Home Blog Page 302

De lat ligt hoog in Moerdijk

0

Het thema van de nieuwjaarspeech van directeur Ferdinand van den Oever van het Havenschap Moerdijk was ‘verbinden’. Dit thema staat dan ook hoog op de agenda bij de activiteiten die het Havenschap in 2014 ontplooit.

De afgelopen jaren heeft een aantal partijen zich intensief bezig gehouden met het plaatsen van stippen op de horizon, zoals Van den Oever het verwoordt. Het resultaat van die inspanningen, het concept Havenstrategie 2030 en de plannen voor het realiseren van een Logistiek Park Moerdijk, wachten op besluitvorming. De verwachting is dat die besluitvorming dit jaar zal plaatsvinden. “De basis die we gelegd hebben in de afgelopen twee jaren zal in de nabije toekomst moeten leiden tot onze licence to operate en licence to grow,” zo zegt Van den Oever. “Excelleren in duurzaamheid en veiligheid hebben een belangrijke plaats in de Havenstrategie. De laatste jaren is er al hard gewerkt om hier een goed fundament voor te leggen. Dit heeft ervoor gezorgd dat er al veel is bereikt. Denk aan de brandweerkazerne en het Port Health Centre die nu op Moerdijk zijn gevestigd. De inspanningen op het gebied van duurzaamheid en veiligheid gaan de komende jaren onverminderd door. Om in de toekomst te excelleren op deze gebieden, moet je immers nu je daar al voor inzetten.”

Nieuwe business
De lat ligt hoog in Moerdijk, want 2014 zal eveneens in het teken staan van meer focus op het creëren van business.

“Samen met het bedrijfsleven kijken wij of we bestaande business kunnen uitbreiden en nieuwe business kunnen genereren. Hiervoor zal een aantal rondetafelgesprekken plaatsvinden waarbij wij hopen te komen tot een aantal ‘aanvalsplannen’. Bijvoorbeeld om meer nieuwe ladingstromen via Moerdijk te laten verlopen en vooral lading via short sea te genereren. Voor bedrijven biedt de haven van Moerdijk veel voordelen ten opzichte van andere havens op het gebied van congestievrije verbindingen met het achterland, goede en snelle terminalafhandeling en toegang tot meerdere modaliteiten zoals spoor en buisleidingen. Deze voordelen doen het tijdverlies van een stukje verder doorvaren naar Moerdijk ruimschoots teniet. Wat ook helpt in het generen van nieuwe ladingstromen en het trekken van nieuwe klanten is de onlangs verworven LME-status. Deze zorgt ervoor dat de haven zich nu ook op de wereldmarkt voor metalen kan begeven dankzij de certificering voor opslag en verhandeling van aluminium.”

Samenwerking
De vooruitzichten voor Moerdijk zien er rooskleurig uit, beaamt ook Van den Oever. “Het Havenschap werkt voornamelijk op eigen kracht. Dat laat onverlet dat we op diverse fronten open staan voor complementariteit. Neem de petrochemische sector, als je hierbinnen in de wereld een rol van belang wilt blijven spelen, is samenwerking van de havens binnen de Vlaams-Nederlandse Delta noodzakelijk. Op wereldschaal zijn we als havens binnen de Delta gezamenlijk namelijk veel sterker dan alleen.”

“Maar ook op andere gebieden werken we samen. Zo hebben wij al een operationele samenwerking met de haven van Rotterdam. Wij zijn nu aan het bekijken of we met de haven van Antwerpen een zelfde soort samenwerking kunnen aangaan. De reacties van deze beide havens op onze Havenstrategie geven aan dat zij zeker opstaan voor samenwerking.”

Logistiek Park Moerdijk en uitbouwen industrieel cluster
Dit jaar staat ook in het teken van de voorbereidingen voor het Logistiek Park Moerdijk. Van den Oever: “Weliswaar is de verwachtinging dat aan het eind van het jaar het bestemmingsplan definitief zal zijn, nu al vindt acquisitie plaats om mogelijke potentiële partijen te laten voorsorteren op de komst van het logistieke park. Daarnaast zijn we bezig met het verder uitbouwen van het industriële cluster.”

Moerdijk gaat zich dus in zijn algemeenheid richten op nieuwe klanten. “De afgelopen jaren was ons streven om de basisinfrastructuur op orde te krijgen, nu is het tijdstip er om samen met de bedrijven in de aanval te gaan. De economische perspectieven zien er in elk geval goed uit. Dat merken wij nadrukkelijk aan de belangstelling om zich in Moerdijk te vestigen. Die is enorm toegenomen. Het is duidelijk dat wij als vierde zeehaven van Nederland een belangrijke economische factor zijn.”

De strategie is de verbinding

0

2014 Brengt het gevoel bij mij teweeg van een nieuwe periode om ambities te realiseren. We leggen natuurlijk een verbinding met de afgelopen jaren, waarop we voortbouwen. Deze verbinding ligt bij het Havenschap vooral in de Havenstrategie die we in 2014 definitief gaan maken.

Het Havenschap, de gemeente Moerdijk en de Provincie Noord-Brabant hebben vorig jaar het concept van de Havenstrategie gepresenteerd. We hebben daarin de groeistrategie geformuleerd waarbij het haven- en industriegebied in balans blijft met de omgeving. Dit jaar zullen we met de input van onze stakeholders die strategie definitief maken.

De haven van Moerdijk is na de Brainportregio de tweede economische motor van Brabant met potentie voor groei. De haven heeft een centrale plek in de Vlaams-Nederlandse Delta en is goed gepositioneerd als logistieke hotspot in de maintenance-regio West-Brabant. Het Rijk erkent deze kracht van de haven ook, zoals blijkt uit het benoemen van Moerdijk tot één van de vier kernzeehavens van Nederland.

Zoals ik al aangaf zien wij mogelijkheden voor groei van het haven- en industriegebied, maar wel in balans met de omgeving. En met omgeving bedoel ik zowel de omwonenden als de natuur. Ik ben me ervan bewust dat de Havenstrategie in het dorp Moerdijk de gemoederen sterk bezighoudt. In het besef dat de haven van Moerdijk economisch van belang is voor de regio en daarbuiten, houden we bij de lange termijnplannen nadrukkelijk rekening met die lokale belangen.

Nauw verbonden met de Havenstrategie is de ontwikkeling van het Logistiek Park Moerdijk. De extended gate-functie van de haven is één van de drie pijlers van de concept strategie. We zien het LPM als een kansrijke ontwikkeling die veel kansen biedt voor de regio. Denk hierbij aan directe en indirecte werkgelegenheid en versterking van West-Brabant als logistieke hotspot.

Na het definitief vaststellen van de strategie voor de haven zullen we in 2014 nadrukkelijk aandacht besteden aan de governance. Welke wijze van besturen en toezicht past het beste bij de ambities voor het haven- en industrieterrein? Daarbij zijn meerde scenario’s mogelijk. In het jaar dat voor ons ligt zal daarin een keuze worden gemaakt.

– Yves de Boer

4COM: dé ICT-specialist voor de binnenscheepvaart

0

4COM is een ICT-bedrijf dat zich voornamelijk richt op de binnenvaart. Deze keuze is niet zo verwonderlijk. De broers en tevens directieleden Paul en Marco van Utrecht zijn op een binnenvaartschip geboren. Drie anders broers verdienen, als binnenvaartondernemers, hun brood op het water en dan is er nog één broer met het bedrijf -Rometal- in Klundert.

Paul en Marco van Utrecht hebben nooit de drang gehad om te gaan varen. Paul kwam in de telecombranche terecht. Toen eind jaren negentig de mobiele telefonie begon door te breken, gingen bij Paul de bellen rinkelen. Het leek hem de ideale communicatieoplossing voor de binnenscheepvaart, waar tot dan toe bijna alle communicatie via de marifoon verliep. Het bleek een gat in de markt. “Bij verschillende providers heb ik in die tijd onderzocht wat de mogelijkheden waren voor de binnenscheepvaart. Het bleek toen dat Telfort over een product beschikte dat aansloot bij de markt, landelijk dekkend en kostentechnisch aantrekkelijk was. In 2005 ben ik voor mijzelf begonnen en naast Nederland ook over de grenzen in België en Duitsland gaan kijken. Binnen een jaar had ik 1.000 klanten.” Broer Marco werd ingeschakeld. Ook Marco had niet gekozen voor een carrière op het water, hij was in de financiële hoek beland. Een geluk voor Paul, die zijn broer kon inschakelen voor de financiële kant van de zaak. Aanvankelijk op parttime basis voor één dag in de week. Daarna volgden al snel ook de avonden en de zaterdag. Het moest er dus wel van komen dat de broers samen verder gingen. Na een proefperiode besloten de broers daadwerkelijk verder samen op te trekken. In 2007 kwam ook Marco in de zaak. De taakverdeling was helder. Marco is verantwoordelijk voor de achterkant: administratie, contractbeheer, debiteuren en Paul doet de voorkant: marketing, verkoop en support.

Dorp
“De binnenvaart is een mooie wereld die wij van huis uit goed kennen. Het is leuk om in die omgeving te werken. De binnenvaartwereld is net een dorp,” zo schetst Paul. “Iedereen kent iedereen. Dat schept verplichtingen, doe je het goed dan gaat dat snel rond in ‘het dorp’, maar als je per ongeluk een steekje laat vallen, gaat dat even snel rond. Je moet scherp zijn en een stapje meer doen.” De dienstverlening strekt zich inmiddels verder dan de binnenscheepvaart. Aanverwante bedrijven zoals bunkerstations, scheepswerven en toeleveranciers zijn eveneens klant bij 4COM. Het bedrijf met zestien medewerkers, die bijna allemaal van de vaart komen, levert totaaloplossingen op het gebied van data- en telecommunicatie. In de binnenscheepvaart is mobiele communicatie ook een hot item. Dankzij de nieuwe technologieën van HSDPA en 4G ligt de digitale wereld van e-mail en internet open voor de maritieme sector. 4COM levert onder meer de totale installatie van internet, e-mail en faxserveroplossingen. Paul: “De klant sluit bij ons een contract af en wij regelen het verder, in tegenstelling tot bij wat bij telecomwinkels gebruikelijk is. Die sluiten voor de klant een contract af bij een provider. Het voordeel van onze werkzijze is dat alle activiteiten zich bundelen op één factuur. Een klant met abonnementen in Nederland, België en Duitsland ontvangt geen woud aan facturen, maar slechts één factuur van ons. Wij nemen hem de administratieve rompslomp uit handen. Dat vindt de klant prettig, want die wil vooral varen.”

Service
4COM biedt meer voordelen. Marco: “Als bij iemand thuis internet niet meer werkt, belt hij zijn provider. Daar vragen ze als eerste naar zijn postcode en of hij naar een servicepunt kan komen. Dat is op de binnenvaart wat lastig. Ergens onderweg is er geen postcode en even naar een servicepunt komen, is eveneens geen optie. Wij proberen op afstand te helpen en als dat niet lukt, gaan we bij de klant aan boord.” Dat verklaart meteen de locatie waar het kantoor van 4COM is gevestigd. Exact op het punt waar de Oude Maas en de Dordtse Kil zich splitsen. “Onze klanten varen met grote regelmaat langs ons kantoor richting Duitsland, Antwerpen of Rotterdam. Bij storingen zorgen wij dat er een servicewagen op een afgesproken plek staat en we varen desnoods mee, of volgen het schip naar een haven. Wij hebben feeling met de markt en weten exact hoe de binnenscheepvaart in elkaar steekt. Een kapitein wil alleen maar varen. Zonder verder gedoe aan zijn hoofd. Voor de afhandeling van storingen beschikken wij over een helpdesk die 24 uur per dag en 7 dagen per week bereikbaar is voor onze klanten.”

Verbreding
4COM groeide in een beroerde economische tijd. “De crisis heeft ons veel wind in de rug gegeven,” zegt Paul. “Wij bekijken de telecom door de bril van de binnenvaart. Daarbij zijn wij een klein bedrijf en een luis in de pels van de gevestigde orde, de grote telecomproviders. Verder zijn er niet te veel aanbieders zoals wij. Dat alles heeft erin geresulteerd dat we nu zo’n 8.000 klanten hebben. De afgelopen jaren is ons werkterrein wel verbreed. We leggen communicatienetwerken aan op nieuwe en bestaande schepen en richten ons ook op scheepvaart gerelateerde bedrijven. Vaak hebben die dezelfde behoeften op het gebied van mobiele tefonie en mobiel internet. Het is wel zaak om onze focus op de maritieme sector te houden. Die markt vinden wij prettig en als je de focus verbreedt naar bedrijven op de wal, moet je de aandacht gaan verdelen en dan verslapt de focus.”

Ambities
De broers hebben nog ambities genoeg. “In Duitsland is nog veel te halen. In Nederland vind je vooral bedrijven met een schipper/eigenaar die één of twee schepen heeft. In Duitsland zijn er veel rederijen of coöperaties met meerdere schepen, dat is lastiger binnen komen, maar de schippers hebben wel dezelfde communicatiebehoeften als hun Nederlandse collega’s.” In België heeft 4COM inmiddels vaste voet aan de grond. De telecommarkt verandert -ook voor de binnenscheepvaart- intussen wel. Marco: “In de beginjaren zetten de providers producten en abonnementen in die specifiek op de binnenscheepvaart geënt waren. Dat is nu bijna niet meer aan de orde. Met de Europese abonnementen zijn de mogelijkheden en opties zo uitgebreid dat alles met die abonnementen afgedekt kan worden. Onze meerwaarde zit erin dat wij helderheid scheppen voor onze klanten in het oerwoud van mogelijkheden, regels, tarieven enzovoort. Daarbij ligt onze toegevoegde waarde ook nadrukkelijk op onze serviceverlening.”

Klantcontact
Om het contact met de klant ook in de persoonlijke sfeer te onderhouden neemt 4COM van 13 tot en met 15 mei a.s. deel aan de beurs Maritime Industry die plaatsvindt in de Evenementenhal Gorinchem. “We treffen onze klanten bijna nooit persoonlijk, daarom is het leuk om daar aanwezig te zijn. Dan kunnen we weer eens rustig bijpraten,” zo besluit Paul van Utrecht. Wilt u ook kennismaken met 4COM? Bel dan (078) 750 17 35 of breng een bezoek aan de beurs Maritime Industry.

Van der Mark Logisch in Logistiek: Het rijdende visitekaartje van de klant

0

Het is duidelijk dat Van der Mark Transport een familiebedrijf is. Op veel plekken in het kantoor op het industrieterrein De Bosschen in Oud-Beijerland vind je er foto’s die de historie van het transportbedrijf weergeven. Van het huis waar het in 1910 begon tot en met de allerlaatste aanwinst van het wagenpark. Simon van der Mark (46) is de vierde generatie, hij nam in 2000 het roer over van een bloeiend transportbedrijf.

“Wij zijn een oerdegelijk Beijerlands bedrijf,” zo steekt de directeur-eigenaar van wal. “Mijn vader, opa en overgrootvader hebben een mooi bedrijf opgebouwd. Het resultaat is dat we nu een logistieke totaalspecialist zijn. Wij verzorgen regionale en (inter)nationale transporten. En dat doen we met hart en ziel. Tachtig procent van onze omzet halen wij uit de Hoeksche Waard. Zo rijden we onder meer voor Van Oord PortionPack, Medeco, Jimmy’s en Mars, die zitten hier bijna allemaal om de hoek. Eén van onze specialiteiten is groupage vervoer; vaste lijndiensten in eigen beheer.” Voor Van Oordt PortionPack bijvoorbeeld, één van de grootste producenten van portieverpakkingen in Europa, verzorgt Van der Mark de opslag en de dagelijkse distributie in Nederland én een deel van de export. Maar ook voor Medeco, leverancier van disposables in de gezondheidszorg, is Van der Mark dagelijks op pad. “Wij leveren de disposables van Medeco tot zelfs op de afdeling af bij alle ziekenhuizen en verzorgingshuizen in Nederland. Dat is trouwens onze toegevoegde waarde bij alles wat we doen. Wij zijn het rijdende visitekaartje van onze klanten.”

De spil van alle activiteiten van Van der Mark Transport vormt het logistieke centrum van 10.000 vierkante meter. Daarin zijn alle warehousingdiensten ondergebracht, voorzien van een geavanceerd barcodescanning- en palletlocatiesysteem om de opslagcapaciteit van 15.000 pallets goed te managen. Het bedrijf beschikt over 35 tautliners (opleggers waarvan de zijkanten over de gehele lengte geopend kunnen worden, red.), citytrailers en koelwagens. Stuk voor stuk voorzien van hightech communicatiemiddelen en boordcomputers. Bij het bedrijf werken 58 mensen, die op één na, allemaal uit de Hoeksche Waard komen. “Goed personeel is een groot goed, want het zijn uiteindelijk de medewerkers die het moeten doen. Afspraak is afspraak bij ons. Dat betekent dat ik mijn chauffeurs moet kunnen vertrouwen. Dagelijks rijden wij naar zo’n 250 afleveradressen in Nederland, maar ook internationaal naar Frankrijk, Spanje en Italie. En of het nu gaat om één pallet, twintig rolcontainers, of om een trucklading vol, wij leveren af daar waar de klant het wenst. Dat betekent dat het bij ons gaat om meer dan een truck besturen. Omdat we kleinere orders kunnen combineren lukt het ons om interessante groupagetarieven te hanteren.” Daar zit tevens een groot misverstand, is de veronderstelling van Simon van der Mark. “Men denkt dat je bij ons alleen maar terecht kunt voor complete vrachtwagenladingen. Niets is minder waar, ook het vervoeren van één pallet is bij ons in goede handen. Wij verzorgen de opslag en behandeling van goederen in de ruimste zin van het woord. Van één pallet tot een gehele productvoorraad. Niets is te groot of te klein voor ons.”

Van der Mark Transport beheert volledige goederenstromen, vanaf het moment van productie tot aan aflevering bij de ontvanger. Zelfs vanaf vóór het productieproces. “Voor Jimmy Products BV, fabrikant van Jimmy’s Popcorn leveren wij de grondstoffen af bij de fabriek in Oud-Beijerland. Na het productieproces verzorgen wij de levering van popcorn aan alle bioscopen in Nederland.” zegt Van der Mark. Voor een andere klant, Medeco, rijdt Van der Mark Transport met vrachtwagens in de huisstijl van de opdrachtgever. De kracht van Van der Mark schuilt in de persoonlijke relatie met zijn klanten is de vaste overtuiging van de directeur. “Ik kijk het liefst iemand in de ogen. Een relatie opbouwen en onderhouden kost tijd, maar is ontzettend belangrijk. Er gaat nooit een offerte per e-mail de deur uit, ik wil een offerte graag persoonlijk toelichten. Als ik dat per e-mail doe, kom ik nooit verder dan een specifiek antwoord op een specifieke vraag. Als ik met iemand aan tafel zit en we praten over een prijs voor A, haal ik misschien wel B of C binnen. Dat kan alleen in een persoonlijk gesprek. Het liefst ontvang ik potentiële opdrachtgevers hier in ons hoofdkantoor. Ik wil graag laten zien wie we zijn, wat we doen en hoe we het doen. Wij zijn niet de allergoedkoopste, maar we zijn wel goed. En goedkoop is meestal duurkoop. Wij zijn een logistieke dienstverlener die net iets verder gaat. Een sterk punt is dat wij niet leveren tot aan de drempel, maar tot achter de drempel zeg ik altijd maar.”

ToBe voor het ontwikkelen van een creatief talent

0

ToBe cultuurcentrum is dé organisatie voor cultuureducatie in Zuid-Holland Zuid. ToBe biedt cursussen, workshops en voorstellingen voor dans, theater, muziek, kunst en design. In het Energiehuis te Dordrecht kunnen creatieve en muzikale vaardigheden ontplooid worden in de ateliers, leslokalen, dansstudio’s en oefenruimtes. De voorstellingen en optredens vinden plaats in muziekzaal Ketel 1, theaterzaal Ketel 2 en de Talent Stage.

Vanuit de hoofdlocatie in het Energiehuis is ToBe ook actief in Barendrecht, Dor-drecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Hoeksche Waard, Papendrecht, Ridderkerk en Zwijndrecht. ToBe werkt hierbij samen met andere kunst- en cultuurorganisaties, maar vooral met scholen. De Popcentrale, Jeugdtheaterschool Dordrecht en Muziekstroom zijn onderdelen van ToBe cultuurcentrum.

Piet Elenbaas is nu zo’n anderhalf jaar directeur van ToBe. Daarvoor was Elenbaas actief in het culturele veld in de gemeenten Rotterdam en Deventer. “Hier in de regio is een uniek project neergezet. De wijze waarop het oude gebouw van de gemeentelijke energiecentrale is omgebouwd tot een culturele ankerplek voor de regio getuigt van lef van het Dordtse college van B&W. De samenwerking tussen Kunstmin, Bibelot en ToBe belooft al veel goeds, het beoogde bezoekersaantal van de programmering is ruimschoots behaald. Een goed cultureel klimaat voor een stad is belangrijk; mensen komen er op af en blijven hangen. Ook goed voor de economie,” zegt de directeur. Dat het ‘concept Energiehuis’ inderdaad uniek is, blijkt uit de belangstelling vanuit andere steden, die graag in Dordrecht komen kijken hoe hier één en ander is georganiseerd en opgezet. Elenbaas is gedreven om cultuureducatie een prominente plek in de samenleving te geven. “Het is mijn missie om -samen met de scholen- kunst en cultuur weer terug te brengen in het onderwijs. Ik ben van mening dat cultuureducatie bijdraagt aan het totale leerproces van kinderen en de creativiteit verhoogd. Dat doen we met ruim 300 medewerkers/docenten, 6.500 cursisten en zo’n 260 scholen.”

Bij ToBe draait het om plezier en het ontwikkelen van een creatief talent op het gebied van dans, kunst en design, muziek en theater. Of dat nu voor, tijdens, na schooltijd is of in de vrije tijd, ToBe is er voor jong en oud, beginners en gevorderden, amateurs en professionals. ToBe programmeert en organiseert festivals, concerten, voorstellingen en evenementen. Vaak in samenwerking met andere kunst- en cultuurorganisaties.

Ook voor bedrijven kan ToBe cultuurcentrum veel betekenen. “Wij verzorgen personeelstrainingen, maar ook kunnen wij bedrijfsfilms maken en evenementen voor bedrijven organiseren. Daarnaast ben ik van mening dat het bedrijfsleven gebaat is bij creatieve, vrije geesten. Wij willen dit al op jonge leeftijd bij kinderen stimuleren. Daar hebben zij later, en ook in hun werkzame leven, plezier van. Andersom kunnen bedrijven ook voor ons van grote betekenis zijn, ik hoop dat wij ondernemers/bedrijven aan ons kunnen binden. Wat zou er mooier zijn dan dat er voor de letters Energiehuis op dit gebouw een naam van een bedrijf komt te staan?”

Meer weten? Neem contact op met Piet Elenbaas, T: (078) 613 31 44.

Peute Recycling en Stam HPK werken samen met Baanbrekend Drechtsteden

0

“Meer werkgevers zouden moeten kiezen voor deze kandidaten”

Peute Recycling en Stam HPK bieden mensen die moeilijk aan het werk komen een kans om werkervaring op te doen. Baanbrekend Drechtsteden selecteert kandidaten, die passen binnen deze Dordtse bedrijven. “Onze samenwerking sluit uitstekend op elkaar aan. Meer werkgevers zouden dit moeten doen,” stelt bedrijfsleider Rudolf Peute.

“We betalen allemaal veel belasting, onder meer omdat er veel mensen werkloos zijn. Daar zitten veel welwillende mensen tussen, die door omstandigheden niet meer aan de slag komen. Natuurlijk kunnen wij kiezen voor buitenlandse uitzendkrachten. Dat hebben we in het verleden ook gedaan. Maar wij vinden het belangrijk om goed met onze medewerkers te kunnen communiceren, ook vanwege de veiligheid op de werkvloer. Daarom kiezen wij nu bewust voor re-integratie via Baanbrekend. Ik ben ervan overtuigd dat als meer bedrijven dit doen, het ook ten goede komt aan Dordrecht.”

Maatschappelijke plicht
Leon Stam van het familiebedrijf Stam Hout Pallets & Kisten deelt die mening. “Wij werken al meer dan 65 jaar in Dordt en vinden dat we op allerlei manieren een bijdrage moeten leveren aan de samenleving. Je kunt ook je hoofd omdraaien en kiezen voor de goedkoopste categorie uitzendkrachten, zoals ik in veel branches zie gebeuren. En daarmee je ogen sluiten voor de problematiek in Nederland,” zegt hij. “Wij vinden het onze maatschappelijke plicht om bereidwillige mensen, die vaak door omstandigheden in de bijstand terecht zijn gekomen, een kans te geven. Dat doen wij al jaren via diverse instanties en ook via Baanbrekend Drechtsteden.”

Beide bedrijven zijn tevreden over de goede selectie van kandidaten en de communicatie. “Dat is belangrijk als je energie in mensen wilt steken,” zegt Peute. “We kunnen hen wel enkele maanden inlenen voor een laag tarief, maar dat is voor ons niet het belangrijkste. Ze moeten immers ook weer werkritme opbouwen en we moeten hen opleiden. Het duurt even voordat ze echt productief zijn.”

Zelfvertrouwen
Dennis Vos herkent dat. Hij begon bij Peute als papiersorteerder, heeft nu een contract en rijdt op de heftruck. Daarmee verplaatst hij balen papier die uit de persmachine komen. “Ik kan tegenwoordig drie persen bijhouden. Dat leer je alleen door ervaring op te doen,” zegt de 30-jarige inwoner van Sliedrecht. “Ik heb veel meegemaakt en ben daardoor buiten het werkcircuit geraakt. De omgang met mensen miste ik heel erg en ik schaamde me dat ik niet werkte. Via de sociale dienst kon ik hier op de sorteerafdeling beginnen. Dat heeft me geholpen om in mijn ritme te komen. Maar ik wilde graag verder. Na vier maanden mocht ik op de heftruck, nadat ik hier mijn opleiding had gedaan. Mijn leven is door dit werk erg veranderd. Ik voel me weer mens, heb weer zelfvertrouwen. Sociaal ben ik er op vooruit gegaan en uiteraard ook financieel. Ik kan weer aan mijn toekomst denken.”

Succes is vrijwillig
Robbie Korn is bij Peute aangesteld als begeleider van de mensen die via Baanbrekend werken in de hallen aan de Baanhoekweg, waar ingezameld papier en plastic wordt verwerkt tot halffabricaat voor de papier- en plasticindustrie. “Wij vinden het belangrijk dat de kandidaten voldoen aan de normale arbeidsdiscipline: op tijd komen, fatsoen, kunnen communiceren, gemotiveerd zijn, openstaan voor coaching. Succes is vrijwillig, zeggen wij hier altijd. Peute hoeft je einddoel niet te zijn, maar je kan wel gebruik maken van de vaardigheden die je hier opdoet. Als het bevalt en de mogelijkheid is er, kunnen we een contract aanbieden en kun je doorgroeien.” Behalve Dennis Vos werkt ook zijn broer Louis (28) bij het bedrijf. “Ik heb allerlei opleidingen gedaan, maar niks afgemaakt,” vertelt hij. “Ik ben heel blij met de kans die ik heb gekregen bij Peute, want ik was niet gelukkig, wilde heel graag van mijn uitkering af en aan mijn toekomst werken. Nu ga ik met plezier naar mijn werk. Ik hoor weer bij de maatschappij.” Rudolf Peute: “Wij kunnen mensen proberen te inspireren, maar ze moeten zelf zorgen dat ze gemotiveerd raken.”

Inleenkosten
Leon Stam noemt ook betrokkenheid bij het bedrijf belangrijk. “De relatie moet van twee kanten komen. Het gaat mij niet om de lagere inleenkosten. Ik moet gemotiveerde mensen hebben. Die mensen verdienen een kans.” De afgelopen jaren heeft Stam diverse re-integratiekandidaten uiteindelijk in dienst genomen: heftruckchauffeurs, productiemedewerkers, een vrachtwagenchauffeur, een administratief medewerker. Enkelen zijn weer doorgestroomd naar ander werk. De laatste kandidaat begon ook heel sterk en was heel bereidwillig, maar haakte af door privéproblemen. “Daar kan Baanbrekend Drechtsteden niets aan doen. Onze contactpersoon daar heeft ons niet in de steek gelaten en is overal achteraan gegaan. Niets dan lof op dat punt,” zegt Stam. Recent is er een Wajonger aan de slag gegaan. “Hij doet het fantastisch en komt bij mij in dienst. En als we weer een vacature hebben, zullen we het niet nalaten Baanbrekend Drechtsteden in te schakelen.”

Opnieuw kwaliteitsimpuls voor bedrijventerrein Oosteind in Papendrecht

0

Bedrijventerrein Oosteind in Papendrecht krijgt opnieuw een kwaliteitsimpuls. Nadat enkele jaren geleden al de Ketelweg, de ontsluitingsweg van het bedrijventerrein, van nieuwe verharding, groen en een aparte fietsrijstrook werd voorzien, krijgt nu de rest van het bedrijventerrein een upgrade. Met de kwaliteitsimpuls is circa 2,2 miljoen euro gemoeid, waarvan provincie Zuid-Holland de helft betaalt.

Wethouder Richard Korteland gaf eind februari in het bijzijn van diverse ondernemers het startsein van de revitalisering. Gestart wordt in het deelgebied zuidoost, de Rosmolenweg en Gantelweg. Onder andere de wegen worden opgeknapt, het openbaar groen wordt opnieuw aangelegd en de openbare verlichting wordt vervangen door duurzame LED-verlichting. De revitalisering van het openbare gebied zorgt er onder meer voor dat het gebied aantrekkelijker wordt, dat het verkeer beter doorstroomt en dat de parkeersituatie verbetert. Verder zal de halte van de Waterbus van de Scheepvaartweg naar de Rosmolenweg bij Boskalis worden verplaatst. De hoop is dat de halte dan meer gebruikt wordt dan nu.

Wethouder Korteland: “Bedrijventerrein Oosteind behoort tot één van de beste bedrijventerreinen van Nederland. Daar zijn we trots op. We willen dat Oosteind een zeer aantrekkelijk vestigingsklimaat behoudt voor bedrijven uit de industriële en maritieme sector. Daarom hechten we als gemeente veel waarde aan de nauwe samenwerking met de ondernemers. Samen verbeteren we de kwaliteit van Oosteind en zorgen we hier voor een nog beter ondernemersklimaat.”

Bedrijventerrein Oosteind is zo’n 70 hectare en biedt naast wereldspeler Boskalis plaats aan zo’n 130 andere bedrijven, waaronder Visser & Smit Hanab, Visser & Smit Bouw, Gebr. de Koning, Van de Grijp buizen, Scheepswerf Slob, Pon-Cat, Veth propulsion, Van Sillevoldt rijst, Sonneveld bakkerijproducten en Silvo kruiden (McCormick).

Secretaris Dirk den Otter van Belangen Vereniging Oosteind is erg te spreken over de aanpak van het bedrijventerrein. “We kunnen vaststellen dat zowel de gemeente als de provincie zich ervan bewust is dat Oosteind een parel is. Maar wanneer je wilt dat een parel haar glans behoudt, dan moet ze van tijd tot tijd wel opgepoetst worden. Dat gebeurt nu. De wijze waarop de plannen vorm hebben gekregen, verdienen alle lof. De gemeente heeft ondernemers nauw betrokken bij de planvorming en later bij de uitwerking.”

Sinds de werkzaamheden aan de Ketelweg is er een intensieve samenwerking tussen de BVO en de gemeente Papendrecht, vindt Den Otter. “Dat heeft in het afgelopen jaar bijvoorbeeld ook geleid tot een breed gedragen bestemmingsplan. Voor veel bedrijven is door goed overleg tussen de gemeente en de BVO een veel gunstiger plan ontstaan, vergeleken met de eerste versie.”

De gemeente stimuleert ondernemers op Oosteind om ook op hun eigen grond maatregelen te nemen. Een succesvol voorbeeld van deze aanpak is de samenwerking tussen Boskalis en de gemeente. Het ontwerp van nieuwbouwontwikkelingen op eigen terrein van Boskalis is in samenhang met het ontwerp van de openbare ruimte ontwikkeld, waardoor de plannen esthetisch goed op elkaar aansluiten. Door het ontwerp versterken de publieke en private ambities elkaar. Hierdoor is een enorme sprong gemaakt in een kwalitatief betere uitstraling. De openbare ruimte én de inrichting van de private percelen bepalen namelijk de uitstraling van een terrein.

Door met een grote shovel een deel van de vangrail weg te nemen gaven Korteland en Den Otter het symbolische startsein voor de werkzaamheden. Den Otter ziet de toekomst van Oosteind met veel vertrouwen tegemoet. “Het Oosteind heeft mede dankzij het gemeentelijk en provinciaal beleid uitstraling. De ondernemers hebben vertrouwen in de toekomstige ontwikkelingen in Papendrecht. Er wordt door de bedrijven flink geïnvesteerd. We hoeven alleen maar ons heen te kijken en te zien wat Boskalis hier doet. Ook op andere delen van het industrieterrein worden plannen voor de toekomst ontwikkeld. Oosteind wordt alleen maar mooier en aantrekkelijker.”

Start herinrichting Bedrijventerrein Oosteind, Gemeente Papendrecht
DIGITAL CAMERA
Gemeente Papendrecht, Burgemeester en Wethouders

Ongelijk herstel in transport en logistiek

0

De Nederlandse transport- en logistieksector ziet het vrachtvolume dit jaar weer met 1,2% toenemen en kan weer omzetgroei tegemoet zien. Toch betekent dit niet over de hele linie meteen voorspoed, meldt ING Economisch Bureau.

Achterblijvende vrachtprijzen zijn traditioneel een kritisch punt en dit doet zich nu versterkt voor. Veel transport- en logistiekbedrijven krabbelen volumegewijs langzaam uit het dal, maar blijven er financieel gezien nog in steken.

Keerpunt bereikt, maar echte ommekeer blijft uit
De vooruitzichten voor de transport- en logistieksector verbeteren. De meeste logistieke bedrijven zullen zich 2013 zeker niet herinneren als een goed jaar, maar in het vierde kwartaal keerde het perspectief met een groeiende vraag uit de industrie terug. Dit jaar zet die verbetering zich door. Zo is de groei van de luchtvracht in de afgelopen maanden een belangrijk teken dat de markt de komende maanden verder aantrekt. Terwijl het volume groeit, hebben veel bedrijven nog altijd moeite om de achterblijvende tarieven te verhogen. Door de aantrekkende vraag daalt het aantal faillissementen wel, maar dit is in de marges nog nauwelijks merkbaar.

Meeste groei in internationale logistiek, wegvervoer blijft achter
De internationale activiteiten in het lucht- en zeevervoer en de logistieke dienstverlening groeien dit jaar verwachting met 2% tot 2,5% het meest toenemen. Daarentegen blijft het meer binnenlandse wegvervoer dat internationaal marktaandeel verliest achter. Toch komt ook hier door stabiliserende bouwproductie en consumentenuitgaven een einde aan de teruggang.

Toenemende verschillen kenmerken de sector
De marktomstandigheden van de afgelopen jaren hebben de onderlinge financiële verschillen in de transport- en logistieksector vergroot. Het gemiddelde beeld volstaat hierdoor steeds minder. Zo treedt schaalvergroting en schaalverkleining in het wegtransport tegelijkertijd op en drukken de steeds grotere aantallen eigen rijders het sectorresultaat. Daarnaast ontwikkelen bedrijven zich en ontstaan er steeds meer mengvormen.

Hoewel grote logistieke bedrijven doorgaans winstgevender zijn, blijken ook kleinere (gespecialiseerde) bedrijven blijken nog altijd in staat om zich positief te onderscheiden. Ondernemerschap maakt het echte verschil. Sectormanager transport en logistiek Machiel Bode van ING: “In de huidige markt moet je scherp en actueel zicht hebben op de activiteiten. Sterke focus op renderende logistieke activiteiten zijn nodig om meer bedrijven van het herstel te laten profiteren.”

Ondernemers in de transport en logistieke sector denken vooral in kansen

0

Terwijl de sector transport en logistiek te kampen heeft met de gevolgen van de economische crisis en een niet al te positieve beeldvorming bij het grote publiek, zijn de deelnemers van het rondetafelgesprek onverdeeld optimistisch. Ze geven aan vooral in kansen te denken. De trend is gezet voor een levendige bijeenkomst.

Aan tafel is een aantal vakprofessionals aangeschoven om over logistiek te praten. Erik-Jan Blook, Edwin van der Ham, Simon van der Mark, Marcel ’t Hart, Arjan Maat en Piet Noteboom zijn het snel over één ding eens: er komen betere tijden aan voor de sector. Arjan Maat: “Als je de berichtgeving in de media volgt, kan er een negatief beeld van de transportsector ontstaan. Toch zijn er ook positieve zaken te melden. De branche is dynamisch en als je daar op de juiste manier op inspeelt, zijn er legio mogelijkheden.” Maat legt uit hoe het er in zijn bedrijf aan toe gaat: “Focus is belangrijk, wij richten ons voornamelijk op exceptioneel transport, contractvervoer en warehousing.” Ook Van der Mark Transport levert diverse logistieke diensten om zich te onderscheiden. “Wij streven ernaar om verder te gaan waar anderen stoppen. Niets is standaard bij ons.” Bij Bring Cargo gaat het er net zo aan toe zegt Marcel ‘t Hart. “Als Scandinavië-specialist hebben wij kans gezien om te differentiëren. Iedereen kan van A naar B spullen vervoeren, maar het gaat om de kennis die je in huis hebt en het proces eromheen. Wij kennen de regelgeving in Scandinavië, daar doen wij ons voordeel mee.” De overige heren knikken instemmend. “Onderscheidend vermogen is belangrijk in de transportsector, alleen met containers van A naar B rijden is vaak te mager, daar red je het niet mee,” zegt Piet Noteboom. Hij kan het weten, als Business Valuator kijkt hij vaak in de keuken van transportbedrijven. Erik-Jan Blook merkt op: “Vooral in niches is er nog veel te halen. Je moet actief blijven en de krenten in de pap opzoeken. De tijden zijn voorbij dat je achterover kunt leunen en dat het werk vanzelf naar je toe komt.”

Tarieven
De ondernemers verwachten een licht herstel in hun sector. Van der Mark: “De afgelopen periode is bij ons het aanbod gestegen, zeker internationaal gezien.” Ook Maat is tevreden. “We zijn dit jaar goed van start gegaan en ook onze klanten zijn hoopvol.” Punt van aandacht zijn de tarieven die nog steeds onder druk staan. De meeste ondernemingen lukt het momenteel nog niet om een goede vrachtprijs te berekenen. “Ondanks de lichte verbetering, gaan de prijzen nog niet omhoog. We moeten nog flink over de tarieven onderhandelen,” zegt Van der Mark. Logisch, vindt Maat: “Als we maar met zijn allen blijven roepen dat het slecht gaat met onze bedrijfstak, wordt daar gebruik van gemaakt en zullen de tarieven onder druk blijven staan. Als je niets aan een rit lijkt over te houden, moet je het lef hebben om het gewoon niet doen.” Edwin van der Ham verzorgt het hele logistieke proces voor webshops. Hij merkt op dat er voor uitzonderlijk vervoer wel degelijk hogere prijzen gevraagd worden. “Transporteurs voor webshops die binnen twaalf uur moeten leveren, rekenen hogere tarieven. Logisch. De consument wil snel zijn bestelling in huis hebben en is bereid hiervoor te betalen. Bij e-tail -internet winkelen- wordt de leveringsdruk steeds groter. We krijgen steeds minder tijd voor aflevering.” Blook ziet wel wat in transparantie. “Misschien moeten de prijzen aan de voorkant transparanter worden, zodat consumenten weten waarvoor ze betalen. Anders voeden we de consumenten nooit op.” Noteboom is het hiermee eens: “Bij korte doorlooptijden is de prijs meestal ondergeschikt. Het leveren van een goede dienstverlening is dan het verkoopargument. De eindgebruiker vindt het dan meestal geen probleem om meer te betalen.”

Regelgeving
Niet alleen de lage tarieven maken het de bedrijfstak lastig. Ook worstelen veel logistieke bedrijven met oneigenlijke concurrentie doordat veel transporteurs zich niet aan de wet- en regelgeving houden en vanwege de inzet van Oost-Europese chauffeurs. “We moeten nog te vaak vechten tegen malafide bedrijven die de regels omzeilen en hierdoor lagere prijzen kunnen vragen,” stelt Maat. Blook zegt hiervoor: “Dit probleem is bekend en is de doodsteek voor de vervoerssector. We hebben deze praktijken wel in het in het vizier maar het is lastig om dit grondig aan te pakken. We vragen bij ILT – de Inspectie Leefomgeving en Transport – om strenge controles op de naleving van wet- en regelgeving om zo de eerlijke concurrentieverhoudingen binnen de transportsector te handhaven.” En er zijn meer problemen waar de transporteurs tegen aan lopen. Blook: “Wij hebben onderzoek gedaan naar de vervoersregels in de binnenstedelijke gebieden. Nergens in Nederland zijn deze hetzelfde. De administratieve lasten en daardoor de kosten die hiermee gemoeid zijn, zijn enorm.” Van der Mark geeft aan dat hij dit nu juist als een kans ziet om zich te onderscheiden. “Geen chauffeur uit Oost-Europa kan hiermee overweg. Onze klanten vragen steeds vaker naar Nederlands sprekende en schrijvende chauffeurs. En dat rechtvaardigt tevens een betere prijs.” Met dezelfde reden heeft Bring Cargo zich gericht op de Scandinavische markt.

’t Hart: “De eisen die de Scandinavische markt stelt, zijn uitzonderlijk. Wij zijn op alle gebieden van regelgeving gecertificeerd en hebben zo kans gezien om ons te onderscheiden, zeker op het gebied van offshore.” Van der Ham haakt aan: “Voor goede dienstverleners zijn er zeker veel mogelijkheden. Ook als het om kleinere bedrijven gaat. Een klein bedrijf kan sneller schakelen en innoveren.” Blook verwacht dat de markt steeds beter in balans gaat komen. “Ook in de Oost-Europese landen trekken de lonen aan.” Noteboom besluit: “We hebben allen de taak om te zorgen dat de kwaliteit in de sector beter wordt en daar wordt op alle fronten hard aan gewerkt. De ondernemers aan deze tafel zijn hiervan het levendige bewijs.”

Logistiek in de Drechtsteden

0

In de Drechtsteden is een grote rol weggelegd voor “Value Added Logistics”. De realisatie van deze activiteiten vergt echter de nodige aanpassingen in de bestaande infrastructuur. De activiteiten zullen moeten worden ontwikkeld door ondernemers binnen de regio Drechtsteden, maar ook door ondernemers van buiten de regio. Het is meer dan urgent dat op korte termijn een oplossing voor de bestaande problematiek rond de aansluitingen van de A16-N3 en de A15-N3 wordt bewerkstelligd.

In samenwerking met regionale en interregionale ondernemingsverenigingen heeft Werkgevers Drechtsteden medewerking verkregen van provincie en rijksoverheid voor de ontwikkeling van de Westelijke Dordtsche Oevers als bedrijventerrein en bestemd voor value added logistics. Het spreekt voor zich dat voor de uitoefening van logistieke activiteiten de ontsluiting van de bedrijventerreinen perfect moet zijn. Ook Rijkswaterstaat onderkent de noodzaak van een goede ontsluiting van de bedrijventerreinen. De ontsluiting van de bedrijventerreinen aan De Kil oevers op de A16 en N3 heeft inmiddels de prioriteit verkregen, die het behoeft.

Dit ligt anders met betrekking tot de verwachte verkeersstromen na realisatie van de container terminal te Alblasserdam. Werkgevers Drechsteden voorziet het ontstaan van een nieuwe “bottle neck” bij de aansluiting A15-N3. Op korte termijn zullen provincie, lokale overheden en werkgevers moeten zoeken naar synergie om met de bestaande infrastructuur de verwachtte stijging van de transportstromen over de A15 en N3 te kunnen opvangen. Werkgevers Drechtsteden heeft de aandacht van de overheid reeds gevestigd op de zich reeds manifesterende problemen. Inmiddels worden de activiteiten in het kader van duurzame mobiliteit mede gericht op de A15 problematiek. Het is zaak om in goed overleg met de overheid spoedig tot een gezamelijke aanpak van de knelpunten te komen.

In eerste instantie zal de oplossing moeten worden gezocht in de bestaande routes over de A16-N3 en de A15- N3. Onder de naam van “Knelpunt naar Knooppunt” zal in het kader van mobiliteitsmanagement regelmatig overleg plaats moeten vinden tussen overheid en werkgevers om het aantal spitsbewegingen te verminderen. Daarnaast zullen andere knelpunten zoals ontsluiting van bedrijventerreinen moeten worden aangepakt. Het bestaande enthousiasme moet zoveel mogelijk in concrete projecten worden omgezet ter ontlasting van A15-N3 en A16-N3. Een groot deel van de spitsbewegingen betreft evenwel geen regionaal verkeer, doch verkeer dat door de regio naar Rotterdam trekt. In dit verband zal het effect van de acties van de VerkeersOnderneming in Rotterdam op de knelpunten A15-N3 en A16-N3 moeten worden bestudeerd. Een oplossing op korte termijn moet uiteindelijk dan ook worden gevonden in een groter verband dan uitsluitend in de regio Drechsteden. In dit verband biedt modaliteitskeuze met betrekking wegtransport, spoor en/of water een realistische mogelijkheid.

Uiteraard is hier slechts sprake van voorlopige maatregelen, die de druk enigszins van de ketel nemen. Uiteindelijk zullen we er echter niet aan ontkomen – naast alle (nood)maatregelen – de knoop door te hakken en een keuze te maken voor een structuele oplossing in de vorm van meer asfalt!

– Teun Muller
Voorzitter Werkgevers Drechtsteden