Home Blog Page 286

Gemeente Gorinchem wil samen draagvlak creëren voor sterkere positie

0

Burgemeester Anton Barske heeft Gorinchem in de kleine anderhalf jaar dat hij zijn functie nu uitoefent leren kennen als een gemeente met vele gezichten. “Soms is het een cultuurstad, dan weer een festivalstad, maar bovenal altijd bruisend en ondernemend. Er gebeurt hier veel, op allerlei terreinen.” Het zijn woorden waar wethouder Arnie Faro zich in kan vinden. “Juist ook voor het bedrijfsleven biedt Gorinchem ontzettend veel mogelijkheden.”

“Ik heb sterk het gevoel dat Gorcummers over het algemeen aan dezelfde kant van het touw trekken,” benoemt Barske de saamhorigheid die hij op vele fronten bespeurt. “Er is een behoorlijke bereidheid tussen ondernemers enerzijds en openbare bestuurders anderzijds om elkaars drijfveren te begrijpen. Vaak wordt dat gedomineerd door dezelfde emoties en richting die we op willen. Natuurlijk zijn er soms ook tegengestelde belangen en doelen. Een stadsbestuur kan het nooit al haar burgers volledig naar hun zin maken. Hetzelfde geldt voor ondernemers. Maar we doen er wel alles aan om elkaar zo goed mogelijk te verstaan.” Het realiseren van de verbreding van de A27 en het aanleggen van de tweede Merwedebrug is bijvoorbeeld al lange tijd een belangrijk aandachtspunt. “Dat doen wij vanuit een publiek-private stichting, waarin afgevaardigden van zowel gemeenten als het bedrijfsleven zeer regelmatig nauwe contacten onderhouden om ervoor te zorgen dat we dezelfde dingen willen. Dat heeft tijdens het lobbyen ook zeker succes gehad, omdat we de mensen die we wilden beïnvloeden vanuit dezelfde invalshoek benaderden. We hebben het afgelopen jaar mede daardoor enorme stappen gemaakt; van een buitengewoon onzeker project begin 2013 is het geworden tot een bijna zekerheid dat eind 2018 de plannen gerealiseerd worden, op een manier die ons en het bedrijfsleven draagt en ook op instemming kan rekenen van andere gemeenten langs de A27.”

Voorwaarden scheppen

Sinds eind 2012 vormen Gorinchem en de Alblasserwaard samen één arbeidsmarktregio. Faro: “We zijn de kleinste van Nederland, maar zeer ambitieus. De contouren van de regio komen sterk overeen met het heersende arbeidsethos die Gorinchem en omgeving typeren. Bedrijven zijn erg betrokken bij de omgeving en ook in economisch mindere tijden durven zij te investeren in de stad. Bovendien zijn ze loyaal naar hun werknemers toe. Dat biedt kansen. De bereikbaarheid van Gorinchem was al goed te noemen, met bijvoorbeeld de ontsluiting over het water en het rivierverruimingsproject (Ruimte voor de Rivier), maar wordt door de realisatie van de extra brug en de verbreding van de A27 alleen maar beter. Het is dan wel zaak om juist met elkaar draagvlak te creëren. In het verleden keken burgemeesters of wethouders Economische Zaken voornamelijk naar de bedrijventerreinen binnen de gemeentegrenzen. Daar moeten we vanaf.” Het is ook de ervaring van Barske dat bedrijven zich maar heel beperkt laten verleiden door bestuurders om zich in een bepaalde plaats te vestigen. “In de basis zijn het rationeel opererende organisaties die

kijken naar waar zij hun bedrijvigheid het beste kunnen vormgeven. Daar hebben zij het openbaar bestuur natuurlijk wel bij nodig om bijvoorbeeld te faciliteren, maar het is onzin om te verklaren dat burgemeesters of wethouders aan de lopende band organisaties binnenhalen. Als een bedrijf kansen ziet binnen een gemeente, zal er ongetwijfeld contact worden opgenomen met de desbetreffende bestuurders. “Wij scheppen graag de voorwaarden in de stad, zodat ondernemers niet meer om ons heen kunnen en vanzelf worden aangetrokken door alle faciliteiten. Ons bedrijventerrein Groote Haar, aan de noordkant van de stad, is een voorbeeld van een project waarmee we Gorinchem nog completer en aantrekkelijker maken voor ondernemers. We zijn er al heel lang mee bezig en het heeft veel geld gekost, maar ik ben blij dat we dat eindelijk kunnen gaan ontwikkelen. Zonder die klap op de A27 zou dat nooit van de grond zijn gekomen, maar nu komt het er met een aparte afrit, een goede ontsluiting en dicht tegen de stad aan. Het één zet nu het ander in gang en dat is zeer bemoedigend. Het is een belangrijk selling point van Gorinchem om te laten zien dat we in het centrum van het land zijn gepositioneerd, goed bereikbaar zijn, bedrijventerreinen hebben waar iets mogelijk is en dat er zelfs nog een bedrijventerrein bijkomt.”

Wonen, recreëren en studeren

De stad profileert zich niet alleen als fijne werkomgeving, maar ook als prettige woon- en recreatieomgeving. Barske: “Met de veerdienst ben je snel in Brabant, we beschikken over een mooie historische binnenstad met veel voorzieningen en liggen prachtig aan de Merwede. Met de auto ben je in 25 minuten in hartje Rotterdam of Utrecht en met de trein in 20 minuten in Dordrecht. Er zijn maar heel weinig gebieden in Nederland waar je zo’n concentratie van faciliteiten en voorzieningen in zowel de stad als de wat ruimere omgeving hebt. Op een hele bereikbare manier en met een woonklimaat dat nog niet de Amsterdamse gekte heeft, maar wel voldoende reuring en betaalbare woningen. Dat zijn allemaal facetten waar het bedrijfsleven ook naar kijkt en mee te maken heeft. Er gaan in Gorinchem iedere dag circa 7500 leerlingen naar het voortgezet onderwijs of MBO-school. Dat is voor bedrijven een interessante setting. Hier wordt veel geïnvesteerd in technisch onderwijs, met het vooruitzicht dat afgestudeerden langs de Merwede bij heel wat bedrijven zeer welkom zijn.” Om het arbeidspotentieel goed te laten aansluiten op de vraag vanuit de markt, heeft Gorinchem zich onder andere aangesloten bij de Maritieme Delta. Binnen dit project worden het onderwijs en bedrijven bij elkaar gebracht om meer technisch geschoold personeel te vinden voor de maritieme sector in het gebied van Rotterdam tot Gorinchem. Faro: “Rotterdam is meer gericht op bulkvervoer, terwijl wij meer de focus hebben op scheepsbouw en alles wat daarmee te maken heeft. Gorinchem is een omgeving waar technisch hooggeschoold personeel zeer gewenst is. Dat geven wij ook aan bij hogescholen in de omgeving. Afgestudeerde, hoogopgeleide HBO’ers moeten zich realiseren dat ze hier structureel een goede baan kunnen hebben en houden.”

Van oudsher een productiestad

De overheid legt steeds meer de verantwoordelijkheid bij bedrijven zelf. Volgens Faro is dat geen slechte ontwikkeling, zo lang er maar sprake is van samenwerking en met elkaar in gesprek zijn. “De arbeidsmarkt wordt niet ontwikkeld door bestuurders, maar door ondernemers. Daarnaast heb je geschoold personeel nodig. Als overheid moeten wij dan de smeerolie zijn tussen het onderwijswezen dat denkt in schooljaren, bestuurders die uitvoerige plannen maken en ondernemers die de mouwen opstropen en er direct voor willen gaan. Het zijn verschillende talen, met verschillende culturen. Als wij daar synergie in kunnen aanbrengen, is er al heel veel winst behaald.” Gorinchem heeft van oudsher de traditie van een productiestad en wil die lijn volgen. “Als ik naar een bruidspaar ga wat 50 of 60 jaar is getrouwd, heeft één op de twee mannen bij zo’n gerelateerd bedrijf in de stad gewerkt. Het zit ons gewoon in de genen en het collectieve geheugen. De voedingsbodem voor dat soort vormen van bedrijvigheid is daarom in Gorinchem heel goed te noemen. Het leuke van publiek-private samenwerkingen is echter het zoeken naar het evenwicht tussen een strategische langetermijnvisie die partijen verbindt en de wens van bedrijven om direct dingen te willen. Van het faciliteren van bedrijventerreinen tot aan de wens van het bedrijfsleven om hier toch eens wat te doen aan het geringe aantal hotelaccommodaties; steeds proberen wij verbindingen te leggen die weer iets anders in gang zetten.” Als voorbeeld noemt Barske de KLM Dutch Open, het prestigieuze golftoernooi met internationale uitstraling dat in 2016 in het naburige Spijk wordt georganiseerd. “Wij maken daar ook reclame voor. Er wordt geen schip of brug extra door gebouwd, maar het feit dat zo’n evenement onder de rook van Gorinchem wordt georganiseerd moet zeker onder de aandacht worden gebracht. Indirect kan het namelijk wel iets in gang zetten.”

Elkaars taal begrijpen

Barske: “Als je Gorinchem afzet tegenover de rest van de wereld is het een speldenprikje, maar wel één die zich in een omgeving beweegt waarin nog veel meer mogelijk is. Ook internationale bedrijven oriënteren zich van tijd tot tijd op Gorinchem. Onze ligging tussen Antwerpen en de Randstad is natuurlijk zeer aantrekkelijk, wij bevinden ons ongeveer op de helft. Die centrale ligging en daarbij onze multimodale vervoersmodaliteiten verklaren die belangstelling.” Faro: “Dat komt ook door globalisering. De wereld is veel kleiner dan vroeger. Toen dachten we dat Antwerpen en Rotterdam een eind uit elkaar lagen. Dat is nu heel anders. Je hebt elkaar ook internationaal nodig. Nederland is een vlek en Gorinchem is een stip. Door te weten waar je goed in bent, kun je echter zeer waardevol zijn en met elkaar de economie versterken. Zonder onze omgeving zou Gorinchem nooit zijn uitgegroeid tot wat het nu is, maar andersom zou de regio er zonder Gorinchem ook heel anders hebben uitgezien. Als we dat met elkaar beseffen, wordt het in de toekomst alleen maar beter. We spreken letterlijk en figuurlijk misschien niet allemaal dezelfde taal, maar we kunnen elkaar heus wel begrijpen.”

Gemeente Alblasserdam wil bedrijvigheid optimaal benutten door slimme samenwerking

0

Alblasserdam mag met recht een bedrijvige gemeente worden genoemd. Kenmerkend daarvoor is dat ongeveer de helft van het grondgebied bestaat uit bedrijventerreinen. Om een optimale arbeidsmarkt te creëren, waarbij iedereen zijn of haar capaciteiten optimaal kan benutten, heeft de gemeente veel aandacht voor zowel lokale als regionale initiatieven die dit bevorderen. Alblasserdam stond in het Elsevier-onderzoek naar economische toplocaties in 2014 op plaats 26. Wethouder Peter Verheij heeft onder meer Economie en Werk in zijn portefeuille en in zijn eerste periode ook Onderwijs, dus hij is de aangewezen persoon voor een gesprek over samenwerking in de Drechtsteden, de aansluiting tussen onderwijs en de arbeidsmarkt, lokale aanbestedingen en het bevorderen van een aantrekkelijk ondernemersklimaat.

Van oudsher kent Alblasserdam vooral bedrijvigheid van scheepswerven en de metaalindustrie, maar er zijn de afgelopen jaren veel andersoortige bedrijven bijgekomen. “Vanwege al die bedrijvigheid liggen er hier dus veel kansen voor banen, ook voor diegenen met enige afstand tot de arbeidsmarkt. Denk dan bijvoorbeeld aan mensen met een beperking of vijftigplussers. Als gemeente zijn wij er juist ook voor die groep. Ik merk dat bedrijven hun vaak echt wel een kans willen geven, maar de rompslomp eromheen schrikt af. Dat kunnen wij verminderen, waardoor de drempel voor werkgevers lager wordt.” Een voorbeeld van een lokaal, succesvol initiatief is leerwerkbedrijf Smile. “Dat is zo’n 4 jaar geleden ontstaan. Eerst onder de vlag van Drechtwerk, later verzelfstandigd in een eigen stichting. Toen in 2010 het multifunctioneel centrum Maasplein werd gebouwd, ontstond het idee om het beheer en de exploitatie van het complex te beleggen bij dit leerwerkbedrijf. Van schoonmaak tot catering; stuk voor stuk lopen er gemotiveerde medewerkers rond. Het Maasplein dient als uitvalsbasis naar andere organisaties en ondernemers. Het is zo’n succes dat we op korte termijn in de oude brandweerkazerne een tweede locatie van het leerwerkbedrijf gaan ontwikkelen met een kleinschalige inpakservice.”

Lokaal inkopen

Verheij benadrukt dat de gemeente er is voor álle ondernemers en niet alleen voor de grote bedrijven. “Maar wij weten van lang niet alle organisaties wat er achter de gevel gebeurt. Het is van belang om dat inzichtelijker te krijgen, want dan kunnen er alleen maar meer mooie kruisbestuivingen tussen de verschillende partijen ontstaan en versterken we de economie.” De contacten met het bedrijfsleven zijn in vergelijking met vroeger al flink geïntensiveerd.  “Bas Ort, voorzitter van de Ondernemerskring Alblasserdam, meldde onlangs tijdens een evaluatie dat hij de gemeente voorheen het rapportcijfer 4 gaf en nu een 7. Dat is voor ons een mooi compliment en een bevestiging dat we op de goede weg zijn.” Maar wat doet de gemeente dan allemaal voor ondernemers? “We hebben bijvoorbeeld een bedrijvencontactfunctionaris die de intermediair is tussen de bedrijven en de gemeente en zorgt voor soepele contacten, er is frequent overleg tussen de ondernemersvereniging en gebruikers van bedrijventerreinen en de wethouder en het college legt regelmatig bedrijfsbezoeken af. Ook gaat er met enige regelmaat een ondernemersnieuwsbrief de deur uit, waarin we bijvoorbeeld informeren over wegafsluitingen, maar ook over de vorderingen die worden gemaakt tijdens de renovatie van bedrijventerrein Vinkenwaard-Noord. Daar komt altijd aardig wat respons op. Daarnaast zorgen we voor hoogwaardige bedrijventerreinen waar het goed ondernemen is.” Op 1 juli heeft het college de eerste Samenlevingsagenda van Alblasserdam vastgesteld. Dit is de nieuwe naam voor het collegeprogramma 2014-2018 en moet de nauwe samenwerking tussen het college, de gemeenteraad, inwoners, ondernemers en maatschappelijke partners bij de opstelling, nadere invulling en uitvoering van de agenda onderstrepen. “Om een voorbeeld te noemen: er is in opgenomen dat de gemeente bij te vergeven klussen meer aandacht heeft voor lokale ondernemers. Wij zullen bij aanbestedingen niet één, maar twee lokale ondernemers uitnodigen, mits er meerdere partijen binnen de gemeentegrenzen huizen met de specifieke kennis waarnaar wij zoeken. Ook werken we aan een soort digitale klussenbank, waar de lokale ondernemers kunnen zien welke opdrachten de gemeente aanbiedt, zodat bedrijven kunnen reageren wanneer zij menen dé partij te zijn voor ons. Nu horen we vaak achteraf van lokale ondernemers: had maar aan mij gedacht voor die opdracht.”

Techniek achter de iPad

Ook in Alblasserdam heeft de jeugd de toekomst, dus is het zaak om hen al op jonge leeftijd voor branches waar de banen zijn te enthousiasmeren en de aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt te optimaliseren. “Van Kinderdijk tot aan Gorinchem hebben we te maken met een omvangrijk technisch en maritiem cluster, met alle baanmogelijkheden van dien. In samenwerking met basisscholen en bedrijven uit die sectoren heeft er bijvoorbeeld al eens een mini-excursie plaatsgevonden, waarbij de leerlingen op locatie kennismaakten met vooral deze sector. Op die manier merk je dat het voor ze gaat leven. Wanneer je vraagt wie er een iPad thuis heeft, gaan bijna alle vingers omhoog. Als er dan wordt verteld dat zo’n apparaat van technische uitvindingen aan elkaar hangt, heb je de aandacht. Die moet vervolgens worden vastgehouden tot op latere leeftijd. Daarom is bijvoorbeeld ook al de Onderwijsroute ontwikkeld, een samenwerking tussen de gemeenten Alblasserdam en Papendrecht, De Lage Waard, Willem de Zwijger College en de plaatselijke ondernemersverenigingen. Als de drie o’s van onderwijs, ondernemers en overheid samenkomen, ontstaan er mooie dingen. Het is bedoeld om VMBO-leerlingen vanaf de tweede klas een kijkje in de keuken te geven van technische bedrijven. Dan is er niet alleen een praatje, maar ook het plaatje. De soms nog heersende perceptie dat technische beroepen vies en zwaar zijn, kan daarmee in de prullenbak. Belangrijk, want die jongeren staan op het punt een baan te kiezen die voor een fijne toekomst moet zorgen. Een aandachtspunt in de samenlevingsagenda is daarom ook om ons nog meer bezig te houden met stageplekken. Ze zijn er wel, maar nog lang niet genoeg. Op dat gebied valt echt nog wat te winnen. ” Wellicht is het ook een punt voor op de ondernemersagenda. Dit initiatief is een samenwerking tussen de gemeente en ondernemersvereniging De Noord. “Het wordt een agenda voor de komende vier jaar, waarop ondernemers kunnen aangeven wat zij belangrijke thema’s vinden en wat wij voor elkaar kunnen betekenen. Door deze werkwijze creëren wij duidelijke focus en werken ondernemers en de gemeente dezelfde kant op.” Is het met al die inspanningen en initiatieven vanuit de gemeente op lokaal en regionaal niveau en bekeken vanuit werk en mensen mogelijk dat het rapportcijfer 7 aan het einde van de collegeperiode is veranderd in een 9? “Dat is misschien iets te ambitieus, maar we streven zeker naar een 8. Daar doen we met elkaar ons uiterste best voor.”

Exho zocht win-win situatie

0

Via Baanbrekend Drechtsteden opgeleid tot matroos “Spring maar aan boord,“ riep de schipper van binnenvaarttanker St. Maarten tegen Michael Houtsnee. Een half jaar later was de 27-jarige Dordtenaar als matroos werkzaam bij Exho. En hij is vastbesloten het te schoppen tot kapitein. “Ik ga er honderd procent voor.“ Baanbrekend Drechtsteden maakte zijn opleiding mogelijk.

Exho Binnenvaart Detachering en Advies uit Raamsdonksveer bemant de schepen van zijn klanten geheel of gedeeltelijk. Over tien jaar stromen veel Nederlandstalige kapiteins uit. “Het duurt echter wel vijf tot tien jaar om iemand op te leiden tot kapitein,” vertelt opleidingsbegeleider Gert Hofkens van Exho.

Doordat de vrachtprijzen in de sector de laatste jaren flink zijn gedaald, blijft er steeds minder geld over voor de opleiding. Hofkens: “Wij zijn op zoek gegaan naar een win-win situatie, zoals mensen die met behoud van uitkering kunnen leren en werken. Zo kwamen we ook terecht bij Baanbrekend Drechtsteden.”

Praktijkopleiding

Baanbrekend Drechtsteden is een publiek-privaat samenwerkingsverband tussen de Sociale Dienst Drechtsteden en Randstad Uitzendgroep. Sinds 2012 heeft Baanbrekend ruim 1.390 vacatures vervuld in diverse sectoren.

“Veel van onze kandidaten hebben tegenwoordig een goede opleiding en werkervaring. Zij zijn door de huidige economische situatie bij ons beland. Sommigen hebben een cursus of opleiding nodig, die aansluit bij de nieuwe werkplek. Als daar een baan aan gekoppeld is, organiseren we dat graag,” vertelt manager Rozanne Wijnand van Baanbrekend Drechtsteden.

Bij Exho was die baan gegarandeerd. Het bedrijf speelde in op de mogelijkheid, die sinds 2013 bij het Onderwijscentrum Binnenvaart bestaat, om in zes maanden de vaarbevoegdheid matroos te halen in plaats van drie jaar in de functie van
deksman.

Zo kon Michael Houtsnee in het najaar van 2013 beginnen met de verkorte praktijkopleiding. In een half jaar  –  twee weken op, twee weken af  –  werkte hij een portfolio met 45 praktijkopdrachten en theorie af. “De eerste keer aan boord was ik erg onder de indruk. Nog nooit was ik op een binnenvaartschip geweest en toen moest ik in de Westerschelde op een platform klimmen om het schip vast te maken. Zo hoog. Ik was zelfs een beetje bang. Maar nu vind ik het prachtig,” vertelt hij enthousiast.

Gelukkig

Baanbrekend Drechtsteden bleek tijdens het hele traject een fijne gesprekspartner, die echt achter de kandidaten staat en goed communiceert, vertelt Hofkens. Sinds mei is Michael Houtsnee in dienst bij Exho en werkt op de tanker Beveland.

Hofkens: “Het voordeel van een iets oudere kandidaat is dat hij een bewustere keus maakt. Werken in de binnenvaart moet je echt willen, want het is een langlopend traject van opleidingen. En het thuisfront moet het ermee eens zijn dat je telkens twee weken van huis bent.”

“Maar als je vrij bent, ben je ook echt vrij en dan kan ik al mijn energie steken in mijn familie en vrienden,” zegt Michael Houtsnee. “Leren kan ik wel, maar was meer bezig met feesten. Al had ik altijd wel baantjes. Vorig jaar heeft Baanbrekend Drechtsteden mij geholpen, want ik wilde echt werken. Eerst kon ik in een magazijn aan de slag en toen kwam dit op mijn pad. Precies op het juiste moment. Ik ben nu serieuzer en heb de drive om een hele goede matroos, stuurman en dan kapitein te worden.”

De begeleiding van Baanbrekend en Exho noemt ook hij prima. “Het is mooi als mensen vertrouwen in je hebben.” De Dordtenaar is trots op zijn contract. “En mijn familie ook. Maar ik doe het nog niet eens voor het geld. Ik ben een gelukkig mens.”

Da Vinci College intensiveert verbindingen met bedrijfsleven

0

De afgelopen jaren heeft het Da Vinci College veel werk gemaakt van het intensiveren van de banden tussen het onderwijs en het bedrijfsleven. De opening van de Duurzaamheidsfabriek in 2013, als centrum voor duurzame technologie waar onderwijs en bedrijfsleven samen komen, is daar een mooi voorbeeld van.

De resultaten van die aanpak zijn er, maar het kan nog altijd veel beter, aldus Vrancken en De Vries. Beiden geven sinds 2012 leiding aan het Da Vinci College. Vrancken: “Modern en eigentijds beroepsonderwijs kan vandaag de dag niet zonder nauwe samenwerking met het bedrijfsleven. Onderwijs en bedrijfsleven kunnen dat ieder voor zich niet duurzaam realiseren. Onderwijs heeft het bedrijfsleven nodig om goed aan te sluiten bij de actualiteit van de arbeidsmarkt en omgekeerd heeft het bedrijfsleven het onderwijs nodig om in het opleiden de lange termijn vast te houden. Het is voor bedrijven niet voldoende om bij het opleiden van startende beroepsbeoefenaren alleen de conjunctuur van alledag te volgen. Zorgen voor continuïteit van je bedrijf betekent dat je ook op de langere termijn moet werken aan het kennisniveau van je medewerkers en samen met het beroepsonderwijs staat voor continuïteit, actualiteit en kwaliteit van opleiden.”

Samenwerking

Samenwerking is volgens De Vries meer dan het beschikbaar stellen van apparatuur of stageplekken, of af en toe een gastles verzorgen. “Dat is mooi maar onvoldoende. Het gaat om samen verantwoordelijkheid nemen voor de hele onderwijsprogrammering binnen wettelijke kaders. Dat doen we steeds meer door samen met het bedrijfsleven praktijkopdrachten te bedenken die aansluiten op de leerbehoefte van de studenten en op de vragen van het bedrijfsleven. Die opdrachten vormen de kern van ons onderwijsproces en daaromheen worden leerlijnen vorm gegeven gericht op het verwerven van kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes. Dat maakt het onderwijs actueel en aansluitend bij de behoefte van het bedrijfsleven. Docentenstages maken ook een belangrijk onderdeel uit van die verbinding.” Een hele slag vanuit het perspectief van het onderwijs, maar ook voor het bedrijfsleven is die actieve betrokkenheid wennen. “Niet alle bedrijven hebben een traditie om deze vraagstukken samen met het onderwijs aan te pakken en te denken in termen van een lange termijn aanpak. Nog regelmatig wordt ad hoc gereageerd op personele vraagstukken die zich al langer hebben aangekondigd.”

Verbinding

Vrancken: “Als ROC zijn wij voortdurend op zoek naar manieren om de beste en meest efficiënte verbinding met de arbeidsmarkt te bewerkstelligen. We steken daarom veel tijd en moeite in onze contacten met het bedrijfsleven op alle niveaus. Die gesprekken zijn heel waardevol om te weten welke toekomstige werknemers zij nodig hebben. Wij willen weten wat ze moeten kunnen. Hoe diep moet hun vakmanschap gaan? Zijn er allrounders of specialisten gewenst? Daar willen wij de antwoorden op weten, want alleen dan zijn wij in staat om passend onderwijs aan te bieden aan onze studenten.” De Vries vult aan dat organisaties steeds vaker aangeven dat ook sociale en communicatieve vaardigheden zeer belangrijk zijn. “De aandacht daarvoor verdringt het vakmanschap niet, maar men wil het allebei. Het aanbieden van buitenlandstages voor studenten is voor ons ook een belangrijk aandachtspunt omdat veel bedrijven in onze regio internationaal georiënteerd zijn. Eén student heeft net zijn MBO-4 diploma op zak en gaat binnenkort een werken-leren traject op HBO-niveau in Berlijn doen. Buitenlandstages staan nog in de kinderschoenen, maar we willen er zeker meer mee doen.”

Onderwijs van de toekomst

De vraag hoe beroepen zich in de nabije toekomst gaan ontwikkelen, is er één die binnen het Da Vinci College regelmatig wordt gesteld. “In gesprekken met het bedrijfsleven verdiepen we ons in de context van beroepen in combinatie met een snel veranderende economische situatie. De dynamiek en technische ontwikkelingen zorgen voor het ontstaan van nieuwe beroepen. Daar spelen wij waar mogelijk op in.” Het onderwijs van de 21ste eeuw gaat over innovatie, creativiteit, duurzaamheid, technologie en omgevingsbewustzijn. Stuk voor stuk ingrediënten die binnen het Da Vinci College aanwezig zijn. Vrancken: “Onze studenten zullen banen krijgen die nu nog niet bestaan en zullen gebruik maken van technologie die nu nog niet is uitgevonden. Dat vraagt om duurzame samenwerking van onderwijs en bedrijfsleven.” Volgens Vrancken maken we nu veel meer gebruik van crossovers dan vroeger. “Toen was een beroep een beroep. Nu zie je veel meer snijpunten en overlappingen en daar ontstaan de beroepen van de toekomst. Daarop blijven wij anticiperen. Het is aan ons om daarbij te zorgen voor onderwijs van de toekomst. De duurzaamheidsfabriek, maar ook de andere voorzieningen op het Leerpark, bieden ongekende mogelijkheden om over de grenzen van opleidingen en gelijktijdig met meer bedrijven samen te werken. Op dat snijvlak ontwikkelen zich de beroepen van de toekomst.”

HBO

Vrancken en De Vries zijn trots op het eigen HBO. Thans wordt hard gewerkt aan verbreding en verdieping van opleidingen rondom technologie en zorg.  “De recente accreditatie van HBO Drechtsteden biedt de mogelijkheid om samen met het bedrijfsleven ook te voorzien in specifieke opleidingsvragen op HBO niveau. Het HBO is er niet op gericht bestaande producten op een bestaande markt te introduceren, maar wil juist nadrukkelijk inspelen op maatwerk dat bedrijven nodig hebben. Snel schakelen en partnerschap zijn daarbij de sleutelwoorden. Deze aanpak vinden veel bedrijven waar wij mee spreken interessant. Ook zij zitten niet te wachten op oude wijn in nieuwe zakken. Komend najaar willen we met HBO-opleidingen volgende stappen zetten.”

Werkgelegenheid in de Drechtsteden; Kansen voor technisch geschoold personeel

0

Bij één van onze leden ontstond recent een vacature op de personeelsafdeling. Na de gebruikelijke wervingskanalen te activeren was de respons overweldigend. Meer dan 130 potentiële kandidaten meldden zich aan! Niet alleen een hele opgave om hieruit de juiste kandidaat te selecteren, maar ook geeft dit aanleiding tot de conclusie dat het aanbod de vraag verreweg overstijgt. Indien dit geval op zichzelf zou worden beschouwd lijkt het met de werkgelegenheid in de regio dus slecht te staan.

Bijzonder is het dat het bovenstaande in schril contrast staat met de vacatures voor technisch personeel bij dit zelfde WD lid. Hier is het, helaas, zeker geen uitzondering dat een vacature maar in amper vier aanmeldingen resulteert en dat zo’n vacature wel zes tot negen maanden onvervuld kan blijven. Hier overtreft duidelijk de vraag het aanbod.

Het ziet er dus naar uit dat als er over werkgelegenheid gesproken wordt dit vooral genuanceerd moet worden en er sprake is van een zekere onbalans. Zoals de zaken er nu voor staan zal een keuze voor de techniek in een aanzienlijke kans op een baan resulteren. Zeker gezien de hoge concentratie van (maritiem) technische bedrijven in onze regio.

Voor veel van onze leden is dit tekort aan technisch geschoold personeel al een actueel probleem en in veel gevallen wordt al actief internationaal (Zuid-, Midden- en Oost-Europa) geworven. Dit terwijl er zoveel potentieel in de regio is. Potentieel waarbij vooraleerst niet geïnvesteerd hoeft te worden in taal, cultuur, huisvesting en waarbij de continuïteit een gegeven is.

De uitdaging is het om het potentieel in onze regio te enthousiasmeren en mobiliseren bij de keuze voor techniek. Dat die keuze voor techniek in eerste instantie bij de opleiding meer inzet vraagt dan bij andere disciplines wordt meer dan vergoed door niet alleen die betere positionering op de arbeidsmarkt, maar ook door een zeer goede financiële beloning. De aanvangssalarissen van technici behoren immers tot hoogste in vergelijking met die van andere, niet technische, branches.

Inmiddels zijn er regionaal meerdere goede initiatieven gestart die zeker tot een verhoging van het aanbod van technisch geschoolde medewerkers zullen gaan leiden. Echter het is van groot belang dat dit soort initiatieven breed gedragen worden. Ook u als (maritiem) technisch bedrijf in de regio, of als WD lid, kunt uw bijdrage hieraan leveren. Gezamenlijk kunnen we ervoor zorgen dat we de technische kennis en infrastructuur in de regio niet alleen vergroten, maar ook voor de toekomst zeker kunnen stellen.

Teun Muller
Voorzitter Werkgevers Drechtsteden

Parents

0

Veterstrikdiploma, zwemmen A en B en twee jaar bakfietservaring zeg ik altijd gekscherend als ze mij vragen naar mijn ‘genoten’ opleiding(en). Uiteraard is dat wel een beetje overdreven maar visitekaartjes die in de lengte opgerekt moeten worden omdat mijn titels er niet op kunnen… nee, die heb ik niet nodig.

Hoe dat ‘kompt’? Ik ben altijd al een pragmatisch ventje geweest. Laat mij maar gewoon doen in plaats van twaalf jaar lang als vee van het ene naar het andere lokaal te worden gedreven om volgestopt te worden met ‘kennis’ waar ik uiteindelijk, voor het grootste deel, helemaal niets mee ga doen. De woorden ‘genoten’ en ‘opleiding’ zijn voor mij dan ook een belachelijke combinatie….

Hoe ‘kompt’ het dan dat ik toch een mooi bedrijf heb op kunnen bouwen? Het was de goede tijd om in een ‘ontluikende’ branche te stappen met mijn twee belangrijkste ‘assets’: lef en goed (boeren)verstand! En zo is er een prachtig bedrijf ontstaan waar mijn 22 collega’s en ik prima van kunnen eten. Mooi toch?

Dus… haal je spruiten van school en gooi ze zo snel mogelijk in de werkende wereld! NOT!! Want ik heb na al die jaren de rol en het belang van kennis zien veranderen. In ‘mijn tijd’ kon ik nog wegkomen met een leuke aanbieding op een pallet met simkaartjes, paar kekke Nokia’s erbij. Klant blij, ik blij. En als je dat vaak genoeg deed…. ik erg blij!

Maar inmiddels is het zaken doen in mijn branche echt wetenschap geworden. Het zijn complexe communicatie- en organisatiestructuren die aan elkaar gekoppeld moeten worden. Telefonie is een onderdeel geworden van ICT met als gevolg dat ik geen telefoonverkoper meer ben maar ICT-adviseur.

Om dat perfect te doen, heb ik dus een batterij met ‘wizz kids’ naar binnen gehaald. Het spul dat dus wel lijdzaam twaalf jaar volgestopt is met kennis en formules. En ziedaar… ze flikken het!

Kijkende naar mijn branche is er niet zoveel mogelijk meer als je nu nog zou wil starten met lef en boerenverstand. Een halve (of liever nog hele) wiskundige moet je zijn… dus in dat kader een advies aan alle meelezende ‘parents’: ‘Teach your children well!

Buitengerechtelijke incassokosten

0

Sinds 1 juli 2012 is de Wet normering buitengerechtelijke incassokosten van toepassing. Het doel van deze wet is om vooral consumenten (particulieren) tegen onredelijk hoge incassokosten te beschermen. Met de invoering van de wet behoren “vage” incassokosten, zoals administratiekosten, dossierkosten, behandelingskosten en dergelijke tot het verleden.

De wet geldt dwingend wanneer u zaken doet met een particulier. Indien u zaken doet met een andere ondernemer, kan in de algemene voorwaarden afgeweken worden van de wet. Zijn er geen algemene voorwaarden van toepassing of bepalen deze niets over de buitengerechtelijke incassokosten, dan geldt de wet.

De wet bepaalt dat een bepaald percentage van de hoofdsom bij uw debiteur in rekening kan worden gebracht als buitengerechtelijke incassokosten, indien uw debiteur zijn verplichtingen niet nakomt. Let wel, de wet bepaalt dat aan enkele voorwaarden moet zijn voldaan alvorens u de buitengerechtelijke incassokosten kunt innen.

Uw debiteur dient in verzuim te zijn. De debiteur is in verzuim, wanneer een bepaalde termijn is verstreken binnen welke hij aan zijn verplichtingen moet voldoen. Is er geen termijn afgesproken, dan zal eerst de debiteur schriftelijk in gebreke gesteld moeten worden, waarbij de debiteur alsnog een redelijke termijn tot nakoming wordt gegeven.

Als de debiteur in verzuim is, dient hij aangemaand te worden om te betalen of na te komen binnen een termijn van 14 dagen. Dit is de zogenoemde “14 dagen brief”.

Deze brief moet vermelden wat de gevolgen zijn van het uitblijven van nakoming. Bovendien moet de 14 dagen brief het juiste bedrag vermelden dat verschuldigd zal zijn aan buitengerechtelijke incassokosten.

De rechtbank Den Haag heeft recent bepaald dat  de 14 dagen termijn volgens de wet in gaat op de dag ná aanmaning. Voor de verzending van de brief wordt ook één dag gerekend. Concreet betekent dit dat de wettelijke 14 dagen termijn pas twee dagen na dagtekening van de 14 dagen brief begint. Dit probleem kan ondervangen worden door voor de termijn van betaling geen 14 dagen aan te houden, maar minimaal 16 dagen, of door in de 14 dagen brief de 14 dagen termijn twee dagen na dagtekening van de brief te laten ingaan.

Het is van belang om deze voorschriften exact op te volgen, anders kan de rechter in de incassoprocedure uw eis tot betaling van buitengerechtelijke kosten afwijzen.

Tenslotte: de Hoge Raad heeft op 13 juni 2014 beslist dat indien de debiteur na ontvangst van de (correcte) “14 dagen brief” niet betaald heeft, de debiteur de incassokosten verschuldigd is. Een mogelijk verweer van uw debiteur dat een tweede brief of rappel noodzakelijk zou zijn alvorens de buitengerechtelijke kosten verschuldigd zijn gaat dus niet op.

Uiteraard kunnen wij voor u checken of uw incassotraject up to date is. Neem gerust contact met ons op!

Menno Bos

Werk aan de winkel?!

0

Hebt u personeel in dienst? Dan kan het zijn dat u dit najaar werk aan de winkel heeft. Per 1 januari 2015 treedt een aantal wetswijzigingen in werking die betrekking hebben op werknemers en waar u zich op kunt voorbereiden. Zo wordt per 1 januari de werkkostenregeling voor iedere werkgever verplicht en wordt een aantal regelingen van de Wet werk en zekerheid ingevoerd.

Werkkostenregeling

Wanneer u nog gebruik maakt van de oude regeling van de loonheffingen voor het geven van beloningen, moet u zich dit najaar gaan voorbereiden op de toepassing van de werkkostenregeling. Via de werkkostenregeling mag u maximaal 1,5% (in 2015 waarschijnlijk 1,2%) van het totale (fiscale) loon binnen uw bedrijf belastingvrij aan uw werknemers betalen. Over het bedrag dat hierboven wordt uitgekeerd, moet 80% eindheffing worden betaald. Hiertegenover vervallen bijna alle bestaande regelingen, zoals bijvoorbeeld de fiets van de zaak. Bijzonder binnen de werkkostenregeling zijn verder nog:

  • zogenaamde gerichte vrijstellingen die buiten de regeling vallen;
  • bepaalde verstrekkingen mag u op nul waarderen;
  • loon in natura wordt gewaardeerd op de factuurwaarde.

Wat kunt u doen:

  • Inventariseren welke vergoedingen en verstrekkingen u geeft aan uw medewerkers.
  • Bepalen of naar aanleiding van uw inventarisatie uw arbeidsvoorwaarden aangepast moeten worden, om zo de eindheffing van 80% wellicht te beperken.

Wet werk en zekerheid

Nieuwe regels voor ontslag, meer en sneller zekerheid voor werknemers met flexibele contracten en een stapsgewijze verkorting van de ww-duur. Zowel de Tweede als de Eerste Kamer hebben ingestemd met de Wet werk en zekerheid, waarin al deze hervormingsmaatregelen voor de arbeidsmarkt zijn opgenomen. De wet gaat gefaseerd in.

Vanaf 1 januari aanstaande moet u rekening houden met de volgende wijzigingen:

  • U mag geen proeftijd meer opnemen in tijdelijke contracten van zes maanden of korter.
  • Er geldt een aanzegtermijn van één maand bij een tijdelijk contract van zes maanden of langer dat automatisch eindigt.
  • Een concurrentie-/relatiebeding in een tijdelijk contract is alleen nog mogelijk in bijzondere omstandigheden.
  • De uitsluiting van de loondoorbetalingsverplichting in oproepcontracten blijft mogelijk voor de eerste zes maanden van een dienstverband. Deze periode is echter in principe niet meer per cao te verlengen. Dit kan alleen nog bij werkzaamheden die incidenteel van aard zijn en geen vaste omvang kennen.

Wat kunt u doen:

  • Agenderen dat tijdelijke contracten aflopen, zodat u tijdig bij uw werknemer aangeeft of u het tijdelijke contract daadwerkelijk beëindigt of voortzet. Zo voorkomt u dat u een vergoeding aan uw werknemer verschuldigd bent.
  • Wellicht beslissen om het eerste contract 7 maanden te laten duren, zodat u alsnog een proeftijd kunt opnemen.
  • Uw arbeidsovereenkomsten aanpassen, zodat duidelijk is dat er sprake is van bijzondere omstandigheden.

Daarnaast kunt u zich ook al voorbereiden op de wijzigingen die per 1 juli 2015 in werking treden:

  • De invoering van de transitievergoeding.
  • Werknemers met tijdelijke contracten maken al na twee jaar (nu drie jaar) aanspraak op een vast contract. De periode tussen twee contracten om de keten te doorbreken, wordt zes maanden in plaats van drie maanden.

Tot slot

Onze salaris- en HR adviseurs staan voor u klaar om u te ondersteunen bij de implementatie van de nieuwe wetgeving. Ook kunt u op onze website www.drv.nl meer informatie vinden over zowel de werkkostenregeling als de Wet werk en zekerheid.

Bespaar op uw afdracht werknemersverzekeringen met behulp van premiekortingen

0

Neemt u een werknemer met een uitkering in dienst? Wellicht heeft u dan recht op bepaalde financiële compensaties en voordelen. Om ervoor te zorgen dat mensen met een zwakkere positie op de arbeidsmarkt meer kans maken op een baan, zijn door de overheid tal van regelingen bedacht. Zo kan er bijvoorbeeld een looncompensatie bij ziekte (no-riskpolis) ontstaan of de mogelijkheid om een lager loon te betalen (loondispensatie).

Een specifieke regeling is de zogenaamde premiekorting voor werkgevers. Deze ziet op oudere werknemers (50+) en werknemers met een arbeidsbeperking. Met ingang van 1 juli 2014 is er ook een premiekorting voor jongere werknemers ingevoerd. Voor u als werkgever kan het voordeel oplopen tot in de duizenden euro’s.

De premiekorting voor oudere werknemers geldt voor werknemers vanaf 50 jaar die direct voordat zij in dienst kwamen recht hadden op een bepaalde (inkomensondersteunende) uitkering, zoals een WW-, ANW- of bijstandsuitkering. Bij een dienstverband van 36 uur per week, heeft u als werkgever recht op een premiekorting tot € 7.000 per jaar. U heeft recht op deze premiekorting zolang de dienstbetrekking bestaat, maar voor een periode van maximaal drie jaar en uiterlijk totdat de werknemer de AOW-leeftijd bereikt.

Stel dat u een oudere voor bepaalde tijd in dienst neemt voor drie dagen in de week én deze oudere nu een WW-uitkering ontvangt. U heeft dan recht op een maandelijkse premiekorting van € 389 per maand (24/36 uur maal € 7.000/12 maanden). De premiekorting mag worden verrekend met het totaal van de premies werknemersverzekeringen die u voor al uw werknemers moet betalen. Over een periode van drie jaar kan de premiekorting in het voorbeeld oplopen tot maar liefst € 14.000.

Ook voor werknemers met een arbeidsbeperking bestaat onder voorwaarden recht op een premiekorting van € 7.000 per jaar per werknemer. Het gaat dan bijvoorbeeld om werknemers met een WIA- of Wajong-uitkering. Houdt wel in de gaten dat u tijdens een sollicitatiegesprek niet zomaar mag vragen naar een arbeidsbeperking. Dit is namelijk al snel in strijd met de Algemene wet gelijke behandeling. Na een periode van twee maanden kunt u uw werknemer wel vragen of er sprake is van een arbeidshandicap of ziekte. De werknemer is dan verplicht uw vragen te beantwoorden.

Vanaf 1 juli 2014 is er ook een premiekorting van kracht voor jongere werknemers zonder arbeidsbeperking. Het betreft werknemers in de leeftijd van 18 tot 27 jaar die recht hebben op een WW- of bijstandsuitkering. Daarnaast moet u als werkgever een arbeidsovereenkomst aangaan voor ten minste 32 uur per week met een duur van ten minste 6 maanden. De premiekorting voor jongere werknemers is per jaar maximaal € 3.500 per werknemer. In 2014 kan maximaal € 1.750 aan korting worden bedongen, omdat de regeling op 1 juli 2014 is ingegaan.

Het is niet noodzakelijk een verzoek in te dienen bij de Belastingdienst als u een premiekorting wilt benutten. U kunt dit direct in de aangifte loonheffingen verwerken. Wel moet u kunnen bewijzen dat de werknemer een uitkering ontving. De werknemer kan daarvoor een verklaring bij zijn uitkeringsinstantie opvragen.

De enige echte ‘handicap’ van de regeling is dat de premiekorting bij veel werkgevers onvoldoende bekend is. Hij wordt namelijk nogal eens vergeten. Iets wat u nu niet (meer) zal overkomen!

De Participatiewet. En nu?

0

We zijn een veelzijdig bedrijf, maar FrisFacilitair is ook onderscheidend in het bieden van de juiste maatschappelijke en sociale oplossing voor facilitaire zaken en het investeren in een goede relatie met medewerkers en opdrachtgevers. De diensten die FrisFacilitair levert variëren op het gebied van schoonmaak-, wasserij-, schilder- en onderhoudsdiensten. De medewerkers van FrisFacilitair komen bij de meest uiteenlopende bedrijven, scholen, instellingen en gemeentes in de Drechtsteden. De dienstverlening maakt het verschil, de vakbekwame medewerkers van FrisFacilitair staan bekend om hun klantvriendelijkheid en inzet. Een ander voordeel is het maatschappelijke aspect, door te kiezen voor FrisFacilitair geef je als werkgever mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt dagelijks ritme en regelmaat.

Op 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. Voor bedrijven en overheid houdt het in dat ze banen vrij maken of werk creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Voor bedrijven die aan de slag willen gaan met mensen vanuit de Participatiewet zijn er diverse mogelijkheden bespreekbaar om het zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Een goede ontwikkeling is dat de Participatiewet mensen met een beperking de mogelijkheid biedt om in de vrije sector aan het werk te kunnen.

Bedrijven en instanties kunnen ervoor kiezen om onze mensen binnen hun eigen organisatie in te zetten. FrisFacilitair kan dus ook een belangrijke rol spelen bij de invulling van de Participatiewet binnen uw organisatie.

Daarnaast kiezen steeds meer ondernemers bewust voor organisaties die invulling geven aan SROI, Social Return On Investment. FrisFacilitair kan ook hier op verschillende manieren invulling aan geven.

Dit kan door het inhuren van onze vakkrachten of het uitbesteden van projecten aan de gemotiveerde medewerkers van FrisFacilitair. Regelmatig verzorgen wij een opleveringsschoonmaak van onder andere scholen en kantoren of worden we gevraagd om bouwlocaties op te ruimen zodat de omgeving tijdens een bouwproject schoon en opgeruimd blijft. Bouwbedrijven en andere instanties zijn erg te spreken over hun ervaring met onze medewerkers. Uiteraard kan FrisFacilitair uw organisatie ook voorzien van het juiste advies en ondersteuning bieden in de dagelijkse aansturing of begeleiding. Zowel Social Return On Investment en invulling geven aan de Participatiewet kan beide heel eenvoudig geregeld worden via

FrisFacilitair.

Kortom, met FrisFacilitair, als professionele partner, kiest uw bedrijf voor kwaliteit en duurzaamheid.

U kiest voor Maatschappelijk Verantwoord
Ondernemen en daar ben ik als bedrijfsdirecteur van FrisFacilitair trots op.