Home Blog Page 350

‘Belangenbehartiger voor alle ondernemers’

0

Bereikbaarheid, betaalbaarheid, veiligheid en de ruimte om te groeien; dat zijn de vier belangrijkste speerpunten van VBO Fresh World. De Barendrechtse ondernemersvereniging is er daarnaast om contacten tussen lokale bedrijven onderling tot stand te brengen, te versterken en in stand te houden. Volgens voorzitter Paula van Hamburg lukt dat aardig.

“We beschikken momenteel over zo’n 200 leden en zij vormen een redelijk adequate afspiegeling van het Barendrechtse ondernemersklimaat. Veel grote en middelgrote bedrijven zijn bij ons aangesloten. Ook de winkeliersvereniging is lid. Zij vertegenwoordigen de zelfstandige winkeliers met een eigen zaak. Barendrecht is natuurlijk onlosmakelijk verbonden met de AGF-sector, maar daar gaat echt niet al onze aandacht naar uit. VBO Fresh World is een belangenbehartiger voor alle ondernemers,” legt Van Hamburg uit. “Mijn voorzitterschap duurt nog drie jaar en het is mijn streven om aan te einde van die periode een vereniging achter te laten met 230 leden, maar ook om een vereniging te zijn waar ondernemers elkaar weten te vinden en te versterken.”

Bij VBO Fresh World staat er zo’n tien keer per jaar een activiteit op de agenda. “Dat varieert van de jaarlijkse nieuwjaarsreceptie in het gemeentehuis en een ledenbijeenkomst tot een inloopborrel en het spelen van een potje boerengolf tegen de ondernemersvereniging uit Heerjansdam. En afgelopen november hebben leden voor het eerst met en voor elkaar gekookt. Die workshop was een groot succes en leidde in een ongedwongen sfeer tot veel nieuwe contacten. Dus daar maken we wellicht een jaarlijkse traditie van.” Met de gezelligheid zit het dus wel goed, maar tegelijkertijd worden er ook resultaten geboekt. “We hebben ons bijvoorbeeld hard gemaakt voor een Nieuw Reijerwaard dat tot 2020 uitsluitend plek biedt aan bedrijven uit de AGF-sector. Dat de Nederlandse tuinbouwsector vorig jaar ten onrechte medeverantwoordelijk werd gehouden voor de dodelijke EHEC-bacterie heeft de branche geen goed gedaan. Vooral telers van komkommers, tomaten en sla zijn die malaise nog niet te boven. Sommige bedrijven hebben zelfs hun deuren moeten sluiten. Ik hoop dan ook echt dat de sector op korte termijn een positieve boost krijgt.” Met de gemeente zit VBO Fresh World sowieso tweemaal per jaar aan tafel. “Dan discussiëren we onder andere over zaken als problemen die ondernemers tegenkomen bij het aanvragen van vergunningen en het aanbestedingsbeleid van de gemeente. Er moet goed gekeken worden of de inzet van plaatselijke ondernemers voldoende is. Splits desnoods grote projecten op, waardoor in ieder geval minimaal de helft van het werk binnen de gemeentegrenzen blijft.”

Inherent aan een bruisende, dynamische groeigemeente als Barendrecht is dat er altijd genoeg ontwikkelingen zijn. De agenda is nooit leeg. “De komst van Nieuw Reijerwaard, de ontwikkelingen rondom het centrum, de infrastructuur van en naar Barendrecht en het opknappen van bestaande bedrijventerreinen zijn allemaal zaken waar we graag over meedenken. Ik vind dat onze leden daar best nog actiever in mogen zijn. ‘Draag punten aan!’, roep ik dan ook regelmatig. Want alleen dan zorgen we gezamenlijk voor een nog beter economisch presterend Barendrecht.”

‘Barendrechters buigen bedreigingen om in kansen’

0

In zijn 6,5 jaar als burgemeester van Barendrecht heeft Jan van Belzen zich nog geen moment verveeld. In de stad is dan ook eigenlijk altijd wel iets te beleven. Rijnmond Business blikt met de burgervader terug én kijkt vooruit.

Gevraagd naar highlights hoeft Van Belzen niet lang na te denken. “De afronding van het spoorbundelproject in 2007 schiet me als eerste te binnen. In eerste instantie werd er door de lokale bevolking niet positief tegenaan gekeken. Bedrijven en woningen moesten worden gesloopt en verplaatst en dat zorgde voor onvrede. Als ludiek protest werd zelfs een olifant op het Haagse Binnenhof gestald. Maar uiteindelijk kregen veel Barendrechters steeds meer begrip voor de plannen. En belangrijker nog: wat eerst gezien werd als een bedreiging, werd later aangepakt als een kans.” Door Barendrecht loopt een bundeling van 9 sporen: twee voor de HSL-Zuid, drie goederensporen voor de combinatie Betuweroute en goederenlijn Kijfhoek – IJsselmonde, en vier sporen voor de spoorlijn Rotterdam – Dordrecht, met station Barendrecht. “Om de visuele en geluidsoverlast te verminderen, is over de lengte van 1,5 kilometer spoor een overkapping geplaatst. Op de kap is een dakpark aangelegd met wandelpaden voor recreatie en daarnaast een groot parkeerterrein. De perceptie ten aanzien van het project kwam hiermee in een ander daglicht te staan. Men zag het zonniger en veiliger in.”

Over het plan om lege gasvelden onder Barendrecht als CO2-opslag te gaan gebruiken, was de publieke opinie onder de lokale bevolking echter onvermurwbaar: dit idee zou niet tot uitvoer moeten komen. De gemeenteraad en het college waren dezelfde mening toegedaan. “Het heeft veel bestuurlijke inzet gevergd om de plannen te dwarsbomen. Gelukkig uiteindelijk met het gewenste resultaat. Na de aanstelling van het kabinet-Rutte besloot minister Verhagen (Economische Zaken, Landbouw en Innivatie) in november 2010 om een streep door het project te halen vanwege het gebrek aan draagvlak binnen de gemeente.”

Het te ontwikkelen bedrijventerrein Nieuw Reijerwaard moet naast een boost voor met name de AGF-sector een ‘parel van duurzaamheid’ worden. “Want op dat gebied valt in Barendrecht nog winst te behalen. Veel ondernemers zijn er nog niet voldoende van doordrongen dat duurzaamheid niet alleen goed is voor het milieu, maar ook geld oplevert. Het is op zoveel manieren toepasbaar binnen de economie, dus die boodschap moeten we ook als gemeente meer ventileren.” Nieuw Reijerwaard moet hierin een voortrekkersrol vervullen en als voorbeeld dienen voor andere gemeenten. “Duurzame initiatieven zijn bijvoorbeeld het op eigen terrein verwerken van alle afval en het toepassen van energieneutrale oplossingen.” Binnen de groeigemeente (een derde van de bevolking is jonger dan 24 jaar) doet Van Belzen er alles aan om de economische dynamiek vast te houden en de inwoners te boeien en te binden. “Samenwerking is ook juist voor de economie van groot belang. Barendrecht ligt op een prachtige locatie. Als het goed gaat met de economie in deze regio, zet zich dat landelijk door.”

Als Van Belzen vijf jaar vooruit kijkt, ziet hij een gemeente voor zich met tegen die tijd 50.000 inwoners. “Daarnaast zal dan Nieuw Reijerwaard voor een deel zijn uitgegeven, is er een groene buffer aan de zuidrand waar men heerlijk kan recreëren, is de agro-sector nog steeds booming en heeft Barendrecht met haar continuïteit en stabiliteit nog steeds een grote aantrekkingskracht op de inwoners.” De burgemeester besluit: “Toen ik hier net werkte, publiceerde Elsevier een artikel over Barendrecht als gespleten dorp. Daar blijft steeds minder van over. Het centrum en Carnisselande gaan op allerlei fronten steeds meer in elkaar op. Van twee gescheiden werelden is geen sprake meer. De scherpe kantjes zijn er al lang vanaf.”

Kamer van Koophandel

1

Regiokantoor Gorinchem sluit, maar de dienstverlening gaat gewoon door.
Vanwege bezuinigingen bij de Kamer van Koophandel Midden-Nederland sloot het regiokantoor in Gorinchem op 31 maart haar deuren. De service wordt voortgezet op de kantoren in Utrecht en Tiel. Voor regionale ondernemers betekent dit dat ze hun vertrouwde uitvalsbasis moeten missen, maar niet dat ze niet meer op de dienstverlening van de Kamer van Koophandel kunnen rekenen. Integendeel:  de medewerkers van het te sluiten regiokantoor zullen nog meer naar bedrijven toe gaan.

Overigens kunnen ondernemers voor veel informatie en diensten ook terecht op de uitgebreide website van de Kamer van Koophandel. Toch blijft persoonlijk contact belangrijk. Volgens ondernemersadviseur Joost van den Eerenbeemt is het in de nieuwe situatie van groot belang om de zichtbaarheid van de Kamer van Koophandel in stand te houden voor Gorinchem en omstreken. “Omdat onze standplaats is weggevallen, wordt het nog belangrijker om ons te laten zien. Voor mij houdt dat bijvoorbeeld in dat ik nog meer netwerkbijeenkomsten zal bezoeken en op frequentere schaal presentaties bij ondernemersverenigingen zal houden. En ik blijf natuurlijk bedrijven bezoeken om ze te helpen bij vraagstukken over onder meer marketing, klantenbinding en juridische zaken.” Van den Eerenbeemt benadrukt dat de Kamer van Koophandel er als onafhankelijke, deskundige organisatie is voor alle ondernemers, van starters tot ervaren rotten. “Bovendien beschikken wij over een groot doorverwijzingsnetwerk. We proberen veel te verbinden.”

Goede band

Marian van Alphen, accountmanager Gorinchem, Giessenlanden, Leerdam en Zederik, vindt het jammer dat ‘even binnenlopen’ er voor de lokale ondernemer niet meer inzit. “Het kantoor van Damen Shipyards zat zo dichtbij, dat hun medewerkers geregeld op de fiets langskwamen om exportzaken te regelen. Zoiets houdt dan ineens op.” Klanten zijn goed voorbereid op wat komen gaat. Er zijn 7500 verhuisberichten gepost, er hangen grote posters voor de ramen van het kantoor die de sluiting en de nieuwe uitvalsbasis aankondigen  en er wordt extra aandacht besteedt aan het feit dat tegenwoordig ook digitaal veel kan worden geregeld. Als accountmanager was ze al veel onderweg, maar ook Van Alphen denkt vanaf 1 april nog meer kilometers op de teller te krijgen. “Met veel ondernemers hebben wij een goede band opgebouwd. Die gaat echt niet zomaar verloren. We stoppen er veel energie in om iedereen optimaal van dienst te kunnen blijven.” Van Alphen heeft de ondernemers binnen haar werkgebied leren kennen als nuchtere zakenlui, die van aanpakken weten. “Ze maken niet snel gekke sprongen, ook in economisch lastigere tijden niet. Met hun eigen gespaarde reserves houden de meesten het wel uit.”

Saamhorigheid

Iets wat wellicht niet typerend is voor de regio maar meer kan worden gezien als ondernemers eigen, is het gebrek aan samenwerking. “Ook hierin vervult de Kamer van Koophandel een belangrijke rol. We organiseren regelmatig bijeenkomsten over de meest uiteenlopende onderwerpen, waarbij verschillende betrokken partijen met elkaar rond de tafel zitten. En als de dialoog eenmaal is opgestart, blijken velen het juist heel fijn te vinden om te samenwerken,” legt Van den Eerenbeemt uit. Van Alphen vult aan: “Het
creëren van saamhorigheid is een van onze speerpunten. Daarbij kun je vaak heel concreet en snel resultaat boeken. Zo werden op een bedrijventerrein in Leerdam auto’s steevast kriskras door elkaar heen geparkeerd. Dat was onhandig, onveilig en deed de uitstraling van het terrein geen goed. Deze situatie hebben wij voorgelegd aan de gemeente en die heeft gezorgd voor parkeervakken. Probleem opgelost!” Kijkend naar de ontwikkelingen binnen het marktgebied valt te zeggen dat de sectoren transport en logistiek en bouwen en ontwerpen in opkomst zijn. “Naast onze standaard dienstverlening proberen wij met clusters over bijvoorbeeld het aanbestedingsbeleid de communicatie tussen gemeenten en bouwbedrijven te verbeteren. Dat kan allemaal veel transparanter en duidelijker. Het zorgt niet alleen voor een beter resultaat, maar ook voor meer wederzijds begrip,” verklaart Van den Eerenbeemt. Het beter op elkaar laten aansluiten van onderwijs en de arbeidsmarkt, is eveneens een punt dat op de agenda van de Kamer van Koophandel staat. Binnen de sector transport en logistiek valt op dat gebied nog veel winst te boeken. “Voor ons was dat weer een reden om een rondetafelgesprek te organiseren, waarbij ondernemers, afgevaardigden van de logistiekopleiding van het Da Vinci College en de gemeente met elkaar in conclaaf gingen. Ik vergelijk mezelf weleens met een huisarts: ook ik hoor verhalen aan, stel een diagnose, denk mee en zorg voor een oplossing.” Over doktoren gesproken: ook de zorgsector is sterk vertegenwoordigd in de regio Gorinchem en omstreken. Van Alphen: “De werkgelegenheid is groot en zal alleen maar groter worden. Dat is dus iets om rekening mee te houden. We moeten af van allemaal logge organisaties en ik denk dat het daadwerkelijk zal veranderen. De wijkverpleegster zal terugkeren in het straatbeeld.”

Ondanks de bezuinigingen is de Kamer van Koophandel Midden-Nederland geen zieke patiënt. Het afscheid van het regiokantoor in Gorinchem doet alle betrokkenen een beetje pijn, maar zal niets afdoen aan de intensieve band tussen de regionale Kamer van Koophandel en de ondernemers. Want als u minder makkelijk naar de Kamer van Koophandel kan, komt de Kamer van Koophandel gewoon naar u.

Ondernemers zetten tanden in arbeidsmarkt

0

Het lijkt paradoxaal in deze tijden van crisis, maar er dreigt een tekort op de arbeidsmarkt in de sectoren maritiem en logistiek. Tijdens een ondernemersdiner van DelTri op maandag 12 maart in Dordrecht kwam eten niet op de eerste plaats. De deelnemers hebben hun tanden vooral in arbeidsmarktvraagstukken gezet.

Drie partijen uit drie gemeenten zetten zich in voor drie opgaven. DelTri staat voor het samenwerkingsverband tussen Rotterdam, Drechtsteden en West-Brabant. De drie partijen zijn overheid, marktpartijen en maatschappelijke organisaties. Economie, bereikbaarheid en leefkwaliteit worden gezien als urgente opgaven.

Knelpunten

Werkgelegenheid is belangrijk voor het leefklimaat en een goed functionerende arbeidsmarkt is cruciaal voor een gunstig vestigingsklimaat. Bedrijven hebben behoefte aan gemotiveerd en vakbekwaam personeel. De vraag naar vervanging groeit en de uitstroom van jongeren uit het VMBO en MBO techniek neemt af. Dat kan tot knelpunten leiden. DelTri heeft uitgesproken deze knelpunten aan te pakken in samenspraak met ondernemers en andere partijen. Tijdens het ondernemersdiner is overlegd over hoe de verschillende partijen samen kunnen investeren in een sterke maritieme en logistieke cluster in de DelTri-regio. De regio vormt het Europese knooppunt van mondiale en Europese goederenstromen. Geheel in lijn met de Havenvisie 2030 moet deze positie de komende jaren worden versterkt.

Tekort

“Wij moeten schepen verkopen, omdat er geen bemanning meer te vinden is,” zei één van de aanwezigen tijdens het ondernemersdiner. Het is moeilijk leerlingen van VMBO, MBO en HBO te interesseren voor techniek, terwijl er grote vraag is naar werknemers in technische beroepen. In de logistiek werken 700.000 mensen. Tot 2020 gaat daarvan 40% met pensioen. Nieuwe goed opgeleide mensen zijn hard nodig. Een landelijke imagocampagne en baangaranties zouden kunnen bijdragen aan meer belangstelling voor technische beroepen. Nauwe samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven is noodzakelijk. Goede voorbeelden van zulke samenwerking zijn te vinden op het Leerpark in Dordrecht en de RDM Campus in Rotterdam. Daar gaan leren en werken hand in hand. Ook de lectoraten aan de Hogescholen Logistiek, die met en voor het bedrijfsleven onderzoek verrichten, zijn een goed voorbeeld van samenwerking tussen onderwijs en ondernemers. Na de zomer wordt hierover verder gepraat in DelTri verband.

Oh, oh Tirol

0

Met de auto vanuit Nederland naar Tirol is ’s-winters voor veel landgenoten een bekende route maar in voorjaar en zomer zonder sneeuw is deze rit wel veel aangenamer. Zeker als de zon ook nog zijn best doet is de rit over de Autobahn goed te doen. Kers op de taart was dat op de stralende zondagmiddag waarop we vanuit Beieren Tirol binnenreden het straatbeeld er werd verlevendigd door diverse dames in traditionele dirndl-dracht (later bleek: niet ongebruikelijk op zon- en feestdagen). Alles voor een goede start van een golftrip naar Oostenrijk!

Posthotel Achenkirch

Bij ons bezoek aan Tirol zijn we enkele dagen te gast geweest in Reiter’s Posthotel in Achenkirch. Zonder te overdrijven durven we te beweren dat de familie Reiter, die dit hotel al sinds 1918 runt, het verwennen van de gasten tot een ware kunst heeft verheven. Alles in het romantisch (zonder kitch) ingerichte hotel is op rust, onthaasten en genieten ingericht. De gasten zijn in principe echtparen eventueel met kinderen boven de veertien. Uiteraard is er een complete wellness-afdeling maar ook andere zaken die het comfort bevorderen zoals een (gratis) autowasstraat in de parkeergarage, een ultrasone brillenreiniger bij de receptie of een Beetle-cabrio, een Porsche-cabrio, een Harley Davidson, een quad of een electrobike voor een aangename (berg)rit.
I: www.posthotel.at

Posthotel Alpengolf

Het Posthotel beschikt ook over een eigen 9-holes golfbaan. Gelegen op de flanken van de berghelling tegenover het hotel en naast de pittoreske Annakirchl kapel troffen we een pittig parcours met op diverse plaatsen stevige klimmetjes en afdalingen. Spectaculair zijn in ieder geval de eerste en de laatste hole beide par-3’s waarbij steil omhoog respectievelijk omlaag moet worden gespeeld. Van de 9 holes zijn er 6 par 3, 2 par 4 en één par 5. De laatste is meteen ook wel een fikse met een afstand van 457 meter. De fairways en de greens zijn perfect onderhouden.
I: www.posthotel.at/nl/alpengolf-club

Onderhoud

Voor uw eigen ‘onderhoud’ is het ideaal na zo’n ronde het zwembad van het hotel aan te doen. Daar zijn daar ook enkele baden  met zout water beschikbaar waar men gemakkelijk dobberend de golfronde in gedachten nog eens na kan spelen.

Golf- und Landclub Achensee

Op zo’n 20 autominuten van Achenkirch in Pertisau treffen we de Golfclub Achensee met de oudste golfbaan van Tirol (1934). De 18 holesbaan van deze club ligt in een vallei tussen diverse Alpenreuzen die onderdeel van het Karwendel natuurgebied vormen. Voor Oostenrijkse begrippen is deze populaire en drukbezochte baan opmerkelijk vlak. Bij vertrek en aankomst (de holes 1 en 18) speelt men nog min of meer tussen de bebouwing van Pertisau de overige holes liggen verder in het dal.

Lastige dogleg

Water speelt op deze baan zeker geen hoofdrol behalve op hole 4, een par 5 van 505 meter (witte tee). De fairway wordt hier omzoomd door voornamelijk hoge dennenbomen. Halverwege passeert men rechts een langgerekte vijver en links achter de bomen ligt een snelstromend riviertje. Aan het eind van de fairway moet linksaf over dit stroompje gespeeld worden om de green te bereiken die ook nog door een paar lastige bunkers wordt bewaakt.
I: www.golfclub-achensee.at

Panorama Inn-dal

Ongeveer 20 km ten westen van Innsbruck midden in het Wildmoos natuur reservaat op een plateau op 1300 meter ligt de 18 holes baan van Seefeld-Wildmoos. Via een smalle bosweg vanaf Mösern bereikt men deze baan. Te adviseren is voordat men vanaf de L36 genoemde bosweg in draait de auto even te parkeren bij het uniek gelegen (en comfortabele) hotel Inntaler Hof om van daaruit van het unieke uitzicht op het dal van de Inn te genieten. Het blijft voor ons, plattelanders, een uniek gezicht om zo’n glinsterende rivier kilometerslang door een bergdal te zien meanderen.
I: http://www.inntalerhof.com

Golfclub Seefeld-Wildmoos

De golfbaan is door Donald Harradine ruim 40 jaar geleden ontworpen. Zoals gezegd ligt de baan op een plateau waarmee echter geenszins gezegd is dat het een vlakke baan is, integendeel! Klimmen en dalen is hier volop aan de orde. De gebruikelijke tweepersoonscarts zijn hier niet beschikbaar. Wel zijn er desgewenst éénpersoons-electrocarts die echter traag en aanzienlijk minder comfortabel zijn. Voor het overige slechts positieve ervaringen op deze baan! Het uitzicht is op alle holes fenomenaal en de genoemde hoogteverschillen zijn hier en daar ook spectaculair. Wat te denken bijvoorbeeld van hole 13 een par 3 van 158 meter (witte tee). Bij de afslag staat men hier 45 meter boven de green! Hole 19 is prima verzorgd en gelukkig rijdt er tussen het wat afgelegen parkeerterrein en het clubhuis regelmatig een cart die een lift verleent.
I: www.seefeldgolf.at/en/start.html

Alpine golfpas

Voor Nederlandse golfers die eens wat anders willen is golfen in Tirol echt een aanrader. De op toeristen ingestelde Oostenrijkers hebben echt verstand van verwennen, de omgeving is spectaculair anders dan in ons eigen vlakke land en de golfbanen zijn er aantrekkelijk en niet duur. Voor de actuele prijzen is het steeds het beste de respectievelijke websites te raadplegen maar klik dan ook even aan op de site van Golf Alpin waar aantrekkelijke kortingen te vinden zijn.
I: www.golf-alpin.at/xxl/en

HPR Techniek heeft alles in huis

0

No-nonsense directeur van een veelzijdig bedrijf. Gert Jan de Waard, een geboren en getogen Drechtenaar, geeft leiding aan HPR Techniek, dat ontstaan is door de samenvoeging van Ingenieursbureau Hartogs, Perk Elektrotechniek en Van Reijsen Elektronica. Als onderdeel van Batenburg Techniek is HPR Techniek een sterke speler in de technische handelsbranche. De Waard – van oorsprong accountant – voelt zich als een vis in het water in de wereld van joysticks, weerstanden, sensoren, behuizingen en duizenden andere producten.

Het beursgenoteerde Batenburg Techniek besloot in 2005 om de activiteiten van de drie werkmaatschappijen te bundelen en onder te brengen in HPR Techniek. Gert Jan de Waard kreeg de opdracht om deze operatie te leiden en een dik half jaar later was de fusie een feit met De Waard als directeur van het nieuwe bedrijf. Het was een uitdaging om HPR zo snel mogelijk in de markt te zetten met als basis drie businessunits waarin alle activiteiten zijn ondergebracht. Ook was dat het moment om een nieuwe huisstijl te introduceren, die overigens vorig jaar opnieuw is aangepast toen moedermaatschappij Batenburg het 100-jarig bestaan vierde. Alle bedrijven binnen Batenburg opereren nu met dezelfde uitstraling, maar wel onder hun eigen naam. Samen vormen zij een sterke groep, waarbij het credo ‘techniek gaat prima samen’ tot uiting komt in een versterkte samenwerking van de onafhankelijk opererende bedrijven. Natuurlijk wordt daarbij gebruik gemaakt van de voordelen die de groep biedt.

Inmiddels heeft HPR Techniek drie vestigingen. In Rotterdam is verreweg de grootste groep medewerkers actief, daarnaast is er een vestiging in het Belgische Zaventem en onlangs is in Breda het bedrijf MicroPower overgenomen dat binnenkort in HPR Techniek zal integreren. De unit met elektronica componenten genereert het grootste deel van de omzet, maar ook de unit met de joysticks, sensoren, weerstanden en behuizingen zit behoorlijk in de lift.

Competenties

HPR Techniek is een technisch handelsbedrijf met een eigen werkplaats, waardoor het mogelijk is om zelf prototypen en kleine series te produceren. Met de specifieke kennis en ervaring worden  veelal producten ontwikkeld in samenspraak met de opdrachtgevers. Daarmee hebben zij een voorsprong in de markt, het komt namelijk niet zo veel voor dat een handelsbedrijf deze faciliteiten biedt. Eén van leuke aspecten van het werk van De Waard is de focus op rendement, dat vraagt voortdurend om de nodige aandacht. HPR Techniek is een op techniek georiënteerd handelsbedrijf met een omvang om zaken snel en effectief te kunnen verwezenlijken. Samen met haar productiemogelijkheden biedt dat voldoende mogelijkheden om doelstellingen te realiseren. De businessunits zorgen voor synergie, het zijn weliswaar onderscheidende units maar de gezamenlijke slagkracht is groot. Er is ontzettend veel kennis in huis en dat is tevens een van de zaken die continu veel aandacht vraagt. Bij HPR werken voornamelijk techneuten; TU ingenieurs, HTS-ers en MTS-ers. Vooral de laatste twee categorieën zijn aan het uitsterven en dat is lastig genoeg. Het is vooral moeilijk om mensen te vinden die naast technische vaardigheden eveneens beschikken over verkoopkwaliteiten. De buitendienstmensen moeten tegelijkertijd techneut en verkoper zijn. Dat vereist speciale competenties en daarom worden nauwe contacten onderhouden met MBO- en HBO-opleidingen om de krenten uit de pap te kunnen halen. Dat betekent dat er veel tijd en energie in opleidingen wordt gestoken. Gelukkig is er weinig verloop en blijven medewerkers lang bij het bedrijf. Daarnaast opereert HPR regelmatig boventallig. Als er iemand met pensioen gaat moet de opvolger al klaar staan. Voor een gedegen inwerkperiode is een functie dan enige tijd dubbel bezet. Dat is weliswaar een pittige investering maar het levert uiteindelijk toch meer op. De Batenburg-groep wil de komende jaren blijven groeien, waarbij het rendement op peil moet blijven. Dat is een forse uitdaging die zal worden gerealiseerd met autonome groei en af en toe acquisitie.

Perspectief

Ondanks dat Nederland in een recessie verkeert, ziet De Waard voldoende lichtpunten. Ook bij HPR is het minder geweest, maar 2011 was weer een uitstekend jaar. Veel van de klanten doen het goed en hebben in mindere tijden aan markt- en productontwikkeling gedaan. Dat helpt HPR ook weer, want het biedt nieuwe afzetmogelijkheden. Veel klanten zijn te vinden in de havens van Rotterdam en in de maritieme Drechtsteden. Die gebieden bieden nog zoveel perspectief dat de toekomst  bepaald niet somber wordt ingezien. Uitdagingen zijn er volop.

Goede tijden slechte tijden

0

Het jaar 2011 is financieel afgesloten, is het slecht of goed voor u geweest? De verhalen die ik in de regio hoor zijn over het algemeen positief tot zeer positief. Alleen de bouw en de daarmee verband houdende branches hebben het niet goed gehad en zullen waarschijnlijk ook langere tijd niet gaan opleven.

Maar we zijn het nieuwe jaar ingegaan met de melding dat we landelijk in een recessie zitten. In de Drechtsteden valt dat over het algemeen nog wel mee. Bovendien zijn er belangrijke stappen gezet om positief de toekomst in te gaan. Diverse onderwijsinstellingen in het beroepsonderwijs in onze regio hebben een convenant getekend om te gaan samenwerken en zo het onderwijsaanbod regionaal te organiseren en verder te specialiseren. Het doel is ook om niet alleen met elkaar goed samen te werken, maar ook juist met de werkgevers en de gemeenten om zo ook een betere aansluiting te krijgen met de arbeidsmarkt. We gaan een langdurige periode in waarbij de instroom aan de onderkant van de arbeidsmarkt veel lager zal zijn dan de uitstroom door pensionering. De onderwijsinstellingen zullen dus ook te maken krijgen met minder leerlingen en zij en wij kunnen het ons niet permitteren tussentijdse uitvallers in de opleiding te accepteren.

Ook van de werkgevers wordt gevraagd om de onderwijsinstellingen hierbij te steunen en gelegenheid te geven om samenwerken.

Los van dit initiatief van de onderwijsinstellingen voor beroepsonderwijs, zijn we al enige tijd actief met de oprichting van de University College Dordrecht (UCD). Het initiatief wordt breed gesteund door de gemeente Dordrecht, maar een brede steun vanuit het bedrijfsleven is zeker gewenst. Het is een positieve ontwikkeling om een bacheloropleiding in onze regio te krijgen. Het is natuurlijk nog geen oplossing voor het gemis aan met name technisch HBO onderwijs, maar ik vertrouw erop, gezien de diverse contacten die er zijn dat het niet zo lang meer zal duren tot we ook weer een goede aansluiting hebben met dit type onderwijs in onze regio. Ik denk dat we in onze regio via het Topsectorenbeleid ons doel mede kunnen verwezenlijken.

Teun Muller
voorzitter Werkgevers Drechtsteden

Belastingdienst als crediteur

0

Wellicht heeft u het zelf ook al ervaren. Steeds meer ondernemers merken de gevolgen van de economische crisis. Door teruglopende omzet en rendement is het voor velen steeds moeilijker om alle facturen op tijd te voldoen. Daardoor beginnen er achterstanden te ontstaan in de betalingen aan schuldeisers, zoals de Belastingdienst. En dat is geen gemakkelijke crediteur.

De Belastingdienst is één van de belangrijkste schuldeisers voor veel ondernemers. Dat geldt vooral voor de periodiek af te dragen loonheffing en omzetbelasting. Kunt u de verschuldigde belasting niet (volledig) afdragen, of een reeds opgelegde aanslag niet (tijdig) betalen, dan kunt u uitstel van betaling aanvragen. De Belastingdienst hanteert echter een stringent beleid en stelt nogal wat voorwaarden voordat uitstel van betaling wordt verleend.

Soepeler invorderingsbeleid

In verband met de kredietcrisis is het invorderingsbeleid voor ondernemers echter tijdelijk versoepeld voor ondernemers die als gevolg van de crisis in tijdelijke liquiditeitsproblemen zijn geraakt. Als u een verzoek om uitstel van betaling indient, moet u daarbij motiveren waarom u van mening bent dat uw (tijdelijke) liquiditeitsprobleem voornamelijk wordt veroorzaakt door de crisis. Vaak kan uw accountant of belastingadviseur u daarbij ondersteunen.

Wel zekerheden verstrekken

Verder dient u er rekening mee te houden dat de Belastingdienst u zal vragen om zekerheid te verstrekken. U kunt daarbij denken aan een verpanding van roerende zaken, een (tweede of derde) hypotheekrecht of bankgarantie. Voor de meeste ondernemers zal het in de praktijk lastig blijken om aan deze voorwaarde van zekerheidsstelling te voldoen.

Meestal zijn de zekerheden namelijk al gebruikt voor een bancaire financiering. Het zal duidelijk zijn dat hoe meer zekerheid u de Belastingdienst kunt verstrekken, hoe groter de bereidheid zal zijn om u uitstel te verlenen. In de praktijk wordt overigens ook wel, bij uitzondering, uitstel verleend voor kortere termijnen zonder dat er zekerheid hoeft te worden verstrekt.

Maximale termijn

Ook ten aanzien van de termijn van uitstelverlening stelt de Belastingdienst grenzen. Met een betaling in zes maanden gaat de Belastingdienst vrijwel altijd akkoord. De maximale termijn waarvoor zij uitstel mag verlenen bedraagt een jaar, maar dat is dan ook echt het maximum. Een verzoek om een langere termijn wordt doorgaans per definitie afgewezen.

Gegevens overleggen

Bij uw verzoek om uitstel van betaling dient u diverse gegevens mee te sturen, zoals onder meer jaarstukken van de afgelopen boekjaren, tussentijdse cijfers (voor zover voorhanden), een overzicht van debiteuren en crediteuren, een overzicht van lopende opdrachten en een prognose voor de komende twee jaar.

Werkt u via een BV ? Dan adviseren wij u altijd tijdig een zogenaamde Melding Betalingsonmacht te doen. Dit moet gebeuren binnen 14 dagen nadat de belasting betaald had moet worden. Dit voorkomt bestuurders-aansprakelijkheid voor deze belastingschuld.

DRV Accountants & Adviseurs heeft elf vestigingen in Zuidwest Nederland, waarvan vier in Zuid-Holland: Rotterdam, Hellevoetsluis, Oud-Beijerland en Sliedrecht.

 

“Samenwerking met Fokker biedt Papendrecht prachtige kansen“

0

Fokker realiseert in Papendrecht op het huidige fabriekscomplex een high-tech fabriekshal en elders op het Slobbengors een nieuw internationaal hoofdkantoor. “De plannen van Fokker geven Papendrecht prachtige mogelijkheden, onder meer voor uitbreiding van de werkgelegenheid en voor vernieuwing van het onderwijs,“ stelt wethouder Richard Korteland.

In 2009 bood Papendrecht Fokker ruimte aan voor realisering van een high-tech fabriek. Deze richt zich op samenstelling (assemblage) van grote vliegtuigonderdelen volgens de modernste luchtvaartproductieprocessen (state-of-the-art). Het gaat om zogenaamde vernieuwbouw in een bestaande fabriekshal. Vanwege de groei van Fokker zocht het bedrijf daarna ook een nieuwe locatie voor haar hoofdkantoor. Fokker liet ook daarvoor haar oog vallen op het Slobbengors.

In de fabriekshal zullen onderdelen geassembleerd worden voor Boeing, Airbus, Lockheed, Dassault en andere prominente vliegtuigbouwers. Het internationale hoofdkantoor zal dienst doen voor de staf van de Fokker Technologies groep, waar vier business units zijn ondergebracht.

Toekomst in eigen handen

De gemeente Papendrecht heeft afspraken met Fokker over realisering van de twee complexen inmiddels vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. Zo komt de grond onder het Fokker-complex in eigendom van de gemeente en wordt deze in erfpacht uitgegeven aan Fokker. Daardoor houdt de gemeente toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden in eigen handen, terwijl Fokker financiële middelen beschikbaar krijgt voor research en ontwikkeling. Daarnaast is in het Integraal Ontwikkelingsplan Slobbengors onder meer vastgelegd dat met omwonenden en betrokken organisaties wordt gesproken over de inrichting van het Slobbengors.

Impulsen

Wethouder economie Richard Korteland is blij met de samenwerking en de afspraken. “De plannen passen uitstekend binnen de visie van dit college, waarin onder meer economische ontwikkeling, innovatie en de aansluiting van onderwijs op de vraag van de markt speerpunten zijn.

Voor ondernemend Papendrecht en voor de regio zijn de impulsen voor economische ontwikkelingen en innovatie van belang. De nieuwe fabriekshal zorgt bijvoorbeeld naast 150 directe arbeidsplaatsen door spin off-effecten voor nog eens 150 banen. Denk bijvoorbeeld aan opdrachten voor transportbedrijven en leveranciers. Daarnaast krijgen op het hoofdkantoor enkele tientallen mensen een werkplek.”

Wereldwijd koplopers

“Papendrecht en de regio zijn wereldwijd koplopers op het gebied van onder meer binnenvaart en maritieme technologie. Bundeling met technologische kennis en toepassingen uit de luchtvaartindustrie geeft nieuwe impulsen aan producten en productieprocessen in zowel de scheepvaart als de luchtvaart. Dat is niet alleen goed voor de betrokken bedrijven, het is ook goed voor de arbeidsmarkt en voor andere ondernemingen in de regio. Daarnaast wil Fokker meewerken aan betere aansluiting tussen onderwijs en beroepspraktijk. Verschillende bedrijven en onderwijsinstellingen kunnen bijvoorbeeld samenwerken bij het opleiden van deskundig personeel en misschien ook in de vorm van uitwisseling van gekwalificeerd medewerkers in een arbeidspool.”

Energiebesparing

Het nieuwe hoofdkantoor en de fabriekhallen worden gerealiseerd volgens de modernste duurzame concepten. Richard Korteland: “Fokker maakt daarbij graag gebruik van de kennis van bedrijven die weten hoe je dit begrip concreet toepast in gebouwen. Je kunt bijvoorbeeld aandacht besteden aan onderwerpen als toepassing van duurzame materialen, energiebesparing door bijvoorbeeld LED-verlichting en zonnepanelen, maar ook aan mogelijkheden om het gebouw later eventueel een nieuwe functie te geven. Als gemeente brengen we partijen die hierin iets kunnen betekenen met elkaar in contact. Zo stimuleren we samenwerkingsvormen die zorgen voor de beste resultaten voor de gemeente, bedrijven, inwoners en het milieu van Papendrecht en omgeving. Natuurlijk doen we dat niet alleen in deze samenwerking met Fokker. We steunen ook andere initiatieven van Papendrechtse ondernemers met plannen waarbij doelen en belangen van bedrijven, Papendrecht en de regio samenvallen en elkaar versterken.”

Wat wil de werkgever?

0

Rond de kerst introduceerde de Rotterdamse wethouder Marco Florijn (Sociale Zaken en Werk) een nieuwe aanpak om het aantal bijstandsgerechtigden terug te dringen: bekijk de zaken vanuit de behoeften van de werkgever. Deze plannen zijn verder uitgewerkt en worden in praktijk gebracht.

Kijk goed naar het type personeel waar werkgevers naar op zoek zijn. Dat is wat wethouder Florijn voor ogen heeft. “Een deel van de 33.000 bijstandsgerechtigden heeft zorg nodig. Er is ook een grote groep die aan het werk kan”, vertelt Florijn. “De werkgeversbenadering houdt in dat wij kijken in welke branches er personeel nodig is en op welk niveau. Eén van de plekken waar dringend behoefte is aan werknemers is in de kassen van het Westland. Daarom hebben wij in deze regio een servicepunt opgericht van DAAD, een samenwerkingsverband tussen werkgevers, UWV en de gemeente Rotterdam. In plaats van mensen hier naartoe te duwen gaan we er eerst zelf zitten om mensen er heen te trekken om hier te gaan werken. Om deze aanpak succesvol te laten zijn moeten we de taal van de Westlandse ondernemer spreken. Daarom werken we samen met de gemeente Westland. Het servicepunt krijgt een plek op het Werkplein van de gemeente Westland, waar ondernemers al regelmatig komen.” (Werkplein is een nieuwe naam voor het CWI, red.).

Veel werkgevers in dit gebied werken samen met bepaalde uitzendbureaus. Daarom wil de gemeente Rotterdam een partnerschap met deze bureaus aangaan. “We moeten niet vanuit ons eigen dogma werken, maar aansluiten bij de wereld van de werkgevers. Dáár liggen de kansen.”

De nieuwe aanpak, bestuderen in welke branches er personeel nodig is en daar op inspelen, brengt veranderingen met zich mee voor de medewerkers op de Werkpleinen. Het wordt voor hen belangrijk om zich in de ondernemer te verplaatsen. Geen probleem, want zij blijken het spannend te vinden om de veranderende vraag in hun werkproces mee te nemen. “Dat vind ik heel belangrijk. Hoewel ik van alles kan verzinnen zijn zij de mensen die het beleid moeten uitvoeren. De werkgebieden waar we ons op richten zijn techniek, haven, zorg en het MKB. We verliezen ook de toekomstige vragen van werkgevers niet uit het oog. De Poolse werknemers met wie veel tuinders werken komen speciaal naar Nederland voor deze werkzaamheden. Aanvankelijk deden ze dit omdat de werkomstandigheden in Polen niet best waren. Dat begint te verbeteren, dus de drive om de oversteek naar een ander land te maken valt langzamerhand weg. Een ander toekomstprobleem is dat in het MKB als gevolg van vergrijzing veel bedrijfsbeëindigingen plaatsvinden. De slager, een taxibedrijf, noem maar op. Daar liggen kansen. Diezelfde kansen zijn soms bedreigingen voor anderen. Transportbedrijven hebben moeite chauffeurs te vinden. Het personeelstekort is een bedreiging voor de transportsector, maar voor ons een kans die we moeten grijpen”, vindt Florijn.

De wethouder is van mening dat de tijd waarin werkgevers subsidie kregen om ‘moeilijk bemiddelbare werkzoekende’ in dienst te nemen echt voorbij is. Niet zo zeer vanwege de bezuinigingen, maar ook omdat ontzorgen van de werkgever centraal is komen te staan. “In de praktijk zitten werkgevers helemaal niet te wachten op subsidie. Ze willen een werknemer aan wie ze echt iets hebben. Na dat jaar subsidie stond de werknemer meestal weer buiten. Daarom hebben wij een systeem bedacht met een proefplaatsing. Een werkgever weet redelijk snel of iemand bij het bedrijf past.”

Wethouder Florijn deelt zijn liefde voor innovatie van de arbeidsmarkt met wethouder Korrie Louwes (Arbeidsmarkt) met wie hij veel samenwerkt. “Wij hebben werkgevers in de haven en zorg voorgesteld om hun huidige personeel op te scholen. Dan zorgen wij er via Sociale Zaken voor dat de ‘onderkant’ opnieuw wordt ingevuld. Deltalinqs is er bijvoorbeeld zeer tevreden over”, meldt hij trots tot besluit.

Sodexo, een van de bedrijven die meewerkt aan de nieuwe aanpak, is tevreden. “In eerste instantie waren we een beetje huiverig. Zijn deze mensen echt gemotiveerd en hebben ze genoeg ervaring? Dat bleek wel degelijk het geval te zijn”, vertelt Ynes Veigas, segmentdirecteur Sodexo. “Alleen hebben deze werknemers in het begin een beetje moeite om weer in een ritme te komen omdat ze vaak lang thuis zijn geweest. Ze vinden het lastig om de stap te zetten naar werken toe. Zitten ze eenmaal in hun werkritme, dan ervaren ze het als prima. Wat betreft de integratie werken we samen met RoFood, een onderdeel van Robedrijven. We verzorgen de catering op de RoFood locaties. Op de diverse locaties werken de zogenaamde trajectgangers, mensen met achterstand tot de arbeidsmarkt die door middel van stage eventueel uiteindelijk bij ons in dienst komen. De kandidaten worden aangeleverd door RoFood in samenwerking met bureau DAAD. Op locatie worden mensen begeleid door een Catering Manager van Sodexo”, aldus Veigas.

Ook de RTC/RMC sluit zich aan bij de werkgeversbenadering. Er werken ongeveer 1.000 chauffeurs en het verloop is 4% per jaar. Directeur Henk van der Beek heeft net met de gemeente een convenant afgesloten waarbij zijn bedrijf zestig arbeidsplaatsen op jaarbasis garandeert. “Het gaat om personenvervoer zoals taxi, Vervoer op Maat en leerlingenvervoer. De RMC voert dit uit in opdracht van de gemeente. Eerst volgt er een proefperiode, waarbij de instroom van chauffeurs wordt geregeld via de Stichting Flex. Na drie maanden worden ze doorgestuurd naar de bedrijfsschool van de RMC. De groep van zestig personen is inmiddels in tweeën gesplitst. De helft staat minder ver van de arbeidsmarkt en kan rechtstreeks instromen. De andere dertig worden begeleid via het Flextraject van RoBedrijven. Mensen die jaren thuis hebben gezeten kun je niet uit de kaartenbak van de gemeente halen en zonder begeleiding aan de slag laten gaan. Dan is het afbreukrisico vrij groot.”

Volgens Van der Beek, vicevoorzitter van MKB Rotterdam, komt deze organisatie binnenkort met een eigen vraaggerichte vacaturebank.