordig mis ik een gezamenlijk doel, waar diverse partijen warm voor lopen.”

Huijers: “Wij willen best actief meedoen aan meer events dan de marathon, maar op welke manier? De Tour de France doet komende zomer Rotterdam aan en rijdt dwars door het centrum. Iedereen vindt dat leuk, maar wanneer er met elkaar gesproken moet worden over hoe dit aan te kleden en op welke wijze te participeren, vallen alle partijen stil.”

Van Raaij: “Ik heb mij onlangs eens goed verdiept in het coalitieprogramma. De thema’s die daarin genoemd worden, zouden richtingbepalend moeten zijn, maar dat is in mijn ogen lang niet altijd het geval. Van onderaf gebeurt er veel en het grote bedrijfsleven doet mee, maar waar is het MKB? Zij zijn in mijn ogen minder aanwezig in het beleid voor stadssamenwerking. Een belangrijk thema is bijvoorbeeld de aansluiting tussen het onderwijs en bedrijfsleven. Wie gaat een rol vervullen om dat te verbeteren?”

Op verschillende fronten valt er nog veel te winnen, maar er zijn ook al stappen gemaakt. En er is waardering van buitenaf. Stedenbouwkundigen riepen Rotterdam onlangs uit tot European City of the Year 2015. De jury beoordeelde de stad op zeven punten: leiderschap, lokaal karakter, aantrekkelijkheid, economie, duurzaamheid, welzijn en bereikbaarheid. Ook riepen reisgids Rough Guide en The New York Times Rotterdam uit tot een stad die in 2014 zeker door toeristen bezocht moest worden.

Van Vliet: “Rotterdam is een geweldige stad geworden om in te wonen en te werken en ook voor toeristen een stuk aantrekkelijker geworden.”

Grobben: “De leefbaarheid in de wijken is de laatste jaren enorm verbeterd. Kijk maar naar de Witte de Withstraat, de Meent en de Binnenweg. Dat is echt opgeknapt, waardoor de uitstraling ook veel prettiger en toegankelijker is geworden.”

Beekman: “De middelen komen weer naar de stad. Wanneer de economie op gang komt, profiteert iedereen daar uiteindelijk van.”

Van Raaij: “De jeugd heeft de toekomst, dus zet daar ook vol op in en begeleidt deze groep bij het maken van de juiste keuzes. Het is zo zonde wanneer studenten een administratieve opleiding op VMBO-niveau volgen, terwijl ze gouden handen hebben. De technieksector staat te springen om goed personeel.”

Huijers: “De Hogeschool Rotterdam huurt ruim 4000 m2 in het Beurs-World Trade Center. We hebben dus een grote groep jongeren in huis. Ik zou graag bedrijven in het gebouw er op attenderen dat deze studenten met enige regelmaat een stageplek zoeken en dolgraag ervaring op willen doen. Maar hoe pak je die kruisbestuiving die in mijn hoofd zit concreet aan? Door gebrek aan handjes van partijen zijn ideeën helaas niet altijd snel uit te voeren, terwijl de potentie er wel is.”

Grobben: “Laat bestuursleden van scholen maar eens stage lopen bij het MKB. Zij hebben namelijk vaak geen idee waar ze het over hebben. De werelden van een bikkelende ondernemer en een hoofddocent op een school liggen mijlenver uiteen. Dat samenwerkingen moeilijk van de grond komen, is in mijn ogen daarom niet gek.”

Beekman: “We hebben twee ROC’s in de stad, dus dat zou toch vrij overzichtelijk moeten zijn. Ik zit graag eens met de voorzitters van beide colleges van bestuur aan tafel voor overleg.”

Rest nog de vraag hoe de deelnemers aan het rondetafelgesprek aankijken tegen de economische ontwikkelingen in 2015.

Beekman: “Ik ben positief gestemd. Het koopgedrag van consumenten is door webshops veranderd en bol.com gaat echt niet meer weg. Dat wil niet zeggen dat fysieke winkels geen mogelijkheden meer hebben en alleen maar in een neerwaartse spiraal raken. Het gaat ook om beleving. Natuurlijk gaat niet ieder bedrijf een topjaar tegemoet, maar grosso modo voorzie ik over de gehele breedte een stijgende lijn.”

Van Vliet: “Daar sluit ik me bij aan. Ik hoor meer positieve geluiden en ben gematigd optimistisch.”

Huijers: “2014 was een beter jaar dan 2013. We zitten in de lift.”

Grobben: “Door de crisis is in veel gevallen ook het kaf van het koren gescheiden. Goede ondernemers blijven over. Bovendien is men zich er inmiddels van bewust dat afwachten tot de crisis voorbij is geen oplossing is, maar dingen anders doen wel.”

Succesvol ontbijtseminar Postillion Dordrecht

0

Op 4 december was er weer een grote groep ondernemers gekomen naar het -voor inmiddels de achtste keer- georganiseerde ontbijtseminar van Werkgevers Drechtsteden, Drechtsteden Business en EY.

Opening
Walter Borsje, partner bij EY Accountants, opent iets na half negen het ontbijtseminar. Hij kondigt de sprekers van deze ochtend aan: Frans Kockx, werkzaam in de algemene fiscale adviespraktijk van EY en Jan-Bertram Rietveld, partner in de adviesgroep Human Capital bij EY.

Actualiteiten vennootschapsbelasting
Frans Kockx gaat in zijn eindejaarsupdate in op een aantal actualiteiten inzake de vennootschapsbelasting en voor directeuren grootaandeelhouder privé.

Belangrijk punt blijft de belastingrente. Zorg dat er tijdig (uiterlijk eind maart 2015) om verhoging van een voorlopige aanslag wordt gevraagd over 2014 want per 1 juli wordt er anders een forse belastingrente gerekend (momenteel 8,15%).

Een ander punt is om te proberen zo veel mogelijk compensabele verliezen te benutten voor deze (na negen jaar) verdampen door bijvoorbeeld een pand over te dragen. Sowieso is overigens de plaats van het onroerend goed binnen een concern een punt om goed op te letten.

Inzake fiscale eenheden wijst Frans erop dat het niet vanzelfsprekend mag zijn om alle vennootschappen in één fiscale eenheid te brengen. Voordeel van een fiscale eenheid is dat met één aangifte kan worden volstaan maar het lagere tarief (20%) over de eerste € 200.000 winst kan juist een reden zijn om geen fiscale eenheid te vormen.

Een ander punt is dat het verstandig is te proberen herinvesteringsreserves zo goed mogelijk te benutten. Bij boekwinsten op activa met een afschrijvingstermijn langer dan tien jaar is de regel dat geherinvesteerd moet worden in activa met een soortgelijke functie en anders mag de herinvesteringsreserve alleen worden afgeboekt op investeringen met een afschrijvingsduur korter dan tien jaar en dat is uiteraard minder aantrekkelijk.

Verder wijst Frans de aanwezigen er op dat het met de huidige lage rentestanden sneller aantrekkelijk is een vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI) te gaan vormen.

Actualiteiten loonheffingen
Daarna krijgt Jan-Bertram Rietveld, partner bij de adviesgroep Human Capital van EY, het woord.

Jan-Bertram staat net als vorig jaar uitvoerig stil bij de werkkostenregeling. Ooit is de regeling aangekondigd als een vereenvoudiging. De loonbelasting, ooit ingevoerd in 1941 en ingrijpend aangepast in 1964 is een lappendeken geworden met onder andere vijf regelingen over maaltijden en zes over kleding en daardoor is het voor ondernemers heel onoverzichtelijk geworden. Het is wel belangrijk om de regels goed toe te passen. Een bepaalde vergoeding kan aan de ene werknemer onbelast plaatsvinden en moet voor de andere werknemer belast zijn, het hangt er maar net van af wat de taken van die werknemer zijn. En de belastingdienst controleert in toenemende mate door alle betaalde vergoedingen als één totale massa te beschouwen, die in intervals op te delen en vervolgens uit ieder interval één post als steekproef te nemen. De conclusie over die ene post is dan maatgevend voor het hele interval waaruit die post is getrokken. Dan kan dat ene Happy Meal dat aan een werknemer is vergoed ineens een belang van enkele honderdduizenden euro’s vertegenwoordigen.

Maar de werkkostenregeling was dus bedoeld om van veel van die detailregels af te komen. Er zou een bak met een vrije ruimte komen en daarnaast zeven gerichte vrijstellingen en alles wat niet onder een gerichte vrijstelling valt en boven de vrije ruimte uit komt wordt tegen 80% belast. Inmiddels is de regeling al zo ver aangepast dat van een vereenvoudiging al lang geen sprake meer is. Er zijn ook vergoedingen die weliswaar niet onder een gerichte vrijstelling vallen maar wel op nihil gewaardeerd mogen worden.

Dit najaar zijn er vijf wijzigingen aangebracht op de eerdere varianten van de regeling:

  1. Beperkte invoering van het noodzakelijkheidscriterium: deze regeling is bedoeld voor gereedschappen, computers, mobiele communicatiemiddelen en dergelijke ‘die zonder meer nodig zijn voor een behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking en overtuigend gericht op een optimale bedrijfsvoering’.
  2. Afrekensystematiek: de eindheffing mag per kalenderjaar worden berekend maar afdracht gedurende het jaar blijft ook nog steeds mogelijk.
  3. Concernregeling kan ook worden toegepast.
  4. Vrijstelling voor korting branche-eigen producten.
  5. Wegnemen van het onderscheid tussen vergoeden en verstrekken.

Daarbij is wel de vrije ruimte teruggebracht van 1,5% naar 1,2% van de loonsom.

Daarna gaat Jan-Bertram nog kort in op een aantal andere actualiteiten:

–         aanscherpen van de regeling van het door de directeur-grootaandeelhouder op te               nemen gebruikelijk loon

–         aanpassingen in de mogelijkheden van het op te bouwen pensioen

–         vervanging van de huidige regelingen van Verklaringen Arbeidsrelatie (VAR) door               Beschikkingen Geen Loonheffing (BGL).

Afsluiting
Met zoveel actualiteiten vliegt de tijd om. Walter sluit om tien uur af met de bezoekers te bedanken voor hun komst en nodigt hen alvast uit voor het seminar van volgend jaar. Ook dan is er waarschijnlijk weer veel nieuws te melden. Voor verdere informatie kunt u ook bij hem terecht: walter.borsje@nl.ey.com of (088) 407 85 41.

Stout & Partners: meedenken en sparren met onze klanten

0

Breed scala aan professionele dienstverlening

Bescheidenheid siert de mens. Als dat ook van toepassing is voor administratie- en belastingadviseurs, geldt dat zeker voor Stout & Partners in Alblasserdam. Een in alle opzichten vooruitstrevend kantoor, met als motto ‘doe maar gewoon’.

“Het draait bij ons enkel en alleen om een zo goed mogelijke dienstverlening,” zo steekt Hugwin Plaisier van wal. Samen met zijn compagnon Teo Vlot vormt hij de directie van Stout & Partners, een kantoor dat ondernemers veel werk uit handen neemt als het om administratie- en belastingzaken gaat. “Het gaat ergens om bij ons,” vervolgt Teo Vlot. “Het werk dat wij voor onze klanten doen, betreft het hart van hun bedrijf. Zij moeten er van op aan kunnen dat hun administratie in goede handen is bij ons. Vertrouwen is de basis, je trekt immers jarenlang samen op.”

Grondlegger Arie Stout heeft het kantoor drie jaar geleden over gedaan aan Vlot en Plaisier, die sinds 2003 al partner waren bij de Alblasserdamse financiële dienstverlener. De laatste jaren is het vakgebied behoorlijk in beweging. De digitalisering deed zijn intrede en ook het twaalf medewerkers tellende kantoor doet daar zijn voordeel mee. “Wat geautomatiseerd kon worden in onze werkprocessen doen we nu digitaal. Het werkt snel, het is accuraat en de klant kan 24 uur per dag zijn financiële situatie bekijken,” zegt Hugwin Plaisier. “Dit werkt niet alleen efficiënter, het is ook goedkoper voor de klant. Het ambachtelijke werk is zodoende aan het verdwijnen, maar een andere tak van dienstverlening is daarvoor in de plaats gekomen. Wij zitten nu veel vaker met de klant rond de tafel, Wij streven naar partnerschap, meedenken met onze klanten en adviseren daar waar mogelijk. Als het de klant goed gaat, gaat het ons immers ook goed.” Stout & Partners richt zich daarbij met name op de fiscale aspecten die bedrijven betreffen. Dit blijkt meestal nog een behoorlijk pijnpunt te zijn in bedrijfsadministraties. Niet verwonderlijk zeggen de heren, want de fiscale wetgeving zit nu eenmaal zo ingewikkeld in elkaar dat ondernemers daar nauwelijks wegwijs in kunnen worden.

Teo Vlot: “Dat meedenken en sparren met onze klanten is een leuk en interessant aspect van ons werk. Verreweg het grootste deel van het MKB is niet verplicht om een accountant in te schakelen voor het opstellen van de jaarstukken en hebben dus helemaal geen accountantskantoor nodig. Die bewustwording is er nog niet altijd. Wij kunnen ondernemers ontzorgen op financieel gebied. En of het nu gaat om het begeleiden van startende ondernemers, of het opstellen van begrotingen en liquiditeitsprognoses, het verzorgen van administraties of het begeleiden bij bedrijfsovernames. Wij bieden een breed scala aan professionele dienstverlening.” Stout & Partners is niet voor niets aangesloten bij het Register Belastingadviseurs en de Nederlandse Orde van Administratie- en Belastingdeskundigen. “Wat we doen, doen we goed,” zo besluit Plaisier. “Wij zijn zelf ook ondernemers, dus wij begrijpen wat ondernemers van ons verlangen.”

Stijlvol duurzaam rijden

0

Zoals hij zelf zegt, rijdt Theo Visser van A&P met een grote glimlach rond in zijn gloednieuwe Volvo V60 Plug-in Hybrid. Deze ‘auto van de zaak’ past goed in de bedrijfsfilosofie van A&P, facilitair totaalleverancier met een groen hart.

Op maandag 1 december kreeg Theo Visser uit handen van Matthijs ten Hoor van SvensCar de sleutel van zijn nieuwe Volvo V60 Plug-in Hybrid overhandigd. Naast de Toyota Auris hybrid is dit de tweede bedrijfsauto met een hybride aandrijving. De eerste kennismaking tussen Volvo en Theo ontstond twee jaar geleden tijdens de autotestdag die dit zakenmagazine jaarlijks organiseert. Theo reed die dag in een Volvo V40, een zeer prettige auto, maar voor hem te klein als gezinswagen liet hij toen opschrijven. Matthijs pakte de zaak goed op en liet hem een proefrit maken in de V60. Theo was meteen verkocht. “Toch leuk dat dit er uiteindelijk uit voortvloeit,” zegt Theo in het fraaie bedrijfspand van A&P waar dit gesprek plaatsvindt.

A&P is in 1992 opgericht. Het huidige kantoorpand en de loods van 1250 m2 zijn in 2009 gebouwd volgens de toen geldende duurzaamheidscriteria. “Hier hebben wij de ruimte,” vervolgt Theo. Aanvankelijk leverde het bedrijf zijn producten aan justitiële instellingen zoals gevangenissen en jeugdinstellingen. Het duurzaam denken en doen ontstond tien jaar geleden toen onze directeur een lezing bijwoonde van weerman Reinier van den Berg. Deze lezing over de natuur, deed hem besluiten om duurzaam ondernemen een prominente plaats binnen de bedrijfsvoering te geven. Theo Visser: “Wij bieden nu een totaalpakket aan van facilitaire-, non-food- en langhoudbare food producten. Van kleding tot keukengerei en van levensmiddelen tot hygiëne. Daarnaast leveren wij ook EHBO en BHV artikelen en voeren we de periodieke controles uit van EHBO-koffers, AED’s en Evac+Chairs. Onze klanten nu zijn onder meer zorginstellingen, gesloten behandelklinieken, gevangenissen, jeugdinrichtingen, maar ook horeca, scholen, gemeenten, kinderdagverblijven en het bedrijfsleven. In ieder verkoopgesprek promoten wij ons groene assortiment, wij merken dat er een groeiende vraag is naar duurzame producten. Wij krijgen nu zelfs de vragen van organisaties die ook deze slag willen gaan maken. Zo zijn we ook in contact gekomen met Amega en de Rabobank om duurzame producten te leveren.”

Ook SvensCar, dé Volvo-dealer in de Drechtsteden en de Alblasserwaard, draagt MVO een warm hart toe, zo meldt Matthijs ten Hoor. Hij verwoordt de filosofie van zijn bedrijf als volgt: “Wij willen partner in duurzaamheid zijn. De auto is onlosmakelijk verbonden met de brandstof die erin gaat en de emissies die eruit komen. Duurzame mobiliteit gaat wat ons betreft over het reduceren van de CO2 uitstoot. Je kunt de ontwikkelingen van nieuwe technieken in de autobranche niet meer los koppelen van de ontwikkelingen van alternatieve brandstoffen.” De Volvo V60 Plug-in Hybrid past uitstekend in deze filosofie. Niet voor niets is de V60 bekroond tot Zakenauto van het Jaar 2015.” Matthijs vindt het leuk dat de eerste kennismaking met Theo tijdens de autotestdag resulteerde in de aanschaf van de Volvo V60 Plug-in Hybrid. “Theo leaset de V60 bij AA Lease en dat biedt een groot voordeel want AA Lease valt ook onder Amega. Ook zaken als ruitreparatie en bandenwissel mogen dus bij SvensCar worden verzorgd. Daarbij heeft de auto maar 7% bijtelling. Volgend jaar komt daar de nu reeds te bestellen Volvo XC90 T8 Twin Engine bij. Deze auto kent een bijtellingspercentage van 14% en de belangstelling is al groot voor deze nieuwe uitvoering. Duurzaamheid stopt niet bij de verkoop van duurzame voertuigen. Zo scheiden we afval optimaal en is ons pand voorzien van een warmtepomp.”

Terug naar Theo en zijn Volvo V60 Plug-in Hybrid. “Het bedrijf stimuleert mij om zoveel mogelijk elektrisch te rijden.” Om het optimale uit zijn leaseauto te halen, volgt hij binnenkort een training van Prodrive die door SvensCar is aangeboden. Matthijs: “Prodrive leert in een rijtraining berijders in hun eigen leaseauto te ervaren hoe zij tot 15% zuiniger kunnen rijden. Duurzaamheid gaat bij ons namelijk ook over inspelen op veranderingen, verantwoordelijkheid nemen en je continu verder professionaliseren om toekomst ‘proof’ te zijn. Amega is daar druk mee bezig. MVO wordt vaak aan het milieu gekoppeld, maar het betreft ook sociale aspecten.” Ook Theo besluit met de mededeling dat maatschappelijk verantwoord ondernemen niet bij hun producten ophoudt. “Een deel van onze winst gaat naar een stichting die mensen ondersteunt die, na een periode in de gevangenis, proberen terug te keren op de arbeidsmarkt.

www.aenp-bv.nl
www.svenscar.nl

ScopeFinance levert de gewenste kandidaat

0

De Korevaar Groep uit Langerak maakt een gezonde groei door. Reden voor de directie om op zoek te gaan naar een Finance Manager voor de Korevaar-bedrijven. ScopeFinance uit Alblasserdam leverde de gewenste kandidaat.

De Recycling Centrale Korevaar BV is één van de bedrijven van de Korevaar Groep. De Korevaar Groep is een bekend fenomeen in Dordrecht en de omliggende gemeenten voor het inzamelen van afval, reiniging en verwerking van alle afvalstromen van bedrijven. “Naast deze activiteiten leveren wij nog vele soorten andere dienstverlening zoals plaagdierbestrijding, asbestsanering, sloopwerken, groenwerken, enzovoort,” zegt directeur Arie Korevaar. “Met een uitgebreid wagenpark en een groot aantal afvalbakken variërend in grootte van 3 tot 40 m³ bieden wij voor zowel particulieren als bedrijven een uitstekende service. Het ingezamelde afval wordt op een milieuverantwoorde wijze gerecycled in Groot-Ammers, waar wij de beschikking hebben over een bedrijfsterrein van 3,5 hectare met een weegbrug, sorteerlijn, puin verwerkingslocatie et cetera.”

De Recycling Centrale Korevaar houdt sinds kort kantoor aan de ’s-Gravendeel-sedijk in Dordrecht. Daar zijn ook directeur Arjen Versteeg van ScopeFinance, commercieel directeur Ramon Grundel van Recycling Centrale Korevaar en Corné de Frel aanwezig. Laatstgenoemde is de nieuwe Finance Manager van het recyclingbedrijf en aangedragen door bemiddeling van ScopeFinance. Arie Korevaar: “Omdat wij een flinke groei doormaken, hadden wij al enige tijd behoefte aan een financiële man voor onze bedrijven. Iemand die met ons meedenkt, de zaken vanuit financieel oogpunt stuurt en in staat is om mee te groeien in een veranderende markt en organisatie. Daarvoor zijn wij in het vorig najaar een sollicitatieprocedure gestart die ruim 80 reacties opleverde.” Tijdens de Industriedag van Werkgevers Drechtsteden, november vorig jaar, raakten commercieel directeur Ramon Grundel en Arjen Versteeg met elkaar aan de praat. Grundel vertelde over zijn zoektocht naar een financiële man en Arjen wenste hem veel succes met daarbij de opmerking dat hij altijd kon bellen als de sollicitatieprocedure niets opleverde. “Dat was inderdaad het geval,” zegt Grundel. “De gewenste kandidaat zat niet tussen de stapel sollicitaties, een goede reden om contact te zoeken met Arjen.”

Het eerste gesprek tussen opdrachtgever Recycling Centrale Korevaar en ScopeFinance verliep plezierig, zo weet Arjen Versteeg zich nog te herinneren. “Het verhaal van Arie en Ramon was duidelijk. Wij kregen een maand de tijd om een geschikte kandidaat aan te dragen. Wij zijn aan de slag gegaan en hebben de organisatie en het functieprofiel doorgelicht. In ons bestand was niet lang daarvoor Corné de Frel opgenomen, die tijdens een intakegesprek met mijn collega Walter Bouter te kennen had gegeven dat hij op zoek was naar een andere baan. Zijn profiel en functiewensen kwamen overeen met de wensen en eisen van Recycling Centrale Korevaar. Wij hebben met Corné de vacature en het bedrijf doorgenomen en hij raakte enthousiast, zodat wij hem -binnen een maand- hebben aanbevolen bij onze opdrachtgever.”

Het eerste contact werd gelegd en er bleek een klik te zijn tussen de directieleden Korevaar en Grundel en de kandidaat Finance Manager met als gevolg het tekenen van een arbeidsovereenkomst. Daar houden in principe de inspanningen van ScopeFinance op. “Als een kandidaat zijn handtekening onder een contract heeft gezet, zit onze taak erop. Wij vinden het echter goed om het proces te blijven volgen en voor ons is het pas echt af als het jaarcontract van de kandidaat is omgezet in een contract voor onbepaalde tijd.”

Dat vaste contract was voor Corné de Frel op 1 november een feit. Hoog tijd om de nieuwe Finance Manager aan het woord te laten. “Ik was op zoek naar een overzichtelijk bedrijf, liefst in een groeifase en waar ik vanuit financieel oogpunt kan meedenken over strategische zaken. De Korevaar Groep is een familiebedrijf met zo’n 125 medewerkers en met meerdere bedrijven in de groep. Een bedrijf met kansen en mogelijkheden. Ik ben hier dus helemaal op mijn plek.” Corné had zich bij meerdere bureaus ingeschreven voor het vinden van een nieuwe baan en vindt ScopeFinance daar bovenuit steken. “De professionele benadering en een groot inlevingsgevoel waren voor mij doorslaggevend. Ik voelde mij in vertrouwde handen, en dat bleek ook zo te zijn, gezien het resultaat.”

Recycling Centrale Korevaar is een tevreden opdrachtgever. Arie Korevaar: “Wij hadden duidelijke wensen en een strakke deadline. ScopeFinance kon hieraan voldoen.” Uiteraard is ook Arjen Versteeg tevreden over het gelopen traject. “Wij profileren ons als een regionaal opererend intermediair in financieel personeel voor zowel vaste als tijdelijke financiële functies. Daar zijn wij in dit geval ook weer optimaal in geslaagd.”

Samenwerking leidt tot succes

0

De regio Drechtsteden staat er goed voor. Dat steekt burgemeester drs. A.A.M. Brok van Dordrecht en tevens voorzitter van het Drechtstedenbestuur, niet onder stoelen of banken.

De mate van samenwerking tussen de zes Drechtstedengemeenten bepaalt de succesfactor.

Voor bestuurskundige Brok is de regio Drechtsteden een gebied om de vingers bij af te likken. De door zijn voorganger Bandell ingezette bestuurlijke samenwerking was een belangrijke reden om te solliciteren naar het burgemeesterschap van Dordrecht. Brok: “De paden waren geëffend toen ik hier kwam, maar tegelijkertijd was er nog veel te doen. Het is hier plezierig werken, natuurlijk is er op zijn tijd sprake van tegenstelde belangen tussen de gemeenten en de regio, maar een ieder is er inmiddels van overtuigd dat de relevantie van de regio, boven die van lokale belangen moet zijn. Ik hoor soms geluiden dat ik wel erg pro regio ben, maar mijn stelling is dat de regio goed voor Dordrecht is. Als wij de regio niet hadden, kan er zoveel minder voor Dordrecht, en dat geldt evenzeer voor de andere Drechtsteden gemeenten. En dat is zeker ook van toepassing voor onze economische inspanningen.”

Brok is een voorstander van grens ontkennend opereren. Bovenregionale samenwerking leidt tot succes zegt hij. De Drechtsteden bevinden zich op een strategisch punt in de maritieme delta. Economisch gezien verkeert de regio op maritiem gebied weliswaar onder de invloedsfeer van de Rotterdamse haven, maar met de Brabantse en Zeeuwse overheden en het bedrijfsleven onderhouden de Drechtsteden inmiddels ook warme contacten. “Wij kunnen leren van wat er rondom ons gebeurt,” zegt Brok. “Zo zoeken ondernemers in Brabant nadrukkelijk de verbinding. Opvallend is de mate van georganiseerdheid, die daar veel meer is geclusterd dan bij ons. De contacten tussen het bedrijfsleven onderling en met de overheid verlopen hier in de regio fragmentarischer. Veel meer losse contacten, terwijl de maritieme sector en de maakindustrie, die hier de economische motor vormen, als collectief wellicht meer zou kunnen bereiken richting overheid en onderwijs.”

In het kader van bovenregionale samenwerking reizen regionale politici tegenwoordig ook regelmatig af naar Zeeland, Brabant en Vlaanderen. Een belangrijk omslagpunt zegt Brok. “Anders dan bij ondernemers was dit tot voor kort niet zo gebruikelijk voor politici. Ondernemers kijken voor hun business niet naar grenzen en zoeken samenwerking. Bestuurders zijn meer met zichzelf bezig en het territoriale gebied waarvoor ze ingehuurd zijn. Denk echter niet dat wij het hier in de Drechtsteden alleen kunnen. Dan redden wij het niet. Van de noodzaak tot samenwerking raakt men gelukkig steeds meer doordrongen. Dat is mede te danken aan het feit dat de bezoeken aan Brussel, Den Haag en andere regio’s inmiddels ook de nodige revenuen opleveren.”

De regio en vooral Dordrecht zou zich best wat meer mogen manifesteren. Brok: ”Wij willen ons gebied aantrekkelijker maken voor bewoners, ondernemers en investeerders die onze sociale en economische structuur versterken. Het beeld dat iedereen aan onze regio voorbij rijdt, moeten wij snel loslaten. Ik ken de stad en de regio goed en mijn stelling is dat hier veel te zien en te beleven is. Er is zo’n 150 miljoen euro geïnvesteerd in culturele infrastructuur en naarmate wij er beter in slagen om dit te laten zien, ontstaat er een nieuwe dynamiek. Neem bijvoorbeeld de Willem II expositie in het Dordrechts Museum. Deze expositie heeft de stad en de regio veel goeds gebracht. Een mooi voorbeeld van het verbinden van cultuur aan de economie. Meer overnachtingen, bestedingen in winkels en horeca, etc. Als je als overheid veel in cultuur investeert, moet dat uiteraard ook renderen. En dat doet het in de Drechtsteden. Mijn drive is om de regio en Dordrecht – met haar 1000 monumenten – als een historisch A-merk te verbinden met innovatie en ook daarin een vooraanstaande rol te spelen. Om met partners zoals de Duurzaamheidsfabriek, het InnovationQuarter en DEAL!Drechtsteden mogelijkheden te scheppen om de oude economie met de nieuwe economie te verbinden. Het goede voorbeeld wordt al gegeven, want cross-overs tussen regionale bedrijven komen steeds vaker voor bij omvangrijke projecten.”

Aan de weg blijven timmeren, dat is wat Brok nastreeft. Hij somt de manifestaties op die volgend jaar op de agenda staan. “Wij willen weer een groot economie congres organiseren, maar ook de opening van nieuwe cultuurparels zoals het Onderwijs Museum, Het Hof van Nederland en de viering van de verjaardag van de Koning vormen belangrijke gebeurtenissen. Daar kijken wij naar uit. En als de Koning vraagt om tijdens Koningsdag te laten zien waar wij goed zijn, schuif ik met plezier de internationaal georiënteerde bedrijven naar voren. De meesten zijn heel lang al belangrijk voor de regionale en de landelijke economie: baggerbedrijven, de scheepsbouw, de vliegtuigindustrie en al die bedrijven die daar mee te maken hebben. Zij zijn van oudsher belangrijk voor de werkgelegenheid. Het is goed om onze economische wapenfeiten die dag in het zonnetje te zetten.”

Postillion Hotel Dordrecht: “Wanneer bent ú tevreden?”

0

In de zomer van 2013 heeft het Postillion Hotel Dordrecht een geweldige metamorfose ondergaan. Inmiddels wordt het hotel geroemd om haar vergader- en congresfaciliteiten.

Erik-Jan Ginjaar (31) is regio directeur voor de Postillion Hotels in West-Nederland. Gastvrijheid met een hoofdletter G is hem met de paplepel ingegoten. “Ik heb een fantastische leerschool gehad bij mijn vader in de zaak. Uiteraard begonnen als afwashulp en als ik erg mijn best deed, mocht ik ook de koks helpen.” Na de Hogere Hotelschool Maastricht vertrok hij naar Zuid-Afrika en later werd hij general manager bij Amrâth Grand Hotel Heerlen en Tulip Inn Heerlen City Centre. In januari 2012 stapte hij over naar Postillion Hotels, waar hij general manager werd van Postillion Hotel Utrecht Bunnik. Sinds augustus van dit jaar is hij regiomanager en in die hoedanigheid treffen wij hem in Postillion Hotel Dor-drecht. Ginjaar: “Dit hotel is vorig jaar geheel gerenoveerd. Een unieke klus die in een paar maanden is gerealiseerd. Dit is kenmerkend voor de voortvarendheid binnen onze keten. Het hotel beschikt nu over zeventien multifunctionele ruimtes en met een vergaderoppervlakte van 1673m² zijn we nu uniek in de regio Drechtsteden. Verder hebben wij als groot voordeel dat we aan de snelweg A16 liggen. De goede bereikbaarheid en de gratis parkeergelegenheid dragen bij aan het feit dat we hier op een fantastische plek zitten en zo dé ideale locatie zijn voor zakelijke afspraken, meetings en congressen.”

Omslagpunt
Toen Erik-Jan Ginjaar in 2012 bij Postillon Hotels zijn carrière vervolgde, stond de hotelketen voor een belangrijk omslagpunt. De keuze werd gemaakt om de congresmarkt te betreden en de focus meer op de zakelijke markt te richten. “Postillion Hotels is een organisatie die zegt de beste te willen zijn en dat nog laat zien ook,” vervolgt Ginjaar enthousiast. “Het is een sport om voor dit bedrijf te werken. Door met veel durf te investeren in mensen en middelen mogen we nu al grote internationale organisaties tot onze gasten rekenen. Wij willen niet alleen de beste zijn, maar ook blijven. Ook hier in Dordrecht zijn wij dus nog niet klaar, het parkeerterrein gaan we vergroten en zo staat er nog een aantal zaken op het programma die het voor onze gasten alleen maar aangenamer maakt om hier te vertoeven. Wij willen Champions League spelen en dan gaat het niet alleen om een goed team, maar ook om goede trainingen, voorbereiding en details. Niets mag aan het toeval worden overgelaten. Dat predik ik ook naar onze medewerkers. Je moet het leuk vinden om hier te werken en volledig voor je baan gaan. Dat betekent het volgen van gedegen -interne- opleidingen en alles over hebben voor de gasten.”

Brain Food
Onlangs introduceerde Postillion Hotels het concept Brain Food. “Vergaderen is topsport,” stelt Ginjaar vast. “Je zit uren stil, moet geconcentreerd luisteren en scherp zijn. Dan moet je niet op de been blijven met soesjes, candybars en kroketten. Daarom hebben wij Brain Food geïntroduceerd. Een ruim aanbod van maaltijden, versnaperingen en energy boosts met zogeheten langzame suikers, die onder begeleiding van een diëtist speciaal zijn afgestemd op de zittend werkende professional. Het motto hierbij is ‘weg met de vergaderdip’ en daarom biedt Postillion Hotels nu gezonde en vooral lekkere gerechten en energizers zoals rode biet/bleekselderij-smoothie, dadels/vijgen-bonbons met kokosraps en bananenmuffins met kastanjes. Op die manier bieden wij onze vergadergasten een aangepast assortiment food and beverage. Overigens kunnen diegenen die dit willen nog steeds een kroket bestellen.”

Uitgangspunt
Een andere innovatie is het online boeken van een meetingroom. Met het overall concept ‘Meet Work Stay’ komt de hotelketen tegemoet aan de behoeften van de moderne zakelijke reiziger. “Zo kunnen onze gasten vergader- en werkplekken online boeken en -als eerste in Nederland- de meeting rooms zelfs direct betalen met een creditcard. Het zaalnummer en alle faciliteiten liggen dan meteen vast,” zegt Ginjaar. “Wij zijn van een kamergeoriënteerd hotel met een paar vergaderzalen geworden tot een congresfaciliteit met hotelkamers. Dat vraagt om een totaal andere aanpak. Het is een specifieke markt met ook een specifieke benadering van onze gasten die bij ons willen reserveren. Een online reservering is snel en efficiënt. Dit is meestal van toepassing voor kleine gezelschappen die met een standaard vergaderpakket uitstekend uit de voeten kunnen. Als het om een omvangrijk congres gaat, voeren wij uitgebreid overleg met de opdrachtgever. Vaak zijn er dan specifieke wensen en onze beginvraag is dan steevast: wanneer bent ú tevreden? Dat is namelijk ons uitgangspunt; hoe kunnen wij bijdragen aan het slagen van het evenement en het behalen van de doelen van de gasten die bij ons komen? Het gaat ons niet meer om alleen het ‘verkopen’ van zalen.” Het valt onze gasten op dat de mindset bij ons anders is dan voorheen. Wij bieden daadwerkelijk toegevoegde waarde. Dat krijgen wij terug van onze gasten. Transparantie is daarbij een voorwaarde, je moet namelijk ook durven aangeven wat wij niet kunnen.”

Middensegment
Inmiddels zijn er zes Postillion Hotels in Nederland en de ambitie is om nog verder te groeien. Er staat nog een aantal locaties op de wensenlijst meldt Ginjaar. “Wij zijn op de goede weg. In Utrecht Bunnik, Amersfoort en hier in Dordrecht beschikken we al over congreszalen met een capaciteit tot 600 personen. Er zijn niet veel accommodaties in Nederland die dat aantal aan kunnen. Tot zo’n 250 gasten en boven de 1.000 zijn er genoeg mogelijkheden, maar wij vullen ook het midden-segment in. Al onze zalen zijn voorzien van de modernste apparatuur. Naast de vergader- en congreszalen beschikken wij over een aantal luxe uitgevoerde boardrooms met een vaste tafelopstelling en twaalf zitplaatsen. Al onze meetinglocaties zijn voorzien van het gouden Greenkey certificaat. Dit houdt in dat gasten bij ons altijd een milieubewuste duurzame vergadering of meeting kunnen houden. Met het ‘Postillion Meet Work Stay concept’ bieden wij de zakenreiziger een totaalproduct, met de modernste voorzieningen voor werken, eten en slapen.”

15 minutes fix
Dordrecht is dus een congreslocatie rijker waar bedrijven, organisaties en overheden terecht kunnen voor hun symposium, congres, bijeenkomst of productpresentatie. Om de kwaliteit te kunnen borgen heeft Postillion Hotels het fenomeen ‘15 minutes fix’ in het leven geroepen. Ginjaar hierover: “Stel dat er tijdens een congres iets niet in orde is en wij kunnen dat niet binnen een kwartier oplossen dan ontvangt de opdrachtgever het volledige afgesproken bedrag terug. Ongeacht de hoogte van dit bedrag. Een service die wij ons kunnen veroorloven. Als je de beste wilt zijn op de congresmarkt moet je je zaakjes voor elkaar hebben en in jezelf geloven. Dat doen wij dan ook.

Wij zijn genomineerd voor de ‘Beste Congreslocatie van het jaar 2014’ en niet voor niets,” zo besluit de bevlogen regiomanager.

Jet-Net: techniek in praktijk in Papendrecht

0

Papendrecht heeft in oktober kennis gemaakt met een nieuw fenomeen: Jet-Net. In een unieke samenwerkingsvorm stimuleren twee scholen, drie bedrijven en de gemeente techniek bij leerlingen van het voorgezet onderwijs. Jet-Net is niet alleen een mooie kans voor leerlingen om kennis te maken met de praktijk, voor bedrijven is het een interessante mogelijkheid onderzoekende en gemotiveerde leerlingen met vernieuwende ideeën te leren kennen.

In 2013 bezochten docenten van het Willem de Zwijger College en CSG De Lage Waard Fokker Aerostructures, Iv-Groep en Koninklijke IHC om te zien wat de bedrijven precies doen. Met Jet-Net zijn raakvlakken tussen scholen en bedrijven in beeld gebracht om een onderwijsprogramma op te stellen dat aansluit op de behoefte van de bedrijven. Jet-Net is een landelijke organisatie opgericht door grote bedrijven als Philips en Shell om leerlingen van Havo, Vwo en hoger onderwijs kennis te laten maken met de mogelijkheden van technologie.

Plastic soep
Een van de projecten die hieruit voortkwamen is de zoektocht om ‘plastic soep’ in de oceanen op te ruimen en tegen te gaan. Leerlingen van beide scholen denken met Koninklijke IHC onder meer over speciale vaartuigen en netten bij de monding van rivieren die vissen doorlaten maar plastic tegenhouden.

In ‘Sluizencomplex Panamakanaal’ stellen leerlingen van het Willem de Zwijger College met Iv-Groep aandachtspunten centraal rond de enorme sluisdeuren die grotere schepen een bredere doorgang biedt tussen de Atlantische en de Stille Oceaan. Docent natuurkunde Fred Valster werkt samen samen met Hendri Koop van Iv-groep, die als ingenieur bij de ontwikkeling van de sluizen is betrokken. “Vorig jaar heb ik van Hendri een rondleiding bij Iv-Groep gehad en vertelde hij over zijn werk,” vertelt Fred. “Dat bracht mij op het idee samen te werken om leerlingen in de bovenbouw van het vwo duidelijk te maken wat ingenieurs nu eigenlijk doen. Leerlingen hebben daar namelijk helemaal geen beeld bij. Eind oktober verzorgde Hendri een presentatie voor zes vwo-leerlingen. Daarna vormden leerlingen in een aantal lessen in groepen van vijf een eigen ingenieursbureau dat de opdracht krijgt om nieuwe sluisdeuren voor het Panamakanaal te ontwerpen. Hierbij gebruiken ze hun kennis van natuurkunde om de beste of goedkoopste methode te bepalen. Alle voorstellen worden ingediend en gepresenteerd. Het is de bedoeling deze begin volgend jaar in het bijzijn van school en ouders feestelijk af te sluiten bij Iv-Groep, waarbij wij natuurlijk ook de ‘winnaar’ bekend maken.”