Wanneer u als werknemer een auto van de zaak rijdt, moet uw werkgever in beginsel een bedrag bij uw loon optellen. Evenzo moet een zelfstandig ondernemer in principe een bedrag bij zijn winst optellen in geval hij zijn auto als zakelijk heeft aangemerkt. Er zijn verschillende manieren om deze bijtelling te voorkomen.

Meest gebruikelijk is het bijhouden van een rittenadministratie waarmee u kunt bewijzen dat u maximaal 500 kilometer privé heeft gereden.

Eind 2013 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een uitspraak gedaan over de vraag of een rit als zakelijk of als privé moet worden beschouwd. Recentelijk heeft de Hoge Raad deze uitspraak van het gerechtshof bevestigd. De zaak lag als volgt.

Een directeur-grootaandeelhouder (dga) heeft zichzelf via zijn B.V. een auto ter beschikking gesteld. De B.V. houdt zich bezig met de bemiddeling bij handelstransacties. De dga is op 15 februari 2008 met zijn gezin per auto naar Oostenrijk gereisd. In Oostenrijk heeft de dga een ontmoeting gehad met een zakenpartner en heeft hij zijn (wintersport)vakantie doorgebracht samen met zijn gezin. Op 23 februari 2008 is de dga met zijn gezin teruggereden naar Nederland.

Het gerechtshof is van mening dat de dga aannemelijk heeft gemaakt dat het bezoek aan de zakenrelatie één van de doelen van de reis was en dat de dga de zakenrelatie ook zou hebben bezocht als hij geen vakantie in Oostenrijk zou hebben genoten. De rechters zijn echter tevens van mening dat de dga op reis is gegaan om vakantie te vieren. Hij zou ook met zijn gezin op vakantie gegaan zijn als hij geen bezoek had kunnen brengen aan zijn zakenrelatie.

Het gerechtshof geeft aan dat het doel van de rit doorslaggevend is om het karakter daarvan te kunnen bepalen. Als een rit wordt gemaakt met zowel een zakelijk als een privédoel, gaat het erom wat het hoofddoel van de rit was. Voor een zakelijke rit geldt dat ‘omrijkilometers’ voor een privédoel als privékilometers moeten worden beschouwd. Het omgekeerde geldt voor zakelijke ‘omrijkilometers’ in geval van een privé rit.

Voor de dga geldt volgens het gerechtshof dat niet kan worden vastgesteld wat het hoofddoel van de rit was. Vervolgens komen de rechters met een ingewikkelde formulering. Een dergelijke rit kan slechts worden aangemerkt als zakelijk, indien deze rit door iemand die niet een dienstbetrekking als die van de dga vervult, doch wat inkomen en gezin betreft in dezelfde omstandigheden verkeert, niet (althans niet in dezelfde omvang), zou zijn gemaakt. Met andere woorden: gaat een ander, die qua privéomstandigheden vergelijkbaar is met de dga, ook op vakantie naar Oostenrijk als hij daarbij geen zakelijk belang heeft? Zo ja, dan gaat het om een privé rit.

Eerder heeft de dga tijdens de zitting opgemerkt dat tegenwoordig veel mensen voor een wintersportvakantie naar Oostenrijk rijden. Deze opmerking wordt nu door het gerechtshof tegen hem gebruikt. Blijkbaar zou de reis naar Oostenrijk ook zijn gemaakt zonder zakelijk belang. Als gevolg moet de rit aangemerkt worden als privé rit. De dga verliest de zaak bij het gerechtshof en is nu ook door de Hoge Raad in het ongelijk gesteld.

Uiteindelijk leidt de wintersport in Oostenrijk er toe dat de dga een bedrag van € 13.585 aan loonbelasting moet betalen. Het zou mij eerlijk gezegd niet verbazen als hij tegenwoordig met zijn gezin het vliegtuig pakt.

Voor de ontwikkeling van de economie en de toekomstige welvaart is innovatie voor een regio van essentieel belang. Bedrijven hebben belang bij investeringen in innovatieve oplossingen, verbindingen en versnellingen zodat innovaties betere en nieuwe producten opleveren en de commerciële slagvaardigheid vergroot kan worden.

Met de jaarlijkse uitreiking van de Innovatie Award willen de organiserende partijen de Drechtsteden nadrukkelijk profileren als een innovatieve regio. Voorafgaand aan de uitreiking van de Innovatie Award gaan we in gesprek over innovatie in de regio met manager Knowledge Development MTI Holland BV, Robert van de Ketterij, secretaris Regio  Rijn-Delta van FME, Marco Kirsenstein, directeur VMB Besturingstechniek, Arie Verhoeven en programmamanager Cleantech van InnovationQuarter, Sander van der Wal. De heren spreken zich uit over een meer ‘open innovatie’. “Laten we de luiken openzetten en meer samenwerken”, aldus Arie Verhoeven.

Slagkracht van de regio verhogen

Sander van der Wal van InnovationQuarter kan zich volledig vinden in de woorden van Arie Verhoeven. “In de regio werken diverse initiatieven aan de economische groei van Zuid-Holland, maar veelal op een deelterrein. InnovationQuarter is mede ontstaan door de samenvoeging van twee verschillende organisaties en daar nieuw instrumentarium aan toe te voegen. Zo wordt versnippering tegengegaan en kunnen we de slagkracht van en voor de regio verhogen.” Ook FME ziet kansen in het vergroten van de verdienkrachten door innovatieve sector bedrijven samen te brengen. Onder het label ‘Powered by Dutch Technology’ bundelt FME de krachten van de technologische industrie om de collectieve belangenbehartiging een extra boost te geven. Marco Kirsenstein: “De technologische industrie is van grote economische waarde voor Nederland. Door bedrijven bij elkaar te brengen en thema’s voor te leggen kunnen we bepaalde ontwikkelingen versnellen en verbeteren. Een voorbeeld hiervan is de vraag die het

Radboud-ziekenhuis stelde over de ontwikkeling van een scan die een bepaald type kanker sneller kan opsporen. Door eindgebruikers, kennisinstellingen, producenten en toeleveranciers samen te brengen tijdens het cluster ‘Life Science Health’ hebben zij deze scan versneld in gebruik kunnen nemen.”

Vreemde vorm van bescheidenheid

We vragen de heren wat volgens hen de omschrijving van innovatie is. “Je bent aan het innoveren als je nieuwe dingen ontwikkelt die er nog niet zijn in jouw markt. Van een innovatie is pas sprake als een uitvinding geslaagd is en het product in de markt gezet is”, steekt Arie Verhoeven van wal. Marco Kirsenstein knikt instemmend en vult aan: “Een innovatie is het succesvol op de markt brengen van producten, ideeën, diensten of een proces. Pas op het moment dat je er geld mee gaat verdienen, is het een innovatie.” Hij stelt dat veel bedrijven, vooral de kleinere MKB bedrijven, vaak niet in de gaten hebben dat ze innovatief bezig zijn. “Innovatie mag wat mij betreft veel meer zichtbaar worden. Ik vind het een vreemde vorm van bescheidenheid om niet te vertellen met welke vernieuwingen bedrijven op de markt komen.” Robert van de Ketterij denkt dat deze bescheidenheid eerder te maken heeft met bescherming van een innovatief idee. “In de Drechtsteden zitten de meeste grote maritieme bedrijven dicht bij elkaar. Tijdens een ontwikkeling houden we onze kaken stijf op elkaar over waar we mee bezig zijn. Het is niet heel erg vreemd dat bedrijven hun vindingen beschermen als je bedenkt dat de periode waarin je winst kunt maken steeds korter wordt. Daarom wil je niet dat de concurrent direct met jouw kennis voor een innovatief idee of een technologische ontwikkeling aan de haal gaat.” Sander van der Wal geeft aan dat er ook goede voorbeelden zijn waarbij bedrijven hun Intellectual Property (IP) wel delen. Zoals Tesla die omdat zij graag meer elektrische auto’s zien rijden onlangs haar patenten vrij gaf. “Het vrijgeven van patenten is natuurlijk heel dubbel. Bedrijven begaan hoge investeringen en willen deze zoveel mogelijk veilig stellen. Op een voorsprong kun je verdienkracht pakken, echter ondertussen word je toch links of rechtsom ingehaald door de concurrent. Tesla is een voorbeeld dat het ook anders kan. En het delen van kennis hoeft natuurlijk niet gratis.”

Buitenlandse studenten

Arie Verhoeven: “Al in het begin van het proces gaan we in gesprek over de Intellectual Property, zodat we hier later niet over struikelen. Echter vragen onze klanten meestal om niet te praten over de technologie die we voor ze ontwikkeld hebben.” Robert van de Ketterij merkt dat deze gang van zaken alleen maar is toegenomen. Hij geeft een voorbeeld: “Er zijn universiteiten die standaard aangeven dat innovatieve ontwikkelingen die gedaan zijn door haar studenten hun eigendom zijn, terwijl de onderzoeken in ons laboratorium worden gedaan. Aan de andere kant stellen bedrijven ook richting universiteiten en hogescholen steeds vaker strengere eisen over geheimhouding van onderzoeksresultaten. Enerzijds is dit te begrijpen, maar anderzijds werkt het wel enorm remmend. Sander van der Wal haakt hierop in: “We moeten oppassen niet door te schieten, kennis delen is een groot goed. Er kunnen mooie dingen ontstaan als anderen weer met een frisse blik met een idee verder gaan. Het is zonde om alles maar weg stoppen in een kluis. We hebben hier in de regio een hoogstaand onderzoeks- en onderwijsklimaat, laten we hier dan ook gebruik van maken.” Toch zijn hierover ook zorgen. Zo vertelt Robert van de Ketterij dat hij het percentage buitenlandse studenten dat binnen Nederland opgeleid wordt en na studie weer vertrekt om buiten Nederland te werken zorgwekkend vindt. “Buitenlandse studenten moeten na hun studie in Nederland worden gehouden, zodat ze een bijdrage kunnen leveren aan de economie.” Eveneens Marco Kirsenstein vindt dat de overheden er nog onvoldoende in slagen de afgestuurde buitenlandse studenten aan Nederland te binden. Reden voor FME om een tool te ontwikkelen om deze studenten de laatste twee jaar van hun studie te begeleiden en de eerste twee jaar bij het bedrijf. “Wij willen buitenlandse studenten tijdens hun studie meer bekend maken met de Nederlandse bedrijven en een betere ondersteuning geven. Een onderdeel hiervan is een persoonlijk ontwikkelingsprogramma met als doel de studenten beter te begeleiden naar een bedrijf in Nederland.”

Meer openheid

Tot slot willen de deelnemers graag een oproep doen voor een meer ‘open innovatie’. “Een meer open manier van innoveren maakt het innovatieproces meer effectief en efficiënter. Bijvoorbeeld door het actief zoeken naar nieuwe technologieën en ideeën buiten de onderneming”, stelt Marco Kirsenstein. Sander van der Wal doet daar nog een schepje bovenop. “Door samen te werken met bijvoorbeeld de concurrent en een open vizier te creëren kunnen bedrijven meerwaarde voor de klant creëren. De regio weet haar potentieel niet volledig te benutten en wordt in innovatieve slagkracht voorbij gestreefd door andere regio’s in binnen- en buitenland.” Volgens hem zijn alle ingrediënten in huis voor Zuid-Holland om weer de meest innovatieve provincie van Nederland te worden. “Het gebied is welvarend en er is veel kennis aanwezig. Kies als bedrijf, maar ook als regio een duidelijk profiel en vertel de hele wereld waar je goed in bent. De buurman, maar ook lokale bestuurders hebben niet eens in de gaten wat er allemaal speelt en wat voor mooie bedrijven er in de regio gevestigd zijn.” Marco Kirsenstein ziet wel iets in een speciale dag of week op sub-regionaal niveau waarbij lokale ondernemingen en organisaties hun deuren openzetten en hun innovaties en technologieën laten zien aan andere bedrijven en studenten. Robert van de Ketterij is het hier mee eens: “Ook bij IHC streven we ernaar vaker eindresultaten te tonen. Mensen hebben vaak geen idee wat er in een bedrijf speelt. Een mooi voorbeeld hiervan was toen we alumni op bezoek kregen van een internationale mijnbouwkundige opleiding, die na een rondleiding zeer enthousiast de deur uitgingen. Bij één van de machines die we in aanbouw hadden, zei één van de oud-studenten; This looks like one of the mean machines you always see on Discovery Channel. Arie Verhoeven kan zich hier alleen maar bij aansluiten. “Laten we de luiken openzetten en meer samenwerken, daar kan de regio alleen maar sterker van worden.”

‘Voor een 106-jarige zie je er nog uitstekend uit’, krijgt Frits Breeman weleens gekscherend te horen. Het familiebedrijf werd in 1908 opgericht door zijn grootvader Willem en groeide uit tot een topspeler binnen de autobranche als specialist in het premium marktsegment. Innovatie, lef en een hoge kwaliteitsstandaard zijn begrippen die stuk voor stuk op Breeman van toepassing zijn. Sinds januari is Aart Jan Witvliet directeur van de toonaangevende vestiging langs de A15.

Breeman is een van origine Rotterdams bedrijf en nog altijd sterk verbonden met de regio Rijnmond. “Mijn opa had als grote hobby motorfietsen. Hij was motorrenner en medeoprichter van de TT Assen. Het ondernemersbloed zat in hem, dus begon hij een handel in motorfietsen. Daarna werden er auto’s van allerlei merken verkocht. In 1931 werd hij benaderd door BMW om dealer te worden van hun motoren. Auto’s waren nog spaarzaam, na de oorlog kwam hier pas de nadruk op te liggen. Al met al zijn wij wel de oudste BMW-dealer van Nederland,” vertelt Breeman. Waarom past het merk BMW zo goed bij Breeman en is de match al zo lang een succes? “We zijn door de jaren heen met elkaar meegegroeid en beschikken over dezelfde kernwaarden. Allebei houden we niet van eenheidsworst en willen we ons onderscheiden. Stilstand is achteruitgang. Niet voor niets steken wij veel tijd, geld en energie in onze panden. Klanten die bij Breeman over de drempel stappen, moeten zich welkom voelen en een beleving rijker weer terug naar huis rijden.”

Innovatie in panden

Aan de Autostrada is de afgelopen maanden druk verbouwd en aan de voet van de Brienenoordbrug is de grootste MINI-showroom van Europa verrezen. De vestiging langs de A16 wordt daarmee nog meer een blikvanger, net als de BMW-dealervestigingen in Gouda en aan de Rotterdamse Driemanssteeweg. Breeman benadrukt dat BMW-klanten ook langs de A16 op dezelfde service kunnen rekenen als bij de andere vestiging, want ook het BMW-servicebedrijf is compleet vernieuwd.  Witvliet: “Dat we ook al jaren aan de zichtzijde van de A15 zitten, is een flinke pré. Dagelijks passeren ruim 100.000 automobilisten ons markante gebouw. Natuurlijk hopen wij dat ze ook eens afslag nr. 19 nemen, want Breeman heeft zowel de zakelijke als de particuliere rijder veel te bieden. BMW is het merk van de ultieme rijbeleving, met de slogan: “BMW maakt rijden geweldig”.

BMW Belevingswereld

Dit heeft Breeman geïnspireerd tot het bouwen van een, voor Nederland unieke, BMW Belevingswereld.” Het high-tech pand is voorzien van alle klantgemakken en alles is ingesteld op de ideale routing. Bezoekers rijden via een hellingbaan de parkeergarage in en stappen voor een optimale BMW-beleving direct bij de showroom uit. “Het drive-inconcept is ook van toepassing voor degenen die een afspraak hebben bij onze werkplaats. Via het plein rijdt iedere klant direct naar de inpandige ontvangstruimte. De klant verregent niet, maar staat bij Breeman altijd droog.” In de wachtruimte kunnen bezoekers natuurlijk door de WiFi gewoon doorwerken. Dit kan zelfs in alle rust in een aantal werkplekken. Breeman gaat voor transparantie, daarom kunnen klanten vanuit deze wachtruimte door grote ramen gewoon de werkplaats inkijken en zo de vorderingen zelf zien. “En dan is er ook nog eens ons inpandige museum. Daar staan diverse BMW’s uit de Breeman Classic Collection. Bijzondere modellen als de driewielige ISETTA uit 1955, de 327 uit de jaren ’30 en de 503 uit de jaren ’50 ontbreken niet.”

Product Genius

Witvliet: “Je kunt als bedrijf investeren in panden, maar uiteindelijk gaat het om de klant. Het echte verschil wordt dan ook gemaakt door de medewerkers. De juiste houding en het gedrag van onze mensen bepaalt of klanten zich welkom voelen bij Breeman.” ‘De klant is koning’ is een credo dat bij Breeman daarom geen loze kreet is, maar binnen alle facetten van de organisatie wordt doorgevoerd. De cultuur van Breeman is als familiebedrijf vooral betrokken, no-nonsense, resultaatgericht en met de klant altijd op pole-position. Breeman: “Wij staan bekend om onze persoonlijke aanpak en korte lijnen. Onze vakkundige medewerkers weten waar ze over praten. Om onze klanten optimaal te adviseren werken wij sinds kort met een product genius. Het is zijn taak om klanten en belangstellenden geheel vrijblijvend met productkennis te ondersteunen. Daarbij valt te denken aan hulp bij het samenstellen van een nieuwe BMW, het begeleiden van proefritten en uitleg over het geavanceerde BMW communicatiesysteem ConnectedDrive. De product genius is er om zijn gesprekspartners te inspireren. Dankzij dit concept voelen klanten die in eerste instantie vrijblijvend in de showroom willen kijken minder druk en kunnen zij toch alle gewenste informatie verkrijgen.” Witvliet: “Via internet doet het merendeel van onze klanten al voorwerk als zij op zoek zijn naar een auto en van plan zijn de showroom te bezoeken. Verkoopgesprekken hebben daarom ook een ander karakter dan vroeger. Het contact in de vestigingen is en blijft heel belangrijk. Daarom zetten wij er hoog op in dat onze medewerkers het verschil maken, want een auto kun je overal kopen. Excellente service krijg je echter niet overal. Ook ons ‘alles onder één dak concept’ met wasstraat, werkplaats, aftersales, gastvrouwen en showroom is een duidelijke meerwaarde.”

Fleetsales en schadeherstel

De slogan ‘bij ons is het prima zaken doen’ geldt bij uitstek voor de afdeling Fleetsales bij Breeman. Omdat BMW heel veel zakelijk wordt gereden zijn er een tweetal actieve Account Managers: Jon Rijlaarsdam en Onno van Staden. Zij zijn dagelijks op pad om bedrijven te bezoeken en hen te ontzorgen op gebied van mobiliteit. Zo kunnen er afspraken gemaakt worden over levering een nieuwe BMW, maar ook over leasing, reparatie en onderhoud en haal en breng service. Een professionele gesprekspartner blijkt door Rotterdamse ondernemers bijzonder op prijs te worden gesteld. Ook bij herstelwerkzaamheden is uw auto bij Breeman in handen van professionals. In het pand aan de Driemanssteeweg is de schadeherstelafdeling gevestigd. Dit bedrijf is gespecialiseerd in de schadereparatie van de eigen merken van Breeman. Naast BMW zijn dit MINI en Land Rover. Ook kunnen klanten terwijl ze wachten, de auto laten restylen, ofwel de kleine deukjes eruit laten halen. Uiteraard hoort hier ook het repareren en vervangen van ruiten bij.

Blijven verrassen

Op het gebied van originaliteit onderscheidt Breeman zich ook. “Wij zoeken altijd naar mogelijkheden om te blijven verrassen. Eén van onze extra services voor klanten is bijvoorbeeld een gratis haal- en brengservice van en naar Rotterdam The Hague Airport. Dat is een stukje ontzorging. Ook qua evenementen staat er zeer regelmatig iets op het programma. Vorig jaar mochten we in één weekend 2500 bezoekers ontvangen tijdens het Breeman Classic Car Event, waar naast onze collectie ook nog eens 50 tot 60 bijzondere BMW Classics werden tentoongesteld. Dat was een geweldige ervaring. Auto’s zijn en blijven emotie. De passie voor BMW is ook ongekend groot. Wie het merkt rijdt, wil meestal niets anders meer. BMW-rijders zijn zeer loyaal.” Breeman is onlangs uitgeroepen tot BMW M-dealer van het jaar 2014. Op 21 en 22 juni worden aan de Driemanssteegweg de nieuwe M3 en M4 geïntroduceerd tijdens een speciaal evenement, waarbij ook vele M-voorgangers tentoongesteld zullen worden. Dit zullen er weer zo’n 50 zijn, zoals de eerste Turbo in Nederland: de BMW 2002 Turbo. Witvliet: “Eigenlijk proberen we iedere maand wel iets bijzonders te doen. Onze cabriorijders uitnodigen voor een mooie tocht inclusief lunch, een speciale introductie van de hybride i8 met een hapje en een drankje of klanten die in techniek geïnteresseerd zijn een avondje in onze werkplaats ontvangen waar ze uitleg krijgen van onze monteurs. Dit zijn slechts enkele voorbeelden.” De persoonlijke touch is altijd aanwezig en de benaderbaarheid groot. “De autobranche is veelomvattend. BMW introduceert dit jaar maar liefst negen nieuwe modellen, zoals de BMW X4, de 4 Gran Coupe en de BMW Active Tourer, die zich in een voor ons compleet nieuw segment bevindt.

De mensen maken het verschil

Je hebt steeds te maken met techniek, finance en mensen. Dat laatste aspect is binnen Breeman van onschatbare waarde. Breeman: “Ik ben blij dat Aart Jan ons team in januari is komen versterken en het filiaal langs de A15 runt. Hij is enorm toegewijd en zet bij wijze van spreken zijn bed hier neer. Hij heeft veel ervaring opgedaan met andere premium merken en kent de Rotterdamse markt als geen ander. Ik ben er van overtuigd dat hij onze belevingswereld een nog betere invulling weet te geven. Want hoe mooi onze panden ook zijn, daar verkoop je geen auto’s mee. De doorslag geeft nog altijd de klantgerichtheid.”

In dit nummer van Rijnmond BUSINESS besteden we onder meer aandacht aan HRM, onderwijs en Opleidingen. In dat kader spreken we Zippora Porcelijn. Zij verbindt met haar trainings- en scholingsinstituut ZPITS bedrijven en werknemers. ZPits staat bekend om haar persoonlijke en vraaggerichte aanpak en het grote dienstaanbod. Interne bedrijfsopleidingen voor zittende medewerkers behoren hier ook toe, zowel individueel als in groepsverband.

Naast een vast aanbod, waaronder Bedrijfshulpverlening, Basisveiligheid VCA en VOL, levert ZPITS ook maatwerk cursussen en trainingen. In de lesstof wordt een directe koppeling gemaakt met het bedrijf. “Cursisten leren bij ZPITS om vanuit een breder perspectief naar de eigen organisatie te kijken. We gaan gericht in op speerpunten en situaties die binnen een bedrijf actueel zijn. Medewerkers kunnen vrijwel elk moment starten met een opleiding of training.” Dankzij de persoonlijke aanpak zijn de slagingspercentages hoog. Medewerkers krijgen les in kleine groepen en door persoonlijke aandacht, begeleiding, coaching en voortgangsgesprekken houdt ZPITS continu een vinger aan de pols. Vanwege de crisis zijn bedrijven in de positie om extra kritisch te zijn als het gaat om werknemers. “Er is veel keus, dus men verwacht vaak het schaap met de vijf poten te vinden. Aan de andere kant merk je dat werknemers loyaler zijn. Zekerheid gaat momenteel voor jobhoppen. Investeren in trouwe werknemers loont dus meer dan ooit voor bedrijven.” Interne opleidingen verzorgen voor bedrijven is één van de pijlers van ZPITS. “Dankzij onze expertise hebben wij al vele organisaties kunnen helpen bij het stroomlijnen en optimaliseren van hun bedrijfsvoering. Ons netwerk is bovendien groot, waardoor we ook als verbindende factor van waarde zijn. Onder meer Koning & Hartman en KPMG maken deel uit van ons klantbestand. Dat zulke grote namen tevreden zijn over onze werkwijze, is een mooi compliment.”

Het opleiden van mensen met een langere afstand tot de arbeidsmarkt is een voornaam doel van ZPITS. Via omscholing en zij-instroom moeten zij hun plek en toegevoegde waarde op de arbeidsmarkt weer verdienen. ZPITS is onder meer actief in de branches logistiek en asbest. “We krijgen aanmeldingen voor kandidaten vanuit diverse gemeenten en zijn erg streng aan de poort. Motivatie en een eerlijk verhaal; dat is wat wij willen zien en horen. Alleen dan is er een basis voor verdere samenwerking. Een op de tien aanmeldingen nemen wij op in ons traject. Daar gaan we vervolgens intensief mee aan de slag.” Van taaltraining voor laaggeletterden tot mbo-gekwalificeerde opleidingen met baangarantie; ZPITS heeft het te bieden.

Door een zorgvuldige intake en een communicatietraining vergroot ZPITS de succesvolle terugkeer van cursisten op de arbeidsmarkt. Porcelijn benadrukt dat ZPITS geen reïntegratiebedrijf is. “Wij zijn als opleider op zoek naar vruchtbare samenwerkingen en werken alleen met partijen die aansluiten bij onze visie.” Van kandidaten wordt ook een stuk eigen verantwoordelijkheid verwacht. “Wij helpen ze op weg, maar het is niet de bedoeling dat cursisten de hele tijd achterover leunen. Ze moeten zelf initiatieven nemen. Dat is de enige manier om iets te bereiken op de arbeidsmarkt. Verder is het een kwestie van normale regels opvolgen. Een deadline is een deadline, een petje doe je af in het klaslokaal en je stapt niet in joggingpak de les binnen. Wanneer bedrijven op bezoek komen, moeten zij zich een representatief beeld kunnen vormen. ZPITS steekt alleen energie in mensen die er voor de volle 100 procent voor gaan. Zelf doen we het namelijk ook niet voor minder.”

Vele partijen hebben door de jaren heen geprofiteerd van de samenwerking met ZPITS. Nieuwe partners zijn altijd welkom. “In ons uitgebreide netwerk van bedrijven en non-profit instellingen weten wij onze cursisten snel te plaatsen. Het zijn gemotiveerde en bekwame medewerkers, die weer volop meedraaien op de arbeidsmarkt.”  Nieuwsgierig geworden naar wat ZPITS voor uw organisatie kan betekenen? Neem dan een kijkje op www.zpits.nl of bel vrijblijvend 010 – 4372700 voor meer informatie.

Je moet maar durven! Met de overname van een bestaand hotel in 2008  begon hotelier en entrepeneur Karl Reiter met de ontwikkeling van een luxe, comfortabel en sportief golf- en thermenresort. De grote uitdaging was er in gelegen dat dit project gepland werd in Burgenland, een dunbevolkte deelstaat van Oostenrijk die destijds als behoeftige regio werd aangemerkt.

Om een idee te geven: de hoofdstad (en tevens de grootste plaats) van dit gebied, Eisenstadt, telt nog geen 13.000 inwoners. In deze meest oostelijk tegen de Hongaarse grens gelegen deelstaat van Oostenrijk kent men nauwelijks industrie. De inwoners bestaan er vooral van de landbouw en meer speciaal de wijnbouw. Rust en schone lucht zijn uiteraard volop voorhanden in dit bosrijke gebied.

De visionaire gedachte van Karl Reiter is inmiddels geconcretiseerd: In Stegersbach, zo’n 140 km ten zuiden van Wenen, is inmiddels een golf en wellnessresort gerealiseerd waarin drie viersterren superior hotels, Reiters Allegriahotel, Larimar Hotel, Thermen Hotel Puchas Plus en een vijfsterren hotel, het Balance Resort Stegersbach, onderdeel van de Falkensteiner Hotels, een plaats vinden. Ieder van deze hotels heeft voor zijn gasten spa, sauna en andere verwen-faciliteiten beschikbaar. Daarnaast is er centraal een grote voorziening die wij als “tropisch zwemparadijs” zouden aanduiden.

De golfafdeling van het resort is meteen ook groots opgezet. Met in totaal 50 holes ligt hier nu het grootste golfresort van Oostenrijk. Dit Reiter’s Golfschaukel Golf Complex ligt vlak naast de vier hotels en bestaat uit twee 18-holes-banen: de Panorama Course en de Südbergenland Course, een 9 holes “Start and Play” Course voor beginners en 5 warm-up holes (die ook veel voor instructie worden gebruikt).

De beide 18-holes banen hebben we uitgeprobeerd. De banen liggen naast elkaar en zijn deels met elkaar vervlochten. Het terrein is bosrijk en heuvelachtig, fikse klimmetjes en afdalingen komen voor op de route voor de spelers. Daarnaast liggen de banen op een uitgestrekt gebied (de totale oppervlakte van het golfresort is 190 ha!). Tussen diverse holes en de daarop volgende afslagen moet af en toe een flinke afstand worden overbrugd. Een electrocart wordt dus zeer aanbevolen maar daarbij dient men dan wel op de geasfalteerde paden te blijven. (Niet alleen voor het behoud van de baan maar zeker ook voor de eigen veiligheid: Op de vele, soms natte en gladde hellingen komt het makkelijk tot gevaarlijke slippartijen!) De banen verkeren in een excellente staat van onderhoud, de greens waren bij ons bezoek niet supersnel maar dat kwam deels door vochtige omstandigheden. De twee banen zijn in hoge mate met elkaar vergelijkbaar zij het dat de Panorama Course par 72 is en de Südbergenland Course par 69. Anders dan je wellicht zou verwachten biedt de eerstgenoemde baan geen mooiere vergezichten dan de ander. Over zicht gesproken: Op beide banen komt het enkele malen voor dat men halverwege de fairway nog geen zicht heeft op de green, laat staan de vlag. Dat maakt dat, zeker bij een eerste kennismaking er soms een gokje gewaagd moet worden met betrekking tot de positie van zowel green als vlag. Wel avontuurlijk natuurlijk maar ook wel een extra handicap. Eigenlijk is in dit laatste de enige kritische kanttekening gelegen die we over deze banen kunnen maken.

Midden op het golfcomplex treffen we restaurant Eulenwirt. In dit traditioneel ingerichte clubhuis is het prima toeven en kan rustig op een gespeelde ronde worden nabeschouwd. Dit kan eventueel onder het genot van een glas Uhudler, een prima smakende lokale wijn. Het is ook uiterst verantwoord hier een vorkje mee te prikken want in de keuken is een gelauwerde topkok actief. Gemütlich en lecker zijn hier de steekwoorden.

Voor wie deze regio nog op verdere golfmogelijkheden wil verkennen is er op een klein half uur auto rijden van Stegersbach in Bad Tatzmannsdorf Reiter’s Golf en Countryclub. De ondernemende Karl Reiter heeft hier ook twee hotels gerealiseerd: het Supreme Hotel en het Avance Hotel. Voor gegarandeerde rust worden in dit laatste hotel geen kinderen toegelaten!

Wij hebben de rit naar Bad Tatzmannsdorf gemaakt en hebben met name van ons bezoek aan de golfclub daar bepaald geen spijt! Alles rondom de golfbaan is hier ook prima verzorgd. De driving range is meer dan compleet en uitgerust met video-apparatuur. Buiten de 18 holes baan heeft men hier ook een 9-holes oefenlus die ook voor beginners toegankelijk is.

De 18-holes baan ligt hier in een glooiend landschap, minder heuvelachtig dan in Stegersbach. Gelukkig maar want vanwege de baanomstandigheden werden bij ons bezoek geen electrocarts toegelaten. De ronde te voet maken bleek pittig maar zeker wel doenlijk! Afgezien van een enkel bebost gedeelte ligt deze baan in de open ruimte en biedt spectaculaire panorama’s naar diverse kanten. Enige kanttekening hierbij is dat genoemde hotels naast de baan prominent aanwezig zijn. Ook anders dan in Stegersbach zijn de fairways hier opmerkelijk breed. Blinde holes hebben we hier niet aangetroffen.

Tenslotte: De kwaliteit van deze baan, die flink bezocht en bespeeld wordt, is uitstekend. Met name vanwege de vergezichten en de overzichtelijkheid scoorde deze baan in onze ogen net iets hoger dan de drie bezochte en bespeelde banen.

Maar welke van de besproken banen u ook bezoekt mogelijk in combinatie met een verblijf in een der genoemde hotels: Wij durven te garanderen dat het u zeer zal verrassen!

Donderdag 24 april organiseerden MKB Rotterdam, Business Netwerk Rijnmond en Rijnmond Business in eendrachtige samenwerking met PDA Advies de gezamenlijke Essent Energy Business Lounge. Tijdens deze bijeenkomst werden de bezoekers meegenomen in de wereld van netwerken en energie. De locatie van deze, vanwege het samenwerkingsverband, unieke bijeenkomst was het prachtige gebouw Villa California aan de Escudostraat te Barendrecht.

Het was een zeer geslaagde druk bezochte bijeenkomst waarbij onder meer PDA Advies in combinatie met energiemaatschappij Essent uitleg gaven over de start van een gezamenlijke, collectieve inkoop van energie, speciaal voor leden van MKB Rotterdam, Business Netwerk Rijnmond en Rijnmond Business, ook wel samengevat als TEAM Rijnmond. In een komende editie van Rijnmond BUSINESS komen we nader terug op de voordelen die de collectieve inkoop van energie via deze combinatie van Team Rijnmond het u als lezer van Rijnmond BUSINESS op kan leveren. Globaal kunnen we nu reeds stellen dat het u een besparing van minimaal 15 procent op uw huidige tarieven gaat schelen.

Na de presentaties van PDA Advies en twee medewerkers van Essent konden de relaties van MKB Rotterdam Business Netwerk Rijnmond en Rijnmond BUSINESS genieten van heerlijke gerechtjes en met elkaar de dingen van alle dag doornemen en over zaken praten. Dat leverde weer nieuwe energie op.

Een klas eerstejaars MBO leerlingen Handel & Commercie van het Albeda college heeft geluk. Nu al maken ze kennis met verschillende ondernemers en krijgen zij training in ondernemerschap en slimmerkunde. Hun trainers zijn ondernemers en leden van Rijnmond Werkt Samen. De gesprekken gaan over de tijd waarin we nu leven, welke vaardigheden daarvoor nodig zijn en waarmee we in de toekomst ons geld gaan verdienen. Er gaat een wereld voor ze open en ze worden gretig om meer te weten over hun eigen kansen in de toekomst.

Het ondernemersavontuur
De meeste MBO leerlingen komen pas tijdens hun stage in aanraking met ondernemers en de arbeidsmarkt buiten de school. Veel te laat. Tegen de tijd dat zij de arbeidsmarkt opgaan worden er heel andere eisen aan hen gesteld. Een groep ondernemers is hen aan het begeleiden zodat ze klaar zijn voor de toekomst. Tot nu toe zijn de leerlingen mee geweest naar diverse ondernemingen, zoals Stadsbeheer/Roteb, de Piekfijnwinkel aan de Wolphaertsbocht, hebben bezoek gehad van ondernemers van het collectief Rijnmond Werkt Samen en onderneemster Daisy da Veiga gaf een succesvolle inspiratiesessie in de klas.

ECE
Op 12 mei kwamen ze bijeen voor een rondetafelgesprek met ondernemers. Daarin konden ze hun vragen stellen en antwoorden krijgen. Dit gesprek vond plaats in de Science Tower in de boardroom van het Erasmus Center of Entrepreneurship (ECE) op de 11e verdieping. In dit inspirerende centrum worden tientallen ondernemers ondersteund met de kennis en het netwerk van de Erasmus Universiteit, die dit jaar 100 jaar bestaat.

We leven in een tijd van revolutionaire veranderingen.
Onder invloed van sociaal-economische en technologische ontwikkelingen is er sprake van een herschikking van de wereldorde. Er is sprake van een derde industriele revolutie. We beleven de transitie van oude systemen naar nieuwe systemen. In sneltreinvaart stevenen we af op een compleet nieuwe wereld. Deze zal van onze leerlingen vragen dat zij hun eigen toekomst en werk voor zichzelf ontwerpen. Een vaste baan met onbepaalde duur wordt waarschijnlijk schaars. Om in de toekomst je geld te verdienen, zul je zelf kansen moeten zien en creëren.
Vaardigheden voor succes in de nieuwe tijd
Relaties worden complexer en de maatschappij zit niet meer helder in elkaar. Innovatie is dus niet alleen belangrijk op het maatschappelijke vlak, maar ook op het persoonlijke en interpersoonlijke vlak. Daarvoor hebben de toekomstige generaties zogenaamde vaardigheden voor de 21ste eeuw en soft skills nodig, zoals: samenwerken, netwerken, delen van kennis, creativiteit, zelfreflectie, kritisch vermogen en vooral een ondernemersmentaliteit. Een goede eerste indruk maken en jezelf durven zijn, daar begint het mee, maar ook de goede vragen stellen en ervaringen delen en dus je gehele leven lang leren is de echte uitdaging maar ook de mooie kans.

Leerlingen willen allerlei ondernemersvaardigheden leren
De leerlingen geven aan veel meer over de toekomst te willen weten en willen horen hoe ze kunnen uitvinden waar hun kansen liggen. Graag willen ze leren researchen, maar ook onderhandelingsvaardigheden opdoen, les hebben in communicatie en projectontwikkeling en boekhoudingkundig inzicht krijgen. Ze willen ook hulp bij het maken van het stappenplan om steeds verder te komen in hun leven.
De leerlingen willen inspirerende mensen om zich heen hebben, die hen kunnen stimuleren om verdere stappen op het ondernemerspad te zetten. Daarbij bepalen ze zelf de agenda van de bijeenkomsten met de ondernemers van Rijnmond Werkt Samen. Allemaal willen ze een onderneming starten, bijvoorbeeld een winkel, sommigen weten al in welke branche, anderen twijfelen nog. Ze krijgen van de ondernemers te horen dat ze mensen om zich heen moeten verzamelen die slimmer zijn dan zijzelf, waarvan ze kunnen leren. Zodat ze bijvoorbeeld te weten komen dat er vakmensen nodig zijn, mensen die met hun handen kunnen werken en makers. 3D printen wordt als voorbeeld genoemd. In Shanghai worden nu al per dag 10 huizen geprint.

MBO als innovatieve motor van het MKB
Chris informeert de leerlingen over de kansen in het Midden- en Kleinbedrijf. Het zal in de toekomst ook de motor van de economie blijven. Het MKB was in 2011 goed voor bijna 40% van alle banen en voor 47.5% van alle omzet. Daarmee is het een grotere werkgever dan grote ondernemingen. Deze visie wordt versterkt door het recente verschenen rapport van de WRR “Naar een lerende economie”. De WRR stelt dat het mbo als motor van de innovatie in het MKB zou moeten gaan functioneren. Een intensieve samenwerking tussen MBO en MKB zal prachtige kansen opleveren.
Deze slotconclusie is een mooie afsluiting van een geslaagd gesprek.

Deelnemers
Ondernemers: Krishen Raghoebier van Stichting Young UP, Jorien Minderhoud van The Holland Road, Daisy da Veiga, Gerobey Arlaud (alumnus Albeda en directeur van een management consultancybedrijf), Edwin van der Graaf en Etienne Harteloh (beiden van Rijnmond Werkt Samen), Cor van Drieberge (Cor the Coach) en Chris Noordam (Work for Fun!). Wilt u zich als ondernemer aansluiten, neem dan contact op via rijnmondwerkt@gmail.com
Albeda leerlingen: Janine van Weert, Rogan Linscheer, Roshinie Algoe, Rima Sew-lal, Fouad Boussakouk en Remy Fernandes.

Websites ondernemers:
Het jongerenplatform in Rijnmond op het gebied van talentontwikkeling in de praktijk. http://www.young-up.nl/

Wij versterken de maatschappij door individuen te verbinden, voor te bereiden en voor te lichten.
http://www.thehollandroad.nl/

Empowerment training/coaching voor Young Professionals en teams
http://daisydaveiga.com/

Coaching van Young Professionals (persoonlijke ontwikkeling)
http://www.corthecoach.com/

Arlaud consulting
http://www.linkedin.com/in/gerobeyarlaud

Kees van ’t Zelfde is er glashelder over: “Eigenlijk hadden we het eerder moeten doen, want de behoefte aan meer professionele communicatie in de regio is er al veel langer. Vooral de laatste jaren worden we bij Rijnmond Business regelmatig benaderd door onze relaties met het verzoek ons te buigen over hun communicatieve activiteiten. Tot nu toe hadden we daar de tijd, capaciteiten en gelegenheid niet voor. Maar nu wél. Mijn vroegere business partner Chris Willemsen en ik lanceren een reclameadviesbureau dat in het verlengde ligt van Rijnmond Business. Wat we voor onze klanten beogen, is klip en klaar verweven in de naam van ons bureau: MORE BUSINESS.”

Creativiteit hand in hand met resultaat

De directie van MORE BUSINESS wordt als gezegd gevormd door Kees van ’t Zelfde en Chris Willemsen. Ooit startten zij samen vanuit Ridderkerk het reclamebureau Adlanta Communications. Door snel aansprekende successen te behalen, werd het ingelijfd door een grote bureauketen, verhuisde naar Amsterdam, veranderde een aantal keren van naam (KKBR Retail en The Sales Machine Euro RSCG) en maakte vooral in de jaren ’90 veel furore. Chris Willemsen: “Die 020-periode was een aaneenschakeling van hoogtepunten, zowel creatief als economisch, voor lokale en (inter)nationale opdrachtgevers en in zowel consumentenreclame als business-to-business communicatie. We werden een nationaal begrip, omdat creativiteit bij ons hand in hand ging met resultaat en dat was daar niet gebruikelijk. Het is echt niet zo moeilijk om iets creatiefs te bedenken, maar het moet wél effect hebben. Dat is dus ook het uitgangspunt van MORE BUSINESS: de kracht van een reclamebureau zit ‘m in het vermogen om onderscheidende communicatie te leveren die ook nog eens tot resultaten leidt. En vooral in business-to-business communicatie zie ik nog te veel uitingen waarin dat niet of onvoldoende gebeurt.” Kees van ’t Zelfde vult aan: “Niet zelden wordt er gedacht vanuit de afzender van de boodschap in plaats van vanuit de ontvanger. Dat is niet alleen zonde van de inspanningen, het is ook nog eens zonde van het geld. Je hoort en ziet nog zoveel reclameboodschappen die niet onderscheidend zijn of waarbij je denkt: Waar gáát dit over? of Voor wie is dit bedoeld? En daar willen we met MORE BUSINESS iets aan veranderen.”

Niet meteen de meter laten lopen

Chris Willemsen is een zeer goede bekende in deze regio. Ooit stond hij te boek als een talentvol voetballer bij de jeugd van Feyenoord – “Ik moest de opvolger van Ove Kindvall worden; is helaas niet helemaal gelukt…” – en was als journalist en dichter werkzaam voor het Rotterdams Dagblad, terwijl hij bij Radio Rijnmond enige jaren de voetbalquiz Tackle verzorgde. “In Rotterdam worden altijd de mouwen opgestroopt,” weet hij, “daar begrijpt men meer dan waar ook dat je moet bewegen om vooruit te komen. In communicatie is het niet anders. Wat we in eerste instantie met MORE BUSINESS willen, is met onze klanten spiegelen en klankborden. Niet meteen de meter laten lopen, maar eerst bespreken waar iemand met z’n communicatie heen wil.” Van ’t Zelfde: “Ook dat is een cliché, maar veel bedrijven, ondernemingen en merken verzuimen om zichzelf vooraf de twee strategische basisvragen op communicatiegebied te stellen: 1. Wát wil ik zeggen? en 2. Tegen wíé ga ik het zeggen? Pas daarna volgt vraag 3: Hóé ga ik het zeggen? In een eerste gesprek met ons zal dat het belangrijkste onderwerp zijn. Alleen als we daar samen goed uitkomen, kunnen we volgende stappen zetten, eerder niet.”

Strategie en concept, maar ook uitvoering

Kees van ’t Zelfde benadrukt het brede aanbod van MORE BUSINESS: “Er staat een grote groep gelouterde communicatiespecialisten dag en nacht voor onze klanten klaar. Vormgevers, tekstschrijvers, fotografen, illustratoren, drukwerkprofessionals, social media deskundigen, rtv-specialisten, noem maar op. Want dat uitvoeringstraject, van brochure tot webcampagne en van printadvertenties tot promoties, is bij ons natuurlijk in goede handen. Maar het onderscheidende van MORE BUSINESS zit ‘m toch vooral in de fase vóór de communicatie. Daarom hebben we door de wol geverfde strategen en conceptmakers in huis, want zij zijn daarin de belangrijkste schakels.” Willemsen bevestigt: “Het dienstenpakket van MORE BUSINESS is zo uitvoerig als onze klanten willen. Maar het stuk vóór de communicatie is het allerbelangrijkst. Voordat er daadwerkelijk media worden ingezet, moeten de juiste strategische en conceptuele beslissingen worden genomen. Dan ontstaat het verschil en wordt duidelijk dat professioneel communiceren heel wat meer is dan het zomaar doen van een mededeling. MORE BUSINESS spreekt uit ervaring, heel veel ervaring. En die willen we graag inzetten voor de relaties van Rijnmond Business. Het is logisch waartoe dat voor hen moet leiden: more business….”